Home Nationale ParkenBezienswaardighedenUpdate
Reisverslag - 2007
   
Dag 1-12 - Dag 13-24 Large Pictures
   
Dag 13: donderdag 21 juni - Interior - Badlands National Park - Interior (106 mijl)

© copyright hanz meulenbroeksGisterenavond hadden we de zon zien ondergaan bij de Pinnacles Overlook, deze ochtend zagen we diezelfde zon weer opkomen vanaf het uitkijkpunt Big Badlands. Voor mij is de Big Badlands Overlook een van de mooiste plekken in het park. Vanaf het uitkijkpunt zie je heel veel rotsen, er zitten hele mooie ronde bij, andere rotsen hebben meer scherpere vormen. Allemaal zijn ze van een grijs gesteente, met daar schitterende roodbruine en lichtgrijze horizontale strepen doorheen. Achter de badlands zie je de uitgestrekte White River Valley. Kortom, een geweldige zonsopgangplek!

Het was pas kwart over zes toen we aan de Notch Trail begonnen, het was prachtig weer en nog lekker koel. Perfecte omstandigheden dus voor onze hike. We liepen over een rotsachtig terrein met enkele modderige plekken, waar we makkelijk omheen konden lopen. © copyright hanz meulenbroeksAl snel kwamen bij de roemruchte ladder, die voor sommige mensen toch een te moeilijk obstakel blijkt te vormen. Ik vond het wel meevallen, ik ben geen held als het op lastige klimpartijen aankomt, maar met die ladder had ik geen enkele moeite. Okay, het wiebelde een beetje, maar toch was het eenvoudig om hier naar boven te klimmen. Het pad liep verder langs een rotswand, op sommige plekken moesten we over rotsblokken klauteren en over smalle spleten heenstappen, en dat vond ik lastiger dan die ladder. Zeker op de plek waar het pad gedeeltelijk was ingestort, en we door een bordje op een alternatieve route werden gewezen. We genoten intens van deze hike, de prachtige rotsomgeving om ons heen, een beetje klimwerk, en dan die heerlijke stilte. Toch bleken we niet helemaal alleen op de wereld te zijn, we kwamen zowaar twee andere hikers tegen die al op de terugweg waren. Even later kwamen we op het eindpunt van de hike; the Notch is een opening in een rotsrichel en vandaar uit konden we ver wegkijken over de White River Valley. De alleenstaande rotsen leken een beetje op de monolieten die we vorig jaar hadden bewonderd, tijdens onze rit door Cathedral Valley. © copyright hanz meulenbroeksOok zagen we beneden ons de houten trappen van de Cliff Shelf Nature Trail, waar we gisteren hadden gelopen. We hadden niet meteen zin om weer aan de terugweg te beginnen, dus hebben we de directe omgeving van the Notch nog even wat verder verkend. Na een klein klimmetje kwamen we bij een andere opening in de rotsrichel, maar qua uitzicht leverde dat niets nieuws op. We bekeken ook de opvallende groene lijnen die her en der in de rotswanden verspreid zitten, we vermoeden dat er dunne lagen kopererts in zitten. Op de terugweg zagen we ook nog een hele groep zwaluwnesten tegen een rotswand aanzitten, we hebben dit later bij een ranger nagevraagd en zij vertelde ons dat die van modder zijn gemaakt.

We hadden nog een heel stuk ochtend over. Tijd genoeg dus om de Badlands Loop Road nog eens te rijden, en om uitgebreid te stoppen bij alle uitkijkpunten die we gisteren hadden overgeslagen. We bezochten ook de Big Pig Dig, dat is een plek waar erg veel archeologische vondsten worden gedaan en waar je paleontologen aan het werk kunt zien. Inderdaad waren er nu ook een aantal mensen aan het werk, ze zaten op hun knieën in een ondiepe kuil en waren bezig om langzaam een fossiel bloot te leggen. We zagen al duidelijk een bot aan de oppervlakte komen, een ruggengraat denk ik. En ook al heb ik op zich niet zoveel met archeologie, ik vond het toch wel heel leuk om dit eens van dichtbij te zien. Vroeg op de middag waren we weer terug in ons motel, en we zijn even lekker gaan slapen. Het beviel me prima zo, heel vroeg opstaan en tijdens de koele ochtend een mooie hike maken, daarna de koelte van de airco opzoeken, en 's avonds weer op pad.

Na onze slechte ervaring van gisteren hadden we absoluut geen zin om weer in het restaurant van de Cedar Creek Lodge te gaan eten, dus besloten we de kookkunsten van ma Druckebrodt maar eens aan een onderzoek te onderwerpen. De menukaart was niet echt overweldigend, we konden kiezen uit hamburgers of stew, een stoofpot met negen soorten groente. We kozen voor de hamburgers. Die bleken geserveerd te worden zonder friet, salade of iets anders, gewoon alleen een broodje hamburger. Beetje kaal dus, maar wel heel wat smakelijker dan de maaltijd van gisteren. © copyright hanz meulenbroeksDe cola die we bestelden werd gewoon uit een van de schappen van het winkeltje gepakt. Het was toch wel een aparte ervaring om in zo'n ouderwets familierestaurantje te eten. We voelden ons er prima thuis!

De korte Saddle Pass Trail bleek nog een hele uitdaging te vormen. Het pad was behoorlijk steil, maar dat was niet het grootste probleem. Het was de ondergrond die het lastig maakte, het pad lag vol met los zand en kleine kiezels en dat betekende dat we maar nauwelijks grip hadden. Toch lukte het de top te bereiken, dik tevreden want we hadden weer heel wat mooie rotsformaties gezien onderweg. Zelfs enkele hoodoos, die hadden we hier niet verwacht! De weg terug omlaag was nog veel lastiger, dan was echt schuiven in plaats van lopen. Vlak voor ons zagen we een vader met twee kinderen, en die twee maakten er echt een glijbaan van. Gewoon op hun achterwerk naar beneden, ze hadden de grootste lol... We besloten de dag met een photoshoot van de zonsondergang, net als gisteren. Weer lekker op onze klapstoeltjes, echt ideaal. Deze keer hadden we ze neergezet bij Panorama Point. Rondom ons zagen we het op diverse plaatsen onweren, en stiekem hoopten we dat het onweer wat dichterbij zou komen. Een paar mooie bliksemschichten op de foto met de badlands op de voorgrond, dat klonk niet slecht, toch? Maar helaas, het slechte weer bleef op afstand. Maar ook zonder onweer was het een mooi einde van opnieuw een geweldig mooie dag. Badlands National Park staat dan ook heel hoog in mijn persoonlijke favorietenlijstje!

 
Dag 14: vrijdag 22 juni - TheOdore Roosevelt NP (South Unit)- Medora (379 mijl)

Het zat potdicht toen we om kwart voor 8 's ochtends in de auto stapten, alle mooie badlands lagen verborgen in een dikke mist. We hadden eigenlijk The Door Trail nog willen lopen, maar dat had zo natuurlijk geen enkele zin. Dus zijn we maar meteen aan onze lange rit naar het plaatsje Medora in North Dakota begonnen. © copyright hanz meulenbroeksWe hadden ruim 330 mijl voor de boeg, een echte rijdag dus. De lange, kaarsrechte State Route 85 was verantwoordelijk voor zo'n 180 mijl daarvan. Behalve wat tegenliggers, een paar ja-knikkers rondom het gehucht Ludlow, veel koeien en een overwegend vlak landschap was er helemaal niets te zien onderweg. Maar toch verveelde het absoluut niet, we hadden een radiozender met leuke countrymuziek te pakken, we zetten de blik op oneindig, en lieten de mijlen lekker aan ons voorbijtrekken. © copyright hanz meulenbroeksWe zaten ons al af te vragen waar we zouden moeten eten, om de auto in de berm te parkeren en daar in de brandende zon te gaan zitten was niet echt aantrekkelijk. Gelukkig vonden we zowaar een mooie, schaduwrijke picknickplaats in het plaatsje Buffalo. Een goede plek om de lange rit even te onderbreken. In de loop van de middag arriveerden we in Medora. Wat een popperig plaatsje is dat zeg, met z'n schattige huisjes, z'n souvenirwinkeltjes met danseresjes, lieve beertjes en dergelijke. We werden er een beetje kriebelig van... dit is niet echt onze smaak. Er liep ook een heel ander soort toeristen rond dan dat we meestal tegenkomen, het 'ruitjesbroek en nette rok'-type. Misschien had dat ook wel te maken met de oldtimershow die in Medora bezig was, we zagen heel veel prachtige oude auto's rijden. We moesten nog een overnachtingsplek regelen, en we probeerden het eerst maar eens bij de AmericInn. Nooit zó snel weer buiten gestaan... we gaan toch zeker geen 180 dollar betalen om ergens 1 nachtje te mogen slapen! Gelukkig waren we in The Bunkhouse sectie van het Badlands Motel zo'n 100 dollar per nacht goedkoper uit. De kamer was wel heel erg klein, maar ach, zoveel plek hebben we niet nodig. We hadden zelfs tv en internet, al was dat laatste dan wel een beetje gepikt van de naburige camping.

