 |
|
 |

Grootte : 3.734 vierkante kilometer
Nationaal park sinds : 29 juni 193
Aantal bezoekers in 2015 : 3.263.761
Regenwouden,
bergen, en een schitterende kuststrook. Over Olympic National Park wordt wel
ooit gezegd, dat het drie parken in één zijn. Het park ligt in de Olympic
Mountains, die onderdeel vormen van de reeks van bergketens nabij de kust,
die samen de Coast Ranges worden genoemd. In de westelijke rivierdalen
Hoh River, Queets River, Quinalt River en Bogachiel River regent het enorm
veel, zo'n 4000 mm per jaar. Dankzij de bescherming van de bergen bereikt de
temperatuur in deze gebieden maar zelden het vriespunt, en in de zomer wordt
het vrijwel nooit warmer dan 26º C. De bomen- en plantengroei in deze
rivierdalen is uitzonderlijk mooi, er staan gigantische bomen die soms wel
90 meter hoog zijn, en een omtrek kunnen hebben van zo'n 7 meter. En op de
bodem wordt elk stukje in beslag genomen door levende planten, zoals mossen
en varens, waardoor de regenwouden een jungle-achtige uitstraling hebben.
Het midden van het park bestaat uit bergen en gletsjers. De bergen zijn
niet uitzonderlijk hoog, Mount Olympus is met z'n 2.400 meter het hoogste
punt. Dankzij het milde klimaat en de geringe hoogte, is dit
wildernisgedeelte van het park dan ook relatief eenvoudig voor hikers die de
backcountry willen verkennen. Aan de oostzijde van de bergen is het – in
tegenstelling tot aan de westzijde – juist erg droog. Alleen in
Zuid-Californië valt minder regen dan hier.
Aan de 57 mijl lange kuststrook kan je veel getijdenpoelen en sea stacks
zien. Sea stacks zijn de ruige rotsen die behoren tot het voorgebergte, en
die door het water in grillige vormen zijn geërodeerd. |
|
 |
|
 |
|
Olympic ligt in het uiterste noordwesten van de staat Washington, op het schiereiland Olympic Peninsula. |
|
Olympic National Park bestaat uit twee delen: een smalle, 60 mijl lange kuststrook en een groter deel dat iets verder
landinwaarts ligt. Het park heeft diverse toegangen, die allemaal bereikbaar
zijn vanaf State Highway 101. Deze weg loopt helemaal om het grotere deel
van het park heen.
Vanuit Seattle kan je de US-101 bereiken door met een van de Washington
State Ferries de zeearm Puget Sound over te steken, of door via Tacoma onder
de zuidkant van Puget Sound door te rijden. Vanuit het zuiden kan je de
route rondom het park beginnen bij de plaatsen Aberdeen of Olympia.
De route om het park heen is, als je begint in Aberdeen en eindigt in
Olympia (of vice versa), ongeveer 286 mijl (460 km) lang. Daarbij komen dan
nog de afstanden van de diverse toegangswegen.
Onderweg passeer je o.a. de plaatsen Queets, Forks, Port Angeles en Brinnon.
Hieronder geven we aan welke delen van het park tussen elk van die plaatsen
bereikbaar zijn. De afstanden van de toegangswegen worden verderop
beschreven, steeds bij het betreffende onderdeel.
Onderlinge afstanden tussen de plaatsen aan de US-101
van Aberdeen naar Queets : 68 mijl - 110 km - 1.30 uur
* Quinault Rain Forest
* Queets Ranger
Station
van Queets naar Forks : 39 mijl - 63 km - 0.50 uur
* het zuidelijke deel van de kuststrook
* Hoh Rain Forest
van Forks naar Port Angeles : 57 mijl - 91 km - 1.10 uur
* het middelste en het noordelijke deel van de kuststrook
* Sol Duc
River Valley
* Lake Crescent
* Elwha River Valley
van Port Angeles naar Brinnon : 60 mijl - 97 km - 1.15 uur
* Park Visitor Center
* Hurricane Ridge
* Deer Park
van Brinnon naar Olympia : 62 mijl - 99 km - 1.20 uur
* Dosewallips
* Staircase |
|
Afstanden naar het Olympic
National Park Visitor Center (Port Angeles ) |
|
- Seattle |
80 mijl - 129 km |
-2.00 uur (exclusief ferry) |
- Tacoma |
105 mijl -168 km |
-2.30 uur |
- Portland (Oregon) |
231 mijl -371 km |
-4.30 uur |
- Mount Rainier NP |
162 mijl -260 km |
-3.40 uur |
- Vancouver (Canada) |
46 mijl -73 km |
-1.10 uur (exclusief ferry, ± 3 uur) |
|
Voor toegang tot dit park wordt een entreeprijs gevraagd. Kijk voor een actueel overzicht op de pagina Parkprijzen.
