 |
|
 |
Death Valley National Park |
|

op 18 oktober 2015 zijn door heftig noodweer diverse wegen in het park ernstig beschadigd. Als gevolg daarvan is de Scotty's Castle Road nog steeds afgesloten. De reparatiewerkzaamheden zullen pas in 2018 beginnen. Scotty's Castle blijft nog gesloten tot in 2019. |
|
|
Grootte : 13.648 vierkante kilometer
Hoogte : variërend van 86 meter onder het zeeniveau (Badwater) tot 3.368 meter boven het zeeniveau (Telescope Peak).
Nationaal Park sinds : 31 oktober 1994
Aantal bezoekers in 2012 : 984.568 |
 |
Death Valley is de heetste, droogste en laagste plek van heel Noord-Amerika.
Ondanks dit afschrikwekkende imago, is dit Nationale Park erg populair bij
natuurliefhebbers. De vallei bevindt zich voor een belangrijk deel beneden
het zeeniveau, en wordt omringd door hoge bergtoppen die vaak met sneeuw
zijn bedekt.
De unieke flora en fauna hebben zich aangepast aan de extreme
omstandigheden. Je vindt hier prachtige zandduinen, uitzonderlijk mooie
rotsformaties, schitterende woestijnlandschappen, kraters en ook plekken met
culturele achtergronden. De hoogste temperatuur die ooit in het park werd gemeten – in juli 1913 -
was 56,7 graden Celcius. De extreme hitte van Death Valley is vooral
voelbaar in Badwater; deze zoutvlakte ligt 85,5 meter onder zeeniveau, en is
daarmee het laagste punt van het hele westelijke halfrond. Andere populaire
bestemmingen zijn de uitkijkpunten Dante’s View, vanwaar je een weids
uitzicht hebt over de vallei, en Zabriskie Point, waar je grillig gevormde,
kleurrijke rotsen in het woestijnlandschap kan zien. Ook de prachtige
zandduinen nabij Stovepipe Wells worden door veel toeristen bezocht. |
|
Death
Valley ligt in het zuidoosten van de staat Californie. Een klein
gedeelte van het park ligt in de staat Nevada. Gedetailleerde kaart van Death Valley (pdf formaat, 1 Mb)
Er lopen 3 Interstates
parallel aan het park. Aan de oostzijde, in Nevada, is dat Interstate
95. Je vindt hier afslagen richting Death Valley bij Scotty's Junction,
Beatty en Lathrop. Aan de
zuidzijde, in California, loopt Interstate 15. Hier ligt een afslag naar
Death Valley bij het plaatsje Baker. Aan de westzijde, ook in
California, ligt Interstate 395 met afslagen bij de plaatsen Lone Pine
en Olancha. De voornaamste weg in Death Valley is California Highway
190, die het park doorsnijdt van oost naar west. |
Afstanden naar het park (Furnace Creek) |
|
- Los Angeles
- Los Angeles (Santa Monica)
- Los Angeles (Santa Ana)
- Las Vegas
- Bakersfield
- Palm Springs
- Visalia
- Lee Vining
- Mammoth Lake
- St. George |
290 mijl
339 mijl
288 mijl
133 mijl
222 mijl
305 mijl
306 mijl
227 mijl
205 mijl
243 mijl |
-
-
-
-
-
-
-
-
-
- |
467 km
546 km
463 km
214 km
357 km
491 km
493 km
365 km
330 km
391 km |
- 5.15 uur
- 6.30 uur
- 5.15 uur
- 2.55 uur
- 4.55 uur
- 5.35 uur
- 6.25 uur
- 5.15 uur
- 4.45 uur
- 4.45 uur |
|
|
|
|
|
Voor toegang tot dit park wordt een entreeprijs gevraagd. Kijk voor een actueel overzicht op de pagina Parkprijzen.
Natuurlijk kan je er ook voor kiezen om de America the Beautiful Pass te kopen. Deze pas kost 80 dollar, en geeft gedurende 1 jaar toegang tot ruim tweeduizend parken (waaronder de door de NPS beheerde parken). Bij de meeste parken is de pas geldig voor alle inzittenden van een personenauto of camper. |
|
- Houd bij wandeltochten rekening met de soms extreem hoge
temperaturen. Op de trails is nergens water te vinden, neem dus zelf
ruim voldoende water mee (minstens 4 liter per persoon per dag).
- Het water in bronnen en stroompjes is besmet met ziektekiemen, en daarom niet drinkbaar.
- Tekenen van uitdroging zijn: duizeligheid, misselijkheid en
hoofdpijn. Als je hiervan last hebt, ga dan onmiddellijk uit de
zon en drink zoveel mogelijk water. Het nat maken van je kleding
helpt bij het omlaag brengen van je lichaamstemperatuur.
- Draag een shirt, een hoed met een brede rand en een zonnebril.
En neem zonnebrandolie mee.
- Ga geen ravijnen in als het dreigt te gaan regenen.
- Als je langdurig gaat wandelen, zorg dan dat altijd iemand weet
waar je bent en hoe laat je verwacht terug te zijn. Je kan
hiervoor ook formulieren invullen bij een van de Ranger
Stations.
- Zorg dat je altijd voldoende getankt hebt. Tanken buiten het
park is goedkoper dan in het park zelf.
- Let voortdurend op de temperatuur van de auto. Als de motor
oververhit dreigt te raken, zet dan de airco uit. Op diverse
plaatsen naast de weg is radiatorwater verkrijgbaar (zie
hiervoor het onderdeel 'Voorzieningen').
- Als je een camper hebt gehuurd, informeer dan vooraf bij het
verhuurbedrijf of er speciale regels gelden voor Death Valley.
De meeste verhuurbedrijven staan niet toe dat je in de
zomermaanden met een camper door het park heenrijdt.
