![](../../images/design/header.jpg) |
|
![](../../images/design/left.jpg) |
Zuidwest 2003 - Photographs & Memories |
|
Inleiding:
Fotografie is een schitterende hobby. Reizen door de USA
ook! En het allermooiste is natuurlijk dat je deze twee
hobbies perfect met elkaar kunt combineren.
Dit verslag gaat over de 20-daagse reis die wij in
2003 maakten door het zuidwesten van Amerika. Onze
namen zijn Hans (jaargang 1959), Henriëtte (1959),
Melanie (1983) en Rob (1984). De foto's bij het
verslag zijn gemaakt met de Sony F717 en de Nikon
Coolpix 5700, die Hans en Melanie kort voor de reis
hebben gekocht.
|
|
Print PDF Document |
dag 1: Gerwen – Amsterdam – San Francisco
dag 2: San Francisco – Carmel
dag 3: Carmel – San Luis Obispo
dag 4: San Luis Obispo – Los Angeles (Hollywood)
dag 5: Los Angeles (Hollywood) – Las Vegas
dag 6: Las Vegas - Zion NP (Kolob) – Bryce Canyon NP
dag 7: Bryce Canyon NP–Capitol Reef NP–Natural
Bridges Nat. Monument
dag 8: Blanding – Canyonlands NP (the Needles) –
Moab
dag 9: Dead Horse Point State Park – Canyonlands NP
( Island in the Sky)
dag 10: Arches NP
dag 11: Moab – Valley of the Gods – Monument Valley
– Kayenta
dag 12: Kayenta – Page (Antelope Canyon) – Kanab
dag 13: Kanab – Zion NP – Las Vegas
dag 14: Las Vegas – Death Valley NP
dag 15: Death Valley NP – Lake Isabella – Visalia
dag 16: Visalia – Sequoia NP – Kings Canyon NP –
Fresno
dag 17: Fresno – San Francisco
dag 18: San Francisco
dag 19 en 20: San Francisco – Amsterdam – Gerwen |
|
Klik hier om de
foto's in groot formaat te zien. |
Dag 1: zondag 20 juli - Gerwen - Amsterdam - San Francisco |
|
Zelfs Melanie was op tijd klaar, en dat wil heel wat
zeggen, toen om kwart over zes 's ochtends de taxi voor
onze deur stond. De vriendelijke chauffeur, een echte
Amsterdammer, hield ons onderweg naar Schiphol flink aan
de praat. Dus
voordat we het wisten stonden we in de vertrekhal, waar
het op dit vroege tijdstip nog opvallend rustig was.
Effe inchecken, de meneer van de douane lief aankijken,
en daarna nog ruimschoots de tijd voor een ontbijtje en
een paar winkeltjes. En vervolgens het vliegtuig van
Delta Airlines in.
Van onze vorige vluchten, met de KLM en met United
Airlines, waren we toch net dat kleine beetje meer
luxe gewend dat zo'n lange zit wat draaglijker
maakt. We kregen maar weinig vluchtinformatie
onderweg, er kon geen krantje vanaf, en we hadden
niet eens een eigen scherm in de hoofdsteun van de
stoel voor ons. Daarbij kwam nog eens dat de
stewardessen veel te oud waren (Hans z'n mening
hoor, niet de mijne!). De overstap in New York
verliep behoorlijk chaotisch, terminal 3 werd
verbouwd, en zelfs het Delta Airlines personeel wist
de weg niet meer. Toch slaagden we erin onze koffers
terug te vinden. Bij de douane opnieuw even heel
onschuldig kijken... gelukkig... zelfs Rob (profiel:
lang haar, zwarte kleding) mocht erdoor! Daarna werden we, samen met een hele groep andere
passagiers, door een zenuwachtige Delta
Airlines dame mee op sleeptouw genomen. Via smalle
gangetjes en kleine liften werden we naar een andere
hal gedirigeerd waar we onze bagage weer konden
inchecken voor de volgende vlucht.
Maar vooral niets vragen, ze zat echt 'on the edge
of a nervous breakdown', zoals ze dat in Amerika zo
treffend weten te formuleren. Gelukkig maar dat we
ruimschoots de tijd hadden voor onze overstap,
anders waren wij zelf ook nog zenuwachtig geworden.