Natuurlijk kan je er ook voor kiezen om de America the Beautiful Pass te kopen. Deze pas kost 80 dollar, en geeft gedurende 1 jaar toegang tot ruim tweeduizend parken (waaronder de door de NPS beheerde parken). Bij de meeste parken is de pas geldig voor alle inzittenden van een personenauto of camper. |
|
De kuststrook, 57 mijl ervan behoort tot het Nationale
Park, ziet er nog net zo uit als duizenden jaren geleden. Alleen het
water en de wind hebben hier hun invloed uitgeoefend. Tijdens laagwater
kan je over het strand lopen, en de prachtige getijdenpoelen bekijken,
waar je een rijke variatie aan planten- en dierenleven aantreft. Denk
hierbij aan sponzen, zee-anemonen, krabben, algen en diverse soorten
gras. Ook de two spot octopus, ongeveer 30 cm groot, wordt hier ooit
gezien. Als deze kleine octopus in gevaar is neemt hij een
camouflage-kleur aan, en spuit hij een wolk van inkt in het water. De
kuststrook is populair bij vogelliefhebbers, dankzij de aanwezigheid van
oa. zeemeeuwen, scholeksters, de ‘bald eagle', en talrijke andere
vogelsoorten. Je treft hier ook allerlei kleine dieren aan, zoals
wasberen, zeeleeuwen en otters. Het komt zelfs voor dat hier zwarte
beren naar een vismaal op zoek zijn. De rotsen op en nabij het strand
worden sea stacks genoemd, dit zijn geërodeerde gedeeltes van het
voorgebergte. Door de rivieren zijn veel grote boomstammen naar de
oceaan gevoerd, die later weer op het strand en tegen de rotsen zijn
gesmeten. Je treft dit aparte schouwspel vooral aan rondom Rialto Beach.
Het zuidelijke deel van de kuststrook
Ongeveer 2 mijl ten noorden van het plaatsje Queets kan je
via de US-101 het meest zuidelijke gedeelte van de kuststrook binnenrijden.
In dit 13 mijl lange deel van de kuststrook liggen het Kalaloch Information
Station, de Kalaloch Lodge, en twee campings. Via paden kan je verschillende
stranden bereiken, die geen namen hebben, maar nummers. Alleen het meest
noordelijke strand heeft een naam: Ruby Beach. Elk van de stranden heeft een
heel eigen karakter.
Bij het Information Station kan je informatie krijgen over de wandelingen
die je hier kan maken. De meest populaire strandwandelingen zijn die van
Beach nr. 4 en van Ruby Beach. Beach nr. 4 is een uitstekende plek om
getijdepoelen te bekijken, en je hebt hier ook kans om zeehonden of
walvissen te zien. Ruby Beach is vooral bekend om de mooie sea stacks.
Een andere populaire wandeling is de Kalaloch Nature Trail, een 2 kilometer
lange wandeling (via een ‘loop'), die begint aan de zuidzijde van de
Kalaloch Campground en die door een bosrijk gebied gaat.
Het middelste deel van de kuststrook
De voornaamste toegangsweg naar dit deel van de kuststrook is de US-110, ook
wel de La Push Road genaamd. Deze weg begint 2 mijl ten noorden van Forks,
en is 14 mijl lang. Een zijweg van de La Push Road, de Mora Road, komt net
boven La Push uit bij Rialto Beach. In dit gebied vind je een Ranger Station
en een camping.
Vanaf de
stranden kan je tijdens de migratietijd walvissen zien, het gaat hier om de
maanden maart/april en oktober. In dit gebied zijn oa. de volgende trails
uitgezet:
- Third Beach Trail
Beginpunt: aan de La Push Road, 12 mijl ten westen van de US-101
Lengte: 4,5 kilometer (heen en terug)
Hoogteverschil: op de heenweg 73 meter dalen
Het pad gaat naar een zandstrand met de naam Third Beach. Het pad
sluit aan op de lange South Coast Beach Travelway (25 kilometer –
enkele afstand). Third Beach is het hele jaar door geopend.
- Second Beach Trail
Beginpunt: aan de La Push Road, 14 mijl ten westen van de US-101
Lengte: 2,6 kilometer (heen en terug)
Hoogteverschil: op de heenweg 24 meter stijgen, vervolgens 30 meter dalen
Dit goed onderhouden pad is het hele jaar door geopend. Je loopt
naar een zandstrand met de naam Second Beach, waar je getijdepoelen
en sea stacks kan zien.
- Rialto Beach Trail
Beginpunt: bij de parkeerplaats aan het einde van Mora Road
Lengte: 320 meter (heen en terug naar het strand)
+ 9 kilometer (heen en terug naar Hole-in-the-Wall)
Rialto Beach is een van de drukst bezochte
stranden van Olympic National Park. Het strand begint bij de monding
van Quillayute River, en strekt zich vandaar 4 mijl uit over een
gebied met veel sea stacks en getijdepoelen. Een van de bekendste
sea stacks is de massieve Cake Rock, die je vanuit de oceaan omhoog
ziet steken. Je kan over het strand naar het noorden lopen. De
ondergrond is daarbij deels zanderig, deels rotsachtig. Na 4,5
kilometer bereik je Hole-in-the-Wall, een tunnel die door de golven
in een rots is gesleten.
