Home Nationale ParkenBezienswaardighedenUpdate
1
Zuidwest 2003 - Photographs & Memories
 
Inleiding:
Fotografie is een schitterende hobby. Reizen door de USA ook! En het allermooiste is natuurlijk dat je deze twee hobbies perfect met elkaar kunt combineren.

Dit verslag gaat over de 20-daagse reis die wij in 2003 maakten door het zuidwesten van Amerika. Onze namen zijn Hans (jaargang 1959), Henriëtte (1959), Melanie (1983) en Rob (1984). De foto's bij het verslag zijn gemaakt met de Sony F717 en de Nikon Coolpix 5700, die Hans en Melanie kort voor de reis hebben gekocht.

Print PDF Document
De route

Copyright © ontdek-amerika.nldag 1: Gerwen – Amsterdam – San Francisco
dag 2: San Francisco – Carmel
dag 3: Carmel – San Luis Obispo
dag 4: San Luis Obispo – Los Angeles (Hollywood)
dag 5: Los Angeles (Hollywood) – Las Vegas
dag 6: Las Vegas - Zion NP (Kolob) – Bryce Canyon NP
dag 7: Bryce Canyon NP–Capitol Reef NP–Natural Bridges Nat. Monument
dag 8: Blanding – Canyonlands NP (the Needles) – Moab
dag 9: Dead Horse Point State Park – Canyonlands NP ( Island in the Sky)
dag 10: Arches NP
dag 11: Moab – Valley of the Gods – Monument Valley – Kayenta
dag 12: Kayenta – Page (Antelope Canyon) – Kanab
dag 13: Kanab – Zion NP – Las Vegas
dag 14: Las Vegas – Death Valley NP
dag 15: Death Valley NP – Lake Isabella – Visalia
dag 16: Visalia – Sequoia NP – Kings Canyon NP – Fresno
dag 17: Fresno – San Francisco
dag 18: San Francisco
dag 19 en 20: San Francisco – Amsterdam – Gerwen

  Klik hier om de foto's in groot formaat te zien.
Dag 1: zondag 20 juli - Gerwen - Amsterdam  - San Francisco
Zelfs Melanie was op tijd klaar, en dat wil heel wat zeggen, toen om kwart over zes 's ochtends de taxi voor onze deur stond. De vriendelijke chauffeur, een echte Amsterdammer, hield ons onderweg naar Schiphol flink aan de praat. Copyright © ontdek-amerika.nlDus voordat we het wisten stonden we in de vertrekhal, waar het op dit vroege tijdstip nog opvallend rustig was. Effe inchecken, de meneer van de douane lief aankijken, en daarna nog ruimschoots de tijd voor een ontbijtje en een paar winkeltjes. En vervolgens het vliegtuig van Delta Airlines in.

Van onze vorige vluchten, met de KLM en met United Airlines, waren we toch net dat kleine beetje meer luxe gewend dat zo'n lange zit wat draaglijker maakt. We kregen maar weinig vluchtinformatie onderweg, er kon geen krantje vanaf, en we hadden niet eens een eigen scherm in de hoofdsteun van de stoel voor ons. Daarbij kwam nog eens dat de stewardessen veel te oud waren (Hans z'n mening hoor, niet de mijne!). De overstap in New York verliep behoorlijk chaotisch, terminal 3 werd verbouwd, en zelfs het Delta Airlines personeel wist de weg niet meer. Toch slaagden we erin onze koffers terug te vinden. Bij de douane opnieuw even heel onschuldig kijken... gelukkig... zelfs Rob (profiel: lang haar, zwarte kleding) mocht erdoor! Daarna werden we, samen met een hele groep andere passagiers, door een zenuwachtige Copyright © ontdek-amerika.nlDelta Airlines dame mee op sleeptouw genomen. Via smalle gangetjes en kleine liften werden we naar een andere hal gedirigeerd waar we onze bagage weer konden inchecken voor de volgende vlucht.

Maar vooral niets vragen, ze zat echt 'on the edge of a nervous breakdown', zoals ze dat in Amerika zo treffend weten te formuleren. Gelukkig maar dat we ruimschoots de tijd hadden voor onze overstap, anders waren wij zelf ook nog zenuwachtig geworden. Ja, we waren behoorlijk moe toen we na de lange reis eindelijk op San Francisco International Airport aankwamen. Gelukkig hoefden we niet lang op onze koffers te wachten. En dankzij de duidelijke bewegwijzering vonden we ook al snel de plek waar de shuttlebussen van de hotels de gasten oppikken. Een kwartiertje wachten op de bus, daarna nog een rit van een minuut of tien, en we waren bij ons hotel: de Ramada Airport Inn. De kamer zag er wat afgeleefd uit, but who cares! We waren allang blij dat we een bed zagen. En dat er regelmatig een vliegtuig op een metertje of twee over het dak vloog - zo leek het tenminste - daar hoorden we al snel niets meer van.

Dag 2: maandag 21 juli
Van San Francisco (Ramada Airport Inn) naar Carmel , via Highway 1
Afstand: 174 mijl

Copyright © ontdek-amerika.nlMel en Rob mochten even uitslapen, Hans en ik gingen al vroeg op pad om de huurauto op te halen. Eerst met de shuttlebus (op wielen) naar de luchthaven, vervolgens met een andere shuttle (op rails) naar het verhuurstation waar alle bekende verhuurbedrijven samen één grote hal delen.
Uiteraard probeerden ze ons aldaar een groter type auto aan te smeren.

Tja, achteraf gezien was het misschien niet echt verkeerd geweest als we die Fourwheel Drive toch eens beter hadden bekeken! Maar dat was iets waar we pas halverwege onze reis achter zouden gaan komen, nu wisten we nog van niets en dus hielden het toch maar bij de door ons vanuit Nederland gereserveerde Intermediate. We mochten er zowaar zelf een uitkiezen, het werd een blinkend schone (nog wel!) zilverkleurige Dodge Intrepid. Er stonden 27.525 mijlen op de teller. Eerst nog even naar het hotel om kinderen en bagage op te halen. Gewapend met de plattegrond die we thuis al van Internet hadden gehaald kon de rondreis gaan beginnen. Al snel kwamen we aan bij het begin van Highway 1, de bekende kustweg die van San Francisco naar Los Angeles gaat. Het is een zogenaamde Scenic Route, volgens de boeken stond ons dus heel wat moois te wachten. Maar het begin van de route heeft wat ons betreft het bijvoeglijk naamwoord “Scenic” niet echt verdiend. Zo nu en dan zagen we wel wat mooie rotspartijen langs de kust, maar al met al was het niet echt indrukwekkend. Niet dat we dat erg vonden, het was een lekker ontspannen rit en we vonden het heerlijk weer de Amerikaanse sfeer te proeven. In Santa Cruz maakten we een korte stop. Het was lekker zonnig, dus we stonden er al heel zomers op met t-shirts en korte broek. Daarbij hadden we ons toch wel even verkeken op de stevige wind, die het nog behoorlijk fris maakte. Op het strand van Santa Cruz staat een soort van kermis, compleet met achtbanen en andere attracties. Maar zelfs onze achtbaanfanaat Rob had geen enkele interesse, en we besloten al snel weer naar de auto terug te gaan. In Monterey reden we naar Pacific Grove, een schitterend stukje rotsachtige kust.

Copyright © ontdek-amerika.nl

Er zijn diverse wandelpaden aangelegd, het zag er heel goed verzorgd en uitnodigend uit. Maar we hadden allereerst een ritje over de 17-mile Drive gepland, we lieten Pacific Grove dus links liggen (rechts, in feite), en we reden meteen door naar het beginpunt van de bekende tolweg. We betaalden $ 8,25 om.... ja waarom eigenlijk?? Want om eerlijk te zijn, de weg is mooi maar niet echt mooier dan Pacific Grove, waar we gratis en voor niks mochten rijden. Aan de 17-mile Drive liggen diverse golfcourts, en veel gigantisch dure huizen. Zouden die mensen rijk geworden zijn van argeloze toeristen, die allemaal braaf hun dollartjes neertellen om hier rond te mogen rijden? Wat ik wel heel leuk vond aan deze route, was Bird Rock. Op een rots in het water zaten duizenden meeuwen.....echt apart. Het was hier druk aan het strand, veel toeristen hadden wel wat brood of zelfs speciaal vogelvoer bij, en de meeuwen kwamen daar dankbaar gebruik van maken. Net voorbij Bird Rock ligt Seal Rock, maar de zeeleeuwen hadden er geen zin in, die dag. We zagen er niet één! En het was er ontzettend koud..... Natuurlijk mocht de Lone Cypress, de meest gefotografeerde boom ter wereld, niet op onze route ontbreken. We hadden die fototoestellen niet voor niks aangeschaft, toch? Maar toen we eenmaal op de juiste plek aankwamen, bekroop me toch wel een beetje het gevoel dat we min of meer bedonderd werden. Volgens mij wordt die boom niet zo vaak gefotografeerd omdat ie zo bijzonder is, maar omdat er zoveel reclame voor wordt gemaakt. Copyright © ontdek-amerika.nlDe boom is echt wel mooi, maar zonder de ondersteuning van diverse kabels zou die allang het loodje hebben gelegd. Niet echt natuurlijk meer, dus. En het was er venijnig koud....... Kortom, de 17-mile Drive is mooi, maar ook wel wat gekunsteld.Te commercieel. Zijn geld niet echt waard. Aan het eind van de route kwamen we weer uit in Monterey, waar we nog even een winkelcentrum bezochten en waar we wat gingen eten. Ik had inmiddels een lange broek en een vest aan, maar dat mocht niet meer baten. Ik had het intens koud, en dat werd alleen nog maar erger. Toen we bij ons hotel aankwamen, de Carmel Mission Inn, moest ik bij de receptie onze naam opschrijven. Mijn vingers waren zo verkleumd dat me het niet echt lukte om er iets leesbaars van te maken. Nou ja, niet dat dat veel uitmaakt, want de naam ‘Meulenbroeks' kunnen ze daar in Amerika over het algemeen toch niet op een voor ons herkenbare manier uitspreken! De deur van de kamer open maken lukte al helemaal niet meer. Eerst dacht ik nog dat het aan mijn trillende vingers lag, maar dat bleek toch weer mee te vallen. De sleutelkaart was niet goed geprogrammeerd door de receptioniste. Nog maar eens naar de receptie, en gelukkig – bij de tweede poging konden we wel naar binnen. Ik ben meteen onder de dekens gekropen, even lekker opwarmen. Kan van de rest van de avond niets meer navertellen, ik was zo in diepe rust...

Dag 3: dinsdag 22 juli

Van Carmel naar San Luis Obispo, via Highway 1
Afstand: 140 mijl

Big Sur is een van de mooiste plekken aan Scenic Highway 1. Tenminste, als we de reclamefoto's en andere reisverhalen mogen geloven! Want wij hebben hier niets anders gezien dan een dikke, ondoordringbare laag mist! We wisten van te voren dat we dit risico liepen, het is bekend dat het hier vaak erg mistig is. Maar ja, je hoopt natuurlijk dat het helder en zonnig is als je zelf Big Sur gaat bezoeken. Copyright © ontdek-amerika.nlMaar het mocht niet zo zijn, we zagen echt geen hand voor ogen. Vóór Big Sur was het ook mistig, maar niet zo erg. Zo konden we nog een paar plaatjes schieten in de omgeving van de 71 jaar oude Rocky Creek Bridge . Even verder ligt de veel bekendere Bixby Bridge, ook die hadden we willen fotograferen. Maar we zagen niet direct een geschikte stopplaats, en om nu midden op de brug stil te gaan staan leek ons ook niet zo'n slim idee. Geen foto's van de Bixby Bridge, dus...
Toen we Big Sur ruimschoots voorbij waren, begon het wat op te klaren. Zo nu en dan trokken er nog flinke flarden mist over de weg, op andere momenten was het een klein beetje helder en konden we de oceaan eindelijk zien. Die combinatie leverde nog een paar hele mooie momenten op, vooral toen we een berg voor ons zagen opdoemen die nog half in de mist hing. Echt schitterend.
In de buurt van Los Padres National Forest zat het weer helemaal dicht. Langs de weg zagen we een paar kleine trapjes die toegang gaven tot de smalle strook land tussen de weg en de oceaan. Puur op de gok zijn we gestopt, en via een smal pad zijn we richting de oceaan gelopen. De kust is daar ruig, de golven slaan er hard tussen de rotsen door.  Vanwege de mist konden we niet erg ver kijken, maar het kleine gedeelte dat we wel konden zien was al heel erg de moeite waard. We verkenden de kust nog wat verder, en kwamen uit bij een landtong die nog een stukje de oceaan in liep. Er komen niet veel mensen hier, de begroeiïng was zo dicht en zo hoog dat je het pad nauwelijks meer kon zien. De mannen hadden de striemen op hun blote benen staan van het struikgewas, Melanie en ik hadden (wijs geworden na de kou van gisteren!) gelukkig lange broeken aan. Uiteindelijk kwamen we terecht op de rotsachtige punt van de landtong, omringd door water en een dikke mist. Om ons heen hoorden we zeehonden blaffen, en het water tegen de rotsen slaan. Zo nu en dan trok de mist even wat weg, en konden we iets verder om ons heen kijken. Eén keer zagen we een kanoër, die daar moederziel alleen langs de kust voer. Het intense alleen-op-de-wereld gevoel, de geluiden om ons heen, de contouren van de rotsen, dat alles samen zorgde voor een heel aparte sfeer. Het was een geweldige ervaring, en we hebben het dan ook heel lang volgehouden, daar op die rotstong. We hebben door de mist Big Sur weliswaar gemist, maar achteraf gezien waren we toch blij dat het die dag niet zonnig was. We maakten nog één stop, net ten noorden van San Simeon. Daar ligt een hele kolonie zee-olifanten op het strand, en zo'n verschijnsel trekt natuurlijk heel wat bekijks. Leuk om die beesten zo in de vrije natuur te zien, in plaats van in een dierentuin.
Vroeger dan gepland kwamen we aan in onze overnachtingsplaats San Luis Obispo, waar we een kamer hadden gereserveerd in de Vagabond Inn. We hadden nog ruimschoots de tijd om even wat te winkelen. In een wat smoezelige maar wel grote muziekzaak vond Melanie een CD van The Cranes, die in Nederland niet verkrijgbaar is. Ze was er heel blij mee. Wij niet, toen ze ‘m op de terugweg naar het hotel in de CD-speler van de auto deed en ons liet ‘meegenieten'. Nou ja, smaken verschillen.....