Ja, we waren behoorlijk moe toen we na de lange reis
eindelijk op San Francisco International Airport
aankwamen. Gelukkig hoefden we niet lang op onze
koffers te wachten. En dankzij de duidelijke
bewegwijzering vonden we ook al snel de plek waar de
shuttlebussen van de hotels de gasten oppikken. Een
kwartiertje wachten op de bus, daarna nog een rit
van een minuut of tien, en we waren bij ons hotel:
de Ramada Airport Inn. De kamer zag er wat afgeleefd
uit, but who cares! We waren allang blij dat we een
bed zagen. En dat er regelmatig een vliegtuig op een
metertje of twee over het dak vloog - zo leek het
tenminste - daar hoorden we al snel niets meer van.
|
Van San Francisco (Ramada Airport Inn) naar Carmel , via
Highway 1
Afstand: 174 mijl |
Mel en Rob mochten even uitslapen, Hans en ik gingen al vroeg op pad om de huurauto op te halen. Eerst met de shuttlebus (op wielen) naar de luchthaven, vervolgens
met een andere shuttle (op rails) naar het verhuurstation waar alle bekende verhuurbedrijven samen één grote hal delen.
Uiteraard probeerden ze ons aldaar een groter type auto aan te smeren.
Tja,
achteraf gezien was het misschien niet echt verkeerd
geweest als we die Fourwheel Drive toch eens beter
hadden bekeken! Maar dat was iets waar we pas
halverwege onze reis achter zouden gaan komen, nu
wisten we nog van niets en dus hielden het toch maar
bij de door ons vanuit Nederland gereserveerde
Intermediate. We mochten er zowaar zelf een
uitkiezen, het werd een blinkend schone (nog wel!)
zilverkleurige Dodge Intrepid. Er stonden 27.525
mijlen op de teller. Eerst nog even naar het hotel
om kinderen en bagage op te halen. Gewapend met de
plattegrond die we thuis al van Internet hadden
gehaald kon de rondreis gaan beginnen.
Al snel kwamen we aan bij het begin van Highway 1,
de bekende kustweg die van San Francisco naar Los
Angeles gaat. Het is een zogenaamde Scenic Route,
volgens de boeken stond ons dus heel wat moois te
wachten. Maar het begin van de route heeft wat ons
betreft het bijvoeglijk naamwoord “Scenic” niet echt
verdiend. Zo nu en dan zagen we wel wat mooie
rotspartijen langs de kust, maar al met al was het
niet echt indrukwekkend. Niet dat we dat erg vonden,
het was een lekker ontspannen rit en we vonden het
heerlijk weer de Amerikaanse sfeer te proeven. In
Santa Cruz maakten we een korte stop. Het was lekker
zonnig, dus we stonden er al heel zomers op met
t-shirts en korte broek. Daarbij hadden we ons toch
wel even verkeken op de stevige wind, die het nog
behoorlijk fris maakte. Op het strand van Santa Cruz
staat een soort van kermis, compleet met achtbanen
en andere attracties. Maar zelfs onze achtbaanfanaat
Rob had geen enkele interesse, en we besloten al
snel weer naar de auto terug te gaan. In Monterey
reden we naar Pacific Grove, een schitterend stukje
rotsachtige kust.
Er
zijn diverse wandelpaden aangelegd, het zag er heel
goed verzorgd en uitnodigend uit. Maar we hadden
allereerst een ritje over de 17-mile Drive gepland,
we lieten Pacific Grove dus links liggen (rechts, in
feite), en we reden meteen door naar het beginpunt
van de bekende tolweg. We betaalden $ 8,25 om.... ja
waarom eigenlijk?? Want om eerlijk te zijn, de weg
is mooi maar niet echt mooier dan Pacific Grove,
waar we gratis en voor niks mochten rijden. Aan de
17-mile Drive liggen diverse golfcourts, en veel
gigantisch dure huizen. Zouden die mensen rijk
geworden zijn van argeloze toeristen, die allemaal
braaf hun dollartjes neertellen om hier rond te
mogen rijden? Wat ik wel heel leuk vond aan deze
route, was Bird Rock. Op een rots in het water zaten
duizenden meeuwen.....echt apart. Het was hier druk
aan het strand, veel toeristen hadden wel wat brood
of zelfs speciaal vogelvoer bij, en de meeuwen
kwamen daar dankbaar gebruik van maken. Net voorbij
Bird Rock ligt Seal Rock, maar de zeeleeuwen hadden
er geen zin in, die dag. We zagen er niet één! En
het was er ontzettend koud..... Natuurlijk mocht de
Lone Cypress, de meest gefotografeerde boom ter
wereld, niet op onze route ontbreken. We hadden die
fototoestellen niet voor niks aangeschaft, toch?
