Home Nationale ParkenBezienswaardighedenUpdate
1
Reisverslag - 2008
   
Dag 1-7 - Dag 8-13 - Dag 14-19 - [Dag 20-28] Grote Foto's
   
Dag 20 : vrijdag 9 mei : Carlsbad - Guadalupe Mountains NP - Carlsbad
Gereden : 127 mijl (1,4 mijl dirtroad)
Devils Hall Trail : 4,7 mijl

Guadalupe Mountains copyright © hanz meulenbroeksEn nu we zoveel extra mijlen hadden gereden om Carlsbad Caverns te kunnen bezoeken, konden we natuurlijk net zo goed ook nog even Guadalupe Mountains National Park gaan bekijken. Dat ligt immers vrij dicht bij Carlsbad, zonde om het over te slaan als je er zo dichtbij bent, toch! Dus konden we een extra park aan ons 'dit hebben we gezien'-lijstje toevoegen, én een nieuwe staat. Want Guadalupe Mountains ligt net over de grens, in de staat Texas.

Er lopen vrijwel geen wegen in de Guadalupe Mountains, het is een park dat vooral door hikers wordt bezocht. Veel van de trails zijn voor ons te lang en te zwaar, maar gelukkig zijn er ook een paar die wel binnen onze mogelijkheden vallen. We kozen voor de Devils Hall Trail, een wandeling van ongeveer 7 kilometer lengte. Maar voordat we aan die trail begonnen, reden we eerst even via een korte dirtroad naar een klein museum toe. Onderweg zagen we een ranger te paard, heerlijk zeg, wat een geweldig mooie job heeft die man! Guadalupe Mountains copyright © hanz meulenbroeksDe weg eindigde bij een sfeervol wit huisje, dat midden tussen een heel stel bomen lag. Het oudste deel van dat huisje is gebouwd in de jaren '70 van de 19e eeuw, door de gebroeders Rader, en het schijnt daarmee een van de oudste gebouwen van deze omgeving te zijn. Het is nu dus een museum, nou ja, museumpje. Je kan er oude gebruiksvoorwerpen en mooie foto's bekijken, we vonden het echt heel leuk om hier even rond te lopen.

Bij het Pine Springs Visitor Center stond een groepje van vier Duitsers ruzie met elkaar te maken; we vingen op dat ze onenigheid hadden over hun dagindeling, blijkbaar wilden twee of drie van hen wél een trail gaan lopen, maar de dikste Duitser had daar duidelijk niet zo'n zin in. We zijn eerst even bij het Visitor Center binnengelopen, en daarna vertrokken we naar de trailhead. Tijdens het begin van de hike moesten we een stukje klimmen, maar daarna werd het allemaal redelijk vlak. Via een heel smal pad, we konden op de meeste plaatsen niet naast elkaar lopen, gingen we Pine Springs Canyon in. Een vrij brede canyon, de rotswanden kwamen hier niet heel dicht op elkaar. Het was toch weer een heel andere omgeving dan alles wat we tijdens de eerste helft van onze vakantie hadden gezien, de rotswanden hier bestonden aan de onderzijde uit geleidelijk aflopende hellingen, sommige daarvan wat kleurloos, andere groen begroeid.Guadalupe Mountains copyright © hanz meulenbroeksDe bovenste helft was juist steil, kaal en ruig. In de canyon zelf groeiden veel planten en boompjes, dit was dus de typerende Chihuahuan Desert vegetatie waarover ik had gelezen. Hé, daar liep die onwillige Duitser, terug richting de trailhead. Blijkbaar hadden zijn maten hem toch overgehaald om deze trail te gaan lopen, maar was hij nu alsnog afgehaakt. Even later zagen we ook de andere drie. Op die plek was de trail nét even wat lastiger, even geen vlak pad maar een kleine wash waar je via een paar rotsblokken in en weer uit moest klimmen. Het drietal draaide hier ook om... jammer voor hen want zij misten dus echt het mooiste deel van de trail.

Want een klein stukje verder hield het smalle pad op, en moesten we verder lopen via een met kleine en grote rotsblokken bezaaide rivierbedding. Geweldig was het hier, met dat ruige, soms bijna onvindbare pad, en met de vele groene bomen rondom ons. Het liep heel wat lastiger, met al die keien, maar het was wel ontzettend leuk om te doen. De wash maakte een flinke bocht naar rechts, en de canyon werd voorbij die bocht een heel stuk smaller. Opnieuw was het onduidelijk hoe we verder moesten lopen. Maar we kregen hulp, een man en een vrouw zaten op een prachtig plekje te picknicken en ze vertelden ons graag hoe het pad verder ging. Vlak bij hun picknickplekje begon de Hikers Staircase, dat is een natuurlijke rotstrap waarover we een klein stukje omhoog konden klimmen. Guadalupe Mountains copyright © hanz meulenbroeksDaarna ging het pad weer even verder door een rotsachtige wash, en als laatste liepen we tussen twee heel dicht op elkaar staande rotswanden door naar het eindpunt van de trail. Ik verwachtte dat we daar op een uitkijkpunt terecht zouden komen, dat we ver om ons heen zouden kunnen kijken. Maar nee hoor, niets daarvan... we bereikten weliswaar een open plek maar die werd aan alle kanten door rotswanden omsloten. Geen verre blik rondom ons, dus. Maar dat maakte niet uit, ook zonder uitkijkpunt kreeg deze wandeling van ons de kwalificatie 'de meest échte hike die we hebben gedaan'.

Nadat we het goede voorbeeld hadden gevolgd van het picknickende stel - we hadden natuurlijk ook wat te eten meegenomen - liepen we via dezelfde route terug naar de auto. Daarna zijn we nog even naar een ander deel van het park gereden, McKittrick Canyon. Maar de puf om daar nog een korte trail te gaan lopen ontbrak, we hadden genoeg ons best gedaan vandaag. Ik denk trouwens ook dat je dit deel van het park beter in de herfst kan bezoeken, de kleuren schijnen hier dan erg mooi te zijn. Dus lieten we Guadalupe Mountains National Park en de staat Texas weer achter ons, we reden terug naar New Mexico.

Morgen hadden we nog genoeg tijd om deel te nemen aan een van de begeleide tours in Carlsbad Caverns. We kwamen onderweg langs de 'stad' Whites City, en we besloten om tourtickets te gaan bestellen in dat kantoortje dat we gisteren hadden gezien. Het bleek niet echt een kantoortje te zijn, maar de receptie van de twee vervallen motels aan de overkant van de weg. Helaas, ondanks dat het bord boven de ingang toch écht vertelde dat we hier tickets zouden kunnen bestellen, liet de receptioniste ons weten dat dat niet mogelijk was. We deden nog een tweede poging in Carlsbad zelf, waar we een kantoor van de National Park Service hadden gezien. Maar nee, ook daar konden we niet voor tickets terecht. Dat betekende dus dat we morgen goed op tijd naar het park zouden moeten gaan...

Guadalupe Mountains copyright © hanz meulenbroeks Guadalupe Mountains copyright © hanz meulenbroeks
 
Dag 21 : zaterdag 10 mei : Carlsbad - Carlsbad Caverns NP - White Sands NM - Alamogordo

Gereden :  249 mijl   (geen dirtroad)
Kings Palace Tour : 1 mijl
Alkali Flat Trail :  1,5 mijl
Big Dune Nature Trail :  1 mijl

Carlsbad Caverns copyright © hanz meulenbroeksEn zo reden we dus rond half negen 's ochtends opnieuw Carlsbad Caverns National Park binnen, via die smalle, bochtige weg die bij Whites City begint. We hielden ons redelijk netjes aan de maximum snelheid die daar geldt (als ik nog wist hoe snel we daar precies mochten dan had ik dat echt wel in dit reisverslag gezet... maar helaas, zowel mijn aantekeningen als mijn geheugen laten me even in de steek.) Enfin, ik weet nog wel dat we 2, 3 mijl misschien sneller reden dan is toegestaan. Komt er ineens achter ons een personenauto met hoge snelheid op ons toe rijden, en zonder ook maar een beetje in te houden ging die ons midden in een bocht voorbij. Zo'n asociaal rijgedrag zie je niet vaak in de USA, en al helemaal niet in een Nationaal Park! Toen wij de bocht door waren was de wegpiraat al in de daarop volgende bocht uit het zicht verdwenen. Op dat moment kwam er een tegenligger aan, een auto van de National Park Service. Carlsbad Caverns copyright © hanz meulenbroeksHij keerde, reed ons voorbij (we maakten graag even plaats!) en ja hoor, even verder stonden beide auto's aan de kant van de weg. Wij - heel gemeen - lachten de bestuurder stiekem lekker uit, had ie maar niet zo asociaal moeten rijden.

Bij het Visitor Center parkeerden we de auto, ik ging kijken of er nog tickets voor de Kings Palace Tour beschikbaar waren en Hans zette ondertussen onze picknickspullen klaar, want we hadden nog niet gegeten vanochtend. Sommige grottentours waren al volgeboekt, maar gelukkig was er nog wel plek op de tour die wij hadden uitgezocht. Toen ik met de kaartjes weer bij de auto kwam, wees Hans naar de andere zijde van de parkeerplaats. Carlsbad Caverns copyright © hanz meulenbroeksKijk, daar stond onze wegpiraat ook geparkeerd. Maar hij was niet alleen, hij stond nog steeds bij twee parkrangers onder curatele. Hans had het hele proces staan bekijken, 't was echt opvallend hoe strak en formeel dit allemaal werd afgehandeld. De parkrangers, een man en een vrouw, hadden duidelijk de regie in handen. De bestuurder moest achter zijn auto gaan staan, bij de mannelijke ranger. Zijn vrouw en kinderen mochten de auto niet verlaten, de vrouwelijke ranger bleef langs de zijkant van hun auto staan en hield hen in de gaten. Het gesprek tussen beide mannen duurde behoorlijk lang, ik had best graag even willen afluisteren wat er toch al die tijd besproken werd.