Het noordelijke deel van de kuststrook
Om dit deel van de kuststrook te bereiken, ga je vanuit Forks via de US-101
13 mijl naar het noordoosten, tot aan het plaatsje Sappho. Daar neem je de
US-113 in noordelijke richting. Het is dan nog eens 43 mijl totdat je, via
de plaatsen Clallam Bay en Sekiu, en via de Hoko-Ozette Road, het nationale
park weer bereikt.
Binnen de grenzen van het park ligt o.a. Lake Ozette. Dit 31,5 vierkante
meter grote meer werd door de oorspronkelijke bewoners, de Makah Indianen,
Lake of the Sun genoemd. In 1864 arriveerde de eerste blanke in dit gebied;
ongeveer 30 jaar later vestigden Scandinavische settlers zich hier. Nabij
het meer zijn nog overblijfselen uit deze tijd te zien.
Aan de noordzijde van het meer ligt het plaatsje Ozette, waar een Ranger
Station en een primitieve camping gevestigd zijn.
- Cape
Alava Trail en Sand Point Trail
Beginpunt: bij het Lake Ozette Ranger Station
Lengte: 15 kilometer (complete loop) of 10 kilometer (heen en terug)
Hoogteverschil: weinig
Vanaf
het Ranger Station kan je via twee verschillende paden naar het
strand lopen. Beide paden worden goed onderhouden, en bestaan
grotendeels uit zogenaamde boardwalks (houten paden). Je loopt hier
door open gebieden, maar ook door coastal forests. Het pad van het
Ranger Station tot aan Cape Alava is ruim 5 kilometer lang, het pad
van het Ranger Station tot aan Sand Beach is iets minder dan 5
kilometer lang. Via het strand kan je van Cape Alava naar Sand Beach
lopen, de afstand tussen deze twee punten bedraagt 5 kilometer. Een
complete loop via beide paden is dus in totaal 15 kilometer lang.
Tijdens het hoogtij kan je niet over het strand, maar moet je
gebruik maken van paden in de zogenaamde ‘headlands'. Cape Alava is
het meest westelijk gelegen punt van de 48 aaneengesloten staten van
de USA; je hebt kans hier arenden te zien. Tip: de houten
wandelpaden zijn vaak glad, het is hier beter om schoenen met zachte
zolen te dragen (bv. tennisschoenen). Echte hike-schoenen hebben
meestal harde zolen, die hier veel minder grip bieden.
|
|
 |
|
De
regenwouden liggen in laag gelegen valleien aan de westzijde van de
Olympic Mountains. Er valt hier veel neerslag, de temperaturen zijn
gematigd, en in de zomer is het vaak mistig.Vrijwel
elke vierkante centimeter van de bodem is bedekt door levende planten.
Sommige planten leven zelfs op de andere. Dit zijn epiphytes, planten
die niet in contact komen met de aarde, maar die niet tot de parasieten
worden gerekend. Deze epiphytes zijn mede verantwoordelijk voor het
jungle-achtige uiterlijk van het regenwoud. In verband met de dichte
bedekking van de bodem is het moeilijk voor jonge planten om een goede
start te maken. Veel zaden ontkiemen dan ook op omgevallen, rottende
bomen. Als deze nieuwe planten gaan groeien, dan gaan hun wortels door
de rottende boomstam heen naar de bodem. Nadat de boomstam helemaal is
weggerot, blijft een aantal jonge bomen over, die in een rij op hun
wortels op stelten naast elkaar staan. De dikke, beschermende vegetatie
zorgt voor prima huisvesting voor de dieren in het park. De bescherming
van de Roosevelt Elk, vernoemd naar president Theodore Roosevelt, is
oorspronkelijk een van de voornaamste redenen geweest om Olympic
National Park op te richten. Behalve een groot aantal zoogdieren en
vogels komen in de regenwouden ook veel insecten, reptielen en amfibiën
voor.
De meest voorkomende boom in Olympic is de Sitka Spruce. Een volwassen
exemplaar is zo dik dat acht man met uitgestrekte armen elkaar net
kunnen raken als ze zich eromheen vouwen. Je herkent de Sitka Spruce aan
zijn scherpe, zilvergroene naalden. De bomen kunnen tot duizend jaar oud
zijn en omdat dit, gelukkig, lange tijd volkomen onbegaanbaar gebied
was, zijn ze gespaard gebleven voor de houtkap. De western red cedar
reikt meer dan tachtig meter hoog, met zijn vezelige kaneelkleurige bast
en zijn platte, op kant lijkende, varenachtige bladeren. Ook de Big Leaf
Maple, vaak dicht begroeid met mossen, neemt een belangrijke plaats in.
Het drukst bezochte regenwoudgebied van het park is Hoh Rain Forest. Ook
in het meer zuidelijk gelegen Quinault Rain Forest zijn faciliteiten
voor bezoekers aanwezig. Queets Rain Forest is toeristisch gezien minder
ontwikkeld.
Hoh Rain Forest
De 19 mijl lange Hoh River Road begint aan State Highway 101, tussen Queets
(afstand 26 mijl) en Forks (afstand 13 mijl). Alleen
het laatste gedeelte van de Hoh River Road ligt in Olympic National Park.