Natuurlijk hadden we geen zin om de hele avond op dat kleine kamertje te blijven zitten. Dus zijn we nog even naar Painted Canyon Overlook gereden, op 7 mijl ten oosten van Medora. Dat uitkijkpunt is onderdeel van Theodore Roosevelt National Park, en het ligt direct langs Interstate 94. De badlands die we hier zagen zijn absoluut niet te vergelijken met die in Badlands National Park. © copyright hanz meulenbroeksZe zijn veel ronder, veel minder ruig, en vooral ook veel groener. Minder spectaculair dus, maar gelukkig wisten we dat al van tevoren. Rondom ons zagen we op diverse plaatsen fikse onweersbuien ontstaan, we twijfelden dan ook even of het wel slim was om nog te gaan hiken. Uiteindelijk besloten we het er toch maar op te wagen, we kozen voor de anderhalve kilometer lange Painted Canyon Nature Trail. Via een dichtbegroeid pad liepen we naar beneden, en even later liepen we direct langs de badlands. Zo van dichtbij waren ze nog veel mooier, we konden heel goed de structuur van de heuvels bekijken, en de vele kleuren die daarin zitten. Via het smalle pad ging het nog wat verder naar beneden, en we kwamen in een open gebied waar we ver de brede canyon in konden kijken. Tijdens de tweede helft van de trail moesten we nog even hard werken, we waren veel verder naar beneden gelopen dan we in de gaten hadden. Klimmen, dus! Al met al vonden we de Painted Canyon Nature Trail een heel aangename verrassing, echt leuker dan we vooraf hadden verwacht. Bij het laatste daglicht zijn we ook nog even de South Unit van het park ingereden. Met de ondergaande zon waren de kleuren in de badlands op hun mooist, rood, oranje, bruin, zelfs blauwe en paarsachtige tinten zagen we. De laatste mijlen terug naar ons motel legden we in het donker af. We moesten wel heel goed opletten dat we geen dieren aanreden, we zagen diverse konijnen en herten langs en soms ook op de weg.

 
Dag 15: zaterdag 23 juni - Medora - Theodore Roosevelt NP (South Unit / North Unit) - Watford City (230 mijl)

© copyright hanz meulenbroeks's Ochtends om ongeveer half 8 begonnen we aan het 36 mijl lange rondje door de South Unit van Theodore Roosevelt National Park. Onze eerste stop was bij een prairiedogtown, uiteraard wilden we nog wel eens proberen om die grappige beesten een beetje knap op de foto te krijgen. En, wat denk je, de prairiedogs hier bleken veel beter te zijn afgericht dan die in de parken die we eerder hadden bezocht! Ze zochten plekjes uit die precies goed in de zon lagen, soms kregen we er ook nog een mooie achtergrond bij, én, ook heel belangrijk, ze bleven heel netjes zitten net zolang totdat wij een mooie foto van ze hadden gemaakt. Brave beesten hebben ze daar in North Dakota!

Natuurlijk wilden we niet alleen de Scenic Drive rijden, maar ook nog wat trails gaan lopen. We begonnen met de Wind Canyon Trail, een korte, eenvoudige wandeling naar de top van een heuveltje. En daar werden we verrast door een van de meest rustgevende, vredige uitzichten die ik ooit heb gezien. Onder ons lag een grote, gracieuze bocht in de Little Missouri River. In het grasland dat door de bocht werd omsloten stond een kudde bizons te grazen, en er liep een groepje wilde paarden in het ondiepe water van de rivier. De vallei werd begrensd door lage, groen begroeide badlands. © copyright hanz meulenbroeksWe zijn best lang daar bovenop dat heuveltje gebleven, zodat we in alle rust van de omgeving konden genieten.

Na deze heerlijke wandeling gingen we weer verder met de Scenic Drive. Die overigens niet zo heel erg scenic was, moesten we helaas constateren. We reden een heel stuk waarin we niet echt iets noemenswaardig zagen. En bijna reden we ook nog een klein maar wel erg bijzonder plekje voorbij... een laag gelegen plateau met een rotsformatie die bestond aan elkaar vastzittende hoodoo-achtige pilaren. Er was geen pullout waar we onze auto neer konden zetten, we moesten dus in de berm parkeren om even naar de mooie plek toe te kunnen lopen. Na deze korte onderbreking vervolgden we onze scenic drive; al snel bereikten we de zijweg naar de top van Buck Hill. Alleen het allerlaatste stukje naar de top, dát moest te voet. Het was een korte maar wel erg steile klim; eenmaal boven konden we naar alle kanten toe ontzettend ver om ons heenkijken. Een mooie plek, die zeker de moeite van die korte wandeling waard is. We hadden nóg twee trails in de planning staan, de eerste daarvan was de 1300 meter lange Coal Vein Trail. En nu zou ik natuurlijk ook graag een enthousiast verslag van die wandeling hier in dit reisverslag zetten, maar helaas, dat gaat niet lukken. Want we vonden er echt helemaal niets aan, de Coal Vein Trail is ronduit saai. © copyright hanz meulenbroeksHet pad loopt door een gebied waar jarenlang, om precies te zijn van 1951 tot 1977, een ondergrondse bruinkoollaag heeft gesmeuld. Het landschap en de vegetatie zijn daardoor erg veranderd, dat geloof ik natuurlijk direct, maar dat betekent nog niet dat het interessant is om daar nu doorheen te lopen. Gauw vergeten dus, deze wandeling. We twijfelden nu toch wel heel erg of we nog wel zin hadden om de laatste trail ook te gaan doen. Het was ondertussen ontzettend warm geworden, en als die Ridgeline Trail net zo saai was als de Coal Vein Trail, dan was het het echt niet waard om nog eens die hitte te trotseren. Maar ja, voor hetzelfde geld was ie net zo prachtig als de Wind Canyon Trail. Dus we zijn toch maar eens gaan proberen, flink insmeren, waterflessen in de rugzak, en lopen maar weer... In het begin moesten we stevig omhoog lopen, dat betekende dus weer flink zweten. Gelukkig waren de uitzichten veel beter dan die vanaf de Coal Vein Trail, we zagen weer heel wat badlands rondom ons. Ongeveer halverwege de trail bereikten we de top van een heuveltje, het smalle pad liep precies om die top heen. We konden hier niet naast elkaar lopen, Hans ging voorop en ik liep een stukje achter hem. Komt ie opeens geschrokken teruglopen... hij was daar een paar stappen verder zowat gestruikeld over een enorme bizon die net om de bocht lekker van de zon lag te genieten. 't Beest had even verstoord omgekeken, zo van wie komt daar nou zo brutaal mijn rust verstoren, maar gelukkig had ie geen zin om nog meer in beweging te komen. © copyright hanz meulenbroeksAls Hans drie stappen verder was gelopen had hij de bizon even over z'n kop kunnen aaien, maar hij heeft maar niet uitgeprobeerd of dat op prijs zou worden gesteld. We hadden maar één mogelijkheid: via hetzelfde pad terug naar de auto. Dicht bij het einde van de scenic drive vonden we een erg mooie schaduwrijke picknickplaats. Lekker koel! En daarna - opnieuw lekker koel maar nu dankzij de airco - de afstand van 70 mijl naar het andere deel van Theodore Roosevelt National Park overbruggen. De North Unit, dus.

Nog voordat we dit deel van het park bereikten zagen we langs de weg weer een heel stel mooie rotsformaties liggen, dat zag er al veelbelovend uit. Ook in het park zelf zagen we natuurlijk weer de nodige badlands. We hadden ook hier een of twee korte trails willen lopen, maar de hitte trok een flinke streep door dat plan. Het was ongeveer 38º Celcius, veel te warm dus. En onze foto's, dat wilde ook niet echt lukken met dat felle zonlicht. Dus besloten we om naar onze overnachtingsplaats Watford City te rijden, en pas tegen de avond naar het park terug te gaan. Ik had thuis op internet al een mooi motel uitgezocht, de Roosevelt Inn. Tot onze stomme verbazing liet de receptionist ons weten dat ze volgeboekt zaten, waar had hij zijn gasten dan toch allemaal verstopt?? Net in het park hadden we bijna niemand gezien, en hier in Watford City zag het er ook redelijk uitgestorven uit. © copyright hanz meulenbroeksOf was iedereen al naar de koelte van zijn motelkamer gevlucht? We probeerden het ook maar eens bij het buurmotel, de McKenzie Inn. Daar was nog plaats genoeg... tja misschien hadden we daardoor toch wat achterdochtig moeten worden. Maar de kamer zag er redelijk uit, en wij zijn snel tevreden, dus de handtekening voor een overnachting was al snel gezet. Alleen hadden we toen de badkamer nog niet gezien....