Maar toen we eenmaal op de juiste plek aankwamen,
bekroop me toch wel een beetje het gevoel dat we min
of meer bedonderd werden. Volgens mij wordt die boom
niet zo vaak gefotografeerd omdat ie zo bijzonder
is, maar omdat er zoveel reclame voor wordt gemaakt.
De boom is echt wel mooi, maar zonder de
ondersteuning van diverse kabels zou die allang het
loodje hebben gelegd. Niet echt natuurlijk meer,
dus. En het was er venijnig koud....... Kortom, de
17-mile Drive is mooi, maar ook wel wat gekunsteld.Te commercieel. Zijn geld niet echt waard. Aan het eind van de route kwamen we weer uit in Monterey, waar we nog even een winkelcentrum bezochten en waar we wat gingen eten. Ik had inmiddels een lange broek en een vest aan, maar dat mocht niet meer baten. Ik had het intens koud, en dat werd alleen nog maar erger. Toen we bij ons hotel aankwamen, de Carmel Mission Inn, moest ik bij de receptie onze naam opschrijven. Mijn vingers waren zo verkleumd dat me het niet echt lukte om er iets leesbaars van te maken. Nou ja, niet dat dat veel
uitmaakt, want de naam ‘Meulenbroeks' kunnen ze daar in Amerika over het algemeen toch niet op een voor
ons herkenbare manier uitspreken! De deur van de
kamer open maken lukte al helemaal niet meer. Eerst
dacht ik nog dat het aan mijn trillende vingers lag,
maar dat bleek toch weer mee te vallen. De
sleutelkaart was niet goed geprogrammeerd door de
receptioniste. Nog maar eens naar de receptie, en
gelukkig – bij de tweede poging konden we wel naar
binnen. Ik ben meteen onder de dekens gekropen, even
lekker opwarmen. Kan van de rest van de avond niets
meer navertellen, ik was zo in diepe rust... |
Van Carmel naar San Luis Obispo, via Highway 1
Afstand: 140 mijl
Big Sur is een van de mooiste plekken aan Scenic
Highway 1. Tenminste, als we de reclamefoto's en
andere reisverhalen mogen geloven! Want wij hebben
hier niets anders gezien dan een dikke,
ondoordringbare laag mist! We wisten van te voren
dat we dit risico liepen, het is bekend dat het hier
vaak erg mistig is. Maar ja, je hoopt natuurlijk dat
het helder en zonnig is als je zelf Big Sur gaat
bezoeken. Maar
het mocht niet zo zijn, we zagen echt geen hand voor
ogen. Vóór Big Sur was het ook mistig, maar niet zo
erg. Zo konden we nog een paar plaatjes schieten in
de omgeving van de 71 jaar oude Rocky Creek Bridge .
Even verder ligt de veel bekendere Bixby Bridge, ook
die hadden we willen fotograferen. Maar we zagen
niet direct een geschikte stopplaats, en om nu
midden op de brug stil te gaan staan leek ons ook
niet zo'n slim idee. Geen foto's van de Bixby
Bridge, dus...
Toen we Big Sur ruimschoots voorbij waren, begon het
wat op te klaren. Zo nu en dan trokken er nog flinke
flarden mist over de weg, op andere momenten was het
een klein beetje helder en konden we de oceaan
eindelijk zien. Die combinatie leverde nog een paar
hele mooie momenten op, vooral toen we een berg voor
ons zagen opdoemen die nog half in de mist hing.
Echt schitterend.
In de buurt van Los Padres National Forest zat het
weer helemaal dicht. Langs de weg zagen we een paar
kleine trapjes die toegang gaven tot de smalle
strook land tussen de weg en de oceaan. Puur op de
gok zijn we gestopt, en via een smal pad zijn we
richting de oceaan gelopen. De kust is daar ruig, de
golven slaan er hard tussen de rotsen door.
Vanwege de mist konden we niet erg ver kijken, maar
het kleine gedeelte dat we wel konden zien was al
heel erg de moeite waard. We verkenden de kust nog
wat verder, en kwamen uit bij een landtong die nog
een stukje de oceaan in liep. Er komen niet veel
mensen hier, de begroeiïng was zo dicht en zo hoog
dat je het pad nauwelijks meer kon zien. De mannen
hadden de striemen op hun blote benen staan van het
struikgewas, Melanie en ik hadden (wijs geworden na
de kou van gisteren!) gelukkig lange broeken aan.