Voordat je het park binnenrijdt, passeer je enkele campings. Na ruim 15 mijl
kom je bij de Rain Forest Monarch, een 82 meter hoge Sitka Spruce met een
omtrek van 3,8 meter. Deze boom is minstens 500 jaar oud. De Hoh River
Valley strekt zich uit van de voet van Mount Olympus tot aan de Stille
Oceaan. Het is een smalle, U-vormige vallei die gevormd is door gletsjers
die vanuit de bergen naar de oceaan zijn gegleden. “Hoh” is een oud Indiaans
woord dat “snel stromend water” betekent. De Hoh River wordt gevoed door de
gletsjers rondom Mount Olympus, het water is ijskoud en de kleur is
melkachtig wit. Talrijke andere riviertjes en beken monden uit in Hoh River,
daardoor is het een vrij grote rivier. In de zomermaanden kan je op Hoh
River raften of kayakken.
De weg eindigt bij het Hoh Rain Forest Visitor Center, waar je via een
aantal korte wandelpaden een heel goede indruk kan krijgen van de
indringende geuren en geluiden en de intense sfeer van het regenwoud.
De namen van de drie korte trails zijn:
- Minitrail
Lengte: 400 meter (loop)
- The Spruce Trail
Lengte: 2000 meter (loop)
Dit is een van de meest populaire trails in Olympic National Park. Je loopt over een
verhard pad langs Hoh River, en ziet onderweg diverse imposante Sitka Spruce Trees. Er staan borden waarop uitleg wordt gegeven over de ecologie van het
regenwoud
- Hall of Mosses Trail
Lengte: 1300 meter (loop)
Ook dit is een populaire
wandeling. Het verharde pad komt langs Big Leaf Maples, Sitka Spruce
Trees en 300 jaar oude Cedar Trees. Let ook op de aanwezigheid van
‘nurse logs', dit zijn de omgevallen bomen die dienen als gastheer voor
nieuwe planten.
Ervaren hikers kunnen ook kiezen voor de lange Hoh River Trail (17,3 mijl –
enkele afstand), die richting Mount Olympus gaat.
Quinault Rain Forest
43
mijl (70 kilometer) ten noorden van Aberdeen bereikt State Highway 101
Quinault Lake.
Je kan Olympic National Park bereiken via twee zijwegen die langs dit meer
lopen, respectievelijk de South Shore Road en de North Shore Road.
De South Shore Road (ook wel de Graves Creek Road genaamd) is 18,4 mijl
(30 kilometer) lang, alleen het laatste gedeelte ervan loopt door het
Nationale Park. De weg is smal, en voor een belangrijk deel onverhard. Na
zware regenval is het risico groot dat delen van de weg niet meer begaanbaar
zijn. Uiteindelijk bereik je de 30 plaatsen tellende Graves Creek
Campground, een primitieve camping die tijdens de wintermaanden soms
gesloten is. Er is hier ook een Ranger Station aanwezig. De camping ligt aan
aan de oever van de rivier, in een bosrijk gebied. Vanaf de camping is een
wandelpad met een lengte van 1600 meter aangelegd (loop) die door het
regenwoud voert. Deze hike wordt soms de Graves Creek Nature Trail, soms
wordt ook de naam Cascading Terraces Trail gebruikt.
Direct ten noorden van het meer kan je Olympic National Park binnenrijden
via de 17,5 mijl (28 kilometer) lange North Shore Road. Kort na de ingang
ligt, op enkele honderden meters van de weg, de grootste Western Redcedar
van het park. Het pad naar deze boom stijgt ongeveer 25 meter. De
parkeerplaats aan het begin van het pad is erg klein.
Na een kleine 6 mijl bereik je het Quinault Ranger Station.
Maple Glade Rain Forest Trail
Beginpunt: bij het Quinault Ranger Station
Lengte: 800 meter (heen en terug)
Hoogteverschil: weinig
Via een houten brug steek je Kestner Creek over, je bereikt een
prachtige open plek in het bos waarvan de bodem is bedekt met mos en
varens. Je ziet hier ook veel maples (esdoorns) met grote bladeren,
waaraan de trail haar naam te danken heeft. De open plek ligt dicht
bij de noordzijde van Quinault Lake. Na regenval kan het wandelpad
op sommige plaatsen erg modderig zijn.
- Kestner Homestead Trail
Beginpunt: bij het Quinault Ranger Station
Lengte: 2 kilometer (heen en terug)
Het begin van de trail is gelijk aan de Maple Glade Rain Forest Trail.
Het laatste deel van de North Shore Road is
onverhard. Aan het einde van de weg ligt, aan de oever van de North Fork
Quinault River, de 7 plaatsen tellende primitieve North Fork Campground.
Deze camping is tijdens de wintermaanden soms gesloten. Iets minder dan 1
mijl voor de camping ligt de 2 kilometer lange Irely Lake Trail.
Queets Rain Forest
Kort
voor de plaats Queets, ongeveer 16 mijl voorbij de North Shore Road, ligt de
afslag naar de onverharde Queets River Road. Deze weg is ruim 13 mijl
lang, en eindigt bij het Queets Ranger Station. Dit Station is alleen
tijdens het hoogseizoen bemand. De camping die net voorbij het Ranger
Station ligt, wordt voornamelijk gebruikt door vissers en ervaren
backpackers.