We deden wat boodschappen, we gingen even eten, en toen terug naar het park voor de 14 mijl lange Scenic Drive. We hielden een uitgebreide fotostop bij de Cannon Ball Concretions, een stel door erosie vrijgekomen kogelronde (letterlijk!) rotsen. Onze volgende stopplaats was bij de River Bend Overlook; toen we vanaf de parkeerplaats naar het uitkijkpunt wilden lopen zagen we een dood konijn op het pad liggen. Ik schoot meteen in de 'oh wat zielig'-mode. En die ging nog een standje hoger, toen het 'dode' konijn nog een beetje bleek te bewegen. Want een gewond of ziek konijn is natuurlijk nog véél zieliger dan een dood konijn. En zomaar ineens stond het zielige zieke konijn op en hopte weg alsof er niets aan de hand was. Toch best raar hoor, maar ik was natuurlijk al lang weer blij dat het beestje er in derde instantie weer gezond en wel uit leek te zien. © copyright hanz meulenbroeksDe River Bend Overlook bleek een mooie plek te zijn. De naam zegt het al, je kijkt hier uit over een bocht in de Little Missouri River. Een groene omgeving, veel badlands, en een door mensen aangelegde overkapping op het uitkijkpunt zelf die erg goed aan de omgeving was aangepast. Terwijl we verder reden naar het laatste uitkijkpunt hadden we nog een heel erg leuk bizon-moment. Er liep één imposant beest direct naast de weg, we pasten onze snelheid aan aan die van de bizon, en samen gingen we zo verder. Hij al sjokkend, wij langzaam rijdend. En volop foto's maken door het open autoraam, natuurlijk. Langs de weg lag een kleine zanderige plek, met een hoge rand. De bizon zakte door z'n knieën en rolde eens stevig door het zand, met z'n kop op die rand. En dat vlak voor onze ogen... mooi hoor! Daarna sjokte hij weer verder, stak de weg over, en liep rechts van ons weg. Op dat moment zagen we achter ons een tweede bizon die exact dezelfde route volgde. Ook hij stopte bij de zanderige plek, kopieerde de rolbewegingen, stak de weg over en ging nummer 1 achterna. Uiteindelijk bereikten we dan toch het uiteinde van de Scenic Drive, de Oxbow Bend Overlook. Van die plek hebben we niet echt kunnen genieten.. we werden aangevallen door een gigantische hoeveelheid kleine vliegjes. Ze zaten op m'n kleren, op de lens van mijn fotocamera, in mijn haren, in mijn oren, in mijn neus... ik raakte er compleet gestoord van. Al snel wilden we echt nog maar één ding... wegwezen hier! Het begon ook langzaam aan donker te worden, dus het was sowieso tijd om naar het motel terug te rijden. Na zo'n lange, warme dag en de vliegjesaanval was een frisse douche niet echt overbodig. Maar de badkamer in de McKenzie Inn bleek niet echt verfrissend te zijn, het douchematje zat vol schimmel, het was er muf en erg onaangenaam. Nee, die douchecabine stapte ik echt niet in, dan maar even wat minder schoon!

 
Dag 16: zondag 24 juni - Watford City - Makoshika State Park - Laurel(375 mijl)

© copyright hanz meulenbroeksEen paar weken voordat we naar Amerika vertrokken hadden we nog nooit van Makoshika State Park gehoord. En nu staat dit park zomaar ineens vér bovenaan ons lijstje 'favoriete State Parks'! Je snapt 'm al, het plekje dat we hadden uitgezocht om even de auto uit te kunnen tijdens de lange rit van vandaag, bleek een onverwacht schot midden in de roos te zijn. Toen we het park binnenreden hadden we dat overigens nog niet meteen in de gaten, want vanuit de auto gezien was de omgeving nog niet echt bijzonder. Maar toen we aan de korte Cap Rock Nature Trail begonnen, drong het tot ons door dat we hier zomaar midden in een klein juweeltje waren beland. De trail gaat door een kleine vallei die helemaal vol staat met grillig gevormde rotsformaties. We liepen er midden tussenin, en echt elke meter van de 1 kilometer lange trail was prachtig. Hier en daar moesten we wat klimmen, en wat rotsspleten oversteken. Maar het was overal ontzettend makkelijk, op alle plekken die eventueel wat lastig zouden kunnen zijn waren trapjes of bruggetjes aangelegd. De route werd met paaltjes aangegeven, dus ook voor verdwalen hoefden we niet bang te zijn! Veel te snel bereikten we alweer het einde van de wandeling, ik had nog veel verder willen lopen. Bij het begin van de trail kwamen net op dat moment nog wat meer toeristen aan, met een van hen raakte ik even in gesprek. © copyright hanz meulenbroeksHij had ons gisteren in Theodore Roosevelt ook gezien, zei hij. Grappig, we worden herkend in Amerika! Helaas kon de man zelf de trail niet lopen omdat hij slecht ter been was; hij bleef dan ook boven op zijn familieleden wachten die wel naar beneden gingen. Nou, met zo'n geweldig mooi uitzicht hoefde hij zich zeker niet te vervelen. Na deze heerlijke wandeling wilden we uiteraard nog wel wat meer van dit park gaan bekijken. Direct bij de parkeerplaats van de Cap Rock Nature Trail begint een onverharde weg die 3,6 mijl lang is; omdat wij ontzettend graag dirtroads rijden was de keus dan ook al snel gemaakt. De weg was voor ons echt een traktatie, lekker smal, steil en stoffig. En ons enthousiasme voor het park bleef maar toenemen toen we de ene na de andere prachtige plek kregen voorgeschoteld. Elk zijweggetje zijn we ingereden, en bij elk uitkijkpunt zijn we gestopt. © copyright hanz meulenbroeksIeder uitzicht had z'n eigen charme, overal was net weer wat anders te zien. Ik lees wel eens in een reisverslag dat sommige reizigers er wel eens genoeg van krijgen, als ze diverse rotsachtige parken kort na elkaar gezien hebben. Nou, dat geldt dus duidelijk niet voor ons... bij het laatste uitkijkpunt stonden we nog net zo intens te genieten als bij het eerste. Terwijl we zo bezig waren stond de tijd natuurlijk niet stil, het 'even een uurtje de auto uit' was inmiddels ruimschoots uitgelopen; we waren al meer dan vier uur in het park aan het rondkijken. © copyright hanz meulenbroeksEn dat terwijl we nog een rit van ruim 3 uur voor de boeg hadden. We zijn nog even het gloednieuwe Visitor Center binnengelopen; dat was al net zo mooi als het park zelf. Een grote glaswand gaf uitzicht op de badlands rondom het gebouw. En er was ook een goed verzorgde expositie die zich vooral richt op het dinosaurustijdperk.

Daarna was het toch echt hoog tijd om het park te verlaten en Interstate 94 op te gaan zoeken. Blik op oneindig, muziekje aan, en rijden maar. Zoals altijd zag ik onderweg allerlei borden staan waarop de namen van de omliggende plaatsen stonden aangegeven, en de namen van de counties waar we doorheen reden. Plotseling werd de radio-uitzending onderbroken, en hoorden we alleen nog een vreselijk irritant piepgeluid. We dachten net dat de radio spontaan de geest gegeven had, toen het geluid ophield en er een mannenstem een heuse tornado-warning omriep!! Hij noemde Custer County (hé, die hadden we nog maar net achter ons gelaten!), Rosebud County (o jee, het plaatsje dat we vijf minuten geleden passeerden heette Rosebud!) en nog een drietal andere counties waarvoor de waarschuwing van kracht was. © copyright hanz meulenbroeksNatuurlijk speurden we meteen de lucht aan alle kanten af... voor ons en rechts van ons was het volkomen helder.. geen wolkje te zien. Alleen links achter de auto was de lucht wel wat donker, al vonden we het er echt niet dreigend uitzien. Tijdens onze verdere rit hebben we toch wel wat vaker rondgekeken dan normaal, maar nee, een tornado hebben we niet gezien. Gelukkig. En tegelijk ook weer een beetje jammer, het zou toch wel spectaculair zijn geweest als we er eentje 'live' over onbewoond gebied hadden kunnen zien gaan.

Het was onze bedoeling om in Billings te overnachten, en de vele reclameborden naast de snelweg maakten wel duidelijk welke afslag we moesten nemen om uit te komen in een omgeving met voldoende overnachtingsmogelijkheden. Alleen stond er niet bij dat we niet alleen een heel stel motels, maar ook een gebied met uitgebreide wegwerkzaamheden tegen zouden komen. We moesten bij een geïmproviseerde splitsing heel abrupt beslissen welke weg we in zouden rijden, en natuurlijk kozen we verkeerd. Geen motel te bekennen, daar! Terugrijden bleek ook niet makkelijk te zijn, het was eenvoudiger om de Interstate weer op te zoeken en door te rijden naar de volgende plaats. En zo kwamen we dus terecht in de Best Western in Laurel, een prima motel maar wel op de minst aantrekkelijke plaats waar we ooit overnacht hebben. Vlakbij een gigantisch spoorwegcomplex en midden tussen raffinaderijen en andere fabrieken. Gelukkig was dat probleem heel makkelijk op te lossen: gewoon de gordijnen dicht en even lekker genieten van de ruime, schone badkamer. Dat was, na dat vieze hokje in de McKenzie Inn in Watford City, echt een verademing!