Deze keer gingen we niet via de Natural Entrance, maar via de lift naar beneden. We zorgden dat we een kwartier voor aanvang van de begeleide tour op de samenkomstplek waren, er zaten daar al wat mensen te wachten. Het eerst nog kleine groepje mensen groeide al snel uit tot een grote groep, op gegeven moment telde ik toch wel zo'n 50 personen. We spraken af om zoveel mogelijk achter in de groep te blijven hangen, waarschijnlijk zou dat de beste manier zijn om foto's te kunnen maken. En dat we dan de uitleg van de parkranger zouden missen, ach dat vonden we niet zo erg. De parkranger die ons zou gaan rondleiden, heette Barry. Een man met een vlotte babbel, moet ook wel natuurlijk als je zo'n hele groep bezig moet houden. copyright © hanz meulenbroeksWe kregen het “zijn hier ook mensen uit California..., New York..., Washington - ritueel", en we waren heel blij dat hij daarna niet ook nog aan het buitenland begon. Hij legde uit welke regels we in acht moesten nemen, bij de groep blijven, geen rotsformaties aanraken, dat soort dingen. En hij vertelde ook nog dat er altijd wel een paar mensen in de groep zitten die alleen maar foto's willen maken, en die daarom vaak achterblijven... herkende iemand zichzelf misschien??? Hmmmm, zou kunnen! Barry stelde ons voor aan zijn collega Gary (Barry en Gary, hoe verzinnen ze ‘t), die speciaal was aangesteld om al die achterblijvers onverbiddelijk naar voren te sturen.

Na het inleidende praatje kwam de hele stoet in beweging, en niet veel later liepen we zo - in een lange rij - door de onderaardse gangen. Wij vormden de achterhoede, alleen de streng kijkende Gary liep nog achter ons. Op de momenten dat de hele groep stil stond omdat Barry aan zijn uitleg bezig was, zochten wij de mooiste fotoplekjes op. Maar wat was dat moeilijk, niet alleen omdat ook hier het licht wel heel erg summier was, ook de overige omstandigheden werkten niet echt mee. Met zo weinig licht moet je een lange sluitertijd gebruiken, en terwijl het fototoestel zo aan het denken is moet je ook het geluk hebben dat niet een van de andere toeristen een foto maakt met flits. Helaas, dat geluk hadden we meestal niet. Zeker niet toen een van de kinderen in de groep zich verveelde, en van moeder zo lang wel even het fototoestel vast mocht houden. Flits, flits, flits.... heel veel mislukte foto's dus. Niet alleen die van die mensen, maar ook die van ons. White Sands National Monument copyright © hanz meulenbroeksOnze beste mogelijkheid was nog wel het moment dat de stoet weer in beweging kwam, dan werden er veel minder foto's gemaakt. Even schichtig achterom kijken, zou Gary ons nog niet opjagen, en dan maar wachten (wat duren 20 seconden dan lang zeg) tot onze foto gemaakt was. Gary bleek overigens lang niet zo streng te zijn als dat hij er uit zag, hij verklapte ons dat hij zelf ook erg van fotografie hield en hij gunde ons steeds wat extra tijd.

In een van de grotten moesten we allemaal op een stenen muurtje gaan zitten. Of er iemand bang was in het donker, informeerde Barry. Nee, niemand was bang. Dus ging even later het licht uit en bevonden we ons in het volkomen donker. Barry verzocht ons om ook even helemaal stil te zijn... daar zaten we dus in het absolute duister, in volkomen stilte. Echt opvallend hoe goed iedereen meewerkte, je hoorde geen kuchje, geen geschuifel, echt helemaal niets. White Sands National Monument copyright © hanz meulenbroeksPlotseling voelde ik een heel licht gekriebel op mijn rug... ach, ik wist wie er naast me zat dus ik heb werkelijk geen moment gedacht dat er een of ander vreemdsoortig beest over m'n shirt kroop!

Zo, met de Natural Entrance Tour, de Big Room Tour en nu dus ook de Kings Palace Tour hadden we toch wel een hele goede indruk opgedaan van dit park. De tour van vandaag had overigens niet echt iets toegevoegd aan de ervaringen van eergisteren, het was opnieuw heel erg mooi, maar toch vinden we het duidelijk leuker om op eigen houtje rond te lopen dan zo in een grote groep. En onze foto's: helaas zijn er vrij veel mislukt, maar dankzij de medewerking van Gary zijn er toch ook een paar bij die best goed geslaagd zijn. Bedankt, Gary!

Ongeveer 4 uur later en een kleine 200 mijl verder, bereikten we de plaats Alamogordo. Waar we allereerst een motel gingen zoeken, we stopten bij de Economy Inn. Even twijfelde ik, het zag er toch wel wat goedkoop uit zo vanaf de buitenkant. Maar de kamer viel mee, een fatsoenlijk bed, een schone douche én internet... meer hebben we niet nodig. Het enige wat inderdaad goedkoop was, dat was de prijs. Nadat we onze spullen naar binnen hadden gebracht en in een restaurant een hapje hadden gegeten, vertrokken we naar White Sands National Monument. White Sands National Monument copyright © hanz meulenbroeksTerwijl we zo via State Route 70 het stadje uitreden, zagen we een lange rij stoere motorrijders dezelfde richting opgaan, begeleid door de politie. Een klein stukje buiten de stadsgrens draaiden de politieauto's om, de motorrijders reden verder. Zou dat gebruikelijk zijn hier, die begeleiding?

We blijven ons maar verbazen over al die vreemde natuurverschijnselen in Amerika. Nu weer die witte gipsduinen van White Sands National Monument. Via de Dunes Drive reden we tussen alle witte heuvels door, in het begin groeiden er nog veel planten maar hoe verder we kwamen, hoe kaler het werd. Op gegeven moment was zelfs de weg helemaal wit... Achterin het park zijn we een eind gaan lopen, het was ontzettend leuk om te proberen al die witte ribbels een beetje mooi op de foto te krijgen. Daarna wilden we ook het gedeelte dichter bij de ingang beter gaan bekijken, op de Big Dune Nature Trail zouden we veel fotogenieke planten tegenkomen, zo hadden we gelezen. White Sands National Monument copyright © hanz meulenbroeksMaar dat viel wat tegen... er waren genoeg planten, dat was het probleem niet, maar de duinen zelf waren hier veel minder mooi. Dus stapten we weer in de auto, en gingen op zoek naar de ideale combinatie... En we vonden 'm! Zomaar ergens aan de kant van de weg zagen we, hoog op een van de wit geribbelde duinen, zo'n mooie eenzame plant staan. Perfect... precies wat we zochten. En daar raakten we dus pas echt helemaal enthousiast over dit park, al lopend ontdekten we steeds meer prachtige plekjes. Wat hebben we weer veel gefotografeerd, op onze knieën, soms zelfs languit liggend in het zand. Ondertussen zakte de zon weg achter de horizon, het was dan ook precies het goede moment om hier rond te lopen. Onze GPS hadden we niet meegenomen, we waren immers niet van plan om hier ver van de auto weg te gaan. Maar uh... waar was de parkeerplaats nu ook alweer? Gelukkig maar dat onze voetstappen nog duidelijk in het gips te zien waren, anders hadden we echt niet geweten hoe we terug hadden moeten lopen.

Toen we weer in Alamogordo aankwamen, was het inmiddels helemaal donker geworden. De parkeerplaats voor onze motelkamer was bezet; geen probleem, zo dachten we, er waren nog genoeg andere plekken vrij. Maar toen we een tijdje later in bed lagen bleek het dus wél een probleem te zijn, de eigenaar van de auto vond het namelijk nodig om zijn koplampen aan te doen en zijn autoradio keihard aan te zetten, om vervolgens ergens anders naar toe te gaan. Daar lagen we dus, onze kamer volop in het licht, en een hoop gedreun daarbij. Zaten we maar weer in Carlsbad Caverns… lekker donker en stil! In eerste instantie vonden we het niet nodig om de eigenaar van de auto op te gaan sporen, hij zou vast wel gauw terugkomen en wegrijden, dachten we. En in tweede instantie vonden we het niet verstandig om hem te gaan zoeken, want de kans dat je beter maar geen ruzie kunt krijgen met zo iemand leek ons toch iets te groot. Na lange tijd reed de auto eindelijk weg, gelukkig, we konden gaan slapen!

 
Dag 22 : zondag 11 mei : Alamogordo - Catwalk Trail - Silver City

Gereden : 323 mijl (geen dirtroad)
Catwalk Trail :   3,8 mijl

catwalk copyright © hanz meulenbroeksRob en Melanie weten maar al te goed dat ik, na drie weken vakantie, ernstig last heb van katten-aai-ontwenningsverschijnselen. Dus toen we vanmorgen wakker werden en onze email openden, werd ik blij verrast met een paar foto's van onze katten Radja en Toyke. Moederdagcadeautje, zo lieten de kids ons weten. Wat leuk om die bejaarde dametjes zo onverwacht op ons beeldscherm te zien! In Alamogordo bleek deze ochtend niet één supermarkt open te zijn, zou dat nu komen omdat het moederdag was, of zou het hier op zondag altijd gesloten zijn? Het was wel lastig, want waar haalden we nu ons ontbijt vandaan? Het winkeltje bij het tankstation was niet de oplossing, ze hadden er geen brood, geen beleg, geen fruit... We zijn uiteindelijk maar bij de McDonalds binnengelopen voor een Egg McMuffin, ook wel lekker voor een keertje.