Waarschuwing
Kijk ook op onze pagina "Ga niet onvoorbereid naar eenzame gebieden !" |
|
Aan de weg van Furnace Creek naar Shoshone (Badwater Road) |
|
Net ten zuiden van het Furnace Creek Visitor Center splitst de weg zich in
tweeën. Linksaf ga je via de CA-190 naar het plaatsje Death Valley Junction,
rechtsaf ga je via de Badwater Road naar het plaatsje Shoshone. We volgen
eerst de Badwater Road.
De eerste stopplaats vind je op 2 mijl voorbij de splitsing, de
parkeerplaats heet Golden Canyon Parking Area. Hier beginnen twee
trails:
-
Golden Canyon Trail (3,2 kilometer - heen en terug)
Deze populaire trail biedt een geweldig uitzicht over het hart van
Death Valley. Je begint de wandeling bij de ingang van de kleurrijke
canyon op 49 meter onder het zeeniveau, en klimt dan tijdens de eerste
anderhalve kilometer omhoog tot 91 meter boven het zeeniveau. Aan het
einde van de trail kan je nog zo'n 800 meter verder lopen, tot aan de
rotsformatie Red Cathedral. Het is ook mogelijk nog verder te lopen, tot
aan Zabriskie Point. De wandeling is dan 6,5 kilometer lang.
-
Gower Gulch Loop (6,4 kilometer - loop)
Je loopt dezelfde route als bij de Golden Canyon Trail. Voorbij Red
Cathedral neem je de afslag richting Gower Gulch Canyon. Je loopt door
de golvende heuvels naar deze canyon, die net als Golden Canyon erg
kleurrijk is.In dit gebied zie je nog veel overblijfselen van de oude mijnen.
De volgende trail staat niet aangegeven. Als je deze wilt gaan lopen zal je
dus erg goed moeten opletten dat je er niet aan voorbij rijdt. Het beginpunt
ligt op ongeveer 4 mijl vanaf het begin van Badwater Road.
-
Desolation Canyon (ruim 3 kilometer - heen en terug)
Tijdens deze wandeling loop je door een stoffige, nauwe canyon. Er
zijn verschillende vertakkingen, waarbij je steeds rechts moet
aanhouden. In het begin is de canyon ongeveer 10 meter diep, daarna
wordt het minder diep en kom je bij een uitkijkpunt vanwaar je uitzicht
hebt over Artist's Drive en over enkele zoutvlakten. De wandeling duurt
heen en terug ongeveer 1 uur.
Tien
mijl ten zuiden van het Visitor Center begint de 9 mijl lange
eenrichtingweg Artist's Drive. Het eindpunt ligt ook aan Badwater Road,
enkele mijlen dichter bij het Visitor Center. De weg is smal, zit vol
soms erg scherpe bochten, en heeft veel hoogteverschillen. Je kan dan
ook niet sneller rijden dan ongeveer 15 mijl per uur. Je ziet rotsen in
allerlei kleuren (roze, groen, paars, bruin, zwart), bewijsstukken van
de meest heftige vulkanische activiteiten die in Death Valley hebben
plaatsgehad. Er zijn onderweg veel plaatsen waar je kunt stoppen om foto's te maken en korte wandelingen te
maken. De meest fotogenieke plek is Artist's Palette, het is hier vooral
schitterend tijdens zonsondergang. Tijdens het laatste gedeelte van de
rit gaat de weg vooral omhoog, en word je beloond met een prachtig
uitzicht over de zoutvlakte in het westen.
Als
je weer verder naar het zuiden rijdt, via Badwater Road, dan kan je
3 mijl voor de afslag naar Artist's Drive (13 mijl ten zuiden van
het Visitor Center), rechtsaf via een onverharde weg. Die weg is ruim 1 mijl lang, en aan het eind ervan kan je Devil's
Golf Course zien. Dit is een uitgestrekte vlakte zonder
plantengroei. De oppervlakte is scherp en erg ongelijk, vol met
holtes en zoutpilaren die soms wel 30 centimeter hoog zijn. Lopen is
hier erg lastig, er zijn dan ook geen trails. Een erg mooi moment om
Devil's Golf Course te bekijken, is gedurende zonsopgang. Het is
hier doodstil, tot het moment dat de temperatuur begint te stijgen. Als
je goed luistert, hoor je allerlei kleine plopjes, een geluid dat
steeds duidelijker wordt. Dit zijn de miljoenen kleine
zoutkristallen die door de hitte openbarsten. Kort voorbij de afslag
naar Devil's Golf Course kom je bij een volgende afslag, naar links
deze keer. Het gaat om een onverharde weg van 2,5 mijl lengte, die
eindigt bij een parkeerplaats. Daar begint:
-
Natural Bridge Canyon Trail (1,6 kilometer - heen en
terug)
Tijdens de gemiddeld zware trail ga je heuvel op door een nauwe
canyon. Je komt na een halve kilometer uit bij een grote natuurlijke
brug, die een overspanning heeft van 14 meter. De rots waarin deze
natuurlijke brug is gevormd, is naar geologische maatstaven nog vrij
jong: slechts een paar miljoen jaar.
Naast de Badwater Road strekt zich een enorme
zoutvlakte uit, het Badwater Basin. De beste plek om de zoutvlakte te
bekijken ligt 18 mijl ten zuiden van het Visitor Center; er zijn daar een
aantal vlonders aangelegd zodat je eenvoudig een klein stukje het gebied in
kan lopen. Op een bordje staat aangegeven dat het Badwater Basin zich op
85,5 meter beneden zeeniveau bevindt; het exacte laagste punt ligt echter
niet op deze plek, maar enkele kilometers verder op de vlakte. Het is het
laagste punt op het westelijk halfrond. Ergens op de rotswand naast de weg
is een bordje aangebracht, waarop het SEA LEVEL wordt aangegeven. In het
Badwater Basin vormt zich na een regenbui een groot en heel ondiep meer. Het
gebied droogt nooit helemaal op, er leeft hier zelfs een unieke vissoort, de
Death Valley pupfish. Bij de vlonders staat vaak een ondiepe plas water,
waarin je deze visjes kan zien.