Klik hier voor de fotoserie van Makoshika State Park.

 
Dag 17: maandag 25 juni - Laurel - Beartooth Highway - Yellowstone NP - Canyon Village(190 mijl)

© copyright hanz meulenbroeksHet weer werkte geweldig mee deze ochtend, het was kraakhelder en dat is precies wat je nodig hebt als je de Beartooth Highway gaat rijden. We vertrokken omstreeks half negen vanuit Laurel, en nog geen uur later reden we door het plaatsje Red Lodge, waar onze scenic route begon. De besneeuwde Beartooth Mountains lagen er prachtig bij, zo in het zonnetje. Via een stel haarspeldbochten klommen we flink omhoog, tot aan een grote parkeerplaats met informatieborden en toiletten. We zaten daar 9.190 feet hoog, zo lazen we op een van die borden, achtentwintighonderd meter dus. Via een kort wandelpad zijn we naar Rock Creek Vista Point gelopen. Het waaide flink, maar omdat het pad in de luwte van een grote rotspunt lag, hadden we daar geen last van. Tot het moment dat het pad, helemaal aan het eind, een bochtje om die rots heenmaakte. Op het uitkijkpunt had de wind vrij spel, en, zoals Hans dat meestal uitdrukt, we waaiden daar compleet uit ons Wehkampie. Het uitzicht was prachtig, we konden heel ver een dal inkijken dat helemaal door de bergen werd omringd, en beneden ons zagen we de haarspeldbochten waar we net nog hadden gereden. Het was niet makkelijk om het panorama een beetje netjes op de foto te zetten, probeer je camera maar eens stil te houden als je zowat wegwaait!

Een paar mijl voorbij Rock Creek Vista Point passeerden we de grens tussen de staten Montana en Wyoming. En het leek wel of het in Wyoming nóg harder waaide, zo'n harde wind heb ik echt nog maar zelden meegemaakt! We zijn op gegeven moment de auto uitgegaan om een paar bergmeertjes te fotograferen en om even een stukje in de sneeuw te lopen. Het was daarna nog een hele opgave om weer bij de auto te komen, ik hing helemaal schuin tegen de wind in en ik kon haast geen lucht meer krijgen, de wind sneed mijn adem helemaal af. En het moet er ook behoorlijk idioot uit hebben gezien toen ik in gevecht was met de autodeur, die ik tegen de wind in open moest zien te krijgen! De volgende stop was bij West Summit, op een hoogte van 10.847 feet (3.306 meter). Een plek vol met kleine rotsblokken, gras en heel veel kleurrijke bloemen. En natuurlijk ook een heel weids uitzicht. Daarna begon de weg weer te dalen; we zagen hier diverse bergmeertjes, en kort voor het einde van © copyright henriette meulenbroeksde route kwamen we ook een mooie waterval tegen.

Even verder begon aan de rechterkant van de weg een dirtroad, op het bordje stond dat dat de weg was naar het anderhalve mijl verder gelegen Lily Lake. Nooit van gehoord, maar ach, waarom zouden we niet eens uit gaan proberen hoe het er daar uitzag! Lily Lake bleek een klein, lieflijk meertje te zijn. Niet heel bijzonder, maar het was wel handig dat er een picknicktafel vlak bij stond. Een bordje bij de picknickplaats gaf aan dat we ons hier in bear county bevonden, dus ik hoopte maar dat we tijdens het eten geen bezoek van een beer zouden krijgen. De beren bleven weg, gelukkig, maar we werden wel helemaal lek geprikt door muggen en andere insecten. Voortaan toch maar eens eerder de Deet tevoorschijn halen!

Toen we de Beartooth Highway achter ons lieten, bereikten we weer bekend terrein. Via deze weg waren we 10 dagen eerder van Yellowstone naar Cody gereden. Nu gingen we dus in omgekeerde richting, terug naar Yellowstone; we hadden daar voor de komende vijf nachten een cabin gereserveerd in Canyon Village. Dat we daar ook nog een huisdier bij zouden krijgen hadden we natuurlijk niet verwacht, maar toch, toen we bij onze cabin arriveerden bleek daar een bizon lekker op ons gazonnetje te liggen. Terwijl we onze koffers naar binnen brachten kwam een Ranger ons waarschuwen, we mochten niet te dicht bij de bizon komen, zei hij. Jammer hoor, dan heb je een keer een huisdier en mag je 'm niet eens even lekker aanhalen! De cabin zag er, voor z'n prijs, heel aardig uit. Een kleine maar schone douchecabine, twee tweepersoonsbedden (eh, maak daar maar twee anderhalfpersoonsbedden van, ik denk dat ze samen makkelijk in het kingsize bed van vanochtend zouden passen!), een bureautje, © copyright hanz meulenbroeksruim voldoende handdoeken. Maar geen tv, geen internet, geen airco. Nadat we onze bagage naar binnen hadden gebracht en even een korte pauze hadden gehouden, zijn we even een hapje gaan eten in de Canyon Lodge Dining Room. © copyright hanz meulenbroeksWe moesten erg lang op ons eten wachten, eerst even geduldig afwachten, daarna even wat minder geduldig afwachten... en uiteindelijk wilden we toch maar eens bij de ober gaan informeren waar onze bestelling bleef. Maar we hoefden al niets meer te vragen, de ober zag onze nog lege tafel, schrok zich rot, en kwam even later met de boodschap dat het erg druk was in de keuken. Onze versie: hij was ons gewoon vergeten! We moesten opnieuw een hele tijd wachten, maar uiteindelijk kregen we dan toch onze hamburger en onze Hawaiïaanse rijstschotel op tafel. En het was nog heel lekker ook! Vervolgens zijn we in het Norris Geyserbasin alle calorieën er weer af gaan lopen. We begonnen met de Back Basin Trail, de eerste geiser die we daar tegenkwamen was meteen ook de grootste ter wereld: Steamboat Geyser. Het moet machtig zijn om een uitbarsting van die geiser mee te maken, maar de kans daarop is minimaal; de laatste uitbarsting is alweer jaren geleden. Steamboat stond nu alleen vrolijk wat te sputteren en stoomwolken uit te blazen, en zelfs dat was al mooi om te zien. Ook de rest van Back Basin was heel boeiend, vooral het wat mystieke achterste gedeelte. Het tweede gedeelte van Norris heet Porcelain Basin; toen we daar rondliepen was de zon al flink aan het zakken en ook de temperatuur ging rap omlaag. Ik was blij dat ik mijn vest in mijn rugzak had zitten. Een deel van het Porcelain Basin is op dit moment volop aan het veranderen, er ontstaan daar allerlei nieuwe poelen en geisers. Het borrelde, het siste, hier en daar was een kleine geiser actief. En dat allemaal in een witgrauw landschap, het was veel minder kleurrijk dan in de andere thermische basins. Maar niet minder mooi! Ondertussen begon het langzaam aan donker te worden, tijd dus om de auto weer op te zoeken en terug te rijden naar onze cabin in Canyon Village.

 
Dag 18: dinsdag 26 juni - Yellowstone NP (167 mijl)

© copyright hanz meulenbroeksIk had erg slecht geslapen. Het bed in onze cabin was niet alleen heel erg smal, maar voor mijn gevoel lag ik ook nog eens helemaal scheef omdat het matras in het midden flink doorzakte. Maar toen we 's morgens - voor de zoveelste keer tijdens deze vakantie - heel erg vroeg de deur uitgingen, zorgde de kou ervoor dat ik wel meteen klaarwakker was. We gingen wildlife watchen, beestjes kijken. Eerst probeerden we het in Hayden Valley; we stopten bij een bocht in de Yellowstone River en speurden daar de oever helemaal af. 't Zou zo leuk zijn om een grote eland te zien, zo een met een gigantisch gewei. Maar nee, op een paar eenden na was er geen teken van leven te bekennen. Op advies van de kenners op het Yellowstone forum letten we vooral goed op stilstaande auto's, dat is vaak een teken dat er dieren in de omgeving zitten. Die stilstaande auto's vonden we wel, de dieren helaas niet. We reden ook nog een stuk in oostelijke richting, nabij Pelican Creek worden regelmatig beren gesignaleerd. Ik heb nog nooit zo intensief de omgeving naast de weg zitten te bekijken, maar er was geen enkel beest te zien. Die ranger die ons twee weken geleden al lachend waarschuwde dat we met onze gele auto al het wildlife zouden wegjagen, kreeg nog gelijk ook! Eigenlijk vond ik het niet heel leuk, dat wildlife watchen. Zomaar rondrijden in de hoop wat dieren te zien. Maar ja, ik wilde natuurlijk niet meteen opgeven, dus ik hield mijn mond hierover dicht. Tot bleek dat Hans er precies hetzelfde over dacht, ook hij had het wel gehad... We hadden allebei veel meer zin om de auto uit te gaan, en een trail te gaan lopen.