Copyright © ontdek-amerika.nl

Copyright © ontdek-amerika.nl

 
Dag 4: woensdag 23 juli

Van San Luis Obispo naar Los Angeles, Hollywood
Afstand: 232 mijl

Bij onze reispapieren zaten helaas geen routebeschrijvingen naar de door ons geboekte hotels, zoals we dat van onze eerdere reizen gewend waren. Maar met dank aan Internet waren we toch ruimschoots voorzien van plattegronden en route-suggesties. Slim toch, om goed voorbereid uit Nederland te vertrekken.

Toen we via Highway 101 Los Angeles binnenreden, kwamen we tot de ontdekking dat de gegevens die we nodig hadden om ons hotel te kunnen vinden, allemaal netjes in de kofferbak lagen. Niet echt slim, want je kan daar op de snelweg niet zomaar even stoppen. Dat werd dus stomweg doorrijden totdat we iets bekends op de borden zagen verschijnen. Nu was “Hollywood” toch wel een aardige hint, en we reden zomaar rechtstreeks naar ons hotel, de Holiday Inn aan de Highland Avenue. Het was nog vroeg in de middag, en we konden daarom nog niet inchecken. Gelukkig mochten we de auto al wel op de parkeerplaats van het hotel achterlaten, Hollywood Boulevard lag op loopafstand, en het leek ons niet zo handig om daar parkeerplaats te moeten zoeken. Tja, wat moet ik eigenlijk over Hollywood Boulevard schrijven. We hebben de Walk of Fame gezien, de namen van bekende mensen gezocht op de sterren die daar in de stoeptegels liggen. We zijn naar The Chinese Theatre geweest, waar de hand- en voetafdrukken van de nog bekendere mensen in cement zijn gedrukt.  Copyright © ontdek-amerika.nlEn we hebben wat winkels bekeken, maar de meesten daarvan waren niet echt indrukwekkend. Alleen Rob en Melanie hebben vrij lang rondgehangen in Hot Topic, een winkel die wat hen betreft ook in Nederland wel een paar filialen mag openen. Op straat kwamen we Charlie Chaplin nog tegen. En Rambo. Wat leek die kerel veel op de echte Sylvester Stallone, we moesten echt nog een paar keer extra kijken of Sly daar niet stiekem zelf wat stond bij te verdienen... Ach, echt heel bijzonder vond ik het niet. Leuk om een keer gezien te hebben. Inmiddels was het al wat later op de middag, en we wandelden terug naar het hotel waar we nu wel op onze kamer terecht konden. Tijd voor een frisse duik in het zwembad. Daarna hebben we de auto weer gepakt, en zijn we op zoek gegaan naar Beverly Hills. Even kijken of Brad Pitt en Jennifer Aniston toevallig een ommetje aan het maken waren. Aan het begin van de wijk lieten we ons nog even oplichten door een man die plattegronden verkocht waarop de huizen van de sterren stonden aangegeven. Ach, hij zag eruit of hij wel een extra zakcentje kon gebruiken, dus we dachten maar niet te lang na over de 10 dollar die we hadden uitgegeven.... We hebben nog een hele tijd rondgereden in de beroemde wijk. Veel dure huizen gezien. En veel muren waarachter ongetwijfeld nog duurdere huizen verborgen staan. Volgens de plattegrond stonden we op gegeven moment zo'n beetje bij de familie Osbourne op de stoep. Het huis was weliswaar nergens te vinden, maar ach, het gaat om het idee nietwaar... Bij een bezoek aan Hollywood moet je toch ook de beroemde witte letters hebben gezien. We wisten niet precies hoe we moesten rijden, maar het leek toch wel een goede gok om via Laurel Canyon de heuvels in te rijden. Op de tegemoetkomende rijbaan was het opvallend druk, er stond een lange file auto's die richting Hollywood Boulevard reden. Op gegeven moment kruist Laurel Canyon de bekende Mulholland Drive. En dat is dus écht een erg mooie weg om te rijden, zo tussen de heuvels en de mooie huizen. En zowaar, in de verte konden we nog een glimps opvangen van de witte Hollywoodletters. Missie geslaagd!
We reden via dezelfde weg terug naar Hollywood Boulevard. Ondertussen was het al behoorlijk laat geworden, en we kregen toch wel flink honger. Gelukkig was de lange file op Laurel Canyon al grotendeels opgelost, we konden beter doorrijden dan we van te voren hadden verwacht. Op Hollywood Boulevard hadden we al twee vestigingen van die fastfood keten met de grote gele M gezien, we besloten om daar te gaan eten. We wisten dat in Californië een paar honderd vestigingen sinds kort de VeggieBurger voor vegetariërs in hun assortiment hadden opgenomen. En laten we nu net bij één van die vestigingen binnenlopen! Melanie eet altijd vegetarisch, en met de heerlijke groenteburger die in Nederland bij McDonalds op het menu staat in mijn gedachten, besloot ik om net als zij me ook eens aan de VeggieBurger te wagen. Fout! Helemaal fout! Want de burger die Melanie en ik hier kregen voorgeschoteld was donker, vettig, smakeloos..... Dat was eens, maar nooit weer! Ons hotel lag ergens links van de McDonalds. Maar linksaf vanaf de parkeerplaats was niet mogelijk. Geen probleem, gewoon even rechtsaf en een blokje rondrijden. Dat is het makkelijke van Amerika, toch, je kan haast niet verkeerd rijden. Zo reden we dus één blok van Hollywood Boulevard vandaan, en gingen toen een zijstraat in. Prompt kregen we het gevoel dat we zo een of andere Hollywoodfilm binnenreden, maar dan wel een film met als onderwerp de gangs in de achterbuurten van de grote stad. Hier zaten we als toerist duidelijk niet op de juiste plek....., keren en wegwezen dus!

Dag 5: donderdag 24 juli

Van Los Angeles, Hollywood naar Las Vegas
Afstand: 271 mijl

Als je in Nederland via de snelweg een stad verlaat, dan ben je over het algemeen toch wel snel buiten de bebouwde kom. Zo niet in Los Angeles! Ook na vele, vele kilometers snelweg zaten we nog steeds midden in de buitenwijken van de stad. De benzinemeter gaf een onheilspellend laag peil aan, en omdat er hier geen tankstations aan de snelweg liggen moesten we een van die wijken naast de Interstate 10 inrijden. Heel even vreesden dat we in net zo'n ongure buurt terecht waren gekomen als de avond ervoor, in Hollywood. Maar dat viel – zo overdag tenminste – toch wel weer mee. Al zag het motel dat net naast het snel gevonden tankstation lag er niet bepaald uitnodigend uit...

Copyright © ontdek-amerika.nlAan de overkant van de weg lag een supermarkt, dus we konden meteen even wat proviand voor onderweg inslaan. Terwijl we het parkeerterrein opreden, zagen we hoe een wrak (het woord ‘auto' zou iets te veel eer zijn voor dit geval op vier wielen) het tankstation probeerde te bereiken. Het lukte net niet, een paar meter voor het einddoel blies het geval zijn laatste adem uit, en dat ging gepaard met een gigantische rookontwikkeling. Hetgeen heel wat bekijks trok van de bezoekers van de supermarkt. In de supermarkt zelf zagen we nog iemand stoom afblazen. De klant die voor ons bij de kassa aan de beurt was, stond zich enorm over iets op te winden. De man aan de kassa bleef uiterst rustig, maar informeerde wel nieuwsgierig “What your trippin on, man?” Waarop een heel verhaal volgde over – denken wij – de vrouw of de vriendin van de klant, die blijkbaar zelf maar het ijs moest betalen dat hij zojuist had gekocht. We konden niet alles volgen, maar het was wel duidelijk dat de klant gigantisch over de rooie was. Maar gelukkig, uiteindelijk ging hij – mét ijs en andere aankopen – toch weg, en konden wij onze boterhammetjes en kaas afrekenen. De man van de kassa had natuurlijk al lang gehoord dat wij geen Amerikanen waren, en ook bij ons toonde hij zich heel nieuwsgierig. Waar we al geweest waren, wat we nog in de planning hadden.... Nou, Las Vegas was een hele goede keuze, zo liet hij ons weten. De verdere trip naar Las Vegas verliep heel vlot. We kwamen op de Interstate 15 wel wegwerkzaamheden tegen, maar omdat die aan de andere kant van de weg plaatsvonden, hadden wij er geen last van. De tegenliggers wel, er stond daar een enorme file! Het weer was anders dan we verwacht hadden, het was nogal bewolkt en ook heel wat minder warm dan toen we hier twee jaar eerder waren. Niet dat we dat erg vonden, deze temperatuur was heel wat draaglijker. Tijdens de vorige keren dat we in Las Vegas waren geweest, hadden we steeds hotels geboekt die enkele blokken van de Strip verwijderd lagen. Deze keer zouden we twee nachten in de stad verblijven, met een tussenpoos van ongeveer een week. We hadden besloten om nu wel aan de Strip zelf te overnachten, één keer in een zuidelijk gelegen hotel, en één keer in een meer noordelijk gelegen hotel. Voor vandaag hadden we onze keus laten vallen op het Luxor hotel, ingericht in de stijl van het oude Egypte. Het hoofdgebouw van het hotel is een grote, zwarte piramide. En daarnaast staan nog twee torens waarin ook nog een groot aantal kamers gevestigd zijn.

 
Copyright © ontdek-amerika.nl Copyright © ontdek-amerika.nl Copyright © ontdek-amerika.nl
MGM
New York - New York
Ceasar's Palace
 
We parkeerden onze auto (gratis) in de parkeergarage van het Luxor. Daarna gingen we, al sjouwend met onze bagage, op zoek naar de incheckbalie. Het enige probleem daarbij was dat dat toch wel een klein stukje verder lopen is dan dat we bij de Best Westerns en aanverwante hotelketens gewend waren. We tilden ons zowat een rugblessure! Bij het inchecken mochten we zelf kiezen of we een kamer wilden in een van de torens, of in de piramide. Dat werd dus de piramide. Opnieuw sjouwen, naar de lift die schuin omhoog gaat (vreemde ervaring!). En vervolgens nog een heel stuk lopen over de balustrade, links van ons lagen de hotelkamers, en rechts keken we in de enorme open ruimte van de piramide waarin allerlei attracties gehuisvest zijn. En daar was toen eindelijk onze kamer..... En wat voor een kamer! Veel luxer dan dat we tot nu toe gewend waren. En vooral ook: veel groter! Met vanuit ons schuine raam een prima uitzicht over de stad en over McCarran Airport. Even familie-overleg. Melanie wilde graag het zwembad in, Rob wilde liever de attracties in het Luxor en de nabijgelegen hotels bezoeken. We kozen voor het laatste, als we op tijd in het hotel terug zouden zijn konden we altijd nog een frisse duik gaan nemen. Ik had ergens gelezen dat de virtual ride “In Search of the Obelisk” de moeite meer dan waard zou zijn. Nou, die recensie mag wat mij betreft de prullenmand in. Het was een saaie ride, eigenlijk alleen leuk voor iemand die zoiets niet al vaker heeft gedaan.
Ons volgende doel was de achtbaan boven op het hotel New York, New York. Aan de buitenzijde van het hotel is een lage muur ingericht met herdenkingstekens aan de aanslagen van 11 september. Het was voor het eerst dat ik er zo rechtstreeks mee geconfronteerd werd, niet via de televisie of via de krant. Het deed me wel wat, moet ik zeggen. Het was best aangrijpend die foto's van en stukjes over de slachtoffers te zien. Nadat we hier even bij hadden stilgestaan, gingen we op zoek naar de achtbaan Manhattan Express. Na de tegengevallen virtual ride in het Luxor hadden we toch niet echt veel zin meer om overal voor vier personen een duur kaartje te gaan kopen, dus we stuurden de kids alleen naar de kassa. Have fun, pa en ma wachten wel op jullie! Kwamen ze even later dolenthousiast terug, het was dus echt een goede achtbaan, met oa een val van meer dan 40 meter en een spectaculaire spiraal van maar liefst 540 graden. Volgens hen hadden we écht iets gemist!
     