Achteraf gezien was het juist heel makkelijk dat we bij McDonalds hadden ontbeten, want langs onze route van vandaag zou picknicken niet echt aantrekkelijk zijn geweest. Eerst reden we via State Route 70 naar het zuiden, daarna dwars door de grote stad Las Cruces heen, en vervolgens was Interstate 10 aan de beurt. Kort voordat we de plaats Deming bereikten kwamen we in een file terecht; alle auto's moesten via een afrit de weg verlaten en kwamen zo terecht bij een controlepost. Borderpatrol! Ik verwachtte dat het allemaal niet veel voor zou stellen, ongetwijfeld zou iemand een vluchtige blik in onze auto werpen, constateren dat wij er niet uitzien als illegale Mexicanen, en gebaren dat we door mochten rijden. catwalk copyright © hanz meulenbroeksEn precies zo gebeurde het ook, het hele oponthoud had ons uiteindelijk niet meer dan een minuut of vijf gekost. Bij Deming verlieten we de interstate, we reden nu over State Route 180 naar het noorden toe. Langs de weg stonden borden waarop gewaarschuwd werd voor zandstormen: "Visibility Zero", zo stond er met grote letters. Het waaide, zoals bijna elke dag tijdens deze vakantie, weer vrij hard, en inderdaad zagen we her en der kleine zandstormen ontstaan. Maar het zicht was nog prima, gelukkig. En zo zagen we dus al van een afstand dat de weg voor ons versperd werd door een stuk of zes soldaten: alweer borderpatrol! Een van de soldaten wenste ons op een zakelijke toon goedemorgen, en vroeg vervolgens "What's your status?". "We're tourists from the Netherlands", antwoordden we. Ik zag een vage, niet begrijpende blik in zijn ogen verschijnen... Vervolgens wilde hij weten waar we naar toe gingen (Silver City, luidde ons antwoord), en of we een ID bij ons hadden. Uiteraard, maar die zaten wel opgeborgen in een tas die achter in de auto lag.Hans mocht uitstappen om de paspoorten te pakken, de soldaat bleef samen met een collega aan de voorkant van onze auto staan. catwalk copyright © hanz meulenbroeksIk zag - een beetje liplezen doet wonderen - dat soldaat nummer 1 tegen soldaat nummer 2 zei dat wij uit “The Netherlands” kwamen, met opnieuw die blik van “ik heb geen flauw idee waar dat land ligt”. De reactie van die tweede soldaat was een exacte kopie van nummer 1, ook hij had duidelijk nog nooit van "The Netherlands" gehoord. Ondertussen had Hans onze paspoorten afgegeven aan soldaat nummer 3, die ze vervolgens weer doorgaf aan soldaat nummer 4. Toen die constateerde dat wij blijkbaar toch écht zo onschuldig zijn als dat we er uit zien, kregen we ze terug en mochten we verder rijden. Zouden ze 's avonds nog hebben opgezocht waar ons landje op de wereldkaart te vinden is?

In Silver City zochten we een motel; de Super 8 zag er niet zo super uit, dus we weken uit naar de direct daarnaast gelegen Comfort Inn. Daarna even een broodje eten bij de Subway, boodschappen doen (de winkels waren hier gelukkig wel open), en vervolgens de auto in voor opnieuw een lange rit. Ons doel was een natuurgebied in de buurt van het plaatsje Glenwood, een dikke 60 mijl verder aan State Route 180. Eigenlijk had ik er niet zoveel inspiratie voor, we hadden de hele ochtend al gereden, nog niets leuks gedaan, en nu alweer ruim een uur de auto in... catwalk copyright © hanz meulenbroeksMaar ja, dat was mijn eigen schuld, ik had het immers zelf zo gepland! En omdat ik geen alternatief dichterbij voorhanden had, zijn we toch maar naar Glenwood gereden. Het laatste stukje van de route, van Glenwood naar de Whitewater Picnic Area, was verrassend mooi, we reden daar via een smalle, bochtige weg tussen erg mooie bomen door. Op een paar plaatsen zaten flinke 'dips' in de weg, de washes die we aan de zijkanten van de weg zagen gaven wel aan dat hier soms flink wat water doorheen stroomt. Hier moet je echt niet rijden na een flinke regenbui!

Het eerste stuk van de Catwalk Trail bestaat uit een makkelijk begaanbaar pad dat direct naast Whitewater Creek ligt, midden tussen prachtige loofbomen met hele lichte stammen en veel groene bladeren. Al snel bereikten we het meest bekende deel van de trail, we liepen daar over een metalen voetpad dat bevestigd is aan twee dicht op elkaar staande rotswanden, terwijl we over dat pad liepen zagen we Whitewater Creek onder onze voeten tussen de rotswanden door stromen. Dit is dan wel het meest bekende stukje van deze wandeling, maar wat ons betreft niet het mooiste. Want voorbij het metalen voetpad ging de trail gewoon verder, via zandpaden, in de rotsbodem uitgehakte traptreden, bruggetjes. Heel afwisselend, en erg mooi.catwalk copyright © hanz meulenbroeksDe trail eindigt net voorbij een wiebelende hangbrug, onder een overhangende rots. Nu had ik gelezen dat je vanaf hier toch nog verder zou kunnen lopen, al zagen we niet direct waar dat mogelijk was. Hans zag aan de overkant van Whitewater Creek een wat hoger gelegen pad, via het wiebelbrugje staken we het kreekje weer over en we klommen op een vrij onhandige plek naar dat pad toe. En zo hebben we nog een flink stuk aan de eigenlijke Catwalk Trail toegevoegd, het was vooral - zeker als je 't vergelijkt met de meeste andere wandelingen die we hebben gemaakt - een hele groene trail. Lekker, want het was een behoorlijk warme dag en dan is het toch wel prettig als je regelmatig door de schaduw kunt lopen. Zoals altijd vonden het weer lastig om te bepalen op welk moment we om moesten draaien...

Hoewel dit zeker niet de zwaarste trail was die we tijdens deze vakantie hebben gelopen, was ik toch behoorlijk moe toen we weer bij de auto terugkwamen. 't Was ook een beetje benauwd, dat zijn we niet zo gewend hier. Direct nadat we de parkeerplaats verlieten, zat er zo'n dip in de weg waar we doorheen moesten rijden. Er stond wat water in, en dat spatte flink omhoog toen wij er doorheen gingen. "Hé da's handig", zei Hans enthousiast, "zo is de auto meteen gewassen!" En wat denk je, hij keerde de auto en reed er nóg eens doorheen... mannen... 't zijn soms net kleine kinderen! De voorruit van onze auto schrok heftig van die plens water: de barst, die sinds Ah-Shi-Sle-Pah niet echt veel groter meer was geworden, schoot in één klap een heel stuk door. Oeps...

Die avond in Silver City was er bij ons allebei de puf even uit. Hans deed nog een poging om onze Catwalk Trail foto's uit te zoeken, maar hij kon niet direct iets vinden en hij liet het er verder maar bij zitten. Dus voor het eerst tijdens deze vakantie plaatsten we geen foto's op onze site. Ach, niet erg voor een keer, toch.

 
Dag 23 : maandag 12 mei : Silver City - Gila Cliff Dwellings National Monument - City of Rocks State Park - Lordsburg

Gereden : 223 mijl (geen dirtroad)
Gila Cliff Dwellings Trail : 1 mijl

Gila Cliff Dwellings National Monument copyright © hanz meulenbroeksEen goede nachtrust doet wonderen. Het kleine dipje van gisteren was weer helemaal weggeslapen, en we hadden er weer volop zin in. Het begon meteen al goed, met een prachtige rit over State Route 15. Gemiddeld lag onze snelheid hier niet veel hoger dan zo'n 25 mijl per uur, niet gek als je weet dat het een hele smalle weg is, met flink wat hoogteverschillen en vooral héél veel bochten. De 45 mijlen tot aan de ingang van Gila Cliff Dwellings National Monument kostten ons dan ook maar liefst 1 uur en 3 kwartier.

Bij de ingang werden we begroet door een al wat oudere man, die hier als vrijwilliger werkzaam was. Met zichtbaar enthousiasme vertelde hij enkele wetenswaardigheden over het park, en over de 1 mijl lange trail die we hier konden lopen. Gila Cliff Dwellings National Monument copyright © hanz meulenbroeksLeuk om iemand zo vol passie te horen praten, je krijgt daardoor haast vanzelf nog meer zin om alles te gaan bekijken. Even een paar feiten op een rijtje: De cliff dwellings die je in het park kan bezichtigen, zijn omstreeks het jaar 1280 gebouwd door Pueblo Indians die behoorden tot de Mogollon Culture. Dit volk leefde van landbouw, de jacht en van handel met andere stammen, en de stamleden waren zeer bedreven in het vervaardigen van houten gereedschappen, kleden, potten en manden. De trail in het park gaat naar een rotswand met diverse natuurlijke grotten; in die grotten bevinden zich 40 kamers waarin ongeveer 10 gezinnen hebben gewoond. Niet erg lang trouwens, kort na het jaar 1300 zijn de woningen alweer verlaten.

Gila Cliff Dwellings National Monument copyright © hanz meulenbroeksHet bezoek aan dit kleine park beviel ons prima. Het was mooier dan Bandelier National Monument, en intiemer dan Mesa Verde National Park dat we zeven jaar geleden hadden bezocht. Bij de grotten waarin de cliff dwellings zijn gebouwd liep een vrijwilligster rond, die ons vertelde dat 90% van de kamers nog in originele staat verkeert. We mochten de grotten ook ingaan, we hebben volop de tijd genomen om de indianenwoningen goed te bekijken. Het was een heerlijk ontspannen ochtend, geen echt hoogtepunt in onze vakantie maar wel iets waarop we met veel plezier terugkijken.