De Pelican Creek Trail was vlakbij, dus de keus was snel gemaakt. De trail was gewoon open, maar er stond wel een bordje dat er beren in de omgeving waren gezien. Ik twijfelde... uhhh, weet je nog dat er een paar weken geleden een man in Yellowstone door een beer is aangevallen, en vorige week ook nog iemand in Grand Teton... Hans is heel wat minder schrikachtig aangelegd dan ik, dus hij wilde gewoon gaan lopen. Nou, dat heb ik geweten! Ik was ontzettend gespannen tijdens onze wandeling, ik was alleen maar bezig met het tussen de bomen speuren of ik niet een of ander woest beest op ons af zag komen. Plotseling hoorden we een onheilspellend gekraak rechts van ons.... we stonden meteen stil, gespannen rondkijkend... wat gebeurt hier?? En toen ineens schoot er een hert naar links en een seconde later zagen we een wolf de andere kant op rennen. Wat een machtig moment was dat... ik vergat zomaar spontaan dat ik eigenlijk juist bang was om wilde dieren in de vrije natuur tegen te komen. De wolf verdween tussen de bomen, maar het hert zagen we nog wel, ze had twee jongen bij zich. Hadden we die nu voor een aanval behoed, doordat de wolf door onze aanwezigheid was weggevlucht? We gingen verder met de trail, en opnieuw voelde ik me niet echt op m'n gemak. Wat liep hier nog meer rond, behalve die wolf?? Ik was blij toen we weer op de parkeerplaats kwamen, en we veilig en wel in onze auto konden stappen. Nou, tijd voor iets dat beter was voor mijn gemoedsrust. De kleine West Thumb Geyser Basin ligt pal naast Yellowstone Lake, en we zagen daar een paar geisers en voormalige heetwaterpoelen die helemaal door het water waren overspoeld. © copyright hanz meulenbroeksEn natuurlijk ook weer de mooie kleurrijke poelen die we ook al in de andere thermische basins hadden aangetroffen. Op weg naar de Old Faithful Area zagen we een heleboel auto's naast de weg staan. En heel veel mensen met fotocamera's. Nou, dat kon niet missen, daar moest iets te zien zijn! Het bleek om een vrouwtjesmoose met haar jong te gaan, de dieren liepen op een grasvlakte die diep beneden de weg lag. Hé, onze eerste moose, en dan meteen een kleintje erbij. Leuk! Even later bezochten we, voor de tweede keer tijdens deze vakantie, de Old Faithful Area. We keken in het Visitor Center even naar de tijden waarop de uitbarstingen van de geisers werden verwacht, we wilden met name Castle Geyser en Grand Geyser wel eens aan het werk zien. Maar de tijden waren erg ongunstig, en we hadden geen zin om daar opnieuw vele uren rond te hangen. We pikten nog wel even een uitbarsting van Old Faithful zelf mee, maar ook zo van dichtbij maakte dit niet veel indruk. Jammer dat juist deze geiser zoveel publiek trekt, ik vind het eigenlijk maar een beetje een saai geval.

Ons volgende doel was de enorme heetwaterpoel Grand Prismatic. Die hadden we twee weken eerder ook al gezien, van dichtbij, en nu wilden we een hoog gelegen plek zoeken vanwaar we Grand Prismatic in z'n geheel op de foto zouden kunnen krijgen. Schuin tegenover het Midway Geyser Basin zagen we een pad dat steil een heuvel op ging, en via dat pad zijn we dus een heel stuk omhoog geklommen. We kregen precies waar we op hoopten: een geweldig zicht op Grand Prismatic en de omgeving. Nadat we de nodige foto's hadden gemaakt moesten we weer naar beneden, en dat bleek met dat losse zand heel wat lastiger te zijn dan omhoog. Maar half lopend, half glijdend, kwamen we toch weer veilig en wel terug bij de auto. We waren zo langzaam aan toch wel toe aan een rustpauze, dus reden we terug naar onze cabin waar we lekker op bed zijn gaan liggen. Even een dutje doen, een boek lezen. Energie opdoen voor de namiddag en de avond. © copyright hanz meulenbroeksHoewel het wildlife watchen niet helemaal ons ding is, wilden we toch nog een poging wagen. Want Yellowstone bezoeken en geen beren zien, dat kan natuurlijk niet! We reden naar het noorden, en opnieuw letten we er vooral op of we andere toeristen naast de weg zagen. Bij de eerste stop die we zo maakten bleek dat het gezin dat daar naast de weg stond geen beren aan het bekijken was, maar marmotten. Ik raakte nog even met de moeder in gesprek, zij was zowaar de eerste die zomaar spontaan door had dat wij Nederlanders zijn, geen Duitsers! Het gezin was al een paar dagen in Yellowstone, maar ze hadden nog steeds geen beer gezien. Ze baalde daar flink van, zei ze, ze wilde niet weg voordat ze een beer op de foto zouden hebben. Terwijl we daar zo stonden te praten stopte er een auto die vanuit de tegengestelde richting aan was komen rijden. "Of we een beer wilden zien?" vroeg de bestuurder. "Ja, ja, wij willen een beer zien!" Nou, dan moesten we een klein stukje verder naar het noorden rijden, vertelde hij. Daar stond een hele groep mensen, dus dat kon niet missen. Natuurlijk hebben wij - en het andere gezin ook - zijn goede raad meteen opgevolgd. We vonden de bewuste groep mensen al snel, en met de fotocamera en de verrekijker in de aanslag zochten wij een plekje tussen de andere toeristen. Iemand wees ons op een zwart stipje heel ver weg in de vallei... de beer. Ik moest echt even heel goed zoeken, zelfs met mijn verrekijker was het maar nauwelijks te zien dat het een beer was. Toch een beetje een teleurstelling, we hadden ons hier wel iets meer van voorgesteld. We zijn dan ook maar snel weer verder gereden. Na een paar minuten rijden zagen we één eenzame auto langs de kant van de weg staan, de bestuurder was tussen de bomen door foto's te maken. Nou, dat zou vast niets spannends zijn, anders was het daar vast veel drukker. Maar we zijn toch maar even gestopt, en yes... daar zat weer een beer. Véél dichterbij dan die eerste beer, dankzij mijn verrekijker kon ik echt goed bekijken hoe hij daar rondliep, over een omgevallen boom heen klom, wat in de grond aan het graven was.

Wat waren we blij dat we waren doorgereden; jammer voor die andere mensen die nu nog naar dat ene onherkenbare stipje stonden te kijken. Op gegeven moment verdween onze beer steeds verder tussen de bomen, wij gingen er toen ook maar vandoor. © copyright hanz meulenbroeksCalcite Springs Overlook bleek nog een hele mooie stopplaats te zijn, we zijn daar via houten trappen naar een plek gelopen vanwaar je de Yellowstone River met een paar mooie bochten tussen hoge rotswanden door ziet slingeren. De rotswand tegenover ons was best apart om te zien, met bovenaan een lange rij basalten kolommen. De overblijfselen van een oude lavastroom, zo weet ik inmiddels. We wilden hierna nog wat verder rijden, maar Hans keek ineens nogal zorgelijk naar de benzinemeter. "Volgens mij ben ik iets vergeten", was zijn mededeling. Tja, we wisten niet precies waar de meest dichtbijzijnde benzinepomp was, en ook niet tot hoe laat we zouden kunnen tanken. Hans was ervan overtuigd dat we nog wel terug konden rijden naar Canyon Village, dus zijn we maar omgedraaid. Waarschijnlijk zouden we nog wel voor de sluitingstijd van het benzinestation daar aankomen. Maar ja, dan zit je dus net achter een tergend traag rijdende camper. Die maakte op gegeven moment plaats voor de lange rij auto's achter hem, maar laat nou net op dat moment een andere camper vanaf diezelfde pullout zijn plaats voor in de rij innemen. Met een slakkegangetje zijn we terug naar Canyon gereden, de benzinepomp was gelukkig nog nét open. Er stond daar een auto waar blijkbaar iets vreemds mee aan de hand was, de motorkap stond open en een jonge vrouw schuifelde - zo te zien vol afschuw - heel langzaam naar de auto toe. Ze wilde wel kijken, maar ze durfde het haast niet. En toen was het ineens gillen en zenuwachtig lachen tegelijk... Er bleek een dode vogel onder de motorkap te zitten, ik heb het zelf niet gezien maar ik kan me heel goed voorstellen dat het niet echt een prettige aanblik was. We hebben maar niet afgewacht hoe ze het dier weer uit de auto gekregen!