Uiteindelijk kwamen we terecht op de rotsachtige
punt van de landtong, omringd door water en een
dikke mist. Om ons heen hoorden we zeehonden
blaffen, en het water tegen de rotsen slaan. Zo nu
en dan trok de mist even wat weg, en konden we iets
verder om ons heen kijken. Eén keer zagen we een
kanoër, die daar moederziel alleen langs de kust
voer. Het intense alleen-op-de-wereld gevoel, de
geluiden om ons heen, de contouren van de rotsen,
dat alles samen zorgde voor een heel aparte sfeer.
Het was een geweldige ervaring, en we hebben het dan
ook heel lang volgehouden, daar op die rotstong. We
hebben door de mist Big Sur weliswaar gemist, maar
achteraf gezien waren we toch blij dat het die dag
niet zonnig was. We maakten nog één stop, net ten
noorden van San Simeon. Daar ligt een hele kolonie
zee-olifanten op het strand, en zo'n verschijnsel
trekt natuurlijk heel wat bekijks. Leuk om die
beesten zo in de vrije natuur te zien, in plaats van
in een dierentuin.
Vroeger dan gepland kwamen we aan in onze
overnachtingsplaats San Luis Obispo, waar we een
kamer hadden gereserveerd in de Vagabond Inn. We
hadden nog ruimschoots de tijd om even wat te
winkelen. In een wat smoezelige maar wel grote
muziekzaak vond Melanie een CD van The Cranes, die
in Nederland niet verkrijgbaar is. Ze was er heel
blij mee. Wij niet, toen ze ‘m op de terugweg naar
het hotel in de CD-speler van de auto deed en ons
liet ‘meegenieten'. Nou ja, smaken verschillen..... |
![Copyright © ontdek-amerika.nl](nearhighway1small.jpg) |
![Copyright © ontdek-amerika.nl](nearhighway3small.jpg) |
|
Van San Luis Obispo naar Los Angeles, Hollywood
Afstand: 232 mijl
Bij onze reispapieren zaten helaas geen
routebeschrijvingen naar de door ons geboekte
hotels, zoals we dat van onze eerdere reizen gewend
waren. Maar met dank aan Internet waren we toch
ruimschoots voorzien van plattegronden en
route-suggesties. Slim toch, om goed voorbereid uit
Nederland te vertrekken.
Toen we via Highway 101 Los Angeles binnenreden,
kwamen we tot de ontdekking dat de gegevens die we
nodig hadden om ons hotel te kunnen vinden, allemaal
netjes in de kofferbak lagen. Niet echt slim, want
je kan daar op de snelweg niet zomaar even stoppen.
Dat werd dus stomweg doorrijden totdat we iets
bekends op de borden zagen verschijnen. Nu was
“Hollywood” toch wel een aardige hint, en we reden
zomaar rechtstreeks naar ons hotel, de Holiday Inn
aan de Highland Avenue. Het was nog vroeg in de
middag, en we konden daarom nog niet inchecken.
Gelukkig mochten we de auto al wel op de
parkeerplaats van het hotel achterlaten, Hollywood
Boulevard lag op loopafstand, en het leek ons niet
zo handig om daar parkeerplaats te moeten zoeken. Tja, wat moet ik eigenlijk over Hollywood Boulevard
schrijven. We hebben de Walk of Fame gezien, de
namen van bekende mensen gezocht op de sterren die
daar in de stoeptegels liggen. We zijn naar The
Chinese Theatre geweest, waar de hand- en
voetafdrukken van de nog bekendere mensen in cement
zijn gedrukt. En
we hebben wat winkels bekeken, maar de meesten
daarvan waren niet echt indrukwekkend. Alleen Rob en
Melanie hebben vrij lang rondgehangen in Hot Topic,
een winkel die wat hen betreft ook in Nederland wel
een paar filialen mag openen. Op straat kwamen we
Charlie Chaplin nog tegen. En Rambo. Wat leek die
kerel veel op de echte Sylvester Stallone, we
moesten echt nog een paar keer extra kijken of Sly
daar niet stiekem zelf wat stond bij te verdienen...
Ach, echt heel bijzonder vond ik het niet. Leuk om
een keer gezien te hebben. Inmiddels was het al wat
later op de middag, en we wandelden terug naar het
hotel waar we nu wel op onze kamer terecht konden.