Op aanraden van de vrijwilligers stopten we, kort nadat we het park weer waren uitgereden, bij de "Trail to the Past". Een mini-trailtje waarbij we langs een stel pictographs zouden lopen. Het was een mooie plek om even wat te wandelen, een bosgebied met veel rotsblokken, maar waar hadden ze die pictographs nu toch verstopt? City of Rocks copyright © hanz meulenbroeksWij liepen om een groot rotsblok heen; hoog op de rotswand zagen we een heel vaag een paar afbeeldingen staan, maar we hadden toch niet het gevoel dat dit nu de pictographs waren waarnaar we op zoek waren. We vonden wel een kleine cave dwelling, ook leuk! Onverrichter zake gingen we terug naar de auto en reden we van de kleine parkeerplaats weg. Op dat moment zagen we dus dat we precies de verkeerde kant op waren gelopen... de pictographs waren gewoon vanaf de weg zichtbaar. We hadden geen zin om weer uit te stappen en ze van dichterbij te gaan bekijken, we vonden het wel best zo.

We konden kiezen, of via dezelfde weg waarover we waren gekomen, State Route 15 dus, naar City of Rocks State Park rijden, of via State Route 35 door Mimbres Valley. We besloten voor de tweede mogelijkheid, en dat bleek een prima keuze te zijn. City of Rocks copyright © hanz meulenbroeksDe weg was minder smal en minder bochtig, maar er was wel van alles te zien onderweg. Geen spectaculaire dingen, niets dat speciaal in onze herinnering is blijven hangen, maar in z'n geheel toch een van de mooiste ritten die we hebben gemaakt. Vervallen houten huisjes en stinkend dure woningen. Zo nu en dan wat mooie bomen, hier en daar enkele paarden langs de weg. Dure auto's en auto's die al jarenlang stonden weg te roesten. Gewoon een stukje alledaags backcountry Amerika... heerlijk.

Een kleine 35 miljoen jaar geleden is er ergens, vraag me niet waar, een vulkaan uitgebarsten. Uit de vulkanische as die daarbij is vrijgekomen zijn de rotsen ontstaan die we tegenwoordig "City of Rocks State Park" noemen. Een klein maar erg leuk doolhof van kriskras door elkaar heen gegooide rotsblokken, de grootste zijn ongeveer 15 meter hoog. Het was al een behoorlijk eind in de middag toen we in City of Rocks aankwamen, en we hadden nog niet eens geluncht. Maar gelukkig, we zagen vrijwel meteen een mooie picknicktafel, dus voordat we het park verder gingen bekijken hebben we eerst maar even onze honger gestild. In de brandende zon! Na het eten gingen we op pad, je kan overal tussen de rotsen doorlopen en dat hebben we dus ook volop gedaan. We zagen een indrukwekkende 'balanced rock', en ook de rots die wij 'Kissing Rock' hebben gedoopt was leuk om te zien. De allermooiste was wel 'Alien Rock', kijk zelf maar op de foto's welke rots we bedoelen. Wat was ik blij dat er tussen al die rotsen makkelijk schaduwplekken te vinden waren, ik had ze nodig! City of Rocks copyright © hanz meulenbroeksWe ontdekten ook dat we voor het eten beter eerst even rondom het park hadden kunnen rijden, er waren diverse prachtige picknickplekken mét schaduw. Om ons bezoek aan het park te besluiten wilden we nog even het Visitor Center binnenlopen, volgens het bordje bij de ingang zou het nog open moeten zijn. Maar helaas, er hing een briefje op de deur dat ze tijdelijk gesloten waren in verband met het opmaken van de kas. We hebben even afgewacht, maar blijkbaar hadden ze nogal wat geld te tellen... er kwam niemand meer tevoorschijn.

Vanuit City of Rocks ging het verder in zuidelijke richting, via dezelfde weg waar we gisteren door de borderpatrol waren gecontroleerd. Deze keer konden we doorrijden, de controlepost stond er niet meer. Wel zagen we weer flink wat zandstormen op de uitgestrekte vlaktes langs de weg, het was nu zelfs nog wat erger dan gisteren. Ook toen we Interstate 10 bereikten kwamen er nog regelmatig flinke wolken zand voorbij gewaaid. Als overnachtingsplaats hadden we Lordsburg uitgekozen, wat een lelijk, onooglijk plaatsje is dat zeg. Echt het meest naargeestige plekje dat we deze vakantie hebben gezien, vervallen en armoedig. Het gebied langs de spoorlijn wordt "Historic District" genoemd, en bij zo'n naam krijg je toch het idee van mooie, gerestaureerde oude gebouwen. Nou, écht niet, het was niet meer dan een achterbuurt; de motels daar zijn we maar heel snel voorbij gereden. Gelukkig was er ook een Best Western in Lordsburg aanwezig, gloednieuw, en in zo'n beetje de enige fatsoenlijke straat die we in het plaatsje hebben gevonden.

 
Dag 24 : dinsdag 13 mei : Lordsburg - Chiricahua National Monument - Saguaro National Park - Tucson

Gereden : 287 mijl (36 mijl dirtroad)
Echo Canyon Trail : 3,3 mijl

En daar stonden we dus om kwart voor 8 's ochtends bij de supermarkt in Lordsburg. Gesloten! Volgens het bordje op de deur konden we hier pas om 9 uur terecht, en we hadden toch echt geen zin om zo lang te wachten.  Chiricahua National Monument copyright © hanz meulenbroeksDus werd het opnieuw noodgedwongen een ontbijtje bij de McDonalds. Jammer, want deze keer zouden we onderweg wel volop mooie plekjes hebben kunnen vinden voor een picknick. Dankzij het AllesAmerika forum hadden we namelijk de Pinery Canyon Road ontdekt, een alternatieve route naar Chiricahua National Monument.

Chiricahua National Monument copyright © hanz meulenbroeksVia State Route 80 reden we een groot dal in; aan de rechterzijde van dat dal zagen we een schitterend gebergte opdoemen: de Chiricahua Mountains. Toen we even later de voet van dat gebergte bereikten, konden we kiezen uit twee verschillende routes. Linksaf ging de verharde weg verder door een prachtig rotslandschap. En rechtdoor begon een onverharde weg, die - volgens de wegwijzer - naar het dorpje Paradise voerde. Omdat dat plaatsje was genoemd in de informatie die ik over de alternatieve route had gelezen, én omdat we wel weer toe waren een portie dirtroad, kozen we voor de tweede mogelijkheid.

En dit was dus de eerste keer dat we er eigenlijk een beetje spijt hadden dat we voor een onverharde weg hadden gekozen. We hadden verwacht hier op gegeven moment ook wel tussen de mooie rotsen door te rijden, maar dat was dus niet zo. Na ruim 5 mijl bereikten we Paradise; of we het hele plaatsje hebben gezien of alleen maar een uithoek ervan weet ik niet, maar veel meer dan een paar verdwaalde huizen in de bossen kwamen we niet tegen. Chiricahua National Monument copyright © hanz meulenbroeksDe weg werd alsmaar slechter, en we twijfelden of we nog wel goed zaten. Volgens onze GPS was de richting in elk geval goed, maar of deze weg wel helemaal tot aan de Pinery Canyon Road door zou lopen konden we niet zien. Uiteindelijk besloten we om toch maar om te draaien, en terug te rijden naar de splitsing.

En dus reden we even later door de prachtige Cave Creek Canyon, deze route was echt veel mooier dan die mislukte tocht via Paradise. De weg was weliswaar verhard, maar wel erg smal. De rotsomgeving waar we doorheen reden werd wel een beetje aan het oog onttrokken door het vele groen, maar tussen de bomen door zagen we toch al wel een heel leuk voorproefje van de rotspilaren waar Chiricahua National Monument bekend door is geworden. De goede verharde weg ging over in een slechte verharde weg, vol met gaten in het wegdek. En de slechte verharde weg werd op gegeven moment een onverharde weg… Het grootste deel van die onverharde weg was prima berijdbaar, maar er zaten ook een paar lastige stukken in, waar we niet sneller konden rijden dan 10 mijl per uur. Chiricahua National Monument copyright © hanz meulenbroeksDe weg ligt behoorlijk hoog, en op open plekken hadden we dan ook een gigantisch weids overzicht over het dal aan de andere zijde van het gebergte. Toen we het einde van de Pinery Canyon Road bereikten, stonden we tot onze verrassing meteen bij de ingang van Chiricahua National Monument. We hebben er meteen maar even twee korte stops gemaakt, de eerste bij de grafstenen van de pioniersfamilie Erickson, en de tweede bij de Faraway Ranch, waar dit gezin aan het einde van de 19e eeuw woonde. Daar waren we vrij snel uitgekeken, ik vond die ranch niet echt bijzonder om te zien. De rit naar het park had nogal wat tijd gekost, en het begon zo langzaam aan tijd te worden voor de lunch. Maar eh... het verslag van deze dag begon met de opmerking dat we bij de supermarkt in Lordsburg aan een gesloten deur stonden... we hadden dus geen inkopen gedaan vandaag en onze etensvoorraad zag er zo maar treurig uit. Een restje oud brood, een of twee schijfjes ham, een banaan en een mueslireep. Dat was het wel zo'n beetje. O ja, in de pot pindakaas zat nog net genoeg om een paar sneetjes brood mee te kunnen smeren. Op de picknickplaats bij het Visitor Center hebben we de karige restjes samen verdeeld; terwijl we daar zaten te eten kregen we bezoek van een heel stel vogels die zowaar nog probeerden dat kleine beetje brood van ons te pikken. Echt brutaal waren ze zeg, toen Hans even was opgestaan om een paar foto's te maken zat er meteen eentje op zijn bord. Stiekem had ik het best wel leuk gevonden als het beestje er met Hans z'n brood vandoor zou zijn gegaan... maar ja, je mag de dieren nu eenmaal niet voeren. En ook naar Hans toe kon het niet maken, het was immers zijn allerlaatste stukje brood... Ik heb de vogel dus toch maar weggejaagd...