- Sams River Loop Trail
Beginpunt: bij het Queets Ranger Station
Lengte: bijna 5 kilometer (loop)
Hoogteverschil: weinig
Omdat dit gebied maar nauwelijks door toeristen wordt bezocht, heb
je op deze trail het gevoel helemaal ‘in the middle of nowhere' te
zijn. Soms wordt deze wandeling de Queets Campground Loop Trail
genoemd.
|
|
DE OVERIGE BOSGEBIEDEN EN DE BERGEN |
|
Er komen vier types bosgebied voor in Olympic National Park. Het eerste type
is het eerder genoemde temperate rain forest , de regenwouden.
De bossen die boven de regenwouden te vinden zijn, verder landinwaarts,
worden lowland forest genoemd. De meest voorkomende boomsoort hier
is de Western Hemlock. Deze boom, die iets kleiner is dan de western
redcedar, groeit goed op plaatsen met veel schaduw. De Western Hemlock heeft
een roodbruine stam en heel veel kleine denneappels aan zijn takken. In de
drogere gebieden is het vooral de Douglas fir die de boventoon voert. Qua
grootte doet deze boom alleen onder voor de Redwood en de Sequoia.
Incidenteel zie je hier ook nog de western redcedar; naarmate deze boomsoort
verder in aantal afneemt ben je dichter bij de overgang naar de volgende
zone.
Die volgende, weer wat hoger gelegen zone, is het montane forest. Het verschil met het lowland forest is niet groot, zeker niet in
de droogste gedeeltes. De belangrijkste kenmerken zijn het ontbreken van de
western redcedar, en de aanwezigheid van de silver fir.
De subalpine forest ligt het hoogst. De temperaturen zijn hier
lager, en de neerslag valt hier vaak in de vorm van sneeuw. Het groeizame
seizoen is hier aanmerkelijk korter dan in de lager gelegen gebieden.
Naarmate je hoger komt, worden de bossen steeds minder dicht en zijn de
bomen steeds minder hoog; en komen er alpineweiden voor die begroeid zijn
met wilde bloemen. Ook liggen hier diverse gletsjermeren.
Sol Duc River Valley
Ongeveer 25 mijl voorbij Forks, kort voor Lake Crescent, begint de 14 mijl
lange Sol Duc River Road. Aan deze weg liggen de populaire Salmon Cascades,
waar je elk jaar kan zien hoe zalm tegen de stroom opzwemt. Twee mijl voor
het einde van de weg ligt het Sol Duc Hot Springs Resort. Je kan hier
helemaal tot rust komen in een van de mineral pools (temperatuur 32 tot 40º
C), er zijn hier zelfs masseuses aanwezig! Tijdens de wintermaanden is de
weg gesloten.
Je kan in dit lowland forest gebied kiezen tussen diverse backcountry hikes.
Er zijn ook korte wandelpaden:
- Ancient Groves Nature Trail
Beginpunt: aan de Sol Duc River Road, 9 mijl voorbij de afslag
Lengte: 1 kilometer (loop)
De korte trail loopt door een mooi bosgebied, en verbindt twee
turnouts naast de weg. Het is dus mogelijk om via de weg weer naar de auto terug te lopen.
Rangers raden echter uit veiligheidsoverwegingen aan om via het
wandelpad terug te gaan.
- Lovers Lane Trail
Beginpunt: bij Sol Duc Hot Springs Resort
Lengte: bijna 10 kilometer (heen en terug)
Hoogteverschil: 275 meter
Seizoen: juni tot oktober
Je steekt direct ten zuiden van het Resort de Sol Duc River over, en
loopt vandaar in westelijke richting. Het pad ligt iets boven de
zuidelijke oever van de rivier. Onderweg passeer je Mink Lake Creek
en Canyon Creek, bij dit laatste riviertje liggen de Sol Duc Falls.
Het pad is op diverse plaatsen smal en rotsachtig, en sommige
gedeeltes zijn modderig tot ongeveer halverwege de zomer.
- Sol Duc Falls Trail
Beginpunt: aan het einde van de Sol Duc River Road
Lengte: 2,5 kilometer (heen en terug)
Hoogteverschil: weinig
Dit is een populaire wandeling naar de mooie Sol Duc Falls, de meest
gefotografeerde waterval in het park. Het water van de Sol Duc River
komt hier terecht in een soort van trechter, en valt hier meters
omlaag. Het wandelpad loopt tussen grote Sitka Spruce Trees en
diverse andere boomsoorten.
Lake Crescent
Lake Crescent is een groot meer dat in het uiterste noorden van Olympic NP
ligt, ongeveer 25 mijl voorbij Forks en 16 mijl voor Port Angeles. De 101
loopt via de zuidelijke oever van het meer. Het water van het
turquoiseblauwe meer is erg diep en erg koud. Je kan hier boten huren, of
deelnemen aan een georganiseerde cruise (alleen in de zomer).