Vanaf Badwater kan je nog
geruime tijd verder naar het zuiden rijden. De weg buigt af naar het oosten,
en komt buiten het park uit bij het plaatsje Shoshone. |
|
Aan de weg van Furnace Creek naar Death Valley Junction (CA-190) |
|
Net
ten zuiden van het Furnace Creek Visitor Center splitst de weg zich in
tweeën. Linksaf ga je via de CA-190 naar het plaatsje Death Valley
Junction, rechtsaf ga je via de Badwater Road naar het plaatsje
Shoshone. We volgen nu de CA-190 in zuid-oostelijke richting. Na ruim 4
mijl kom je bij een parkeerplaats. Hier ga je te voet omhoog, via een
steil, verhard pad van ongeveer 200 meter. Daar ligt het uitkijkpunt
Zabriskie Point. Je hebt hier een adembenemend mooi uitzicht op een
bijna onaards woestijnlandschap, badlands genaamd. Verrassend genoeg is
dit landschap vooral gevormd door water!Het
regent niet vaak in Death Valley, maar de weinige buien die er zijn,
zijn vaak bijzonder heftig. Het water kan niet wegzakken in de bodem, en
daardoor moet er in korte tijd heel veel water worden afgevoerd,
waardoor diepe geulen ontstaan in het zachte gesteente. De badlands zijn
dus het resultaat van extreme watererosie. De meeste toeristen beperken
zich tot het uitkijkpunt, het is echter ook mogelijk de omliggende
heuvels te beklimmen voor een nog beter uitzicht, of om naar de eerder
beschreven Golden Canyon of Gower Gulch te lopen. Het uitzicht vanaf
Zabriskie Point is het mooist tijdens zonsopgang. Kort voorbij Zabriskie Point ligt aan de rechterkant van de weg een 2,6
mijl lange onverharde weg met de naam 20 Mule Team Canyon. Deze weg
loopt door een gebied met kleurrijke rotsen, badlands en desolate
heuvels, die zijn gevormd tijdens het droogvallen van een oud meer.Tussen
1882 en 1890 reden hier 20 teams met door muilezels voortgetrokken
karren die borax vanuit de mijnen vervoerden. Op de 20 Mule Team Canyon Road is sprake van eenrichtingverkeer. Onder
normale omstandigheden is de weg eenvoudig begaanbaar, ook voor gewone
personenauto's. Houd wel rekening met een korte, steile afdaling net
voordat je State Route 190 weer bereikt. Vlak voor het einde van het
park, 12 mijl ten zuidoosten van het Visitor Center, kan je rechtsaf via
een 13 mijl lange verharde weg met de naam Dante's View Road. Tijdens
het laatste stuk gaat de weg via een aantal haarspeldbochten steil
omhoog, je mag hier niet rijden met voertuigen die langer zijn dan 7.70
meter. De weg komt uit bij een van de meest spectaculaire uitkijkpunten
van heel Death Valley: Dante's View. Je kan vanaf hier zowel het hoogste
punt in Death Valley zien (Telescope Peak, 3.368 meter), als ook het
laagste punt (Badwater, 86 meter onder het zeeniveau). Je bevindt je
hier 1700 meter boven Badwater, dat hemelsbreed gezien op slechts 2 mijl
afstand ligt. Het is hier gemiddeld 20°C minder warm dan in de vallei.
Het uitzicht is het mooist in de vroege ochtend. Er zijn hier geen
trails, maar het is wel mogelijk om hier wandeltochten te maken. Tijdens
een wandeling naar Mount Perry (4 mijl ten noorden van Dante's View) heb
je geweldig mooie uitzichten naar alle richtingen. Je rijdt via Dante's
View Road weer naar de CA-190. Via die weg kan je het park uitrijden,
richting het plaatsje Death Valley Junction. |
|
 |
 |
|
- Dante’s Ridge Trail
Lengte: 1,6 kilometer naar het eerste uitkijkpunt (heen en terug)
Lengte: 13 kilometer naar de top van Mount Perry (heen en terug)
Deze trail gaat naar de top van Mount Perry, aan de noordzijde van
Dante’s View.
Loop vanaf de parkeerplaats terug naar de weg; de Dante’s Ridge
Trail begint op ongeveer 150 meter afstand van de parkeerplaats, in
de laatste bocht van de Dantes View Road. De trail wordt niet
aangegeven. Het begin van de trail is wat lastig, omdat je hier
omhoog loopt en omdat er veel kleine, losse stenen liggen. Het pad
wordt al gauw veel vlakker, en de rest van de wandeling is vrij
eenvoudig. Na 800 meter bereik je een bergtop vanwaar je een
geweldig uitzicht hebt over het Badwater Basin en de Panamint
Mountains. Dit is het einde van de officiële trail; je kan echter
wel verder lopen tot aan de top van Mount Perry, op 6,5 kilometer
ten noorden van Dante’s View.
- Trail vanaf de parkeerplaats
Behalve de
hierboven beschreven Dante’s Ridge Trail zijn er geen officiële
wandelingen rondom Dante’s View. Het is echter wel heel goed
mogelijk om vanaf de parkeerplaats nog een flink stuk te wandelen.