Copyright © ontdek-amerika.nl

Copyright © ontdek-amerika.nl

Copyright © ontdek-amerika.nl
M&M's
Venetian
Rollercoaster New York
 
We slenterden op ons gemak verder de Strip op. Bezochten een winkel waar ze alleen maar M&M's verkopen, een Coca Cola winkel, een paar hotels.... In een fotozaak hadden ze meteen véél belangstelling voor de camera van Hans. Ze hadden een groothoeklens die hier op past, en de verkoper dacht die wel aan ons te kunnen verkopen. De camera van Melanie liet hem koud, daarvoor had hij duidelijk geen accessoires in huis. Mijn voeten begonnen behoorlijk zeer te doen tegen de tijd dat we het schitterende hotel Venetian bereikten. Van alle hotels die we bekeken hebben is dit echt mijn favoriet, met de prachtige waterrijke ingang en de schilderingen op het plafond. Op de tweede etage loopt een complete gracht, waar je een gondeltocht kan maken met een zingende gondelier. Hoe romantisch! Maar we hadden meer belangstelling voor het buffet dat even verder op diezelfde verdieping te vinden is, het was inmiddels hoog tijd om een hapje te gaan eten.
De winkels in het Venetian zijn nogal exclusief, en niet bestemd voor ons budget. De forumshops in Caesar's Palace passen iets beter bij onze portemonnee, dus gingen we daar eens rondkijken. Het geslenter was niet echt goed voor mijn voeten, dus ik ben uitgebreid gaan zitten bij het enorme aquarium dat hier midden tussen de winkels staat. Wat een prachtige vissen zwemmen daarin rond, ik kon er echt eindeloos naar blijven kijken. Maar op gegeven moment moesten we toch echt weer verder..... langzaam zijn we weer richting het Luxor gewandeld. Wat was ik blij toen we rond middernacht eindelijk op ons bed lagen. En die frisse duik in het zwembad, dat zat er even niet meer in!
 
Dag 6: vrijdag 25 juli

Van Las Vegas naar Bryce Canyon
Afstand: 280 mijl

Meestal wordt gezegd dat het zuidelijke deel van Zion National Park mooier is dan het noordelijke deel, Kolob Canyon genaamd. Nu ik beide delen gezien heb kan ik dit alleen maar bevestigen. Maar dat wil niet zeggen dat Kolob Canyon niet de moeite waard is.Een mooie, bochtige weg van 8,5 kilometer lengte loopt langs de rotsformatie Finger Canyons, en vooral aan het einde van de weg heb je daar een goed uitzicht op. Op een van de ‘Fingers' woedde een flinke brand, we zagen hoog boven ons (en op veilige afstand!) de vlammen door de bomen jagen. De brand werd niet bestreden, kennelijk mocht de natuur haar gang gaan, maar we zagen wel een heel stel stoere brandweermannen in het park die paraat stonden. Langs de weg stonden ook enkele grote waterreservoirs. Mijn meest favoriete manier om een Nationaal Park te bekijken, is het maken van korte wandelingen. Maar in dit noordelijke deel van Zion zijn alleen lange wandelpaden uitgezet, voor de meer ervaren hikers. Waarvan bovendien een gedeelte gesloten was, vanwege de bosbranden. We vonden wel een korte trail helemaal aan het einde van de weg. Op zich was het een eenvoudige wandeling, maar doordat de temperatuur behoorlijk begon op te lopen werd het toch nog wel even behoorlijk zweten. Bovendien was Melanie vooraf van mening dat ze zo'n korte trail best wel op haar open slippers kon lopen.... achteraf dacht ze daar duidelijk anders over! Uiteindelijk bleef het uitzicht tijdens de hele trail vrijwel hetzelfde, het is dan ook niet een wandeling die ik anderen snel aan zal raden. Maar we hadden nóg een Nationaal Park te gaan, vandaag. Het werd dus tijd om verder te rijden We reden naar Cedar City, waar we via de State Highway 14 naar het oosten gingen. Het was ons al vaker opgevallen dat kerkgebouwen er vaak zo mooi en goed verzorgd uitzien, en hier in Cedar City werd dat weer eens bevestigd. We zagen een prachtige kerk van de Mormonen, de moeite waard om er even voor uit te stappen zodat we ook dit plaatje voor ons reisverslag konden schieten. State Highway 14 is een zogenaamde Scenic Byway, en het was dan ook een hele mooie rit tussen bossen en met uitzichten op nabijgelegen dalen. Een heerlijke weg om te rijden. Het enige minpuntje was het weer, er kwam steeds meer donkere bewolking opzetten. En op gegeven moment werd het wel duidelijk dat we het niet droog zouden houden. We hoopten maar dat we ons plan om een wandeling te gaan maken in Bryce Canyon nog zouden kunnen uitvoeren.
Het regende nog niet toen we ons hotel bereikten, Best Westerns Ruby's Inn. Maar toen we onze kamersleutel hadden en de koffers alvast naar binnen wilden gaan brengen, barstte het los. Het water kwam met bakken naar beneden. En dat terwijl we nog maar enkele honderden meters van ons doel verwijderd waren, het schitterende Bryce Canyon National Park. We troostten ons maar met de gedachte dat we hier twee jaar eerder ook al eens waren geweest, het zou natuurlijk vervelender zijn als we het park nog nooit had gezien.
Na een tijdje hield het op met stortregenen, maar het bleef wel zachtjes doordreinzen. Hans was optimistisch, het zou vast nog wel droog worden. Ik geloofde er niet echt in, het weerbericht op tv voorspelde nog meer regen, maar ach, het kon geen kwaad om toch nog even het park binnen te rijden. En zowaar, hij kreeg gelijk! De regen hield op! Copyright © ontdek-amerika.nlWe reden naar Fairyland Point, dat is een uitkijkpunt dat door veel toeristen gemist wordt omdat de weg ernaar toe nog vóór de ingang van het park ligt. Ook wij hadden het de vorige keer niet gezien, en nu gingen we ons verzuim dus even goedmaken. Het was een mooie plek, alleen jammer van het sombere weer waardoor de kleuren minder goed te zien waren.
Een klein stukje voorbij de ingang van het park ligt het beginpunt van de Navajo Loop Trail. Tijdens ons vorige bezoek aan Bryce hadden we deze wandeling al eens gemaakt, en die was ons zo goed bevallen dat we het heel graag nog eens over wilden doen. We keken nog eens naar de donkere lucht.... was het wel veilig om in de canyon af te dalen als het misschien wel weer ging regenen? Het leek mee te vallen, en we besloten het voorbeeld te volgen van de andere toeristen die we beneden zagen lopen. Opnieuw hebben we enorm genoten van deze schitterende wandelroute. Al zigzaggend liepen we naar beneden, naar de nauwe doorgang Wall Street. De twee bomen stonden nog even innig met elkaar verbonden als twee jaar eerder, het riviertje waar de vorige keer nog wat water doorheen kabbelde, stond nu helemaal droog. De weg terug naar het beginpunt was nog even pittig als toen, het is een hele klim omhoog. Langs het pad zagen we een aantal kolibrie-achtige vogeltjes tussen de planten; helaas vertikten die beestjes het om even netjes stil te blijven zitten voor een leuke foto.We kwamen veilig en wel weer boven. Waar ik vervolgens over een kleine oneffenheid aan de zijkant van het pad struikelde, en languit over de grond ging! Met als gevolg een fikse schaafwond aan mijn knie en mijn onderbeen. Terug in de hotelkamer moest er even ge-ee-haa-bee-joot worden, gelukkig hebben Hans en Melanie allebei een diploma, dus ik was in goede handen. Maar ik had geen zin meer om met dat been, dat helemaal bruin zag van de betadine, nog naar het restaurant te gaan. Hans en de kids gingen even boodschappen doen in de winkel van hotel, en we aten lekker een boterhammetje en een salade op onze kamer.
Daarna zijn we er toch nog even op uit gegaan, er zit een leuke winkel bij het hotel, en daar hebben uitgebreid rondgekeken. Twee jaar geleden was er nog geen Internethoek, nu wel, en daar werd dus ook even dankbaar gebruik van gemaakt. Toevallig hoorden we een andere toerist een praatje maken met een van de medewerkers van de winkel, en we merkten dat die goede man best veel van de omgeving wist. We besloten hem eens te polsen over de haalbaarheid van onze plannen voor de volgende dag, we wilden de Burr Trail door Capitol Reef National Park gaan rijden, maar we betwijfelden of dat met de regen die al gevallen was, en de regen die nog voorspeld werd, wel zo'n goed idee was. De man raadde ons aan het de volgende ochtend eens na te vragen bij de Ranger die een eigen ruimte in het hotel heeft.

Dag 7: zaterdag 26 juli

Van Bryce Canyon naar Blanding
Afstand: 308 mijl

En die Ranger was heel beslist in haar antwoord. Nee, de Burr Trail is na regenval niet geschikt voor gewone personenauto's. Tja, dat betekende dan dat we een flink stuk om zouden moeten rijden, via de noordzijde van Capitol Reef. We hadden dus een lange rit voor de boeg, vandaag.
Maar het zonnetje scheen lekker, en we gingen nog snel even terug naar Fairyland Point om onze photoshoot van de avond ervoor nog even over te doen. En daarna: een dagje autorijden.