Er loopt maar een weg door het park, de Bonita Canyon Drive. Via die weg reden we naar het begin van de Echo Canyon Trail, we klommen daarbij over een afstand van 5 mijl zo'n 420 meter omhoog. Nu heb ik het in dit reisverslag al regelmatig gehad over harde wind. Maar wat we hier op die hoog gelegen parkeerplaats te verwerken kregen kan ik niet meer omschrijven met de woorden "harde wind", hier was sprake van een heuse storm! We hebben serieus getwijfeld of we wel aan onze wandeling moesten gaan beginnen, het was geen doen om tegen die wind in te lopen. Maar, zo overwogen we, we zouden tijdens een groot deel van de trail naar beneden lopen, de kans was groot dat we daar veel beter tegen de wind beschut zouden zijn dan hierboven op de parkeerplaats. We besloten dus om het er toch maar op te wagen, als het tegen zou vallen konden we altijd nog omkeren.

Saguaro National Park copyright © hanz meulenbroeks Wat ben ik ongelooflijk blij dat we toch zijn gegaan, want de Echo Canyon Trail had ik dus écht niet willen missen! In het begin hadden we nog flink wat last van de wind, maar hoe lager we kwamen, hoe minder erg dat dat werd. Rondom ons zagen we veel, héél veel rotspilaren, die bestaan uit vulkanisch as en die door erosie hun huidige prachtige vormen hebben gekregen. "A Wonderland of Rocks", zo wordt het op de site van Chiricahua National Monument genoemd, en die omschrijving neem ik hier graag over. Omdat we voortdurend omlaag liepen was de wandeling niet zwaar. Al heb je in je achterhoofd natuurlijk wél de gedachte dat je datzelfde eind toch ook echt weer omhoog zal moeten. Echo Canyon eindigt op een punt dat ongeveer 140 meter lager ligt dan de parkeerplaats, de trail werd daarna heel anders. Minder rotsen, meer bomen. Saguaro National Park copyright © hanz meulenbroeksEn een tijdlang bijna geen hoogteverschillen. Het laatste stuk van de wandeling gaat via de Ed Riggs Trail, daar ging het pad flink omhoog, terug richting de parkeerplaats en de storm. Het viel me trouwens best wel mee, blijkbaar hadden we tijdens de afgelopen weken genoeg beenspieren gekweekt om deze klim vrij eenvoudig te kunnen overwinnen.

We reden nog even naar het vlakbij gelegen Massai Point. Dat is een plek waar je van bovenaf een geweldig zicht hebt over de hoodoos hier in het park. Maar ik kon er helaas niet meer van genieten, het was zo vermoeiend om tegen de wind in te lopen dat ik al helemaal bekaf was van het kleine stukje van de parkeerplaats naar het uitkijkpunt. Hoe mooi het park ook was, we wilden weg hier! Al hoop ik heel erg dat we ooit nog eens terug kunnen gaan, zodat we nog veel meer van die prachtige trails kunnen gaan lopen.

Terwijl we via State Route 186 richting het plaatsje Willcox reden, zagen we een heel vreemd verschijnsel! Regenwolken, hele donkere regenwolken! Rechts van ons viel het er met bakken uit, en ook recht voor ons leek het te regenen. Wij zouden zo meteen, als we Interstate 10 bereikten, in westelijke richting verdergaan. Dus misschien hadden we geluk, want daar zag de lucht er nog redelijk helder uit. Saguaro National Park copyright © hanz meulenbroeksWe snapten even niet goed wat nu die donkere band was, net boven de grond maar nog ruim onder de wolken, die we rechts van ons zagen hangen. Op gegeven moment beseften we dat er, blijkbaar net voor de regenwolken uit, flinke zandstormen rond raasden. En toen we eenmaal op Interstate 10 zaten, kregen we daarvan ook nog een flinke portie mee. Van de regen ook, trouwens. De wolken hadden ons nu aan alle kanten omsloten, en het water gutste er uit. Na drie-en-een-halve week vakantie kregen we nu dan toch nog onze eerste bui te pakken, en wat voor een!

Tegen de tijd dat we Tucson bereikten, was het weer droog. Kijk, dat hadden we heel mooi voor elkaar. Maar één regenbui tijdens de hele vakantie, en dat net tijdens een niet noemenswaardige rit over de highway. We besloten om een motel te zoeken in de buurt van het oostelijke deel va Saguaro National Park, de plek die we voor morgenochtend op het programma hadden staan. Saguaro National Park copyright © hanz meulenbroeksMaar op een of andere manier zat het even niet mee, tijdens die zoektocht naar een motel. Het eerste motel zag er goed uit, maar bleek geen plaats te hebben. De daaropvolgende motels lagen in een buurt waar we echt niet wilden overnachten. En zo reden we steeds verder van Saguaro Oost vandaan, terwijl Saguaro West steeds dichterbij kwam. Het was ondertussen schitterend weer geworden, en het zag er naar uit dat we een prachtige zonsondergang zouden gaan krijgen. Heel impulsief besloten we om al deze avond naar Saguaro West te rijden, en niet morgenavond, zoals we eigenlijk van plan waren.

Qua beschikbare tijd was het misschien niet de beste keuze, we hebben er echt een bliksembezoek van moeten maken. We zijn meteen aan de Scenic Bajado Loop Drive begonnen, waar we nog net genoeg tijd hadden voor een paar korte stops. Fotostops, uiteraard, want die Saguaro cactussen bleken echt geweldige fotomodellen te zijn. We waren hier precies op de goede tijd, in alle opzichten. Ten eerste zaten we in de goede tijd van het jaar, zodat we de mooie witte bloemen op de toppen van de vertakkingen konden zien bloeien. Ten tweede zaten we hier op het goede tijdstip van de dag, de cactussen werden precies goed belicht. En ten derde hadden we ook nog eens een mooie zonsondergang te pakken, de lucht kleurde prachtig oranjerood. Waardoor we tegen het einde van ons korte bezoek de kans kregen om een paar van die mooie silhouetfoto's te maken. Het is natuurlijk extra mooi als je zo'n foto vanuit een heel laag standpunt neemt, dus Hans zat op gegeven moment zelfs op z'n knieën zijn plaatjes te schieten.

Toen het echt te donker werd om nog te kunnen fotograferen, hebben we het park weer verlaten. We wisten nog steeds niet waar we zouden overnachten, we hadden immers tijdens de rit hier naartoe geen geschikt motel gevonden. Gelukkig lukte het nu wel vrij snel om iets te vinden, en een half uurtje nadat we uit Saguaro waren weggereden zaten we, zeer moe maar ook zeer voldaan, op onze kamer in de Travelodge. Waar we nog wel een hele tijd bezig waren om honderden kleine naaldjes uit Hans z’n benen te verwijderen…. we weten nu dus dat je in een cactuspark níet op de grond moet gaan zitten als je foto's wilt maken...

Saguaro National Park copyright © henriette meulenbroeks
 
Dag 25 : woensdag 14 mei : Tucson - Saguaro National Park - Sonoran Desert Museum - Globe

Gereden : 170 mijl (14 mijl dirtroad)

Saguaro National Park copyright © hanz meulenbroeksVolgens mijn draaiboek zouden we deze ochtend naar het oostelijke deel van Saguaro National Park gaan. Maar om nu weer dat hele eind weer terug te moeten rijden, dwars door Tucson heen, daar hadden we allebei totaal geen zin in. Dus kozen we ervoor om nog even terug te gaan naar Saguaro West, zodat we daar ons bezoek van gisteren nog eens over konden doen. Maar dan wel wat rustiger, natuurlijk. Ook in het felle daglicht bleken de saguaro's er heel mooi uit te zien, en we zijn tijdens onze rit door het park dan ook heel vaak uitgestapt om de meest indrukwekkende exemplaren van dichtbij te kunnen bekijken. Eigenlijk had ik ook nog wel even een wandeling tussen de cactussen willen maken, maar ook dat plan lieten we voor wat het was. Het was veel te warm, en bovendien hadden we zo tegen het einde van de vakantie ook wel een beetje last van hike-moeheid.

Saguaro National Park copyright © hanz meulenbroeksIk heb nogal wat reisverslagen gelezen waarin een bezoek aan het Sonoran Desert Museum wordt beschreven, en de beschrijvingen daarover zijn zonder uitzondering heel positief te noemen. Tja, mogen wij dan nu de eersten zijn die er niet zo enthousiast over zijn... Dat ligt trouwens niet aan het museum zelf, dat ziet er echt prachtig uit. Het ligt aan ons, want dit is echt een plek waar wij helemaal niets mee hebben. Ons vervelende gevoel begon al vrij snel, toen we twee wolven in een kooi zagen lopen. Die ene wolf liep een rondje in zijn mooi aangelegde maar toch wel heel beperkte ruimte... en weer datzelfde rondje... en nog eens datzelfde rondje... en nog eens, en nog eens... Ik kreeg er een knoop van in m'n maag, wat afschuwelijk was dat om zo'n prachtig beest hier opgesloten te zien. De berenkuil was leeg, er waren op dit moment geen beren in het park, zo stond er op een bordje te lezen. Ik was opgelucht, beren zien in Yellowstone is machtig, maar beren in een door mensen aangelegde kuil zien is niet mijn ding. Vervolgens waren de katachtigen aan de beurt. Toen er ergens een knopje op een muur bleek te zitten, waarmee je gedurende een paar seconden een lichtje kon laten branden in een nis waar je via een glazen wand in kon kijken, toen ben ik echt afgeknapt. Afschuwelijk, laat die dieren toch met rust als ze in zo'n beschutte plek willen gaan liggen! Ook Hans had het helemaal gehad, we hadden nog geen 10% van het museum gezien maar meer hóefden we ook niet te zien...