 
Dag 19: woensdag 27 juni - Yellowstone NP (148 mijl)

Op het Yellowstone forum had ik gelezen dat de Mount Washburn Trail een van de toppers van het park is. En dat is dan ook letterlijk, want de top van Mount Washburn ligt ruim 450 meter hoger dan de parkeerplaats. We hadden dus een flinke klim voor de boeg. © copyright hanz meulenbroeksMeteen vanaf de parkeerplaats moesten we al behoorlijk steil omhoog; dat was wel even schrikken want op het Yellowstone forum was me juist verzekerd dat het hoogteverschil heel geleidelijk zou zijn. Gelukkig bleek het maar om een heel klein stukje te gaan, al snel ging de trail over in een breed en inderdaad niet al te steil pad. De eerste kilometer ging alles prima, en ook de tweede en derde kilometer vielen niet tegen. Ik was wel blij dat ik mijn wandelstokken had meegenomen, zeker berg op vind ik het heerlijk om met die dingen te lopen. Op de helling beneden ons liep een stel dikhoornschapen, en een paar van die beesten kwamen naar het wandelpad toe om eens te kijken welke toeristen hier al zo vroeg in de ochtend op weg waren. Een van de schapen wilde wel even op een perfecte plek voor ons poseren, mooi vol in beeld met op de achtergrond het weidse uitzicht. Terwijl we bezig waren met fotograferen hoorden we een auto... verbaasd keken we om en ja hoor, daar kwam inderdaad een auto over het pad omhoog rijden. We wisten dat dit vroeger een voor auto's toegankelijke weg was, maar tegenwoordig was het toch alleen maar een wandelpad?? In de auto bleken maar liefst vier rangers te zitten; de chauffeur waarschuwde ons dat we niet te dicht bij de dikhoornschapen mochten komen. Tja, dat is natuurlijk wel een beetje lastig als je één pad met die beesten moet delen. © copyright hanz meulenbroeksToen we weer verder liepen, begonnen onze beenspieren zo langzaam aan toch wel te protesteren. Die zijn het niet gewend om bijna vijf kilometer lang omhoog te moeten klimmen. Tijdens de laatste bochten leek het wel of het pad nét even wat steiler werd... wat waren we blij toen we uiteindelijk toch de top bereikten, en het voormalige weerstation dat daar staat. Eerst even uitrusten en de boterhammen opeten die we de avond ervoor in Canyon Village hadden gekocht. Gatver... wat smaakte dat vies... die Amerikaanse kaas is echt niet te eten! Na een paar happen hadden we er allebei meer dan genoeg van... jammer maar helaas, de boterhammen zijn boven op Mount Washburn in een vuilnisbak beland. Ondertussen kwamen er langzaam aan meer wandelaars binnen. We raakten in gesprek met een echte Yellowstone-kenner, een man die al jarenlang regelmatig in het park komt. Leuk om iemand zo enthousiast te horen vertellen, hij gaf ons zoveel tips dat het ons nog zeker een week zou hebben gekost als we die allemaal op hadden willen volgen. Al met al waren we al snel een uur verder, tijd dus om aan de terugweg te beginnen. En geloof me… naar beneden is heel wat makkelijker dan omhoog. En dat was heel goed te zien aan de groepjes wandelaars die we nu regelmatig tegenkwamen… wij gingen heel wat vlotter dan zij! Een uurtje of vier nadat we aan de trail waren begonnen, liepen we weer de parkeerplaats op. © copyright hanz meulenbroeksNiet super enthousiast over de hike zelf, de uitzichten zijn weliswaar mooi maar nergens echt spectaculair. En om zo lang te lopen over een breed pad is ook niet helemaal onze stijl, er mag van ons toch wel een beetje meer variatie in zitten. Waar we wel enthousiast over waren, dat was onze prestatie. Toch niet niks hoor, zo'n eind omhoog klimmen!

Het was nog te vroeg om terug te gaan naar de cabin voor onze middagpauze, dus we gingen nog even een stukje rijden. Net ten westen van Roosevelt stond een grote groep mensen met fotocamera's langs de weg... ja hoor, bear time! Tussen een stel omgevallen bomen was een kaneelkleurige beer lekker aan het rondscharrelen. Helaas wel vrij ver van de weg vandaan, ook deze keer was het niet mogelijk om een goede foto te maken. Dankzij mijn verrekijker kon ik de beer wel goed zien, en het is echt prachtig hoor om zo'n machtig dier actief bezig te zien in de vrije natuur. En 't werd nóg leuker toen we even later over de Blacktail Plateau Drive reden, een onverharde weg die parallel loopt aan de hoofdweg. Want daar zagen we zomaar ineens twee jonge zwarte beren die in het bos ronddartelden... eentje klom er in een boom, de tweede beer stond helemaal rechtop met z'n rug en z'n achterhoofd tegen een boom aan te schuren... we genoten! Alleen, 't wordt eentonig, we konden weer geen goede foto maken. Ook dit tweetal zat net te ver weg. Achter ons stopte de ene na de andere auto, en al snel stonden we daar met een hele groep te kijken. Maar het leukste moment was inmiddels voorbij, een beer lag nu opgerold op de grond te slapen, en alleen omdat we precies wisten waar hij lag konden we hem nog aan de andere mensen aanwijzen. © copyright hanz meulenbroeksDe andere beer was spoorloos verdwenen, die lag vast op een beschut plekje te slapen. Toen we terugreden naar de cabin zagen we er alweer een, jee, het kon niet op! Deze beer lag prinsheerlijk boven in een boom en was in diepe rust. Nou, wij hoefden niet meer te klagen, zomaar zes beren binnen anderhalve dag!

We hielden even lekker pauze in onze cabin, en zoals gebruikelijk wilde Hans onze foto's overzetten op de X-Drive. En dat lukte dus niet! Het ding zat gewoon hartstikke vol, er kon geen foto meer bij. Tja, dat krijg je er van als je alle foto's in raw-formaat opslaat, dat neemt veel meer ruimte in beslag dan gewone foto's. We besloten om in Canyon Village een aantal DVD's te gaan kopen, dan hadden we genoeg opslagruimte voor de foto's die we tijdens de laatste dagen van onze vakantie nog zouden gaan maken. Makkelijker gezegd dan gedaan, want in heel Canyon Village bleek geen DVD te koop te zijn. Nou, dan rijden we toch even (nou ja, éven... niet echt het goede woord als je de afstanden in het park bekijkt) naar West Yellowstone. Al ver voordat we daar aankwamen zagen we dat er ergens een flinke bosbrand woedde, er hing een gigantische rookkolom. En hoe dichter we bij West Yellowstone kwamen, hoe dreigender die wolk er uit zag. De brand zat echt dicht bij het stadje, de rook trok laag over de huizen en de hotels heen. Gelukkig vonden we in West Yellowstone al snel wat we zochten, een winkel met computerspullen. Zo, we konden weer met een gerust hart foto's maken, met de DVD's die we in die winkel kochten hadden we weer genoeg opslagruimte. We maakten meteen ook maar even van de gelegenheid gebruik om even met Rob en Melanie te chatten (op een parkeerplaats, heel stiekem, via een bij een hotel gejatte internetverbinding). Ons huis was rommelig maar nog wel bewoonbaar, zo liet Melanie ons weten. Die was even in het tijdelijke vrijgezellenpaleis op bezoek geweest. En Rob was nog steeds heel tevreden met z'n eerste eigen auto. Nou, leuk om te horen dat alles goed was aan het thuisfront. We aten nog even een heerlijk broodje bij de Subway -footlong, we hadden honger! - en daarna reden we terug naar het park. Waar we de Artists' Paintpots gingen bekijken, een groep pruttelende modderpoelen. We hadden inmiddels al heel wat gepruttel en geborrel gezien, hier in Yellowstone. En de Artists' Paintpots was voor ons net één borrel te veel... het boeide gewoon niet meer. Ik weet nu wat er wordt bedoeld met de rotsmoeheid waarover ik soms wel eens in reisverslagen lees, dat moet toch wel hetzelfde aanvoelen als voor ons deze overdosis aan thermische basins. Als afsluiting van deze dag kozen we voor een rit over de Virginia Cascades Road, een mooie route door een rotsachtige omgeving en langs een stroomversnelling. Want rotsmoeheid, dat is iets waar wij niet snel last van zullen krijgen!