Copyright © ontdek-amerika.nlVia Highway 12 reden we in oostelijke richting. Bij het plaatsje Cannonville  kwamen we een omleiding tegen, we moesten van de Highway af en via een woonwijk een paar blokken omrijden, totdat we weer op de hoofdweg terugkwamen. Daar zagen we dat er een optocht aan de gang was, zo'n beetje het hele dorp leek daarbij op de been te zijn. Op zo'n moment vraag je je toch af hoe het leven in zo'n dorpje zal zijn, wat is er te doen voor de jeugd die hier toch wel heel ver verwijderd woont van grotere steden met uitgaansmogelijkheden. In ieder geval, vandaag hadden ze lol! De jeugd was goed vertegenwoordigd op de karren die door de straten rondtrokken. Highway 12 is een van de mooiste wegen in Utah, en dan vooral het gedeelte tussen Escalante en Boulder. Het gedeelte dat The Hogsback wordt genoemd is geweldig, je rijdt hier over een bergkam met aan beide zijden diepe afgronden.
In het dorpje Boulder maakten we een korte stop bij een winkeltje dat aan het begin van de Burr Trail staat. Tóch nog even navragen, misschien hadden ze hier nog net wat meer informatie over de toestand van de Burr Trail dan de Ranger in Bryce Canyon. De vrouw achter de kassa verwees ons naar een informatiecentrum van een Indianenreservaat, een klein stukje verder aan Highway 12. Dus wij daar naar toe. Copyright © ontdek-amerika.nlHet informatiecentrum werd bemand door twee jonge blanke (!) mensen, die ons vertelden dat het pontje waarmee je de Bullfrog Bay overgezet wordt, aan het einde van de Burr Trail, tijdelijk uit de vaart was genomen.En daarmee vervloog dus onze laatste hoop dat we deze route nog zouden kunnen gaan rijden. Er zat nog maar één ding op, we zouden Capitol Reef meer noordelijk moeten doorkruisen dan gepland, via Highway 24.Natuurlijk maakten we van deze onverwachte gelegenheid gebruik om even een paar plekjes van dit park te gaan verkennen. Kort voorbij de rotsformatie Chimney Rock gingen we rechtsaf via een onverharde weg. Het pad was behoorlijk ‘washboarded', dus in een rustig tempo hobbelden we naar de parkeerplaats die aan het einde ervan ligt. Vanaf de parkeerplaats kan je kiezen voor twee korte trails, en omdat het voor de Sunset Trail toch echt een paar uurtjes te vroeg was – de zon stond nog hoog aan de hemel -, kozen we voor de Gooseneck Trail. Via een rotsachtig pad kwamen we bij een met hekken afgezet punt vanwaar je een goed uitzicht hebt over Sulphur Creek Canyon en de bochten die daarin door een rivier zijn uitgeslepen. Het was een leuke, maar geen echt spectaculaire wandeling. Copyright © ontdek-amerika.nlWe maakten nog een tweede stop bij het oude schoolgebouwtje Fruita Schoolhouse, waar de 14-jarige Nettie Behunin rond het jaar 1900 les gaf aan de kinderen van de acht pioniersfamilies die hier destijds woonden. Je kan het gebouwtje niet in, maar je kan wel door de ramen kijken naar de oude meubels en gebruiksvoorwerpen. We zagen ook de eerste stenen woning die in dit gebied werd gebouwd, de Behunin Cabin. De Scenic Drive hadden we in 2001 al eens gereden, daar trokken we deze keer geen tijd voor uit. Capitol Reef bleef deze keer dus beperkt tot een bliksembezoekje.Ter hoogte van het gehucht Hanksville verlieten we Highway 24 en gingen we via Highway 95 verder in zuidelijke richting. In het begin was deze route niet echt bijzonder, maar naarmate we verder kwamen werd de omgeving alsmaar mooier. We zagen nauwelijks ander verkeer, en de rotspartijen rondom ons waren schitterend om te zien. Sommige van die rotsen hebben namen, en we vonden dat we daar best wel wat eigen verzinsels aan toe konden voegen. Vooral Melanie bleek erg creatief in het bedenken van passende namen. Maar “De Stoel” bleek niet helemaal uniek te zijn, niet lang nadat zij een van de rotsen zo had genoemd, zagen we een bordje langs de kant van de weg staan waaruit bleek dat ene Jacob haar al voor was geweest, en de naam “Jacob's Chair” had bedacht. Copyright © ontdek-amerika.nlEen van de mooiste gedeeltes van de weg loopt door het noordoostelijke deel van de Glen Canyon National Recreation Area, we zijn daar bij twee verschillende uitkijkpunten gestopt. Vooral het eerste, naamloze uitkijkpunt was erg mooi, met een mooi uitzicht over het groene water. Het uitkijkpunt een klein stukje verder, vonden we veel minder indrukwekkend. Ondanks de lange afstand verliep de reis heel voorspoedig, en we besloten er nog enkele extra kilometertjes aan te plakken, en even bij Natural Bridges National Monument langs te gaan.In dit park liggen drie van de grootste natuurlijke zandstenen bruggen ter wereld; je kan die bruggen van dichtbij zien als je de tijd hebt voor een pittige wandeling, je kan er ook voor kiezen om ze te bekijken vanaf de diverse uitkijkpunten die langs de negen mijl lange rondweg zijn aangelegd. Omdat het inmiddels te laat was geworden om nog ver te gaan lopen, beperkten wij ons tot de viewpoints. Eerst zagen we de Sipapu Bridge, 67 meter hoog en 82 meter breed. En vervolgens de iets kleinere Kachina Bridge, 64 meter hoog en 62 meter breed. De oudste en tevens ook kleinste (hoogte : 32 meter; breedte : 55 meter) van de drie bruggen heet Owachomo Bridge. Deze brug, waarvan de overspanning nog geen 3 meter dik is, erodeert niet langer door waterstromen, maar alleen door de vorst en insijpelend water. Natural Bridges National Monument was een mooi tussendoortje, leuk om even mee te pikken als je toch in de buurt bent. Tijdens het laatste stukje van onze route naar onze overnachtingsplaats Blanding werd het weer rondom ons steeds slechter. Op diverse plaatsen zagen we het onweren, maar in Blanding zelf bleef het droog. Dé ideale omstandigheid om te proberen een foto van een bliksemflits te maken, dus. Zie hier het resultaat!
 
Dag 8: zondag 27 juli

Van Blanding via Canyonlands, the Needles, naar Moab
Afstand: 170 mijl

In Utah vormen de Mormonen een belangrijke groepering. En dat was waarschijnlijk de reden dat we op zondagochtend aan de gesloten deur stonden van de plaatselijke supermarkt! Tja, daar hadden we toch echt geen rekening mee gehouden. Gelukkig was het tankstation wel open, en in de bijbehorende winkel konden we ook alle ingrediënten van ons dagelijkse ontbijt vinden. Terwijl we diverse families in nette kleding naar de kerk zagen lopen, reden wij met de koelbox weer netjes gevuld via State Highway 191 naar het noorden, richting Moab.
De afstand tussen Blanding en Moab is slechts 75 mijl, we hadden dus volop de tijd om even een zijweg te nemen, de UT-211 naar Canyonlands NP, the Needles District. Onderweg passeerden we Newspaper Rock, een rotsmuur waarin oude Indianenvolken tekeningen hebben gekrast. Waarschijnlijk dateren de tekeningen uit verschillende tijden, het is niet echt bekend welke stammen verantwoordelijk zijn voor de afbeeldingen. De oudste tekeningen zijn naar schatting ongeveer 2000 jaar oud. Jammer genoeg is de rotswand ook in meer moderne tijden nog volop bekrast, er staan ook namen ed. tussen. Daardoor is dit kleine State Park niet echt indrukwekkend.

 

Copyright © ontdek-amerika.nl
Needles

Copyright © ontdek-amerika.nl
Cave Spring Trail

Copyright © ontdek-amerika.nl
Elephant Hill Road

 
Het wordt misschien eentonig om het hier alweer te schrijven, maar ja, het is nu eenmaal niet anders: de weg naar Canyonlands was schitterend! Het is en het blijft heerlijk om in een dergelijk machtig rotslandschap rond te rijden, we kunnen er gewoon geen genoeg van krijgen. Ons eerste doel in het park zelf was de Cave Spring Trail, een korte wandeling rondom een spelonk die vroeger door cowboys als kampement werd gebruikt. We bereikten dat kampement al kort na het begin van de wandeling, onder een overhangende rots stonden een aantal oude gebruiksvoorwerpen tentoongesteld. We konden nog een stuk verder lopen onder die rots door, heerlijk koel was het daar. Copyright © ontdek-amerika.nlToen we de schaduw moesten verlaten, en via twee ladders naar boven moesten klimmen, kwam de hitte extra hard aan. Bovenop de rots konden we nog een heel stuk rondlopen, we konden vanaf dit hoge punt aan alle kanten om ons heen kijken.Wat een rust, wat een stilte..... Wat een prachtig uitzicht.... En vooral ook: wat een hitte..... Het was die hitte die ons dwong na een tijdje weer naar beneden te lopen, om de schaduw op te zoeken. Met een huurauto mag je niet over onverharde wegen rijden. Dus onze rit naar Elephant Hill was niet helemaal legaal.... Het smalle, hobbelige pad doorkruist enkele uitgedroogde beekjes; de bochten die rondom de rotsen lopen zijn zo onoverzichtelijk dat je alleen maar kan hópen dat eventuele tegenliggers ook stapvoets rijden! In de verte zagen we de rotspilaren, gevormd door Cedar Mesa zandsteen, waaraan dit gedeelte van het park de naam The Needles te danken heeft. Het vijf kilometer lange pad eindigt bij een parkeerplaats, vanwaar je geen uitzicht hebt over de omgeving. Er beginnen hier wel diverse trails, maar in de wetenschap dat de kortste daarvan zo'n 10 kilometer lang is, begonnen we daar maar niet aan. Behalve Rob en Hans, die toch in elk geval het begin van een van die wandelingen uitprobeerden in de hoop een beter uitzicht te vinden. Dat lukte niet echt, dus besloten we om de auto weer te pakken, en via dezelfde weg weer terug te rijden. Heerlijk, airco!
Copyright © ontdek-amerika.nlNadat we nog wat verder in het park waren rondgereden, en even een bezoek aan het Visitor Center hadden gebracht, reden we via de UT-211 en de UT-191 naar onze overnachtingsplaats Moab. Kort voor Moab zagen we rechts van de weg de grote natuurlijke boog Wilson Arch, leuk voor een korte stop. Een aantal andere toeristen was ons al voor, en we zagen dat het mogelijk was om een heel eind omhoog te klimmen, tot in de opening van de boog. Nu was omhoog niet zo moeilijk, maar toen ik weer terug naar beneden moest voelde ik me heel wat minder flink. Ja sorry hoor, ik ben nu eenmaal niet heldhaftig aangelegd. Maar met behulp van Hans durfde ik dan toch over de gladde rotsen naar beneden te klimmen en te glijden. We hadden voor drie nachten gereserveerd in Best Western's Greenwell Inn. Net als in Bryce Canyon en in Blanding, begon het ook nu rondom ons te onweren. Terwijl we bij McDonalds aan onze kipburgers en salades zaten, viel ineens de stroom uit. Het duurde maar een paar seconden, daarna gingen de lampen en de tv weer aan. Paniek bij het personeel, want blijkbaar waren de tijdsindicatoren op hun apparatuur uitgevallen. En hoe lang lagen die frietjes nou ook alweer te bakken? Toen we weer buiten kwamen zagen we dat de stroomvoorziening nog niet overal was hersteld, enkele blokken zaten nog in het donker. Ook ons hotel! Gelukkig was er wel licht in de leuke winkels aan Main Street, waar vooral veel Indiaanse kunstwerken te koop zijn. De prijzen maakten het verschil tussen kunst en kitsch wel duidelijk!
 
Dag 9: maandag 28 juli

Van Moab naar Dead Horse Point State Park en Canyonlands, Island in the Sky, daarna terug naar Moab
Afstand: 109 mijl

We hoefden geen koffers in te pakken vandaag. Lekker makkelijk! We hadden al veel lovende verhalen gelezen over Dead Horse Point State Park, dat nabij het Island in the Sky District van Canyonlands National Park ligt. En dan moet je toch even met eigen ogen controleren of dat wel terecht is, nietwaar! In het State Park zochten we allereerst een schaduwrijke picknickplaats uit, voor ons ontbijt. En al gauw werden we omringd door de meest schattige squirrels, een prachtige blauwe vogel (Blue Jay) en een grote brutale kraai. O ja, ik weet het, je mag die dieren niet voeren. Maar het is zo moeilijk om het niet te doen, als zo'n beestje tot vlak bij je voeten loopt en probeert de appelschillen bij je weg te halen.

 

Copyright © ontdek-amerika.nl
Chipmunk

Copyright © ontdek-amerika.nl
Dead Horse Point Overlook

Copyright © ontdek-amerika.nl
Blue Scrub Jay

 
De weg eindigt op een smal plateau hoog boven de Colorado River. Volgens een legende zouden cowboys hier ooit wilde mustangs naar toe hebben gejaagd en hebben ingesloten. Zij konden dan de beste paarden uitkiezen, en de rest weer vrijlaten. Maar één keer zouden de overgebleven paarden door onbekende oorzaak niet vrijgelaten zijn, en hier op deze rotspunt van dorst zijn gestorven. Vandaar de naam! Aan het eind van de weg ligt een parkeerplaats, vanwaar je via enkele paden de omgeving goed kan bekijken. Het meest bekende punt is de Dead Horse Point Overlook, vanwaar je een adembenemend mooi uitzicht hebt op de Colorado River, die hier 600 meter onder je met een grote bocht om een lager gelegen plateau heendraait. We hebben best veel tijd doorgebracht in Dead Horse Point State Park. Ons bezoek aan het Island in the Sky District van het naastgelegen Canyonlands NP moest daardoor zelfs wat worden ingekort. Maar wat zeker niet mocht ontbreken, was een wandeling naar Mesa Arch. Want met twee fotografen in de familie mag je toch niet voorbij gaan aan deze ‘zeer fotogenieke omlijsting van de daarachter gelegen kloven van Canyonlands, en van de La Sal Mountains op de achtergrond'. Er waren overigens wel meer mensen op dit idee gekomen, er werd druk gefotografeerd door amateurs én door een professional, die daar met apparatuur rond liep te sjouwen waar Melanie en Hans met begerige oogjes naar keken. Onze tweede stop maakten we bij de Green River Overlook, en daarna namen we ook nog een kijkje bij Grand View Point. De natuur van Canyonlands is ruig en ontoegankelijk. Helaas zijn er niet veel wandelingen die geschikt zijn voor onervaren hikers zoals wij. Net als de vorige keer dat we hier waren, maakte Canyonlands méér indruk op de mannen dan op Melanie en mij. Vooral Hans vindt het uitzicht over de gigantische rotskloven, vanaf Grand View Point, absoluut geweldig.