Saguaro National Park copyright © hanz meulenbroeksGeen Saguaro Oost, geen hikes, weggevlucht uit het museum... zo hadden we ineens wel heel veel tijd over vandaag. Een mooi moment dus om even op souvenirjacht te gaan. Want we konden het natuurlijk niet maken dat we wel cadeautjes in de koffer hadden voor Rob en Marcel (met dank aan de Best Buy in Santa Fe), maar niet voor Melanie en voor Elina, onze kersverse aanstaande schoondochter. Toen we klaar waren met winkelen was ik wel twee broeken en een shirt rijker, maar die souveniertjes, dat was helaas nog steeds niet gelukt.

In de namiddag hebben we nog een prachtige rit gemaakt, via State Route 77. Tussen de plaatsjes Catalina en Winkelman stonden heel veel grote saguaro's met enorme 'armen' naast de weg, ze hadden hier ook nog wel een nationaal park van kunnen maken. Ook voorbij Winkelman was het landschap erg mooi, we reden daar langs een scheef getilde bergketen. En even voordat we ons einddoel bereikten, het plaatsje Globe, keken we vanaf de hoog gelegen weg een enorm dal in. Het was al met al dus een heel leuke en afwisselende route. De Super 8 in Globe bleek niet alleen erg mooi, maar ook erg duur te zijn. Gelukkig vonden we even verder ook een betaalbaar motel. Ik ben de naam ervan alweer vergeten, maar we hebben er voor heel wat minder geld lekker kunnen slapen.

 
Dag 26 : donderdag 15 mei : Globe - Apache Trail - Phoenix

Gereden :  115 mijl   (27 mijl dirtroad)

copyright © hanz meulenbroeksDe Apache Trail heeft z'n naam te danken aan het feit dat de Apache Indianen deze route vroeger gebruikten om de Superstition Mountains te doorkruisen. Vandaag was het onze beurt om deze trail te gaan rijden: veertig mijlen door een ruig berglandschap, via een smalle, bochtige en soms steile weg, het leek ons een prima afsluiting van onze vakantie. Het begon meteen al geweldig, want nog geen honderd meter nadat we de Apache Trail waren opgedraaid liepen er zomaar ineens twee jonge vosjes voor ons de weg op! Natuurlijk zijn we meteen gestopt, de beestjes bleven mooi bovenop een kei langs de kant van de weg zitten. Net lang genoeg om ze goed te kunnen zien, net te kort om ze te kunnen fotograferen. Eerst schoot het ene vosje tussen de keien door weg, zijn broertje (of zusje?) volgde een paar seconden later. We hebben nog een tijdje staan zoeken of ze misschien nog ergens tevoorschijn zouden komen, maar helaas... Maar van dat ene korte moment had ik al volop genoten, dit is toch echt veel mooier dan het bekijken van die opgesloten dieren in het Sonoran Desert Museum.

copyright © hanz meulenbroeksIn het begin reden we door een heuvelachtig landschap, met rechts beneden ons het smalle langgerekte Apache Lake waar enkele eenzame saguarocactussen langs de oever stonden. Omdat we nog niet hadden gegeten, gingen we op zoek naar een mooie picknickplaats, het liefst langs het water natuurlijk. Ergens beneden ons zagen we een paar auto's en tentjes staan, dat leek ons een prima plek voor de picknick. We konden er via een korte zijweg naar toe rijden. Maar op het moment dat we bijna bij de oever aankwamen, zagen we op een bordje staan dat dit een permit-area was. Verboden gebied voor ons, dus! We zijn maar weer omgedraaid, en nog een stukje langs Apache Lake verder gereden. We kwamen geen echte picknickplekken meer tegen, maar wel een flinke pullout waar onze auto én onze stoelen makkelijk op pasten. Dus hebben we daar, zomaar langs de Apache Trail, onze laatste picknick van deze vakantie gehad.

copyright © hanz meulenbroeksHet weer werkte niet echt mee. Een grauwe, grijze lucht maakte dat het er allemaal maar een beetje somber uit zag. We hoopten nog dat het om wat ochtendbewolking zou gaan, en dat de zon zo meteen wel door zou gaan breken. Maar terwijl we daar op onze picknickplaats zaten merkten we wel dat we daar niet al te veel op moesten hopen, vooral in oostelijke richting werd het alsmaar donkerder. Dus reden we na onze picknick gauw weer verder, misschien konden we het slechte weer voorblijven. Na een tijdje bogen we van Apache Lake vandaan, we zagen de weg als een lang lint voor ons tussen de heuvels doorslingeren. We staken een paar bruggetjes over, konden nog één keer een blik werpen op Apache Lake, en daarna reden we het prachtige rotslandschap rondom Fish Creek in. De weg werd hier aan beide zijden omsloten door hoge, ruige rotswanden. In gedachten zagen we de Apaches hier al op hun paarden langs onze auto af galopperen... Voorbij het bruggetje van Fish Creek maakte de weg een flinke draai, de weg ging daar steil omhoog. We bevonden ons nu op het hoogste deel van de Apache Trail, dat leverde nog een paar mooie uitzichten op, over het gebied waar we net hadden gereden, en over de mooie rotsomgeving rondom ons.

copyright © hanz meulenbroeksZeven mijl voorbij Fish Creek bereikten we het historische plaatsje Tortilla Flat. Heel klein, en heel toeristisch. Ach, de oude gebouwen waren best leuk om te zien, zeker het restaurantje annex souvenirwinkeltje waarvan de muren helemaal waren volgeplakt met oude dollarbiljetten. En dan bedoel ik ook écht helemaal, er was geen enkel leeg plekje meer te bespeuren. We hebben er binnen wat rondgeneusd, even kijken of we toevallig iets zouden vinden dat we leuk vonden. Op gegeven moment kwamen er weer wat mensen binnen, hoorden we ineens - heel nadrukkelijk en in onvervalst Nederlands: "Sodemieters, daar hebben ze veel werk aan gehad!" Toch wel grappig hoor, zo'n onverwachte opmerking in onze eigen taal.

In het reisverslag van Rob en Annie had ik gelezen, dat zij in de buurt van Van Horn in Texas door een State Trooper waren aangehouden omdat er geen kentekenplaat op hun camper zat. Dat was voor hen geen probleem, want ze hadden een geldig tijdelijk kenteken op hun achterruit zitten, en ze mochten dus gewoon doorrijden. Wij hadden ook zo'n tijdelijk kenteken, alleen was die van ons maar geldig tot en met 14 mei, gisteren dus. We reden sinds deze ochtend dan ook illegaal rond in onze mooie X-Terra. Laat nou net nu, op het moment dat we weer de bewoonde wereld binnenreden, een politieauto vanaf een parkeerplaats de weg opdraaien en heel kort achter ons aanrijden. Slik… netjes rijden Hans… vooral geen aandacht trekken. Gelukkig duurde de ‘achtervolging’ niet lang, de politieauto ging een zijweg in en ik kon weer opgelucht ademhalen.

copyright © hanz meulenbroeksOp internet hadden we uitgezocht waar we in Phoenix een Barnes and Nobles boekenwinkel konden vinden, we wisten dat Melanie graag een boek van haar favoriete Australische schrijver wilde hebben dat niet in het Nederlands is vertaald. En volgens de site van Barnes and Nobles zat dat boek in hun collectie, het leek ons dus wel de moeite waard om die winkel even op te zoeken. We kwamen zo terecht in een gigantisch groot winkelcentrum, waar we de laatste middag van onze vakantie hebben doorgebracht. Helaas was het boek dat we zochten niet op voorraad, maar het is natuurlijk wel weer handig dat Melanie en ik vrijwel dezelfde smaak hebben als het op leesvoer aankomt, dus ik heb nog wel een leuk alternatief gevonden. De jongeman bij wie ik het boek betaalde reageerde oprecht enthousiast, hij had het zelf ook gelezen en hij vond het helemaal geweldig dat ik juist dit boek voor mijn dochter had gekocht. Nadat we ook voor Elina een boek hadden uitgezocht, en voor Hans een stel schoenen, zijn we naar hetzelfde motel gereden waar we ook op 20 april hadden overnacht, de La Quinta Inn. Voor de laatste keer sjouwden we onze spullen de motelkamer binnen, de hele auto moest leeg en dat was nog een heel karwei. Vooral omdat we ook nog op de tweede verdieping lagen, niet erg handig dus. We waren nog maar net klaar toen de bui, die ons de hele dag al had achtervolgd, dan toch eindelijk uitbarstte. Kort maar heftig. Wij hebben toch wel een perfecte timing... de buien vallen hier precies op het moment dat we er het minste last van hebben.

 
Dag 27 en 28 : vrijdag en zaterdag 16 en 17 mei : Phoenix - Atlanta - Amsterdam - Gerwen

Gereden : 6 mijl (geen dirtroad)

Onze vlucht van Phoenix naar Atlanta zou om vijf over zeven 's ochtends vertrekken. Normaal gesproken zouden we de wekker op half vier hebben gezet, maar ja, we moesten nog bij Alamo op gaan biechten dat we de voorruit stuk hadden gemaakt. Toch maar een half uurtje extra tellen, voor de zekerheid. En dus werden we al om drie uur 's nachts wreed gewekt...