Aan het einde van de parkeerplaats kan je nog honderden meters
verder lopen via een bergkam; je moet daarbij wel regelmatig flink
wat hoogteverschillen overbruggen. Hoe verder je loopt, hoe meer
uitzicht je hebt zowel in zuidelijke als in noordelijke richting.
|
|
De CA-190 ten noorden van Furnace Creek en ten westen van Stovepipe
Wells |
|
Vanuit Furnace Creek kan je via de CA-190 naar het noorden rijden. De
CA-190 buigt op een gegeven moment af naar het westen, richting
Stovepipe Wells. Je kan ook verder naar het noorden rijden, richting
Scotty's Castle en Ubehebe Crater. We volgen hier de CA-190 in
noordelijke en vervolgens westelijke richting.
In 1881 werden in Death Valley mineralen gevonden waarmee o.a.
zeepproducten kunnen worden gemaakt. Twee bedrijven startten met het
ontginnen van deze mineralen, Eagle Borax Works in 1881, en Harmony
Borax Works in 1882. 1 mijl ten noorden van het Furnace Creek Visitor
Center liggen de overblijfselen van de Harmony Borax Works:
14 mijl ten noorden van het Visitor Center kan je linksaf, via een korte
onverharde weg, naar het beginpunt van de:
-
Salt Creek Interpretive Trail
(800 meter - heen en terug)
Dit is een eenvoudige wandeling over een houten looppad bij een klein
stroompje. Je kan hier de vooral in woestijngebieden voorkomende
vissoort 'pupfish' zien, en ook andere soorten 'wildlife'. Deze trail
kan het beste gelopen worden laat in de winter of vroeg in de lente.
De
CA-190 buigt nu af naar het westen. Rechts van de weg liggen de Death
Valley Sanddunes. Er zijn meer zandduinen in Death Valley, maar deze
zijn het makkelijkst bereikbaar. Het gebied waarin deze duinen liggen
heet Mesquite Flat, en het wordt aan alle kanten door bergen omsloten.
Het zand waardoor deze duinen zijn gevormd, komt vooral uit de in het
noorden en noordwesten gelegen Cottonwood Mountains. Er zijn hier geen
officiële trails, maar het is wel toegestaan het gebied in te lopen.
Veel toeristen kiezen ervoor de hoogste duintop, op ongeveer 3 kilometer
afstand van de CA-190, te beklimmen. De beste tijd om hier te gaan lopen
is vroeg in de ochtend, of laat in de avond. Ook wandelingen in het
maanlicht zijn populair. Net ten westen van de Death Valley Sanddunes loopt de CA-190 door het dorpje
Stovepipe Wells. Kort voorbij dit dorp kan je linksaf gaan via een 2 mijl
lange onverharde weg, waar je uitkomt bij de:
- Mosaic Canyon Trail
(variërend van 1,6 tot 6,5 kilometer - heen en terug)
Dit
is een erg mooie en daarom ook populaire trail. Draag stevige schoenen, want
hier en daar moet je wel wat over rotsen heen klimmen. Je loopt een zeer nauw
ravijn in met wanden die lijken te bestaan uit marmeren, gepolijste knikkers. Na
ongeveer 800 meter wordt het ravijn veel breder, en krijg je een uitzicht op de
nabij gelegen Tucki Mountain, waar soms bighorn sheep te zien zijn. Je kan vanaf
de parkeerplaats ruim drie kilometer het ravijn inlopen, totdat de trail wordt
geblokkeerd. Het tweede gedeelte is echter minder mooi dan het eerste gedeelte,
de meeste toeristen lopen dan ook niet de gehele trail.
Als je via de CA-190 verder naar het westen rijdt, ga je richting de Panamint Mountains, de grootste en hoogste bergen van Death Valley. Dertien kilometer ten westen van Stovepipe Wells kan je linksaf via de Emigrant Canyon Road. Dit is een vrij onbekende route waar je weinig andere toeristen tegen zult komen. Het is hier minder rotsachtig dan in de andere delen van Death Valley, en er is vrij veel begroeiïng langs de kant van de weg. Op sommige stukken is de weg erg smal en bochtig. Na 21 mijl bereik je een splitsing. Via de weg die rechtsaf gaat (de deels onverharde Wildrose Peak Road) rijdt je het park uit, richting de plaats Trona. Je kan ook linksaf naar de Charcoal Kilns rijden. De laatste 2,7 mijl van deze rit zijn onverhard en vrij washboarded. De Charcoal Kilns zijn 10 historische stenen gebouwtjes die zijn gebouwd in het jaar 1877, en die in gebruik zijn geweest als houtskoolovens. Ze zijn elk 7,5 meter hoog, en hebben een omtrek van 9 meter. Omdat de goudmijnen die het houtskool gebruikten niet meer rendabel waren, zijn de Charcoal Kilns slechts enkele jaren in gebruik geweest. De ovens zijn wel bijzonder goed bewaard gebleven. Dicht bij de Charcoal Kilns begint de:
-
Wildrose Peak Trail
Deze trail is ruim 13 kilometer lang, en is alleen geschikt voor
ervaren hikers. In totaal moet je een hoogteverschil overwinnen van
ongeveer 670 meter. Op de top van Wildrose Peak heb je een onvergetelijk
mooi uitzicht over Death Valley. Als de omstandigheden goed zijn, kan
een ervaren hiker de tocht in vier uur volbrengen. Van december tot mei
kan er sneeuw of ijs voorkomen.
Vanaf de Charcoal Kilns kan je nog verder rijden over het vaak slecht
begaanbare pad, tot aan de kampeerplaats Mahogany Flat Campground. Ook hier
begint een zware trail:
-
Telescope Peak Trail
De trail begint op een hoogte van ongeveer 2500 meter, en stijgt
vervolgens nog eens 900 meter. Van december tot mei kan je dan ook te
maken krijgen met sneeuw of ijs. De trail is ruim 22 kilometer lang, en
neemt gemiddeld acht uur in beslag.