Copyright © ontdek-amerika.nl
Mesa Arch

Copyright © ontdek-amerika.nl
Grand View Point Overlook

Copyright © ontdek-amerika.nl
Green River Overlook

Bij Green River Overlook vroegen we of Rob even een foto van Hans en mij samen wilde nemen, tenslotte moeten we toch kunnen laten zien dat pa ook in Amerika geweest is, niet waar. “Wat wil je er op hebben”, vroeg Rob, terwijl we een goede plek uitzochten om te gaan staan. “Ach, zoek maar iets moois uit”, was Hans' z'n antwoord. Waarop Rob heel droog: “O, willen jullie dan even aan de kant gaan!” Leuk hè, zo'n zoon!
Op de terugweg hebben we nog een tijdje toe staan kijken hoe een jeep over de bekende Shafer Road naar boven kronkelde. Het lijkt ons heerlijk om zo, met een Fourwheel Drive, de natuur van dichterbij mee te kunnen maken. Maar voor de meeste paden die geschikt zijn voor auto's met vierwielaandrijving, heb je toch wel enige ervaring nodig. Ik weet niet of ik het wel altijd even leuk zou vinden om langs afgronden en door onoverzichtelijke bochten te rijden. Maar het blijft wel veel aantrekkingskracht op ons uitoefenen, en het is dan ook zeker onze bedoeling om tijdens een volgende reis een Fourwheel Drive te huren, en op zoek te gaan naar voor ons geschikte dirtroads!
 
Dag 10: dinsdag 29 juli

Van Moab naar Arches NP, daarna terug naar Moab
Afstand: 93 mijl

Omdat het weer een erg hete dag zou gaan worden, besloten we al vroeg op pad te gaan. Dan waren we de ergste hitte tenminste voor. En dus stonden we 's ochtends al in het mooie Arches NP, waar we allereerst even bij een van de Rangers in het Visitor Center informeerden waar we aan het eind van de dag de mooiste zonsondergangfoto's zouden kunnen maken. Hij adviseerde ons daarvoor het gedeelte dat The Windows wordt genoemd. Dat betekende dat we nu, in de vroege ochtend, beter konden doorrijden tot helemaal achterin het park, waar diverse trails zijn aangelegd. Tijdens het begin van onze wandeling naar achtereenvolgens Tunnel Arch, Pine Tree Arch en de zeer bekende Landscape Arch was het nog redelijk koel. Maar dat duurde niet lang, de temperatuur liep snel op, en al gauw liepen we behoorlijk te puffen en te zweten. Gelukkig hadden we genoeg water bij ons, dat hadden we echt wel nodig. We pasten ons tempo aan aan de temperatuur, en we maakten de wandeling in een rustig tempo. Landscape Arch is ruim 93 meter breed en ruim 32 meter hoog, het is daarmee een van de grootste bogen ter wereld. Het pad loopt voorbij Landscape Arch verder naar nog diverse andere natuurlijke bogen, maar zover zijn we niet gekomen. Ik kan me heel goed voorstellen dat het hier drukker is in de lente en de herfst, dan tijdens de gigantische hitte van de zomer! Zoals we vooraf al hadden gepland, gingen we terug naar het hotel. Melanie en ik hebben lekker lui op bed liggen lezen, terwijl Hans en Rob liever levend gingen verbranden in het zwembad. Waar ze in gesprek raakten met een man die nog geen twintig kilometer van ons vandaan woont, en die toevallig ook nog een van de neven van Hans bleek te kennen. It's a Small World after all, om met Disney te spreken! Het was overigens best wel grappig om de mannen terug naar de hotelkamer te zien lopen, ze waren op blote voeten en de tegels waren erg heet……
's Avonds gingen we voor de tweede keer naar Arches NP, deze keer reden we naar The Windows Section. We hadden voordat de zon onder zou gaan nog ruimschoots de tijd om een mooie plek uit te zoeken. Melanie zag wel wat in The Garden of Eden, een gebied waar allerlei grillig gevormde rotsen bij elkaar staan. Maar we wilden toch ook graag kijken of het mogelijk was een mooi plaatje van de ondergaande zon te schieten met een van de beroemde bogen als omlijsting. Uiteindelijk hebben we tijdens de eerste schemering foto's gemaakt van The Garden of Eden, en zijn we daarna nog doorgereden naar het einde van The Windows Section, waar we de drie grote bogen langs de Windows Trail hebben bekeken en gefotografeerd. Ondanks het advies van de Ranger, eerder die dag, hadden we toch niet het gevoel dat we hier op een echt goede zonsondergangplek zaten. “De Foto van de Maand” is hier niet geschoten. Maar de wandeling was wel heerlijk om te doen, en de temperatuur was nu heel wat aangenamer dan 's ochtends. In het donker liepen we naar beneden, naar onze auto. Hans vond het nodig om juist op dat moment mede te delen, dat hij toch eigenlijk wel had moeten tanken voordat we die namiddag uit Moab wegreden..... het leek er echt even op dat we te voet naar ons hotel terug zouden moeten. Met de benzinemeter al ernstig in ‘reserve' wisten we nog net een benzinepomp in Moab te bereiken.

Copyright © ontdek-amerika.nl
Windows Trail

Copyright © ontdek-amerika.nl
Landscape Arch

Copyright © ontdek-amerika.nl
North & South Window

 
Dag 11: woensdag 30 juli

Van Moab, via Valley of the Gods en Monument Valley, naar Kayenta
Afstand: 214 mijl

Zoals gezegd: met een huurauto mag je dus níet op onverharde wegen rijden! Maar ja, wij Meulenbroeksen zijn eigenwijs. Je laat een kans op een mooie rit door The Valley of the Gods niet zomaar schieten, toch! De 17 mijl lange onverharde weg die door deze mooie vallei loopt, begint aan de UT-163, tussen de plaatsen Bluff en Mexican Hat. Het begin van de weg zag er goed uit, prima te berijden. Er stond ook een bord waarop een blad met informatie was aangebracht, dus we stopten om dat even te bestuderen. Veel wijzer werden we er niet van, er stond niets vermeld over de toestand van de weg. Net op dat moment kwam vanuit de vallei een heftige FourwheelDrive aanrijden. De bestuurder zag ons staan, stopte, en riep op z'n onvervalst Amerikaans dat het een schitterende route was die we zeker niet moesten overslaan. Hans vroeg hem of de weg ook goed te doen was met onze wagen, en de vriendelijke man garandeerde ons dat het “No Problem” was. En zo reden wij dus vol goede moed de dirtroad op. De eerste mijlen waren heel goed om te doen. Copyright © ontdek-amerika.nlEen beetje hobbelig, flink stoffig, maar zonder problemen te berijden. Rondom ons zagen we een wijds landschap met mooie rotsen, helemaal in de stijl van Monument Valley. Doordat de meeste rotsen op grotere afstand staan, en ook onderling wat verder van elkaar, is The Valley of the Gods net wat minder indrukwekkend dan die meer beroemde buurvallei. Maar de charme van deze rit zit ‘m ook in het feit, dat dit gebied veel minder toeristisch is. Monument Valley deel je voortdurend met andere toeristen, maar The Valley of the Gods heb je nagenoeg voor jezelf alleen. Natuurlijk stapten we verschillende keren even uit, om de omgeving en vooral ook de ongekende rust op ons in te laten werken. Maar niet te lang..... het was onbarmhartig heet in de buitenlucht.
Naarmate we verder de vallei in reden, werd de weg steeds slechter. Er staken hier en daar gemene stukken rots omhoog, en Hans moest behoorlijk goed opletten of hij wel overal veilig verder kon rijden. Het werd echt spannend toen de weg een flinke knik omhoog en vervolgens weer omlaag maakte, de wielen slipten heftig over de grond, de zweetdruppels op Hans z'n gezicht kwamen niet  meer alleen van de hitte! Maar gelukkig, we haalden het.  We hadden nog graag even met die vriendelijke Amerikaan gesproken, hem even uitgelegd dat de weg er zo dicht bij de grond toch wel even wat anders uitziet dan vanuit zijn mooie hoge plekje in zijn 4Wdrive. Maar, we hadden de moeilijkste hindernis overwonnen, het einde van de route kwam in zicht.
Het echte venijn bleek ‘m dus in dat laatste stuk te zitten. Want enkele mijlen voordat we de vallei weer uit zouden rijden, kwam er dus nog een heel erg slecht weggedeelte. We hoorden een onheilspellend schurend geluid toen de rotsbodem onzacht in aanraking kwam met de onderkant van de auto! Het leek er echt op dat we daar zouden stranden, ver van de bewoonde wereld in de brandende zon. Copyright © ontdek-amerika.nlMaar gelukkig, de auto reed nog. En dus er zat maar één ding op: doorrijden en hopen dat we Mexican Hat zouden kunnen halen. Toen we de verharde weg weer bereikten, hebben we de auto aan de kant gezet om te kijken of er iets lekte. Ja, er lag vloeistof onder de auto. Maar of het benzine was, of water?? We hadden geen idee. Gelukkig slaagden we in zonder problemen Mexican Hat te bereiken, en we hoopten daar een garage te vinden waar de onderkant van de auto even beter bekeken zou kunnen worden. Ja, duh..... garage..... we waren toch echt wel een beetje al te optimistisch over de voorzieningen in gehucht met een bevolking van ongeveer 50 mensen! We moesten al blij zijn dat er een benzinestation te vinden was. Omdat we hier niet op hulp van buitenaf hoefden te rekenen, besloten we zelf maar wat nader onderzoek te verrichten. We zetten een van onze ontbijtborden onder de plek van de lekkage, het was toch wel handig om in elk geval te weten wát er nu eigenlijk lekte. Op dit moment herinnerde Melanie zich, dat een van haar vrienden een auto heeft die altijd een beetje condens van de airco lekte. Zou het misschien...., toevallig..., eventueel kunnen zijn dat er gewoon helemaal niets beschadigd is; dat onze auto hier ook gewoon wat aircowater lekt? En ja hoor, ze had gewoon helemaal gelijk. We hebben ons vehikel nog ruim een dag goed in de gaten gehouden, maar er was dus helemaal niets aan de hand!
Via State Highway 163 reden we naar het zuidwesten, richting Arizona. En daar doemt dan op gegeven moment aan de horizon dat welbekende silhouet op van Monument Valley..... Dit is echt dè manier om hier naar toe te rijden, de belofte van dit mooie landschap is hier veel nadrukkelijker aanwezig dan wanneer je vanuit de andere kant aan komt rijden. We parkeerden de auto en gingen even een kijkje nemen in het Visitor Center. Al direct toen we uitstapten hoorden we trommelgeluiden, en het eentonige maar desondanks toch heel meeslepende gezang van een viertal Indianen. Mooi om dit eens te horen.
In 2001 was in het Visitor Center een museum gevestigd, maar daar was nu nog maar een heel klein hoekje van overgebleven. Het had plaats moeten maken voor een eenvoudig restaurant, en volgens ons was ook de winkel wat uitgebreid. We hebben er nog wat mooie Indianenkaarten gekocht, die inmiddels bij ons thuis in Nederland aan de muur hangen. In 2001 beschouwden we de rit door Monument Valley als een van de hoogtepunten van onze reis. Die eerste indruk als je die overbekende Buttes daar echt voor je ziet, dat was echt overweldigend. Die ‘first impact' ontbrak deze keer, we wisten wat ons te wachten stond en daardoor was het ‘wauw'-gehalte toch wel wat minder. Maar desalniettemin, het is én het blijft een fantastische rit.

Copyright © ontdek-amerika.nl
North Window

Copyright © ontdek-amerika.nl
nabij Rain God Mesa

Copyright © ontdek-amerika.nl
The Mittens

Natuurlijk stapten we regelmatig even uit om de omgeving goed op ons in te laten werken, en nabij The Raingod Mesa kregen we gezelschap van drie al wat oudere, stoer uitziende motorrijders. Met zichtbare bewondering stond een van de mannen rond te kijken. “It's amazing!” zei hij tegen me. Kijk, dat vond ik nou echt mooi, zo'n stoere kerel die hier zo zichtbaar onder de indruk was. Op een andere mooie stopplaats stonden Indianen met hun koopwaar, Melanie heeft daar nog even met een jongeman staan praten die geïnteresseerd was in waar we vandaan kwamen. Waarschijnlijk had hij nog wel wat meer interesse in ons koopgedrag, maar helaas voor hem, er zat niets van onze gading bij.
We eindigden de dag in het stoffige, slaperige dorp Kayenta, waar Rob en Melanie nog even een frisse duik namen in het zwembad van de Best Western Wetherill Inn. Het viel ons op dat er een flinke woonwijk was bijgebouwd gedurende de laatste twee jaar. De omgeving hier is kleurloos en grauw, de huizen hadden echter frisse kleuren waardoor het er toch nog best leuk uitzag. Maar het zou toch niet mijn favoriete plek zijn om te wonen.
 