Nog even de laptop aanzetten om te checken of er geen vluchtwijzigingen aangekondigd werden, de laatste spullen inpakken, nog 1 keer goed de hele kamer rondkijken om zeker te weten dat we niets achterlieten. En toen was het toch echt tijd om naar de auto te gaan, voor het laatste korte ritje van deze vakantie. copyright © hanz meulenbroeksEr was nog niet veel verkeer op de weg, en ook bij Alamo was niets te doen. Terwijl Hans de koffers uit de auto haalde, liep ik even naar het kantoortje om het kaartje in te leveren waarop we enkele gegevens in hadden moeten vullen. De man daar achter de balie had duidelijk last van ochtendhumeur. Tja, dat zou ik waarschijnlijk ook wel hebben als ik op dit tijdstip al op mijn werk moest zijn, dus ik nam het hem maar niet kwalijk. Terwijl ik hem het kaartje overhandigde vertelde ik dat de voorruit gebarsten was. Hij zei geen stom woord, pakte de telefoon en begon te bellen... Blijkbaar werd hij in de wacht gezet, na een tijdje was hij het beu om met de hoorn in zijn hand te blijven zitten, en hij legde de hoorn op de balie. Nog steeds zei hij helemaal niets, wat een chagrijn zeg! Het duurde wel erg lang, na een tijdje kwam Hans eens kijken waar ik bleef. Ondertussen kwam er ook een schoonmaakster het kantoortje binnenlopen, ze zag de - ogenschijnlijk - ongebruikte hoorn op het bureau liggen, pakte het ding resoluut op en legde het op het toestel! De Alamo-medewerker had er nu helemaal geen zin meer in, hij mompelde iets waaruit ik met enige moeite opmaakte dat het wel goed was zo, we kregen een bevestiging mee, en we konden vertrekken. Ik vond het maar vreemd allemaal, ik vertrouwde er niet echt op dat alles nu goed was afgehandeld. Maar we hebben nooit meer iets van Alamo gehoord, en ze hebben gelukkig ook geen gekke bedragen van onze creditcard afgeschreven.

Met de shuttlebus reden we naar de luchthaven, en ook daar was het bijzonder rustig. We konden meteen inchecken, en we hadden geluk dat we niet nog wat spullen van de ene koffer in de andere over hoefden te pakken. Want de zwaarste koffer zat wel heel erg dicht bij het maximum gewicht van 23 kilogram, dat scheelde haast niets. Een kleine 20 uur later zagen we onze koffers weer terug, toen ze als laatste, echt helemaal als allerlaatste, op Schiphol van de bagageband kwamen rollen.

Normaal gesproken zou ik hier zo'n beetje een eind gaan breien aan het reisverslag. Even het roerende weerzien met kindertjes, ouders en katten vermelden, en de hoogtepunten van onze vakantie nog even op een rijtje zetten. Maar dan moet ik er natuurlijk wel eerst voor zorgen dat ik alle hoogtepunten ook daadwerkelijk heb beschreven, en - zo moet ik hier bekennen - tot nu toe heb ik een wel heel bijzondere dag nog niet in dit reisverslag genoemd. En wel onze trip naar het gebied dat we hier "Red and White Canyon" zullen noemen.

 
Extra dag : Red and White Canyon

copyright © hanz meulenbroeksOngeveer een half jaar voor de vertrekdatum van deze reis, zag Hans op de Duitstalige site Secrets of the West een fotoreportage van een unieke rotsomgeving. Een hele rij witte pilaren met roodbruine kappen, ronde roodbruine rotsen vol met witte strepen, kleine alleenstaande rotsen met verticale witte en roodbruine strepen... het zag er fascinerend mooi uit. Natuurlijk kwamen er meteen twee vragen bij ons op, namelijk: 'Waar ligt dit gebied?' en 'Kunnen wij er naar toe?' Maar het bleek nog niet zo eenvoudig te zijn om een antwoord op die vragen te vinden.

De eigenaar van de site, Steffen Synnatschke, noemde het gebied Red and White Canyon. Maar, zo schreef hij, dat is niet de echte naam. Red and White Canyon ligt in een indianenreservaat, en het is niet open voor het publiek. Hij had het alleen mogen bezoeken onder begeleiding van een indiaanse gids, een goede vriend van hem. Maar dan wel met de belofte dat hij de echte naam en de locatie niet bekend zou maken. We hebben het uiteraard toch even geprobeerd, we hebben een email naar Steffen Synnatschke gestuurd met de vraag of hij ons niet toch wat informatie kon geven. Maar hij liet ons weten dat hij dat niet wilde doen, terecht natuurlijk.

Het leek er dus op dat een bezoek aan Red and White Canyon er voor ons niet in zou zitten. Maar Hans liet zich niet zo snel ontmoedigen, hij was vastbesloten om uit te zoeken of er niet toch een mogelijkheid was. Want als Steffen Synnatschke er kon komen, waarom wij dan niet! Uiteraard begon hij - met behulp van Google - te zoeken of er meer bekend was onder die fictieve naam Red and White Canyon. Hij vond foto's op een Franstalige site, en nog meer foto's op een andere Duitstalige site. Dat betekende dus dat er nog meer mensen dan alleen Steffen Synnatschke het gebied hadden bezocht, dat gaf goede hoop. Helaas boden deze beide sites niet meer aanknopingspunten, zelfs niet nadat we met het woordenboek erbij de hele Franse tekst woord voor woord hadden vertaald. Ons onderzoek zat muurvast!

copyright © hanz meulenbroeksMaar Hans gaf het niet op. Hij bleef op allerlei manieren zoeken, en op gegeven moment kwam hij in contact met een Amerikaan die het gebied ook had bezocht. En die Amerikaan  vertelde ons wat wij o zo graag wilden weten, niet alleen de juiste naam, maar ook nog eens de locatie én een routebeschrijving! Bovendien liet hij ons weten dat – volgens hem – geen permit nodig was om dit gebied te bezoeken. We begonnen er nu echt in te geloven, zouden wij straks deze prachtige plek echt met eigen ogen kunnen gaan bekijken?

De belangrijkste vraag waar we nu nog een antwoord op zochten, was of we nu wel of niet een permit nodig hadden. Wat hebben we veel emailtjes verstuurd, naar allerlei Chapter Houses en andere Native American organisaties. En wat hebben we weinig respons gekregen, we kregen antwoord op welgeteld één van onze emails. Ene Paul liet ons weten dat hij bereid was om ons naar Red and White Canyon te brengen, op voorwaarde uiteraard dat de weg er naartoe in goede conditie zou zijn. Want dat kon nog wel eens een probleem zijn, zo schreef hij. Maar na een paar mailtjes over en weer gaf hij plotseling geen antwoord meer, het lukte dus niet om iets met hem af te spreken.

Gelukkig was er op gegeven moment nog iemand die op onze emails reageerde. Deze persoon gaf ons het emailadres van een Native American met de voornaam Lee, die ons waarschijnlijk wel verder zou kunnen helpen. En nu hadden we dus echt de goede persoon te pakken, Lee bleek de research assistent te zijn van een adviesorgaan voor Native Americans. In die functie was hij betrokken bij het veiligstellen van het culturele en archeologische erfgoed van de stam waartoe hij behoort. Lee liet ons weten dat we een verzoek konden indienen, dat verzoek moest dan worden beoordeeld en – als we toestemming zouden krijgen om Red and White Canyon te bezoeken – dan konden we onze permits tijdens onze reis ophalen in een dorpje dat we zouden passeren.

We moesten heel wat vragen beantwoorden, het was vooral belangrijk dat we benadrukten dat we geen commerciële bedoelingen hadden. Helaas, er kwam geen antwoord meer. We wilden niet al te opdringerig overkomen, dus hebben we eerst een tijd afgewacht. Maar onze vertrekdatum kwam alsmaar dichterbij, de tijd begon te dringen. Dus hebben we Lee nog eens een vriendelijk verzoekje gestuurd, was er al iets meer bekend over onze aanvraag? Opnieuw kregen we geen antwoord. Een paar dagen voor ons vertrek hebben we nog een laatste poging gedaan, ook nu zonder resultaat. En zo vertrokken we dus op 20 april naar Phoenix zonder de bevesting waar we zo op hadden gehoopt.

copyright © hanz meulenbroeksHet was frustrerend, we waren zo ver gekomen met onze Red and White Canyon expeditie, en nu leek het erop dat al Hans z’n werk toch voor niets was geweest. Tenzij we zónder permit er naar toe zouden gaan, maar ja, Lee had ons toch duidelijk laten weten dat dat niet was toegestaan. We hadden nog een mogelijkheid: gewoon naar het dorpje toegaan dat Lee in zijn email had genoemd. We betwijfelden of het zin had om dat te doen, maar er valt natuurlijk ook wel iets te zeggen voor het principe ‘nee heb je, ja kan je krijgen!’ En zo reden we dus tijdens een van onze vakantiedagen zomaar dat kleine indianendorpje binnen, waarvan we de naam nog maar enkele weken eerder voor het eerst hadden gehoord.

In eerste instantie zag het er armoedig uit, stoffig, troosteloos. Er stonden veel kleine, houten huizen met wat lage hekken er omheen. Vreemd om hier als toerist rond te rijden, ik voelde me zelfs een beetje een indringer die hier in een privé omgeving kwam rondneuzen. We hadden geen idee waar we moesten zijn... Ergens zagen we een houten keetje staan met het bord “Administration Office”, en daar zijn we dus maar naar binnen gegaan. Er was een indiaanse vrouw aan het werk in het kantoortje, ze wist duidelijk geen raad met onze vraag naar permits voor Red and White Canyon (uiteraard noemden wij de echte naam van het gebied), maar ze was wel graag bereid om ons door te verwijzen naar een andere plek. We moesten nog een stuk verder het dorpje inrijden, dan zouden we vanzelf het juiste gebouw vinden.