De CA-190 gaat verder in westelijke richting. Van de afslag Emigrant Canyon
Road tot aan de volgende afslag, de Panamint Valley Road, bedraagt de
afstand 18 mijl. Via deze weg kan je 15 mijl naar het zuiden rijden, en
vandaar vervolgens weer 9 mijl naar het noordoosten. Het laatste gedeelte
gaat dan via een onverharde, smalle en zeer bochtige weg, die verboden is
voor voertuigen die langer zijn dan 7,7 meter. Je komt dan uit op de
hierboven beschreven Emigrant Canyon Road.
Voorbij de afslag Panamint Valley Road begin je aan het laatste gedeelte
van de CA-190 dat nog binnen het park valt. Ongeveer 30 mijl ten westen
van Stovepipe Wells ligt het Panamint Spring Resort, een klein hotel in
western-stijl. Nog eens 1 mijl verder begint aan de linkerkant van de
weg een onverhard pad van 2 mijl, dat gaat naar het beginpunt van de:
Kort voordat je Death Valley uitrijdt, kan je nog een stop maken bij het
uitzichtpunt Father Crowley Point, dat is vernoemd naar 'Padre of the Desert
John Crowley' (1891-1940). Je hebt hier vanaf een hoog punt een schitterend
uitzicht over de vallei. |
Het gebied ten noorden van de CA-190 |
|
Ongeveer 12 mijl ten noorden van het Furnace Creek Visitor Center vind je
aan de CA-190 een afslag naar rechts. Deze verharde weg heet Beatty Cutoff
Road en is 10 mijl. Het einde van de weg komt uit op de weg die begint bij
het plaatsje Beatty (in Nevada) en die aansluit op de CA-190 in de buurt van
Stovepipe Wells.
- Keane Wonder Mine Trail
(ruim drie kilometer, heen en terug)
In 1903 werd hier door o.a. de Ierse mijnwerker John Keane naar
zilver gezocht. Hij vond echter geen zilver, maar wel een grote
hoeveelheid goud. Tot aan 1911 heeft hij voor meer dan $ 600.000,-
goud gedolven. Vandaar dat hij zijn mijn de naam "Wonder Mine" gaf.
De trail gaat via een zeer steil en smal pad omhoog van de
overblijfselen van een molen naar de 460 meter hoger gelegen Keane
Wonder Mine. Het is verboden deze mijn in te gaan. Het uitzicht over
Death Valley is hier erg mooi.
- Keane Wonder Springs
(ruim drie kilometer, heen en terug)
Je volgt een pijpleiding in noordelijke richting, tot aan de
overblijfselen van een oude molen en een oud hutje.
Op het punt waar de CA-190 naar het westen afbuigt, richting Stovepipe
Wells, kan je via de ongeveer 37 mijl lange Scotty's Castle Road ook verder
naar het noorden rijden. Onderweg kom je aan de rechterkant een onverharde
weg tegen die 3 mijl verder eindigt bij de Titus Canyon Mount Parking Area.
Titus Canyon Narrows
(te voet, heen en terug, vijf kilometer)
Je kan hier een wandeling maken door Titus Canyon, een van de mooiste ravijnen in Death Valley.
- Titus Canyon Narrows
(met de auto, enkele afstand, 29 mijl)
Je kan ook door Titus Canyon heen rijden, omdat de canyon erg smal is geldt er eenrichtingverkeer. De rit begint nog buiten de parkgrens, enkele mijlen ten westen van de plaats Beatty aan de NV-374. In het begin rijd je door een gebied met veel struikgewas, na 2 mijl ga je het park in. Dat is ook het punt van waar eenrichtingverkeer geldt. Het pad gaat nu geleidelijk aan omhoog, ongeveer 12 mijl nadat je aan de rit bent begonnen bereik je het hoogste punt, Red Pass. Het uitzicht vanaf dit hoge punt is zeer indrukwekkend. De afdaling voorbij Red Pass is smal en erg bochtig, en het wegoppervlak kan er erg slecht zijn. High clearance is dan ook absoluut noodzakelijk. Je passeert het oude mijnstadje Leadfield, waar omstreeks het jaar 1926 ongeveer 300 mensen hebben gewoond. De overblijfselen van deze ghost town zijn niet erg fotogeniek. Direct voorbij Leadfield rijd je Titus Canyon in, de wanden bestaan hier uit vele door geologische krachten schuingedrukte lagen. Eerst is de canyon nog vrij breed, op een vrij open plek ligt aan de rechterkant een rots waar je petroglyphs kunt bekijken. Deze plek wordt met een bord aangeduid, de petroglyphs bevinden zich op de linkerzijde van de rots. Verderop wordt de canyon veel smaller, maar het blijft overal vrij eenvoudig om tussen de wanden door te sturen. De canyon eindigt bij de hierboven genoemde Titus Canyon Mount Parking Area, vandaar is het nog 3 mijl rijden (tweerichtingverkeer) tot aan de Scotty’s Castle Road.
|
|
Na
een rit van 33 mijl splitst Scotty's Castle Road zich in tweeën. Via
de linkse vertakking kan je nog 5 mijl verder rijden, in
noordwestelijke richting. Je komt hier terecht in een haast
surrealistisch landschap, ontstaan door vulkanische activiteiten. De
eruptie die de Ubehebe Crater (ruim 800 meter breed en 235 meter
diep) heeft doen ontstaan, moet gigantisch geweest zijn. Ubehebe is
een Indiaanse naam, het betekent: grote mand in een rots.