Dag 12: donderdag 31 juli

Van Kayenta, via Antelope Canyon, naar Kanab
Afstand: 210 mijl

Iedereen die via het internet of in reisgidsen op zoek gaat naar toeristische bestemmingen in Arizona, stuit daarbij vroeg of laat op mooie plaatjes van Antelope Canyon. Er staat dan steevast bij geschreven dat deze nauwe kloof vooral tijdens het middaguur erg fotogeniek is, reden genoeg dus om al enkele maanden voor onze reis een afspraak te maken met ene Roger Ekis, die tochten naar Antelope Canyon organiseert. Of we ons op 31 juli om 11.00 uur in Page wilden melden, zo verzocht hij ons per email.
We hadden ruimschoots de tijd om van Kayenta naar Page te rijden, we kregen dankzij het passeren van een tijdgrens zelfs zomaar een uur cadeau. Het landschap tussen Kayenta en Page is niet echt bijzonder, ook weer eens wat anders, toch! Kort voordat we Page binnenreden zagen we een grote electriciteitscentrale liggen, met direct daar voorbij het kunstmatige stuwmeer Lake Powell. Ook al is het dan niet natuurlijk, het is wél een prachtig meer om te zien, met het helderblauwe water en de omringende licht gekleurde rotsen.

Copyright © ontdek-amerika.nl

We hadden nog genoeg tijd om even lekker te gaan picknicken, en het leek ons wel wat om dat bij de haven Wahweap aan de oever van Lake Powell te doen. Maar dat zat er dus niet in. Een slagboom sloot de weg richting de haven af, dit in tegenstelling tot acht jaar eerder, toen Hans en ik hier ongestoord naar het meer konden rijden. Een klein stuk voorbij de toegangsweg naar het meer vonden we een goed alternatief: een bordje naast de weg maakte ons duidelijk dat we aan het eind van de daar beginnende zijweg een ‘Scenic View' mochten verwachten. De zijweg was bedekt met grind, geen probleem, we waren inmiddels wat gewend aangaande dirtroads. Toch moest de auto nog even hard werken, de weg liep vrij steil omhoog en was ook nog eens behoorlijk washboarded. Maar het uitzicht aan het einde was wel volop de moeite waard: vanaf dit hoge punt konden we een groot deel van het meer overzien. En nog een aangename verrassing: er was een overdekte picknickplaats. Na een lekker ontbijt in de schaduw, en het schieten van de nodige plaatjes van Lake Powell, reden we terug naar Page. Dankzij een goede routebeschrijving was het kantoor van Roger Ekis makkelijk te vinden. Een vriendelijke jongedame had onze gegevens al klaarliggen, we mochten ons melden bij de chauffeur van een van de twee open trucks die voor het kantoor stonden. We waren blij dat we al zo lang van te voren gereserveerd hadden, want al snel zaten de beide trucks helemaal vol. We reden via dezelfde weg waardoor we Page waren binnengekomen, richting de electriciteitscentrale. Antelope Canyon ligt daar vlak bij. Het laatste stuk van de route gaat over een kleine zandvlakte, de chauffeur hield er flink de vaart in met als gevolg dat de passagiers achterin flink door elkaar werden geschud.
Antelope Canyon werd in 1931 ontdekt door een 12-jarig Navajo meisje dat hier een kudde schapen onder haar hoede had. Het gebied wordt nog steeds beheerd door de Navajo Indianen. De bekende kloof bestaat uit twee delen, Upper Antelope Canyon en Lower Antelope Canyon. De meeste toeristen – wij ook – bezoeken alleen het eerstgenoemde deel. Dit is een zogenaamde Slot Canyon, een nauwe door wind en water in zandsteen uitgesleten kloof. Upper Antelope Canyon is 400 meter lang, en de wanden zijn ongeveer 40 meter hoog.

Copyright © ontdek-amerika.nl
Taxi naar de Canyon

Copyright © ontdek-amerika.nl
Ingang van de Canyon

Copyright © ontdek-amerika.nl
Antelope Canyon

Onze gids liet ons weten dat we haar konden volgen, maar dat we ook op eigen gelegenheid door de canyon mochten lopen. Als we maar wel over precies een uur terug zouden zijn bij de truck. Verwachtingsvol liepen we door de smalle ingang de kloof in..... en we werden niet teleurgesteld! Hoe is het mogelijk dat je, als je al zo ontzettend veel mooie natuur hebt gezien, nog steeds helemaal echt geraakt kan worden door weer een nieuwe indruk. De golvende vormen van de wanden, de kleuren in het zonlicht, ik keek m'n ogen uit.... De gids wist exact te vertellen op welke plekjes de mooiste foto's konden worden gemaakt, en ook op welke manier je die dan moest nemen. Rob en ik namen de taak op ons, om goed naar haar uitleg te luisteren. Onze twee fotografen bleven wat achter de groep hangen, en kregen de tips door van Rob en mij. Zo hadden ze alle tijd en ruimte om te experimenteren. We zijn doorgelopen tot net buiten de canyon, en de gids wees ons op een aantal markeringen in de rotswanden waaraan je kan zien dat het water hier bij een stortbui erg hoog kan komen. Als je dan bedenkt dat zo'n massa water ook door die smalle kloof geperst moet worden....
Copyright © ontdek-amerika.nlVan te voren vreesde ik dat de tour in snel tempo afgeraffeld zou worden, en dat je door de grootte van de groep toeristen niet makkelijk de gelegenheid zou hebben om ongestoord te kunnen fotograferen. Maar dat viel allebei ontzettend mee. We kregen echt ruimschoots de tijd om van Antelope Canyon te genieten, en – ook al waren er best veel mensen in de kloof – vrijwel iedereen hield heel goed rekening met elkaar op de mooie fotoplekjes. Na een uur hobbelden we – een schitterende ervaring rijker – terug naar Page, waar onze auto netjes op ons stond te wachten om ons naar onze overnachtingsplaats Kanab te brengen. Onderweg moesten we het uur dat we 's ochends hadden gewonnen, weer teruggeven. We zaten weer in dezelfde tijdzone als in Kayenta. Als je het over Kanab hebt, dan krijgen Hans en ik spontaan heimwee. In 1995 hebben wij ons hart verloren aan dit rustige plaatsje, dat op een van de mooiste plekjes van de wereld ligt. Zomaar midden tussen de Grand Canyon, Zion, Bryce, Lake Powell, Antelope Canyon..... wat wil je nog meer. In gedachten zien we ons hier al onze oude dag slijten, over een jaartje of twintig. Om alvast in de stemming te komen zijn we gaan rondtoeren door de woonwijken, gewoon even rondkijken, dagdromen... En dat was eigenlijk net zo fijn om te doen als het bezoeken van alle bekende toeristische attracties!
Ook al was ik nu al voor de vierde keer in de USA, ik had nog nooit een echte Amerikaanse pizza gegeten. Dat verzuim gingen we deze avond goedmaken, we gingen naar de PizzaHut. We moesten even puzzelen met de menukaart, maar met behulp van onze vriendelijke serveerster Jody ontdekten we al snel dat we zelf onze ingrediënten konden kiezen. En haar tip dat we beter één pizza voor twee personen konden bestellen, was ook heel welkom. We hebben er echt héérlijk gegeten, de pizza smaakte voortreffelijk en ook de saladebar was erg goed. Na het eten gingen we nog even bij de Drive-Inn van McDonalds een ijsje halen. Op de parkeerplaats stond een hele grote dikke auto met een nog grotere, dikkere boot erachter. Terwijl wij in de rij stonden, reed het gevaarte net weg. Hoorden wij plotseling een smekend geluid van de achterbank..... “Pappie.....” Ja, dat was Melanie, die blijkbaar ineens tot de conclusie was gekomen dat zij een innige familieband had met die man daar achter het stuur...

Klik hier voor onze fotoreportage van Upper Antelope Canyon.

 
Dag 13: vrijdag 1 augustus

Van Kanab, via Zion National Park, naar Las Vegas
Afstand: 233 mijl

Een week lang hadden we ons nu vergaapt aan mooie rotsen, natuurlijke bogen en schitterende canyons. Het werd dan ook weer tijd voor even wat afwisseling, in de vorm van een dagje Las Vegas. Het leuke was dat we hier de broer van Hans zouden ontmoeten, hij had met een aantal vrienden ook een rondreis door Amerika geboekt en kwam nu – heel toevallig! – ook op deze dag in Las Vegas aan. En, net iets minder toevallig, had hij net zoals wij gekozen voor een overnachting in het hotel Circus Circus.
Maar voordat het zover was hadden we nog een flinke rit voor de boeg, vanuit Kanab. We reden via de schitterende Mount Carmel Highway, die deels door Zion National Park loopt. Net voorbij de ingang van het park ligt een heel kleine parkeerplaats waar misschien vier of vijf auto's kunnen staan. Als je het geluk hebt daar een plekje te kunnen bemachtigen, dan kan je de 1600 meter lange Zion Canyon Overlook Trail lopen. Via in rotsen uitgehakte treden klommen we een klein stuk omhoog, we kwamen terecht onder een overhangende rots die heerlijk wat schaduw bood. Naast ons zagen we een mooi, smal ravijn, de Pine Creek Narrows. Het tweede deel van de wandeling ging door een rotsachtig open gebied, dat was dus weer even zweten in de brandende zon. We werden wel beloond met een prachtig uitzicht over Zion Canyon en de haarspeldbochten van de Mount Carmel Highway.