Het leek wel of het dorpje uit twee delen bestond. Na het armoedige gedeelte kwamen we op een plek uit waar alles er heel anders uit zag. Moderne stenen gebouwen, een grote parkeerplaats met veel personenauto’s, we waren echt heel verrast om dat hier aan te treffen. We liepen een van de gebouwen binnen, maar ook nu werden we – zeer vriendelijk – doorverwezen naar een andere plek. Daar deden we voor de derde keer ons verhaal, de man die ons te woord stond vroeg of we even wilden wachten, hij zou iemand voor ons gaan halen. Spannend, zouden we nu wél goed zitten?

copyright © hanz meulenbroeksEr kwam een indiaan met uitgestoken hand op ons toelopen. “Hi Hans”, zo begroette hij ons. We stonden perplex… wat was dat een onverwacht en tegelijkertijd ook een ontzettend leuk moment. We beseften meteen dat dit Lee moest zijn, de man met wie we eerder via email contact hadden gehad. Want wie anders dan Lee kon weten dat die buitenlander die hier vragen kwam stellen over een permit voor Red and White Canyon, Hans heette. Lee vroeg ons om even met hem mee te lopen, door een grote ruimte vol met van die typisch Amerikaanse cubicles. Je weet wel, die lage hokjes waarin het kantoorpersoneel elk een eigen, afgescheiden plekje heeft. De cubicle van Lee was van boven tot onder helemaal volgeplakt met krantenknipsels en foto’s, zijn bureau lag afgeladen vol met mappen en ordners… met daar tussenin een computer. Gek eigenlijk, om hier in the middle of nowhere moderne computerapparatuur aan te treffen. Toen we het dorpje binnenreden, was dit wel het laatste dat we hadden verwacht. Lee zocht op de computer even naar zijn emails, en daar zagen we zomaar onze eigen gegevens op het beeldscherm verschijnen. Waaronder onze laatste twee mailtjes, waarin we dus gevraagd hadden waarom we nog geen antwoord op ons verzoek hadden gekregen. Lee verontschuldigde zich, hij had er erg druk gehad en was er dus niet meer aan toegekomen om iets voor ons te doen.

Maar nu zaten we dus bij hem in zijn kantoortje, hoe zou het nu verder gaan? We hadden geen idee. Lee wilde graag weten waarom we zo graag naar Red and White Canyon wilden gaan. We legden hem uit dat we zo ontzettend onder de indruk zijn van de natuur in Arizona en Utah, dat we alle bekende plekken inmiddels hadden gezien en dat we nu – tijdens deze achtste reis – ook graag wat minder bekende plekken wilden bezoeken. Ondertussen had Lee zowaar een permit in zijn beeldscherm staan, dat gaf ons goede hoop. De gegevens op de permit moesten nog worden ingevuld, zoals onze namen en ons adres, het kenteken van de auto, de datum. We begrepen van Lee dat de permit nog wel ondertekend zou moeten worden door zijn baas, dus zelfs terwijl hij alles invulde wisten we nog steeds niet zeker of onze trip wel door zou kunnen gaan.

copyright © hanz meulenbroeksMet de uitgeprinte permit ging Lee op zoek naar zijn baas, en het duurde lang, ontzettend lang, voordat hij weer terugkwam. Met de ondertekende permit! Yes, we hadden het voor elkaar, we mochten naar Red and White Canyon toe! Lee liep met ons mee naar de deur, hij drukte ons nog wel tien keer op het hart dat ons precies aan de voorwaarden moesten houden die op de permit staan. Natuurlijk beloofden we hem dat graag. Nadat we hem uitgebreid hadden bedankt namen we afscheid, en liepen we met ons kostbare papier naar buiten. Wat was dit een geweldige ervaring geweest, de rit door het dorpje, de behulpzaamheid van de inwoners daar, de verrassende begroeting door Lee en dan natuurlijk de permit zelf. Onze dag kon niet meer stuk, en dan hadden we het eigenlijke doel nog niet eens gezien!

In de auto konden we de permit voor het eerst even goed bekijken. Het was een “Archeological Site Visitation Permit”, zo lazen we. “The holder of this permit submits themselves to the jurisdiction of ... Tribal Court and shall observe all applicable tribal and federal laws”. Er stond nog een aantal aanvullende voorwaarden op vermeld, dat we op de wegen moesten blijven, niets mochten meenemen, nergens op mochten klimmen en niets mochten vernielen hadden we wel verwacht. Het ‘no sketching’ was niet erg, want tekenen kunnen we toch niet. Alleen de voorwaarde ‘no photography’ beviel ons heel wat minder!

Even later reden we over de dirtroad waaraan, ongeveer halverwege, Red and White Canyon zou moeten liggen. Het grootste deel van deze onverharde weg was prima begaanbaar, slechts een klein deel van de route was wat lastiger omdat we daar door een wash heen moesten rijden. Daar staat vaak water in, zo hadden we een paar maanden geleden al van die ene Amerikaan begrepen. Maar nu was het er kurkdroog, gelukkig. Aan het einde van de rit doemde dat voor ons zo heel bekende beeld van de roodwitte rotsen op. Wat een speciaal moment was dat voor ons, echt een bekroning voor al dat werk dat we hadden moeten doen om hier te kunnen komen.

copyright © hanz meulenbroeksHet was allemaal net zo mooi als dat we vooraf hadden verwacht, we genoten er enorm van dat we hier zomaar rond konden lopen en dit gebied met eigen ogen konden bekijken. Eerst zagen we het meest bekende deel – dat we al op de foto’s van de Duitsers en de Fransman hadden gezien – en daarna ook veel nieuwe plekken die al net zo bijzonder waren. Wat ons vooral verraste was de grootte, we dachten dat Red and White Canyon veel kleiner zou zijn. Maar voorbij een open vlakte stonden nog veel meer van die prachtige rotsformaties, we hebben hier dan ook enkele uren rondgelopen. We moeten hier overigens wel bekennen dat we één van de voorwaarden van onze permit niet hebben nageleefd, ik denk niet dat we uit hoeven te leggen over welke voorwaarde ik het hier heb.

We waren er niet alleen! We zagen weliswaar geen mensen, maar de auto die bij de rotsen stond geparkeerd was het duidelijke bewijs dat er toch wel iemand in de buurt moest zijn. Een half uurtje nadat we in Red and White Canyon waren gearriveerd, kwam een jong stel naar de auto toegelopen. Heel aarzelend, het leek wel of ze eerst wilden inschatten wie wij waren en wat we hier kwamen doen. Het bleken Duitsers te zijn, ze hadden geen permit en het was duidelijk dat ze even erg bang waren geweest dat ze tijdens hun illegale bezoek betrapt waren. Ze waren dan ook erg opgelucht dat wij hen niet op de bon kwamen slingeren. copyright © hanz meulenbroeksWe hebben nog even met het jonge stel staan kletsen, half in het Duits, half in het Engels (want dat gaat me toch net wat makkelijker af). Ze waren al urenlang hier aan het ronddwalen, zo vertelden ze. En natuurlijk kenden zij ook de site van Steffen Synnatschke, dat was voor hen ook de eerste kennismaking met dit gebied geweest.

We zijn Red and White Canyon aan de zuidzijde ingereden, en via de noordzijde hebben we het gebied weer verlaten. Dat was opnieuw een lange rit via een onverharde weg, ook nu kwamen we een steil gedeelte tegen waar we onze high clearance zeker nodig hadden, de rest van deze route was weer heel eenvoudig begaanbaar. Toen we de verharde weg weer bereikten, was dit hele bijzondere avontuur dan toch echt afgelopen.

Onze vakantie is inmiddels al weer enkele maanden geleden. De laatste tijd is er veel meer over Red and White Canyon op het internet verschenen, en vooral bij Duitse toeristen is de plek redelijk bekend geworden. Op enkele Duitse sites zijn er behoorlijk felle discussies gevoerd, tussen mensen die er op tegen zijn dat de juiste naam en de locatie bekend worden gemaakt, en mensen die het onzin vinden om deze gegevens geheim te houden. Over een permit heeft niemand het, blijkbaar wordt het gebied ook volop zonder permit bezocht. We zijn benieuwd hoe dit verder gaat, zal Red and White Canyon over een tijdje net zo bekend zijn als bijvoorbeeld The Wave, of gaat het hier om een hype die weer over zal waaien? Ik ben er niet bang voor dat er uiteindelijk massa’s toeristen naar toe zullen gaan, de lange route via de onverharde wegen zal toch veel mensen afschrikken. Maar ik hoop wel dat dit prachtige gebied de bescherming zal krijgen die het verdient, zodat het niet te veel schade zal ondervinden van mensen die zich niet aan de regels houden. We wachten af…

 
Tot besluit

Zo, nu is dan toch echt onze hele reis beschreven, en kan ik dit verslag eindelijk af gaan sluiten. We hebben 4.718 mijl gereden, ofwel 7.550 kilometer. Dat is gemiddeld toch zo’n 300 kilometer per dag, al voelt het voor mij helemaal niet aan dat we zoveel tijd in de auto hebben gezeten. Maar liefst 453 mijl (725 kilometer) hebben we over onverharde wegen gereden. En als ik alle trails bij elkaar tel, dan blijkt dat we zo’n 87 mijl (bijna 140 kilometer) hebben gelopen. Niet slecht, als je bedenkt dat we tijdens onze eerste reizen vrijwel geen serieuze trails hebben gelopen.

Vooral White Pocket, Buckskin Gulch en Bisti Badlands hebben erg veel indruk op ons gemaakt. En natuurlijk denken we ook vaak terug aan die hele speciale dag die ik hierboven heb beschreven, onze ontmoeting met Lee en het bezoek aan Red and White Canyon. Ook het avontuur in Bull Valley Gorge is iets dat we niet snel meer zullen vergeten. Tel daarbij de vele andere prachtige plekken die we hebben gezien, en dan kunnen we toch echt niet anders dan concluderen dat het een geweldige reis is geweest.


   
Dag 1-7 - Dag 8-13 - Dag 14-19 - [Dag 20-28] Grote Foto's
   
Links Contact Disclaimer