- Moments in Time Nature Trail
Beginpunt: bij Lake Crescent Lodge
Lengte: bijna 1 kilometer (loop)
Tijdens deze makkelijke, korte wandeling heb je een mooi uitzicht over
het meer.
- Marymere Falls Trail
Beginpunt: bij het Storm King Information Center
Lengte: 3 kilometer (heen en terug)
Na 800 meter bereik je het uitkijkpunt Barnes Point. Via een mooi pad,
waar in het juiste seizoen veel bloemen en paddestoelen te zien zijn, ga
je verder naar de 27 meter hoge waterval Marymere Falls.
- Mount Storm King Trail
Beginpunt: bij het Storm King Information Center
Lengte: 6,5 kilometer (heen en terug)
Hoogteverschil: ruim 600 meter
Seizoen: midden mei tot midden oktober
Je loopt eerst een klein gedeelte van de nature trail langs Barnes
Creek, en gaat onder State Highway 101 door. Snel daarna kom je bij
een splitsing, je gaat daar linksaf. Je moet stevig omhoog, tot je
je boven Barnes Creek bevindt op een rand aan de westzijde van Mount
Storm King. Je kan tijdens dit wat vlakkere gedeelte even bijkomen
van de klim, maar even later begint het pad opnieuw flink te
stijgen. Onderweg kom je diverse uitkijkpunten tegen vanwaar je een
schitterend uitzicht hebt over de omgeving. Het laatste gedeelte van
de trail staat slecht aangegeven.
Elwha River Valley
De afstand tussen Lake Crescent en Port Angeles is, via de 101, ongeveer 16
mijl. Halverwege bereik je, nabij Lake Aldwell, de afslag die naar Elwha
gaat. Deze zijweg heet de Olympic Hot Springs Road, maar staat ook bekend
als de Elwha River Road. De weg is 12 mijl lang, en het grootste deel ervan
valt binnen de grenzen van het park.
Bij het Elwha Ranger Station begint de ruim 6 mijl lange Whiskey Bend
Road. Dit is een smalle, steile, onverharde weg met onoverzichtelijke
bochten. Aan het einde van deze weg bevind je je hoog boven de Elwha River.
Ook in dit deel van het park zijn volop wandelmogelijkheden. Enkele
voorbeelden:
Madison Falls Trail
Beginpunt: bij binnenkomst van het park, bij het Entrance Station
Lengte: ruim 600 meter (heen en terug)
Je loopt langs Madison Creek, via een weide- en bosgebied. Door een
barst in een rotswand valt het water van Madison Falls enkele
tientallen meters naar beneden.
- Upper Lake Mills Trail
Beginpunt: aan de Whiskey Bend Road, vier mijl voorbij de afslag
Lengte: 1300 meter (heen en terug)
Hoogteverschil: 120 meter
Deze trail gaat vanaf de weg omlaag naar de 120 meter lager gelegen
Elwha River.
- West Elwha River Trail
Beginpunt: aan de noordzijde van Altaire Campground, voorbij het Ranger Station
Lengte: bijna 10 kilometer (heen en terug)
Beste seizoen: van juni tot oktober
Je loopt over een heuvelrug in noordelijke richting, parallel aan de
lager gelegen West Elwha River. Na 2,5 kilometer steek je Hughes
Creek over. Daarna daal je ongeveer 100 meter naar beneden, tot aan
de rivier. Het pad buigt nu af in westelijke richting, je volgt
Freeman Creek en steekt die op gegeven moment over. Je bereikt daar
de grens van het park, het laatste gedeelte ervan gaat over
privégrond.
- West Lake Mills Trail
Beginpunt: bij Lake Mills Boat Launch, voorbij het Ranger Station
Lengte: 6,5 kilometer (heen en terug)
Je begint aan de noordzijde van Lake Mills, en loopt vandaar in
zuidelijke richting. In het begin stijgt het pad heel geleidelijk,
daarna wordt het iets steiler. In totaal stijg je ongeveer 50 meter
binnen een afstand van 1,5 kilometer. Vanaf het hoogste punt volg je
de contouren van het meer, je hebt dan op verschillende punten een
goed uitzicht over het meer. Het pad eindigt abrupt op een hoge rots
boven het meer.
Hurricane Ridge
Je kan vanaf het Visitor Center via de ongeveer 18 mijl lange Hurricane
Ridge Road het park binnenrijden. Tijdens de wintermaanden is deze weg elke
dinsdag en woensdag gesloten. Kort voor het einde van de weg kan je via de
onverharde Obstruction Point Road nog verder in zuidelijke richting rijden.
Hurricane
Ridge ligt op een hoogte van ongeveer 1500 meter. Je hebt hier een prachtig
uitzicht op de gletsjers van de Bailey Range. Hurricane Ridge Visitor Center
is van april tot oktober dagelijks geopend, tijdens de overige maanden
alleen op feestdagen en tijdens de weekenden. Enkele van de wandelpaden in
dit gebied zijn:
Heart O' the Forest Trail
Beginpunt: bij de Heart O' the Hills Campground, dicht bij de parkgrens
Lengte: 7,5 kilometer (heen en terug)
Deze trail loopt door een typisch lowland forest gebied, met een dichte vegetatie.