Copyright © ontdek-amerika.nl

Copyright © ontdek-amerika.nl

Copyright © ontdek-amerika.nl

<-- Zion Canyon Overlook Trail -->
 
Bij Springdale reden we het park weer uit, en niet lang daarna bereikten we de Interstate 15. Naarmate we dichter bij Las Vegas kwamen, werd het rondom ons steeds donkerder. Regenwolken! Het laatste stuk voor de stad reden we daadwerkelijk door de regen, wie had daar nu op gerekend!
Ook bij Circus Circus konden we gratis parkeren. Met het gesjouw bij het vorige hotel nog vers in de herinnering, besloten we om nu niet al onze bagage mee te nemen. Alleen wat we daadwerkelijk nodig hadden ging mee naar de hotelkamer (in Melanies geval betekent dat dus: haar hele koffer!). Het hotel beviel ons wel veel minder goed dan het Luxor, het zag er allemaal wat oud en smoezelig uit.
John, de broer van Hans, zou voorlopig nog niet arriveren, we verwachtten hem pas 's avonds om een uur of 7. We hadden nog tijd genoeg om zelf even op pad te gaan. Allereerst bekeken we het pretpark dat in het hotel is gevestigd. Een oorverdovende herrie wees ons de weg.... Erg spannend was het niet. Rob en Melanie hebben de achtbaan even getest, volgens hen kan je net zo goed naar de Efteling gaan, want het schijnt precies hetzelfde te zijn als de Python. Ons tweede doel was een bezoekje aan de Stratosphere Tower, helemaal aan het noordelijke einde van de Strip. Het was droog en – dankzij de bewolking – was de temperatuur voor Las Vegas begrippen ook heel draaglijk. De wandeling was dan ook heel goed te doen. Onderweg zagen we diverse hotels die nog in aanbouw waren, en ook enkele grote stukken braakliggend terrein. Dit noordelijke deel van de Strip is dan ook heel wat minder leuk om te bekijken, dan het deel waar we een week eerder liepen.
Copyright © ontdek-amerika.nlDe 350 meter hoge Stratosphere Tower is geopend in 1996. En in zo'n nieuw gebouw, in zo'n glitter-and-glamour stad als Las Vegas, verwacht je dat het interieur een heel indrukwekkende uitstraling zal hebben. Het is dus een afknapper als je terecht komt in een rommelige, sfeerloze ruimte helemaal bovenin de toren. De vloerbedekking was smerig en zat vol met bobbels. Sommige ruimtes waren met linten en doeken afgesloten voor het publiek Er waren – slechts zeven jaar na de opening – alweer volop werklui bezig. Maar één blik naar buiten en meteen vergaten we de teleurstellende aanblik van het interieur.... wauw...... wat is het uitzicht over Las Vegas vanuit deze toren gigantisch mooi!! Vanaf dit hoge punt zie je pas hoe enorm groot de stad is, de bebouwing strekt zich naar alle kanten toe eindeloos uit. Het was leuk om alle bekende punten te zoeken, Circus Circus, het Luxor, diverse andere goed herkenbare hotels, McCarran Airport. We zagen ook de monorail die aan de achterzijde van de hotels langs de Strip werd gebouwd; en tussen alle bebouwing in lag ook een groene oase waar de iets meer gefortuneerde gast ongetwijfeld een partijtje golf kan spelen. We konden nog een klein stukje verder naar boven, we stonden daar in de buitenlucht met opnieuw een schitterend uitzicht over de stad. Op diverse plaatsen zagen we de vliegtuigen landen en dalen, er vlogen ook verschillende helicopters rond. En hier, op dit hoogste punt in Las Vegas, kunnen natuurlijk ook de attracties niet ontbreken! Een saai uitziende achtbaan draait hier een aantal rondjes rondom de toren, het enig spectaculaire is de ongebruikelijke plaats. De Space Shot zag er leuker uit: dit is een 60 meter hoge paal bovenop de toren waarlangs in één keer 16 mensen (vier aan elke zijde) omhoog gekatapulteerd kunnen worden. Rob, Melanie en ik besloten ons er aan te wagen, Hans mocht op de foto-apparatuur passen.En ik moet zeggen: het was een hele leuke ervaring om op deze plek de hoogte in te worden geschoten, even de gewichtloosheid te ervaren, en vervolgens weer naar beneden te stuiteren. We kunnen nu toch maar mooi zeggen, dat we de hoogste ‘ride' ter wereld hebben gedaan!
Terug in Circus Circus hadden we nog een beetje tijd over om wat los geld in de gokautomaten te stoppen. Maar helaas, de beveilingsmensen wilden niet geloven dat Rob en Melanie volwassen waren (ja, daar konden we niet echt iets tegenin brengen, toch!). We werden dus weer weggestuurd. Ondertussen was het bijna 7 uur geworden, we gingen op zoek naar John. En ja hoor, ook hij en zijn vrienden waren veilig en wel in Las Vegas aangekomen! Ze vertelden dat het ten westen van Las Vegas heel slecht weer was geweest, vooral in en rondom Death Valley was het flink tekeer gegaan. Zij hadden hun route zelfs aan moeten passen, ze waren niet – zoals gepland – door Death Valley naar Las Vegas gereden. Omdat zij precies de kant op gingen waar wij vandaan kwamen (Zion, Page), en wij nu juist naar hun voorgaande bestemmingen op weg waren (Sequoia, San Francisco) hadden we volop gesprekstof. De avond vloog om, en al snel moesten we weer afscheid nemen van elkaar. Tot ziens in Nederland!
 
Dag 14: zaterdag 2 augustus

Van Las Vegas naar Death Valley , Furnace Creek Ranch
Afstand: 210 mijl

Het viel nog niet mee om de stad uit te rijden. Op een of andere manier slaagden we er in de afslag naar State Highway 95 te missen, en tijdens onze zoektocht naar een nieuwe oprit reden we plotseling helemaal de verkeerde kant op. Tijdens een tweede poging lukte het wel, we waren – met een stralende zon boven ons dak – op weg naar Death Valley. Via State Highway 190 reden we het park binnen, en kort voorbij de ingang wilden we de afslag naar het hoog gelegen uitkijkpunt Dante's View nemen. Niet dus! Een hek versperde de weg, en de reden daarvan was heel duidelijk: een deel van het asfalt was compleet weggespoeld. Een souveniertje van het noodweer van enkele dagen eerder! Ja, dat viel dus echt even tegen, Dante's View is immers een van de hoogtepunten van het park.

Copyright © ontdek-amerika.nl

Copyright © ontdek-amerika.nl

Copyright © ontdek-amerika.nl

 
We reden verder richting ons hotel Furnace Creek Ranch, onderweg zagen we dat ook de dirtroad Twenty Mule Team Canyon was afgesloten. Zabriskie Point was gelukkig wél toegankelijk. In de zinderende hitte klommen we via een kort, steil pad omhoog. Het was behoorlijk druk boven bij het uitkijkpunt, heel wat toeristen wilden hun eigen plaatje schieten van de bekende, kleurrijke rotsen.
We kwamen veel vroeger dan gepland aan bij het hotel, maar gelukkig konden we al meteen onze sleutel krijgen. We reden over het terrein van het hotel, toen Rob opeens helemaal uit z'n dak ging. Want daar stonden, voor een van de andere hotelkamers, zomaar drie prototypes van exclusieve auto's. Je komt niet elke dag zomaar een Aston Martin DB9 tegen, en al zeker niet eentje die nog niet op de markt is! Rob had wel eens gehoord dat nieuwe auto's in Death Valley worden uitgetest, en we twijfelden er niet aan dat we nu zomaar drie van zo'n testauto's zagen staan.
Onze kamer op zich was niet bijzonder, al was het wel heel fijn dat er een koelkast aanwezig was. Maar de ligging was wel echt schitterend, rondom de hotelkamers staan palmbomen en liggen mooie grasvelden. En wat is er nu mooier dan ('s avonds!) even lekker buiten te kunnen zitten op je eigen terrasje. Nadat we ons even lekker hadden opgefrist gingen we weer op pad, en natuurlijk reden we nog even voorbij de drie testauto's. Die waren inmiddels aan de nieuwsgierige blikken van de toeristen onttrokken, ze gingen schuil onder grote doeken. Bij het Visitor Center kregen we helaas te horen dat ook Artist's Palette was afgesloten. Zonde, ook dit was een van de dingen die we hoog op ons verlanglijstje hadden staan. Gelukkig bleven er nog genoeg andere mogelijkheden over. Zoals Badwater, het laagste punt van het westelijk halfrond. Bij Zabriskie Point was het warm, maar hier, 86 meter beneden de zeespiegel, was de hitte echt bijna niet meer te verdragen. Dat weerhield onze bikkels Hans en Rob er niet van om toch even de zoutvlakte op te lopen. Terwijl zij levend werden gebraden bleven Melanie en ik even lekker in de redelijk koele auto zitten, we vonden dat we vanaf de houten boardwalk aan het begin van de vlakte al wel genoeg hadden gezien. Copyright © ontdek-amerika.nlEen korte onverharde zijweg gaat naar The Devil's Golfcourse. Dit punt wordt in de folders minder vaak aangeprezen dan bijvoorbeeld Zabriskie Point en Badwater, maar dat is wat ons betreft niet terecht. Want ik vind het een van de mooiste plekjes waar we tijdens onze reis geweest zijn! Devil's Golfcourse is een uitgestrekte vlakte zonder plantengroei, met een harde, scherpe en ongelijke oppervlakte vol met holtes en zoutpilaren. Je waant je hier echt op een andere planeet, zo apart is het om dit landschap rondom je te zien. Echt een topper!
Terug bij het hotel gingen we ons opnieuw even wat opfrissen, en een hapje eten. Aan het eind van de dag gingen we weer op pad, we zagen oa. de zijweg “Cow Creek” liggen. Waarop Melanie heel droog opmerkte (dit alleen even voor de Brabanders onder ons), dat ze dat weggetje beter “Wèrrum Creek” hadden kunnen noemen. Nabij Stovepipe Wells liggen de Death Valley Sanddunes. We zijn dit gebied een heel eind ingelopen; het was zwaar, zo in dat losse zand, maar wel fantastisch mooi. In het begin zagen we nog diverse andere toeristen rondom ons, maar langzaam aan werd het steeds stiller. We hebben volop de tijd genomen om foto's te maken, om de zon onder te zien gaan, om de rust om ons heen te ervaren. Terug bij de auto moesten we wel even een complete zandbak uit onze kleren, schoenen en sokken schudden. En de fototoestellen moesten even goed worden schoongemaakt. Melanie heeft nog maanden lang zand horen kraken in de fotostandaard! In het donker reden we terug naar het hotel, onderweg regende het zowaar nog even. Nou ja, regen, een paar druppels, meer was het niet. Ook al hadden we Dante's View en Artist's Palette niet gezien, het was een absolute topdag geweest. En we hebben nu een geweldig goed excuus om nog eens naar Death Valley terug te gaan, toch!
 
Dag 15: zondag 3 augustus

Van Death Valley, Furnace Creek Ranch, naar Visalia
Afstand: 349 mijl

Ons voornaamste doel van deze dag was: afstand overbruggen. In Death Valley zit je aan de oostzijde van de Sierra Nevada Mountains, en onze volgende bestemming ligt aan de westzijde ervan. En omdat je helaas vrijwel nergens deze bergketen van west naar oost kunt doorsnijden, moesten we er aan de zuidkant onder door. Kilometers maken, dus.
We konden Death Valley natuurlijk niet verlaten zonder eerst nog een korte trail in te plannen. Dat werd een wandeling door Mosaic Canyon, net ten westen van Stovepipe Wells. Via onze zoveelste dirtroad reden we naar het begin van deze trail, die gaat door een nauw ravijn met wanden die lijken te bestaan uit gepolijste, marmeren knikkers. Sommige mensen zijn erg enthousiast over deze trail, maar wij raakten er niet echt van in vervoering. Leuk, maar niet geweldig, is ons oordeel. Copyright © ontdek-amerika.nlVia State Highway 190 reden we verder naar het westen. De weg klimt hier flink omhoog, en om oververhitting van je motor te voorkomen wordt het aangeraden je airco uit te zetten. Op diverse plaatsen staan tonnen met radiatorwater langs de weg, voor als het tóch mis mocht gaan. Net achter een van die tonnen zagen we een auto stilstaan, opnieuw een testauto! Een Jaguar, volgens Rob. Wat ik graag van hem wil geloven, hij heeft er meer verstand van dan ik. Diverse details van de auto waren met tape afgeplakt, die waren niet bestemd voor het publiek. En even later zagen we ook nog een Bentley Continental rijden, géén testauto deze keer, maar dat maakte het enthousiasme van Rob er niet minder om. We wilden via State Highway 190 naar Olancha rijden, net onder Owen's Lake door. Maar ook hier had het noodweer een deel van het asfalt weggespoeld, gelukkig konden we nog wel ten noorden van het meer naar Interstate 395. We kwamen uit in Lone Pine, waar we tankten en wat levensmiddelen kochten. In de winkel zagen we in de krant dat zelfs de snelweg flink te lijden had gehad van het noodweer, als we hier één dag eerder waren geweest hadden we misschien niet eens naar Visalia kunnen rijden. Maar de ergste schade was inmiddels al hersteld, we konden dus gewoon onze route vervolgen. State Route 178 is een weg die door een gevarieerd landschap gaat, en die de snelwegen 395 en 99 met elkaar verbindt. Eerst reden we door een indrukwekkend bos van Joshua Trees, daarna kwamen we terecht in een gebied dat voor ons het ‘échte Amerika' vertegenwoordigt. Enkele ver van de bewoonde wereld gelegen gehuchten, typisch Amerikaanse windmolens en rijen brievenbussen, een grote, deels vervallen schuur....
Ongeveer halverwege State Route 178 ligt Lake Isabella, waar we diverse watersporters in actie zagen. Net voorbij het meer drong plotseling een scherpe brandlucht de auto binnen, en we reden een hele ‘mistbank' rook binnen. Voeg daarbij het geluid van twee blushelicopters, en het plaatje is compleet. Bosbrand! Vanaf een veilige stopplaats zagen we hoe de helicopters hun ladingen water op het vuur losten, maar dat leek niet veel effect te hebben. De vlammen joegen met flinke snelheid door de bomen heen. Gelukkig voor ons was de brand een heel eind van ons vandaan, wij konden veilig verder rijden.

Copyright © ontdek-amerika.nl

 

Copyright © ontdek-amerika.nl

Een deel van de route loopt door Sequoia National Forest, direct links van de weg rijzen steile rotswanden omhoog, en rechts ervan loopt de smalle maar wel erg mooie Kern River. Een schitterende weg om te rijden, we waren blij dat we voor deze route hadden gekozen en niet voor de snelweg.
Toen we State Highway 99 bereikten werd de omgeving minder interessant. Veel boomgaarden, veel koeien op kale vlaktes, veel asfalt. Voor het eerst tijdens deze vakantie viel een rit ons toch wel erg lang, we waren blij toen we in de stad Visalia ons hotel bereikten. Waar we alleen nog even lui op ons bed naar een melige film hebben gekeken, de stad zelf had ons niet zoveel te bieden.
 