- Ubehebe Crater Trail
(2400 meter - om de rand van de krater)
De krater ligt direct bij de parkeerplaats. Je kan om de rand van de
krater heen wandelen, ook kan je naar de bodem van de krater afdalen. De
klim omhoog is dan wel behoorlijk zwaar!
|
|
 |
|
- Little Hebe Crater Trail
(1600 meter - heen en terug)
In dit gebied liggen ook diverse kleinere kraters. Little Hebe Crater
ligt, gezien vanaf de parkeerplaats, direct rechts van Ubehebe Crater.
De korte maar wel steile wandeling naar Little Hebe Crater neemt
ongeveer 10 minuten in beslag.
Als je via de 5 mijl lange verharde weg terugrijdt, kom je weer uit bij de
eerder genoemde splitsing van Scotty's Castle Road. De andere vertakking
gaat naar het noordoosten, door Grapevine Canyon. Na 3 mijl kom je uit bij:
- Scotty's Castle
Gedurende de jaren twintig van de vorige eeuw bouwde de rijke zakenman Albert
Johnson hier deze replica van een Spaans landhuis. Hij deed dat omdat zijn
gezondheid baat zou hebben bij het droge, warme klimaat van Death Valley. Het
gebouw, dat 25 kamers heeft, is erg indrukwekkend. Het meubilair is destijds
vanuit Europa naar Amerika verscheept. Het kasteeltje heeft z'n naam te danken
aan een goede vriend van Johnson, de goudzoeker Walter Scott die hierna de dood
van Johnson heeft gewoond, en hier ook begraven ligt. Er worden hier
rondleidingen verzorgd, en soms worden er zelfs toneelstukjes opgevoerd die de
bezoekers terugvoeren naar de tijd van Johnson en Scott. Tijdens drukke dagen
kunnen er wachttijden van enkele uren ontstaan!
|
|
 |
 |
|
- The Racetrack Playa
Dit is een uitzonderlijk vlak opgedroogd meer tussen de Cottonwood Mountains en de Last Chance Range. Hier vindt een van de meest intrigerende geologische puzzels van Death Valley plaats: dat van de mysterieuze bewegende rotsen. Op het oppervlak van de Racetrack Playa liggen veel stenen waarvan de zwaarste zo'n 320 kilogram weegt. Achter een aantal van deze stenen hebben zich geulen gevormd, sommigen kort, sommigen lang, sommigen recht, sommigen bochtig. Het is duidelijk dat deze stenen zich verplaatsen, maar nog nooit heeft iemand dit daadwerkelijk gezien! De meeste bewegende stenen zijn te vinden op het zuidelijke uiteinde van de playa. In het noorden ligt een ‘eiland’ dat bestaat uit heel donker bedrock-gesteente. Dit eiland wordt The Grandstand genoemd, de Tribune. De Racetrack Playa is bereikbaar via de 34 mijl lange onverharde Racetrack Valley Road die begint in de buurt van Ubehebe Crater. Het wegoppervlak bestaat uit veel kleine steentjes, die er om bekend staan dat ze regelmatig lekke banden veroorzaken. Zorg er dus voor dat je, als je deze weg gaat rijden, een goede reserveband en een krik in de auto hebt liggen. Controleer vooraf de kwaliteit van je banden, en neem ruim voldoende water mee. Een huurauto is op een onverharde weg niet verzekerd, eventuele schade en sleepkosten worden niet vergoed. Als je niet onverzekerd wilt rijden, kan je er voor kiezen om een Jeep te huren bij het bedrijf Farabee, dat is gevestigd tegenover de Furnace Creek Inn.
|
|
 |
 |
|
- Lost Burro Mine
Volgens een oude legende heeft in het jaar 1907 ene Bert Shively een goudader ontdekt op het moment dat hij in een afgelegen vallei naar zijn weggelopen ezel (burro) zocht. De vondst leidde tot de oprichting van de Lost Burro Mine, die met grote tussenpozen tot halverwege de jaren ’70 in gebruik is geweest. De overblijfselen van de Lost Burro Mine bestaan uit een cabin die nog is ingericht met het oude meubilair en gebruiksvoorwerpen. Verder zie je hier een oud, vervallen schuurtje, een mijningang en de ruïne van de oude stamp mill. De Lost Burro Mine kan alleen worden bereikt als je een auto met 4WD, high clearance en zeer goede banden hebt. Een gewone huur SUV is absoluut niet voldoende! Neem bij de Ubehebe Crater de Racetrack Valley Road, en rijd 22 mijl naar het zuiden. Op de Teakettle Junction ga je linksaf via de Hidden Valley Road, na ruim 3 mijl ga je rechtsaf via een zeer smalle zijweg die vanwege washouts bijzonder lastig begaanbaar is. De Lost Burro Mine ligt 1 mijl verder aan het einde van deze weg.
- Big Pine Road / Eureka Sand Dunes
Dicht bij Ubehebe Crater begint de
48 mijl lange, grotendeels onverharde Big Pine Road. In het begin rijd
je recht naar het noorden door een uitgestrekte vallei, terwijl je links
van je de Last Chance Range ziet, een bergketen waarvan sommige toppen
een hoogte van 2,5 kilometer bereiken. Er komen slechte weggedeeltes
voor, maar met een auto met high clearance is de weg goed te berijden.