 
Dag 20: donderdag 28 juni - Yellowstone NP (27 mijl)

Ik was ondertussen toch wel heel benieuwd naar de Grand Canyon of the Yellowstone; dit ravijn ligt verdorie maar op een paar minuten rijden van onze cabin vandaan, en we hadden het nog steeds niet gezien! We gingen meteen maar voor de hoofdprijs; Artist Point aan de zuidzijde van de canyon is een van de meest gefotografeerde panorama's van het park. Nou, toen we daar zelf stonden begrepen we ook meteen waarom dat dat zo is. We keken een heel eind de canyon in, en voor ons zagen we de imposante waterval Lower Falls tussen de rotswanden liggen. © copyright hanz meulenbroeksMooi hoor! Vooral die rotswanden vond ik prachtig om te zien, dankzij de kleuren. Overwegend geel, maar er zaten ook rode en roodbruine tinten tussendoor. De afstand van de parkeerplaats naar het uitkijkpunt is maar klein, dus we hadden geen rugzak meegenomen. Maar ja, als je dan steeds op een andere manier wilt fotograferen - met een andere lens, een ander filter, de ene keer met en de andere keer zonder statief - dan zit je natuurlijk wel steeds met al die spullen die je ergens kwijt moet. Vandaar dat ik door Hans tot pakezel werd benoemd. Twee meisjes vroegen of ik een foto van hen wilden maken; toen ze zagen dat ik m'n handen vol spullen had, en mijn verontschuldigende blik van Ik wil wel maar ik weet even niet hoe moesten ze wel lachen. Gelukkig was er nog wel een andere bezoeker op het uitkijkpunt die die taak wel even van me wilde overnemen. Bij het volgende uitkijkpunt dat we gingen bezoeken, het Upper Falls Viewpoint, namen we de rugzak maar weer mee. Toch wel handiger! De naam geeft het natuurlijk al aan, vanaf dit uitkijkpunt konden we de andere bekende waterval bekijken. Die is een heel stuk minder hoog, Lower Falls is 93 meter en Upper Falls 33 meter. Een mooie plek, maar absoluut minder indrukwekkend dat Artist Point. Een ranger had ons de tip gegeven om vanaf het uitkijkpunt via een pad naar links te lopen, tot aan een bruggetje. Daar stonden we nog veel dichter bij Upper Falls, en 's ochtends kan je daar een regenboog in het stuifwater zien. © copyright hanz meulenbroeksEen goeie tip van die ranger, we vonden deze blik op de waterval mooier dan vanaf het meer bekende uitkijkpunt.

Op een bordje dicht bij de parkeerplaats lazen we dat Uncle Tom Richardson hier al zo'n 100 jaar geleden bezoekers rondleidde; hij nam ze diep mee de canyon in. Voor ons is het ondertussen heel wat makkelijker gemaakt, er ligt nu een mooie trap die bestaat uit 328 stalen traptreden. Via die trap liepen we 150 meter naar beneden, tot aan een klein platform. Opnieuw konden we Lower Falls, de prachtige rotswanden en de Yellowstone River bekijken. In het stuifwater onder aan de waterval ontdekten we zelfs twee regenbogen. Ik kan deze afdaling dan ook van harte aanbevelen, het is echt prachtig wat je hier te zien krijgt. Maar eh... een klein probleempje... je moet op gegeven moment natuurlijk wél weer terug omhoog. En dan merk je pas hoe steil die trap is, elk van de 328 stappen naar boven deed pijn... mijn benen waren het er absoluut niet mee eens dat ze – na de lange klim op Mount Washburn – nu alweer zo hard moesten werken. Toen we eindelijk weer boven waren moest ik echt even rust nemen. Er was een picknickplaats vlakbij, dus dat kwam goed uit. Even lekker zitten, en brood smeren. Dat smaakte heel wat beter dan die kant- en klare boterhammen die we gisteren boven op Mount Washburn hadden gegeten! Ons eerste uitkijkpunt dat we na de picknick gingen bekijken was de Brink of the Upper Falls. Weer moest ik zo'n 60 traptreden verwerken, maar gelukkig was het heel wat minder zwaar dan die steile trap van de Uncle Tom's Trail. We kwamen uit op een platform direct bij de bovenzijde van de Upper Falls, rechts van ons zagen we het water nog redelijk rustig aan komen stromen, en links van ons viel het met veel geweld 33 meter naar beneden. © copyright hanz meulenbroeksWe bezochten ook nog de veel minder bekende Crystal Falls, leuk, even weg van de grote groepen toeristen en op een rustige plek van de mooie omgeving genieten.

In Canyon Village begint een eenrichtingsweg die naar de uitkijkpunten aan de noordzijde van de canyon gaat. En die uitkijkpunten waren geweldig mooi, alleen, de zon stond er zo fel in te schijnen dat fotograferen niet echt lekker lukte. We besloten daarom om terug te gaan naar de cabin, en even een middag lekker lui op de veranda te gaan zitten met een mooi boek. Pas na het avondeten zijn we weer op pad gegaan, opnieuw naar de North Rim van de Grand Canyon of the Yellowstone. Het was nog vroeg genoeg om even een wandeling te maken. Het hoogteverschil op de Red Rock Trail is 150 meter, net zoals dat op de Uncle Tom's Trail van vanmorgen. Hmmm, dat zou ik vast weer flink gaan voelen als we zo meteen - op de terugweg - weer moesten gaan klimmen. Maar ach, niet zeuren, ik had de hele middag op m'n luie kont gezeten dus dit moest lukken, toch. En daar kreeg ik geen spijt van, de Red Rock Trail is super. Een geweldig mooi pad tussen de rotsen en de bomen, met hier en daar wat bruggetjes en wat trapjes. En omlaag, steeds flink omlaag. Aan het einde van de trail hadden we een goed zicht op de Lower Falls, wat minder spectaculair dan vanaf Artist Point maar toch zeker de moeite waard. Het pad terug omhoog viel me helemaal niet tegen, ik had nu mijn wandelstokken bij me en daar had ik toch flink wat steun aan. En omdat deze wandeling zo goed was gegaan durfde ik zelfs nog een tweede afdaling aan, we liepen ook the Trail to the Brink of the Lower Falls. Weer een heel eind omlaag, nu naar de bovenzijde van de Lower Falls. Ik vond het wandelpad zelf net wat minder mooi dan dat van de Red Rock Trail, maar de plek waar we uitkwamen was weer een topper. Direct onder ons zagen we het water met enorm geweld naar beneden storten, je kan daar gerust een half uur naar staan kijken zonder dat het gaat vervelen. Maar zoveel tijd hadden we niet meer, het begon al laat te worden dus het kon elk moment donker gaan worden. Dus nog één keer flink klimmen, en daarna terug naar de cabin. Dik tevreden, want we hadden echt een hele mooie dag achter de rug.

 
Dag 21: vrijdag 29 juni - Yellowstone NP (140 mijl)

© copyright hanz meulenbroeksDe ochtend begon meteen al geweldig. Toen we naar het beginpunt reden van de trail die we wilden gaan lopen, zagen we hoe de auto die voor ons reed ineens afremde. Er liepen zomaar twee wolven de weg op, en we hadden het geluk dat ze daarna nog een stukje onze kant op kwamen lopen en even naast onze auto in de berm bleven staan. Wauw... wat was dit prachtig. Dat zijn de ervaringen waarvoor je naar Yellowstone gaat, toch! De dieren verdwenen tussen de bomen, en wij zaten natuurlijk nog even in de auto enthousiast na te praten. Hans was er niet zeker van dat het wel echt wolven waren, het zouden ook best coyotes kunnen zijn geweest. Maar ik was er helemaal van overtuigd dat het om wolven ging. Nou, niet dus! Toen we een paar dagen later, weer thuis in Nederland, onze foto's op het Yellowstone forum zetten kregen we meteen het volgende commentaar op ons onderschrift: "Your wolf looks like a coyote to me". Dus toch coyotes, Hans had gelijk. Ik begon hierdoor ook heel erg te twijfelen of het dier dat we op 26 juni tijdens de Pelican Creek Trail hadden gezien niet ook een coyote was. Waarschijnlijk wel, denk ik nu achteraf.