Copyright © ontdek-amerika.nl

 
Dag 16: maandag 4 augustus
Van Visalia, via Sequoia/Kings Canyon NP, naar Fresno
Afstand: 169 mijl
Copyright © ontdek-amerika.nlNa een ontspannen ritje van 35 mijl vanuit Visalia bereikten we het laatste Nationale Park van deze vakantie: Sequoia / Kings Canyon. De voornaamste weg daar is de bochtige Generals Highway, waarover je over een afstand van 13 kilometer meer dan 1100 meter stijgt. Langs de weg zochten we een mooie picknickplaats uit voor ons ontbijt. In Sequoia komen beren voor, en stiekem hoopte ik dat een van die beesten zin had om even een boterham mee te komen eten. Leek me wel spectaculair, om er eentje in het wild te kunnen zien. We kregen wél beestenbezoek, maar helaas waren de bezoekers heel wat kleiner én heel wat angstaanjagender..... wespen dus! Ik wist niet hoe snel ik naar de auto moest sprinten om ze te ontvluchten, en Melanie volgde mijn voorbeeld direct. We lieten het opruimen van de ontbijtboel maar even aan de mannen over.
Copyright © ontdek-amerika.nlHet moment waarop je Giant Forest binnenrijdt, en je zomaar links en rechts van de weg een groot aantal van die gigantische bomen ziet staan, dat is echt fantastisch. De bomen hier maakten veel meer indruk op me dan de Sequoiabomen die we twee jaar eerder in Tuolomne Grove in
Yosemite National Park hadden gezien. En dit was alleen nog maar een voorproefje van het échte werk:de General Sherman Tree. Dit is niet de hoogste en ook niet de dikste boom ter wereld, maar de boom heeft wél het grootste volume van alle levende organismen ter wereld. Het mooiste gebied dat wij hebben bezocht ligt in het Kings Canyon-gedeelte van het park. We liepen hier de General Grant Tree Trail. Een 800 meter lang pad loopt hier door een bos waarin veel Sequoiabomen staan. Lang geleden is een van de bomen hier ooit omgevallen, en de holle stam heeft onderdak geboden aan een cavalerie-afdeling van het leger. De stam ligt er nog steeds, en je kan er doorheen lopen. Het geeft je een goed idee van de gigantische grootte van deze bomen. Na alle hitte, de kale rotsen, de stoffige dirtroads van Utah en Death Valley, was deze wandeling echt iets heel anders. Verrassend mooi! We sliepen deze nacht in de stad Fresno. Rob had thuis al op Internet uitgezocht welke van onze hotels dicht in de buurt lag van een Best Buy winkel, en in deze stad bleken hotel en winkel zowaar aan dezelfde straat te liggen: de North Blackstone Avenue. We gingen eerst inchecken en onze koffers naar de kamer brengen, daarna wilden we best even op zoek naar Best Buy. Die lag dus inderdaad aan dezelfde weg, maar dat wil nog niet zeggen dat dat dichtbij was. De North Blackstone Avenue is ongetwijfeld de langste winkelstraat die ik ooit heb gezien, kilometers en kilometers lang kom je hier alleen maar winkelcentra, autoshowrooms, McDonalds en PizzaHutten tegen. En de Best Buy was, zoals viel te verwachten, ook niet bepaald klein uitgevallen. Keuze genoeg dus, en Rob en Melanie hebben hier allebei hun DVD- en CD-collectie uit kunnen breiden.
 
Dag 17: dinsdag 5 augustus

Van Fresno naar San Francisco
Afstand: 200 mijl

Via State Highway 99 en Interstate 205 reden we terug naar de stad waar we ruim twee weken eerder aan onze rondreis waren begonnen. We staken San Francisco Bay over via Bay Bridge, en zo kwamen we het centrum van de stad terecht. Ja, we wisten natuurlijk van te voren dat de stad is gebouwd op 40 heuvels, en dat er daardoor veel steile straten zijn. Maar toch, als je er zelf rijdt besef je pas hóe steil het daar is..... tel daarbij de trams, het drukke verkeer, de vele stoplichten die je net op de meest steile plekken tegenkomt.... het was echt even wennen om hier te rijden. Ik houd meer van natuur, dan van steden. Hollywood in Los Angeles kon me niet echt bekoren, Las Vegas hadden we alleen maar ingepland om even wat afwisseling te hebben, en San Francisco was vooral bedoeld als begin- en eindpunt van de reis. Behalve een bezoek aan de Golden Gate Bridge hadden we niet iets specifieks gepland. Ik was dan ook oprecht verbaasd toen ik hier iets ervoer wat ik nog nooit eerder heb gehad: ik vind San Francisco geweldig! Het was echt schitterend om hier rond te rijden, de huizen scheef langs de stoepranden te zien staan, via de zijwegen diep naar beneden de baai in te kunnen kijken.

En ook de Golden Gate Bridge was mooier dan ik van te voren had verwacht. We konden eenvoudig een parkeerplaats vinden (iets dat me erg meeviel), en we zijn via een mooi pad naar boven geklommen. Zo kwamen we terecht op het pad dat over de brug heen loopt, midden tussen veel andere wandelaars en fietsers. We hebben volop genoten van het uitzicht op San Francisco Bay en op de skyline van de stad. We liepen terug naar de auto, en reden vervolgens over de brug naar de noordzijde. Daar ligt een grote parkeerplaats, zodat toeristen ook vanaf deze kant de brug en de omgeving goed kunnen bekijken. Je kan hier onder de brug door lopen; terwijl de auto's met veel herrie boven je door denderen kan je heel goed de constructie van de brug bekijken. Jammer dat er zoveel gaas voor zat, waardoor het moeilijk was om ook vanaf deze ongebruikelijke positie een paar mooie plaatjes te maken. Vlak bij Sausalito, een stadje net ten noorden van San Francisco, ontdekten we nog een mooie plek vanwaar je weer een ander zicht hebt op de brug. Er ligt hier een oude legerplaats, Fort Baker, waar ruim twintig historische militaire gebouwen staan. Het gebied wordt nu beheerd door de National Park Service, en het ziet er echt schitterend uit. Imposante witte huizen, waar ongetwijfeld de hoog geplaatste militairen en hun gezinnen gehuisvest zullen zijn geweest, staan hier in een mooie omgeving met veel groen. Volgens de site van de National Park Service zal het gebied nog verder worden gerenoveerd, en zullen er bijvoorbeeld trails worden aangelegd en zal er een Visitor Center worden gebouwd. Als we hier nog ooit terugkomen gaan we zeker even kijken hoe het er dan uitziet. Nadat we in Sausalito een hapje hadden gegeten, reden we terug naar San Francisco. We hoopten nog een paar zonsondergangsplaatjes van de Golden Gate Bridge te kunnen maken, maar een snel opkomende mist doorkruiste die plannen. Van de brug was al snel niets meer te zien. Het was overdag erg warm geweest, maar in de mist koelde het snel af. Ik merkte nu pas dat ik mijn nek flink had verbrand... Ons hotel, de Handlery Union Square, is dus echt heel anders dan de hotels die we tot dan toe gezien hadden. Valet parking, een hotelmedewerker die onze koffers naar de kamer bracht, hagelwitte kamerjassen die voor ons klaar hingen.... zoveel luxe zijn wij eenvoudige Brabanders niet gewend hoor. Vanuit onze kamer keken we uit op een sfeervol verlicht binnenzwembad, dat helaas op dit tijdstip gesloten was. We hebben te voet nog een verkenningstocht in de omgeving van het hotel gemaakt, even een paar blokjes om via Union Square en Market Street.

 
Dag 18: woensdag 6 augustus

San Francisco
Afstand: 38 mijl

De laatste dag alweer, helaas. Melanie weigerde op te staan, ze vond haar bed zo heerlijk dat ze de hele dag wilde blijven liggen.
We hadden eigenlijk gepland om deze ochtend fietsen te gaan huren. We wilden via de Golden Gate Bridge naar Sausalito fietsen, en van daaruit met de ferry weer teruggaan naar San Francisco. Copyright © ontdek-amerika.nlMaar omdat we de afgelopen dag de brug al zo uitgebreid hadden bekeken, én omdat we hadden gezien dat de fietsers nauwelijks plaats hadden omdat ze het pad moesten delen met de vele wandelaars, zagen we hiervan af. We wandelden naar een station van de cable-car, op de hoek van Powell Street en Market Street. Het was nog best vroeg, maar toch stond er al een hele rij mensen te wachten. Drie zwarte zangers verrasten ons met sfeervolle a capella songs, een politie-agente hield vrolijk lachend een stel schoolkinderen bezig, en de medewerkers van de cablecar werkten hard om de ene na de andere kar op de draaischijf om te keren, zodat de volgende lading passagiers verwerkt kon worden. Na een hele tijd wachten waren ook wij aan de beurt, we bemachtigden een plaatsje in een kabeltram van de Powell/Hyde route. Het rijden in de tram is op zich niet speciaal, maar toch, het hoort er gewoon bij. Je bent geen echt toerist als je deze atttractie in San Francisco niet hebt meegemaakt. Onderweg heb je alle tijd om de mooie omgeving met de vele steile straten te bekijken. De rit eindigde in de buurt van Fisherman's Warf. We hebben hier een tijd wat rondgeslenterd. De zeilboten bekeken die aan de Hyde Street Pier lagen, Alcatraz Island, even naar Lombard Street gewandeld. We wilden vervolgens weer op de tram stappen om terug te rijden, maar we hadden al snel door dat het geen zin had om dat vanaf deze plek te doen. Copyright © ontdek-amerika.nlElke tram zat stampvol, we moesten dus terug naar het beginpunt, en aansluiten in de lange rij. Helaas was de muzikale omlijsting tijdens het wachten hier veel minder mooi, een eenzame gitarist slaagde er in “The Stairway to Heaven” te laten klinken als “The Stairway to Hell”. Je zou hem bijna geld geven om hem stil te krijgen! In de omgeving van ons hotel hebben we nog wat winkels bekeken. Het grote aantal zwervers hier vormde een scherp contrast met alle rijkdom die de winkels te bieden hadden. Ze vielen niemand lastig, gingen gewoon hun eigen gang. Ook dit is Amerika!
Langzaam aan werd het tijd om onze auto en de bagage, die we in het hotel hadden achtergelaten, op te gaan halen. Doordat in veel straten eenrichtingverkeer geldt, en omdat je lang niet overal links- of rechtsaf mag, kostte het nog wel wat moeite om de weg richting het vliegveld te vinden. Maar toen we eenmaal op de goede weg zaten, was het heel eenvoudig om ons laatste hotel te vinden: dezelfde Ramada Airport Inn waar we ook de eerste nacht hadden doorgebracht. We sjouwden eerst de bagage naar onze kamer, en brachten vervolgens de auto terug naar het verhuurstation. Gelukkig werd onze Dodge niet al te nauwkeurig geïnspecteerd, we waren er niet zeker van of die dat wel zou hebben doorstaan, na alle dirtroads en onze aanvaring met de rotsen in de Valley of the Gods.

Dag 19 en dag 20: donderdag 6 augustus / vrijdag 7 augustus
San Francisco – Amsterdam – Gerwen

Op een onmogelijk vroeg tijdstip liep de wekker af. We hadden om half 5 de shuttlebus naar het vliegveld besteld – de normale ritten begonnen pas een half uur later -, en we verwachtten dat we wel de enige passagiers zouden zijn. We waren dan ook verbaasd toen de ene na de andere toerist op kwam dagen, het was gewoon hartstikke druk in het busje. Ook de incheckrij op het vliegveld was lang, wat déden al die mensen  hier toch zo vroeg in de ochtend!!
Omdat we de inchecktijd ruimschoots hadden aangehouden, kwamen we niet in tijdnood. Bij de veiligheidscontrole moesten we onze schoenen uitdoen, dat hadden we nog niet eerder meegemaakt. Of dat – in het geval van Hans – nou wel zo'n slimme zet was van die veiligheidsbeambtes valt overigens ook wel weer te betwijfelen, we waren even bang dat hij zou worden aangehouden voor het bezit van chemische wapens....
Vele uren later landden we, met ongeveer een uur vertraging, op Schiphol. Waar we – heel toevallig – mochten instappen in dezelfde taxi die ons op 20 juli had opgehaald. Met diezelfde vriendelijke chauffeur, die net zo verrast was als wij dat we elkaar hier weer ontmoetten. Toen hij ons afzette in ons eigen Gerwen zat de reis er dan toch echt op. En konden we gaan beginnen met het bekijken van de letterlijk duizenden foto's die we onderweg hadden gemaakt! Veel herinneringen aan een fantastische reis.
Links Contact Disclaimer