- Hurricane Hill Trail
Lengte: 5 kilometer (heen en terug)
Beginpunt: aan het einde van de Hurricane Ridge Road
Hoogteverschil: ruim 200 meter
Je loopt naar de top van Hurricane Hill, en gaat daarna via hetzelfde
pad weer terug. Je hebt uitzicht over het omringende berglandschap, over
Port Angeles en Strait of Juan de Fuca. In de vroege zomer zie je veel
kleurrijke wilde bloemen.
- Meadow Loop Trails
Lengte: diverse mogelijkheden, niet langer dan 1 kilometer
Beginpunt: bij Hurricane Ridge Visitor Center
Rondom het Visitor Center kan je diverse korte wandelingen maken door
dit typische subalpine landschap. In de vroege zomer zie je veel
kleurrijke wilde bloemen.
- PJ Lake Trail
Beginpunt: aan de Obstruction Point Road, 3,5 mijl voorbij de afslag
Lengte: 3,2 kilometer (heen en terug)
Hoogteverschil: 320 meter
Seizoen: midden mei tot midden oktober
Tijdens de heenweg ga je geleidelijk naar beneden. Sommige gedeeltes
zijn iets steiler. Het pad eindigt bij PJ Lake, een klein meer aan Morse
Creek. In het meer komen forellen voor.
Deer Park
De Deer Park Road begint 5 mijl ten oosten
van Port Angeles. De eerste 8 mijlen van deze weg zijn verhard, maar daarna
volgen er nog eens 8 mijlen over een onverharde weg die steeds smaller en
steiler wordt. De weg wordt afgeraden voor campers. Aan het einde kom je uit
bij het Deer Park Ranger Station, op een hoogte van 1.595 meter. Het Ranger
Station ligt op Blue Mountain, waarvan de piek nog eens 236 meter hoger
ligt.
- Rainshadow Loop Trail
Beginpunt: aan het einde van Deer Park Road
Lengte: 800 meter (heen en terug)
Deze korte wandeling brengt je naar de top van Blue Mountain. Vanaf Deer Park heb je een geweldig uitzicht over o.a. Port Angeles,
Strait of Juan de Fuca, Vancouver Island, The Olympic Mountains en Mount
Baker. Hier beginnen diverse backcountry trails, de meest populaire
daarvan is de 7,4 mijl lange Obstruction Point Trail, die Deer Park en
Hurricane Ridge met elkaar verbindt.
Dosewallips
Dit
gebied, in het oosten van het park, is normaal gesproken per auto bereikbaar
via de 11 mijl lange Dosewallips Road. Een belangrijk deel van deze weg is
echter in de winter van 1998 / 1999 weggespoeld; op dit moment (2009) is het nog niet bekend of de weg nog zal worden gerepareerd.
Staircase
Dit in
het uiterste zuidoosten van het park gelegen gedeelte is bereikbaar via de
Jorstad Creek Road (15 mijl ten zuiden van Brinnon) of de North Lake Cushman
Road (37 mijl ten noorden van Olympia). Beide routes gaan gedeeltelijk via
het Olympic National Forest, en zijn allebei ongeveer 15 mijl lang. Alleen
het allerlaatste stukje van de weg loopt in Olympic National Park.
- Four Stream Trail
Beginpunt: bij het Staircase Ranger Station
Lengte: 4 kilometer (korte route) of 7 kilometer (lange route)
Je loopt in noordelijke richting, via de oever van de North Fork
Skokomish River. In het begin gaat het pad geleidelijk omhoog, je
klimt hier 60 meter. Vanaf het hoogste punt loop je nog 1,5
kilometer over een meer vlak terrein. Je komt dan uit bij een
splitsing. Je kan hier nog eens 1,5 kilometer verdergaan in
noordelijke richting (dit is de langere route), het pad eindigt bij
de Staircase Rapids en Four Stream. Daarna loop je via datzelfde pad
terug naar de splitsing. Daar steek je de rivier over via een houten
brug. Je loopt dan via de andere oever terug naar het Ranger
Station. Onderweg passeer je een gebied dat enige tijd geleden door
brand is getroffen.
- Wagonwheel Lake Trail
Beginpunt: bij het Staircase Ranger Station
Lengte: 9 kilometer (heen en terug)
Hoogteverschil: bijna 1000 meter
Seizoen: juni tot begin oktober
Deze zware trail gaat naar een bergmeer aan de noordzijde van de
Copper Mountains. Het pad gaat door een bosrijk gebied, en deels via
bochten klim je bijna voortdurend steil omhoog. Het laatste stuk is
minder steil. Wagonwheel Lake ligt op een hoogte van 1250 meter.
|
|
Wandelen
Er zijn talrijke korte en lange wandelingen mogelijk,
bovenstaand is een deel van de kortere trails beschreven. Bij de
Visitor Centers en Ranger Stations kan je recente informatie krijgen
over de toestand van de diverse paden.
Watersport
Op diverse plaatsen in het park, bv. op de Hoh River, de
Elwha River en Lake Crescent, worden kayaks en kano's verhuurd,
en rafttochten georganiseerd. Waterskiën is toegestaan op Lake
Crescent en Ozette Lake. Klik hier voor meer informatie.