We reden weer verder naar ons doel van vandaag: de Hellroaring Creek Trail. En die trail bood precies datgene wat we tijdens de Mount Washburn Trail gemist hadden: volop afwisseling. Eerst liepen we een stuk door een bosgebied; op het pad zagen we op diverse plaatsen uitwerpselen liggen, en we kwamen ook nog de schedel en beenderen van een dier tegen. © copyright hanz meulenbroeksNiet echt bevorderlijk dus voor mijn gemoedsrust, net als een paar dagen eerder voelde ik me toch wel een beetje onbehaaglijk. Om eventuele beren op afstand te houden zijn we maar liedjes gaan zingen; op dat bekende deuntje dat je vaak hoort tijdens films over het Amerikaanse leger blijk je de meest hoogstaande teksten te kunnen verzinnen. "We lopen hier door Yellowstone. En het is hier wonderschoon... We zijn op zoek naar Yogi Beer... Misschien zien we er nog veel meer...links, rechts..., links, rechts..." was wel onze meest creatieve vondst. En het heeft goed geholpen, dankzij onze zangkunsten (en dan vooral die van Hans!) heeft zich geen enkel dier in onze omgeving durven te vertonen. Na het bosgebied kwam er een meer open gedeelte, het pad was hier heel smal en liep al zigzaggend naar beneden. We kwamen uit bij de Yellowstone River, die we moesten oversteken via de mooie Suspension Bridge. De brug wiebelde behoorlijk, en op de zijkanten zat het helemaal vol met grote krekels die massaal naar beneden vielen toen wij er voorbij liepen. Onder ons zagen we Yellowstone River tussen de dicht op elkaar staande rotswanden stromen; doordat het zo smal was ging het water behoorlijk krachtig. Voorbij de brug moesten we weer heel even door een gebied met bomen en kleine rotsblokken lopen, daarna werd de trail echt heel anders. Helemaal open, met een weids uitzicht over een prachtig heuvellandschap. © copyright hanz meulenbroeksHet pad lag hier in een vlak gebied dat helemaal vol stond met sage brush, een laag struikgewas. Het einddoel van de wandeling was Hellroaring Creek, een mooi snel stromend riviertje. Je kan vanaf daar nog veel verder lopen, maar we vonden het wel mooi zo. We moesten immers ook nog dat hele eind terug. Maar eerst even insmeren met Deet, er zaten hier wel erg veel muggen. Ik vind het trouwens maar smerig spul, dat Deet, ik voel me helemaal vies en plakkerig als ik dat heb opgesmeerd. Zeker omdat we daarna ook nog eens door dat struikgewas moesten lopen, we zagen er vreselijk uit met allemaal zwarte vegen over onze benen en onze gezichten. Op een van de laatste stukjes voor het einde van onze wandeling, de switchbacks omhoog, was het ook nog eens even flink zweten. We hadden ons nog nooit zo smerig gevoeld na een wandeling, we konden ons onmogelijk nog in de bewoonde wereld vertonen. Gelukkig hadden we een handdoek in de auto liggen, en nog wat flessen met water. Waarmee we de ergste schade toch weer wat konden herstellen. Etenswaar hadden we trouwens helemaal niet meer, onze koelbox was akelig leeg. Het werd daardoor een van de weinige keren dat we tijdens deze vakantie niet konden picknicken, we zijn gaan eten in een cafetaria in Mammoth Hot Springs. Het was daar stervensdruk, maar gelukkig was de bediening wel heel vlot waardoor we toch niet al te lang op ons eten hoefden te wachten.

Verder hebben we deze dag eigenlijk niets speciaals meer gedaan, eerst even wat rondgeslenterd in Mammoth Hot Springs, en daarna nog wat rondgereden in de hoop de vakantie af te kunnen sluiten met een mooie close up van een beer of een ander mooi dier. Dicht bij Roosevelt zagen we inderdaad nog een beer, maar die close up, dat wilde nog steeds niet lukken. Daarvoor zouden we net zo'n gigantisch grote telelens nodig hebben gehad als de vrouw die langs de kant van de weg foto's stond te maken, onze telelens was daar maar een heel klein ukkie bij. Vlak bij Canyon Village zagen we nog twee erg mooie herten langs de weg, zo konden we deze laatste dag in Yellowstone toch nog afsluiten met een paar mooie wildlife foto's.

© copyright hanz meulenbroeks © copyright hanz meulenbroeks
 
Dag 22: zaterdag 30 juni - Yellowstone NP – Salt Lake City (391 mijl)

Voor de laatste keer tijdens deze vakantie moesten we een flink eind rijden, van Yellowstone naar Salt Lake City. We hadden daar een kamer gereserveerd in hetzelfde hotel waar we drie weken geleden ook hadden overnacht, de Quality Inn. We kwamen daar halverwege de middag aan, tijd genoeg dus om nog even de stad in te gaan en te profiteren van de gunstige dollarkoers. Op advies van de receptionist van het hotel gingen we naar shopping mall The Gateway. Goeie tip, want het was inderdaad een heel mooi winkelcentrum. Veel keus, en alles zag er super netjes uit. Toen we alle interessante winkels hadden bekeken en wat kleding hadden gekocht, waren we al snel een paar uur verder. Tijd dus om terug te gaan naar het hotel. Toevallig was daar op de binnenplaats net een festival aan de gang; het zag er heel gezellig uit met Mexicaanse muziek en met dansgroepen, maar we hadden geen inspiratie om een kijkje te gaan nemen. We moesten immers onze koffers nog inpakken, en de handbagage in orde maken. Maar eerst even onze email checken, de vluchtgegevens nakijken en de laatste berichten op het Alles Amerika forum lezen. Een van de forumleden, Marjan (Hekkie), bleek net een hele lastige terugreis te hebben meegemaakt, vliegtuig stuk, overstap gemist, koffers kwijt... en nog meer van dat soort ellende. Ik zei nog tegen Hans dat dat niet echt het goede leesvoer was, een avond voordat je zelf moet gaan vliegen. We hoopten maar dat wij niet zoveel problemen zouden krijgen.

Dag 23 : zondag 1 juli Salt Lake City – Cincinnati – Schiphol
En in eerste instantie leek het erop dat onze terugreis precies volgens plan zou gaan verlopen. We leverden ons Gele Monster in bij Alamo en onze koffers bij Delta Airlines, en niet veel later zaten we bij de gate waar ons vliegtuig naar Atlanta al klaar stond. De informatieborden gaven de geruststellende informatie dat de vlucht precies op tijd zou vertrekken. Alsof die ...... (vul hier aub een toepasselijk woord in) van Delta Airlines echt maar een minuut of 10 van tevoren beseften dat het vliegtuig dat bij onze gate stond een andere bestemming had! Om een lang verhaal kort te maken, we hadden dus vertraging. Eerst een klein beetje vertraging (blijft u maar gerust op de vlucht naar Atlanta, mevrouw en mijnheer, die overstap kunt u nog nét halen), en uiteindelijk dus een flinke vertraging (sorry mevrouw en mijnheer, die overstap gaat niet meer lukken). Gelukkig bleek de Delta dame achter de balie familie in Nederland te hebben, dat zorgde meteen voor een innige band en ze deed echt haar best om ons te helpen. Als we nu eens niet via Atlanta zouden vliegen, maar via Cincinnati, dan zouden we daar misschien nog net een andere vlucht naar Amsterdam kunnen halen. En zo zaten we even later dus zomaar in het vliegtuig met de bestemming Cincinnati, Ohio. Konden we weer een nieuwe staat aan ons lijstje toevoegen. Het was wel even spannend, zou het een bliksembezoek worden, of bleven we hier nog een nachtje slapen??? De landing duurde een eeuwigheid, en ook aan het taxiën naar de gate leek geen einde te komen. Toen we eindelijk het vliegtuig uit konden zijn we meteen het halve vliegveld over gerend, snel naar de gate waar de volgende vlucht zou gaan vertrekken. En ja hoor, opluchting... we waren op tijd. Al met al waren de problemen dus toch heel erg meegevallen, het was allemaal een beetje hectisch maar uiteindelijk kwamen we gewoon op maandagochtend in Nederland aan. Een paar uurtjes later maar dan gepland. Onze koffers hadden het niet gered, die bleken via Atlanta in Parijs terecht te zijn gekomen. Maar die zouden morgenmiddag netjes bij ons worden thuisbezorgd, zo werd ons beloofd.
 
Dag 24: maandag 2 juli - Schiphol - Gerwen
Hans en ik zijn dus echt openbaar-vervoer-leken. We zitten vaker in een vliegtuig dan in een trein of bus. Het was voor ons dus best een aparte ervaring om met de trein naar Eindhoven te gaan, en vervolgens met de bus naar Gerwen. Gelukkig maar dat Melanie ons vanaf Utrecht gezelschap kwam houden, zij wist precies welke bus we moesten nemen. Het allerlaatste stukje, van de bushalte naar huis, liepen we door de stromende regen. Zo wreef Nederland ons wel even heel erg duidelijk in dat onze vakantie er weer op zat!
Op het moment dat ik de laatste regels van dit reisverslag schrijf is het eind september, de reis ligt alweer een paar maanden achter ons. We hebben weer ontzettend veel mooie dingen gezien, maar natuurlijk zijn er toch een paar die speciaal indruk hebben gemaakt. En dan denk ik vooral aan Badlands National Park, Makoshika State Park en die prachtige dag in Cody, bij de Powwow. En dat onvergetelijke moment in Yellowstone, toen we die wolf (of was het een coyote?) stoorden tijdens zijn jacht op moeder hert en haar twee kleintjes. Onze koffers hebben het laatste stukje van hun reis, van Parijs naar Gerwen, ook goed volbracht. Op dinsdagmiddag zijn ze netjes bij ons aan de deur afgegeven. Volgend jaar in april mogen ze weer met ons mee naar de States... de tickets zijn alweer geboekt!
Dag 1-12 - Dag 13-24
Links Contact Disclaimer