Na enkele tientallen kilometers bereik je Crankshaft Junction, ook wel
Crankshaft Crossing genaamd. Hier staat een opvallende wegwijzer,
waaronder allerlei verroeste krukassen liggen. Bij de kruising buigt de
Big Pine Road naar links, richting het westen. Je rijdt hier het park
uit, maar de weg blijft wel steeds de grens van het park volgen. De omgeving wordt
veel rotsachtiger, de weg is niet langer recht maar bochtig. Ook krijg
je hier te maken met hoogteverschillen, via de zijde van een heuvel gaat
de weg omhoog. Dit levert een erg mooi uitzicht
op over de vallei waar je net daarvoor hebt gereden. Je rijdt door
Hanging Rock Canyon; op het moment dat je daar uit komt heb je een
bijzonder mooi uitzicht op de Sierra Nevada Mountains, terwijl je rechts
van de weg het verlaten mijngebied Crater Mine kan zien. De weg is hier
over een afstand van 4 mijl geasfalteerd. Na dit stuk asfalt komt
opnieuw een onverhard gedeelte, dat ongeveer 8 mijl lang is. Dit laatste
onverharde gedeelte sluit aan op een verharde weg die helemaal buiten
het park ligt; het is vandaar nog ongeveer 30 mijl rijden naar de plaats
Big Pine. De South Eureka Road is een zijweg van de Big Pine Road. De weg begint bij
het geasfalteerde gedeelte, net ten westen van Crater Mine. De South
Eureka Road is 11 mijl lang, en kan behoorlijk washboarded zijn. Aan het
einde liggen de Eureke Sand Dunes, de hoogste zandduinen van Death
Valley. De Eureka Sanddunes worden door omsloten door bergen, het
duinenveld is 3 mijl lang en 1 mijl breed en sommige toppen bereiken een
hoogte van ongeveer 200 meter. Bij de parkeerplaats vind je een pit
toilet en een primitieve camping.
|
Als je de weg verder naar het noordoosten vervolgt, rijd je het park en
tegelijk ook de staat Californië uit. Je bereikt dan, via de NV-267, na 26
mijl de NV-95. Dat is de weg van of naar Las Vegas.
Overige bezienswaardigheden
Death Valley National Park kent nog veel andere bezienswaardigheden, die
soms niet eenvoudig te bereiken zijn en die door de meeste toeristen dan ook
niet bezocht worden. Enkele voorbeelden:
- Fall Canyon, een spectaculair mooi maar wel afgelegen
ravijn in het noorden (in de buurt van Titus Canyon)
- Red Wall Canyon, een moeilijk bereikbaar maar wel
erg mooi ravijn in het noorden (omgeving Scotty's Castle)
- Grotto Canyon, een ravijn met erg nauwe
gedeelten. Het ruige onverharde pad dat naar deze canyon
gaat, begint 4 mijl ten oosten van Stovepipe Wells.
Death Valley Buttes, een niet officiële trail
van ongeveer zes kilometer lengte (heen en terug) die
begint bij Hell's Gate Parking Area (22 mijl ten
noordoosten van Furnace Creek). Het gaat hier om een
korte maar wel zware wandeling naar twee heuvels
(buttes) vanwaar je een van de beste uitzichten over
Death Valley hebt.
- Little Bridge Canyon, een niet officiële trail van ongeveer 10
kilometer lengte (heen en terug), die begint 3 mijl ten westen van
het punt waar de CA-190 naar het westen afbuigt. Je ziet een aantal
interessante canyons, een natuurlijke boog en een natuurlijke brug.
- Split Cinder Cone. Een onverharde weg met de naam West Side
Road begint aan Badwater Road ter hoogte van Artist's Drive, en komt
40 mijl verder weer op de Badwater Road uit. Deze weg kan onder
goede weersomstandigheden bereden worden door gewone personenauto's.
De Split Cinder Cone is een kegelvormige rots die is ontstaan als
gevolg van een lava-uitbarsting.
- Echo Canyon: Twee mijl ten oosten van Furnace Creek Inn, aan Highway 160, begint een onverharde weg die alleen geschikt is voor auto’s met high clearance en 4WD. Tijdens de eerste drie mijlen is de route erg bochtig, je rijdt hier over los gravel. Na 3 mijl ga je de canyon in, de ondergrond is nu zeer rotsachtig. Onderweg zie je The Needle’s Eye, een druppelvormige arch hoog in de rotswand.
- Saratoga Springs: In het uiterste zuidoosten, 25 mijl ten zuiden van het plaatsje
Shoshone, begint aan de CA-127 een slecht begaanbare onverharde weg,
de Harry Wade Road. Na 6 mijl kan je een ander pad nemen, in
noordelijke richting. Je komt dan uit bij de Saratoga Springs, drie
erg mooie meren met bergen op de achtergrond. Omdat er zo weinig
water is in deze omgeving, kan je hier een zeer rijke variatie aan
vogels en andere wilde dieren vinden. Neem een verrekijker mee!
|
Een van de belangrijkste attracties van dit park is het weer! Tijdens de zomermaanden bereikt de temperatuur overdag regelmatig 50° Celcius, ook ’s nachts is het – met gemiddeld 35° Celcius – extreem warm. Er is wel een flink verschil tussen de laag gelegen en de hoog gelegen delen van het park, bij Dante’s View is het zo’n 20° minder warm dan bij Badwater. Van november tot maart is het overdag 15° tot 25° Celcius, ’s nachts daalt de temperatuur tot richting het vriespunt. Het regent niet vaak, maar als het regent is de kans op flashfloods bijzonder groot. De meeste regen valt in de lente, en tijdens thunderstorms in de tweede helft van de zomer. |
|
Weerfeiten |
1911: |
De installatie van een permanent weerstation bij Greenland Ranch (nu bekend
als Furnace Creek Ranch) |
1913: |
Record regenval gedurende het hele jaar: 11,5 centimeter
Koudste temperatuur: - 9,4° C gemeten op 8 januari
Warmste temperatuur: 56,7° C gemeten op 10 juli
Gedurende vijf aaneengesloten dagen was het warmer dan 53,9° C.