Wintersport
Vanaf Hurricane Ridge Visitor Center worden van eind
december tot eind maart begeleide Snowshoe Walks georganiseerd,
tijdens weekenden en vakanties. Er worden sneeuwschoenen
beschikbaar gesteld.
Hurricane Ridge is ook het belangrijkste centrum vanwaar
cross-country ski trails en downhill ski trails beginnen. |
|
Olympic
heeft een gematigd zeeklimaat met aangename zomers en milde winters. De
verschillen in neerslag tussen de oost- en de westzijde zijn enorm
groot. In het oosten valt gemiddeld slechts 43 cm neerslag per jaar,
maar in de regenwouden die slechts 40 mijl verder naar het westen
liggen, is dat 10x zo veel. Bijna 80% van de jaarlijkse regenval vindt
plaats in de zes maanden van oktober tot en met maart. De overgang van
het natte naar het droge seizoen (en andersom) gaat vaak heel
geleidelijk. In de hoger gelegen gebieden valt de neerslag vaak in de
vorm van sneeuw.
Tijdens
de lente komt vaak veel wind voor. In de laag gelegen gebieden liggen de
temperaturen tussen de 2º en 16º C. In de zomermaanden kan het 18º C tot
26º C worden, slechts zeer incidenteel gaat de temperatuur richting de
30º C. Rondom waterrijke gebieden is het vaak wat koeler. 's Nachts
koelt het af tot ongeveer 7º C. Vooral tijdens de tweede helft van de
zomer, en tijdens het begin van de herfst, komen mistbanken en lage
wolken 's nachts vanaf de zee het land binnendrijven. Het duurt dan vaak
tot halverwege de dag voordat het weer helder is. Er kunnen nog flinke
regenbuien voorkomen, maar over het algemeen zijn de zomers redelijk
droog. In de hoger gelegen gebieden komen soms heftige buien voor.
In de herst wordt het 2º tot 18º C. Het regent vaker dan in de zomer, en er
kan ook veel wind voorkomen. In de hoger gelegen gebieden sneeuwt het
soms.
Tijdens de winter is het gemiddeld 4º C. 's Nachts koelt het slechts enkele
graden af, tot net beneden het vriespunt. In de lager gelegen gebieden
sneeuwt het soms, maar de sneeuw blijft over het algemeen niet lang
liggen. Dit in tegenstelling tot de berggebieden.

|
|
Hotels
Lake Crescent Lodge ligt aan de Lake Crescent Road, en is geopend van eind april tot oktober.
Log Cabin Resort ligt aan de East Beach Road bij Lake Crescent, en is gedurende het grootste deel van het jaar geopend.
Alleen tijdens een deel van de winter is dit hotel tijdelijk gesloten.
Sol Duc Hot Springs Resort is in de lente en zomer
dagelijks geopend, en tijdens de herfst alleen gedurende de weekenden. In de
winter is het hotel gesloten.
In de
plaatsen rondom het park zijn ook veel hotels aanwezig, bijvoorbeeld Lake Quinault Lodge. |
|
Visitor Centers en Ranger Stations
In elk van de beschreven gebieden is een Visitor
Center of een Ranger Station aanwezig. De openingstijden daarvan
verschillen, en tijdens de wintermaanden zijn niet alle faciliteiten
dagelijks geopend. De voornaamste Visitor Centers zijn:
- Olympic National Park Visitor Center
Locatie: in Port Angeles aan de Mt. Angeles Road, op korte afstand van Highway 101
In februari en maart is dit Visitor Center gesloten op woensdagen.
- Wildernis Information Center

Locatie: in Port Angeles, achter het Olympic National Park Visitor
Center
Van half maart tot eind april: geopend van vrijdag tot en met dinsdag
Van begin mei tot half juni: dagelijks geopend van 08.00 tot 16.30 uur
Van half juni tot begin september: dagelijks geopend, tot 18.00 of
19.00 uur
- Hoh Rain Forest Visitor
Center
Het hele jaar door dagelijks geopend van 09.00 tot 16.00 uur
- Hurricane Ridge Visitor
Center
Als de Hurricane Ridge Road open is, is ook het Visitor Center
geopend. Maar de informatiedesk is alleen bemand op vrijdag,
zaterdag en zondag, van 10.00 uur tot 16.00 uur. Gedurende de
wintermaanden is het Visitor Center elke dinsdag en woensdag
gesloten.
Tanken
bij Kalaloch Lodge
in de plaatsen rondom het park
Autoreparatie
in de plaatsen rondom het park
Winkels (alleen camping- en picknickbenodigdheden)
Kalaloch Lodge
Sol Duc Hot Springs Resort
Log Cabin Resort
The Lost Resort bij Ozette Lake
Fairholm General Store bij Lake Crescent (ook levensmiddelen)
Gift shops
Hurricane Ridge Visitor Center
Kalaloch Lodge
Lake Crescent Lodge
Sol Duc Hot Springs Resort
Log Cabin Resort
Fairholm General Store bij Lake Crescent |
|
|
 |
|
|
|