Death Valley werd op dit moment officieel de warmste plek op aarde. |
1917: |
52 dagen met een temperatuur van meer dan 48,9° C, waarvan 43 dagen aaneengesloten. |
1922: |
1,3 centimeter sneeuw op 29 januari.
Death Valley raakte het warmterecord kwijt aan Azizia in de Sahara
woestijn, waar een temperatuur van 57,8° celsius werd gemeten. |
1929: |
Gedurende het gehele jaar geen neerslag. |
1931-1934: |
Droogterecord: 1,6 centimeter regen gedurende een aangesloten periode van 40 maanden. |
1953: |
Gedurende het gehele jaar geen neerslag. |
1960: |
53,9° C gemeten op 18 juli |
1976: |
Tijdens een vijf dagen durende storm in februari valt 6 centimeter regen, de
effecten van de hierdoor ontstane overstroming zijn nog te zien in Golden
Canyon. |
1977: |
Regenrecord: 12,9 centimeter neerslag van juli 1977 tot juni 1978. |
1983: |
Evenaring van het regenrecord gedurende één kalenderjaar van 1913: 11,5 centimeter. |
1984: |
De parkwegen zijn gedurende enkele weken afgesloten ivm de regen: 10,3 centimeter binnen enkele weken. |
1987: |
Regenrecord: 13,8 centimeter neerslag van juli 1987 tot juni 1988. |
1995: |
Regenrecord: 6,6 centimeter neerslag in één maand (januari 1995) |
1996: |
Warmterecord: 40 dagen met een temperatuur van meer dan 48,9° C |
1997: |
Regenrecord: 15,5 centimeter neerslag van juli 1997 tot juni 1998. Dit heeft veel effect op de plantengroei in Death Valley. |
1998: |
53,9° C gemeten op 17 juli |
2001: |
De langste zomer: gedurende 154 aaneengesloten dagen is het warmer dan 37,8°
C. |
2004: |
Bijzonder zwaar noodweer: Death Valley wekenlang volledig afgesloten. Veel wegen weggespoeld. |
|
|
Campings
Er zijn negen campings in Death Valley. Drie van die campings zijn het
hele jaar open, drie campings zijn open van oktober tot april, en de overige
drie zijn open van april tot oktober.
Je mag ook op veel plaatsen in het achterland kamperen.
Klik hier voor meer informatie over de voorzieningen op de negen campings, en voor de reserveringsmogelijkheden.
Hotels
Er zijn vier hotels in Death Valley.
1+
2. Furnace Creek Inn & Ranch Resort
Bij deze twee hotels zijn zeer uitgebreide voorzieningen aanwezig,
zoals restaurants, een cocktail lounge, zwembaden, tennisbanen,
tankstation enz.
Sommige faciliteiten zijn gedurende het laagseizoen gesloten. Rondom
de hotels zijn mooie tuinen aangelegd, met palmbomen en veel groen (!).
3. Stovepipe Wells Village Hotel
Dit hotel is veel eenvoudig dan dat in Furnace Creek. Ook hier zijn
faciliteiten aanwezig, zoals een restaurant, een zwembad, een winkel en
een tankstation.
4. Panamint Springs Resort
Dit hotel ligt in het westen van Death Valley, en het heeft een winkel
en een restaurant.
Ook in de omgeving van Death Valley zijn veel overnachtingsmogelijkheden te vinden, deze zijn vaak veel goedkoper dan die in het park zelf. |
|
Visitor Center
Het
Visitor Center ligt in Furnace Creek. Gedurende de zomermaanden is het
Visitor Center open van 08.00 uur tot 19.00 uur, en tijdens de winter van
08.00 uur tot 18.00 uur. Er is een informatiedesk, een museum, en een
boekwinkel van de Natural History Association.
In Stovepipe Wells bevindt zich een Ranger Station waar je het
entreegeld van het park kan betalen, en er is daar ook een boekwinkel van de
Natural History Association. Het Ranger Station is het gehele jaar geopend.
Bij Scotty's Castle kan je tickets kopen voor de rondleiding aldaar, en
kan je het Gas House Museum bezoeken waar voorwerpen uit de Castle collectie
te zien zijn. Ook hier bevindt zich een boekwinkel. Scotty's Castle en het
museum zijn beiden het gehele jaar geopend van 07.00 uur tot 18.00 uur.
Ook buiten het park kan je uitgebreide informatie over Death Valley
verkrijgen, namelijk in Beatty Information Center (119 mijl ten noorden van
Las Vegas).
Tanken
In Furnace Creek en Stovepipe Wells en bij Scotty's Castle en
Panamint Springs.
Radiator water
In het noorden
aan Scotty's Castle Road, tussen Titus Canyon en Scotty's
Castle
Ten oosten van Stovepipe Wells
aan de toegangsweg vanaf Beatty, 1x voor en 1x kort voorbij de afslag
Beatty's Cutoff
Ten westen van Stovepipe Wells
2x tussen Stovepipe Wells en de afslag Emigrant Road
3x tussen de afslag Emigrant Road en Panamint Springs
1x tussen Panamint Springs en de westelijke uitgang
1x aan de verbindingsweg tussen Panamint Valley Road en Emigrant Road
Ten zuiden van Furnace Creek
aan de Badwater Road, ongeveer 48 mijl ten zuiden van Furnace Creek
Winkels
In Furnace Creek en Stovepipe Wells
Restaurant
In Furnace Creek, Stovepipe Wells, bij Scotty's Castle en bij Panamint
Springs
Postkantoor
In Furnace Creek
Picknick-tafels
Aan de onverharde weg ten oosten van Stovepipe Wells, bij de zandduinen
Ten westen van Stovepipe Wells, vlak voor de afslag naar Emigrant
Road
Aan de verbindingsweg tussen Panamint Valley Road en Emigrant Road |
|
|
 |
|
|
|