Tijd voor een frisse duik in het zwembad. Daarna
hebben we de auto weer gepakt, en zijn we op zoek
gegaan naar Beverly Hills. Even kijken of Brad Pitt
en Jennifer Aniston toevallig een ommetje aan het
maken waren. Aan het begin van de wijk lieten we ons
nog even oplichten door een man die plattegronden
verkocht waarop de huizen van de sterren stonden
aangegeven. Ach, hij zag eruit of hij wel een extra
zakcentje kon gebruiken, dus we dachten maar niet te
lang na over de 10 dollar die we hadden
uitgegeven.... We hebben nog een hele tijd
rondgereden in de beroemde wijk. Veel dure huizen
gezien. En veel muren waarachter ongetwijfeld nog
duurdere huizen verborgen staan. Volgens de
plattegrond stonden we op gegeven moment zo'n beetje
bij de familie Osbourne op de stoep. Het huis was
weliswaar nergens te vinden, maar ach, het gaat om
het idee nietwaar... Bij een bezoek aan Hollywood
moet je toch ook de beroemde witte letters hebben
gezien. We wisten niet precies hoe we moesten
rijden, maar het leek toch wel een goede gok om via
Laurel Canyon de heuvels in te rijden. Op de
tegemoetkomende rijbaan was het opvallend druk, er
stond een lange file auto's die richting Hollywood
Boulevard reden. Op gegeven moment kruist Laurel
Canyon de bekende Mulholland Drive. En dat is dus
écht een erg mooie weg om te rijden, zo tussen de
heuvels en de mooie huizen. En zowaar, in de verte
konden we nog een glimps opvangen van de witte
Hollywoodletters. Missie geslaagd!
We reden via dezelfde weg terug naar Hollywood
Boulevard. Ondertussen was het al behoorlijk laat
geworden, en we kregen toch wel flink honger.
Gelukkig was de lange file op Laurel Canyon al
grotendeels opgelost, we konden beter doorrijden dan
we van te voren hadden verwacht. Op Hollywood
Boulevard hadden we al twee vestigingen van die
fastfood keten met de grote gele M gezien, we
besloten om daar te gaan eten. We wisten dat in
Californië een paar honderd vestigingen sinds kort
de VeggieBurger voor vegetariërs in hun assortiment
hadden opgenomen. En laten we nu net bij één van die
vestigingen binnenlopen! Melanie eet altijd
vegetarisch, en met de heerlijke groenteburger die
in Nederland bij McDonalds op het menu staat in mijn
gedachten, besloot ik om net als zij me ook eens aan
de VeggieBurger te wagen. Fout! Helemaal fout! Want
de burger die Melanie en ik hier kregen
voorgeschoteld was donker, vettig, smakeloos.....
Dat was eens, maar nooit weer! Ons hotel lag ergens
links van de McDonalds. Maar linksaf vanaf de
parkeerplaats was niet mogelijk. Geen probleem,
gewoon even rechtsaf en een blokje rondrijden. Dat
is het makkelijke van Amerika, toch, je kan haast
niet verkeerd rijden. Zo reden we dus één blok van
Hollywood Boulevard vandaan, en gingen toen een
zijstraat in. Prompt kregen we het gevoel dat we zo
een of andere Hollywoodfilm binnenreden, maar dan
wel een film met als onderwerp de gangs in de
achterbuurten van de grote stad. Hier zaten we als
toerist duidelijk niet op de juiste plek....., keren
en wegwezen dus! |
Van Los Angeles, Hollywood naar Las Vegas
Afstand: 271 mijl
Als je in Nederland via de snelweg een stad verlaat,
dan ben je over het algemeen toch wel snel buiten de
bebouwde kom. Zo niet in Los Angeles! Ook na vele,
vele kilometers snelweg zaten we nog steeds midden
in de buitenwijken van de stad. De benzinemeter gaf
een onheilspellend laag peil aan, en omdat er hier
geen tankstations aan de snelweg liggen moesten we
een van die wijken naast de Interstate 10 inrijden.
Heel even vreesden dat we in net zo'n ongure buurt
terecht waren gekomen als de avond ervoor, in
Hollywood. Maar dat viel – zo overdag tenminste –
toch wel weer mee. Al zag het motel dat net naast
het snel gevonden tankstation lag er niet bepaald
uitnodigend uit...
Aan
de overkant van de weg lag een supermarkt, dus we
konden meteen even wat proviand voor onderweg
inslaan. Terwijl we het parkeerterrein opreden,
zagen we hoe een wrak (het woord ‘auto' zou iets te
veel eer zijn voor dit geval op vier wielen) het
tankstation probeerde te bereiken. Het lukte net
niet, een paar meter voor het einddoel blies het
geval zijn laatste adem uit, en dat ging gepaard met
een gigantische rookontwikkeling. Hetgeen heel wat
bekijks trok van de bezoekers van de supermarkt. In
de supermarkt zelf zagen we nog iemand stoom
afblazen. De klant die voor ons bij de kassa aan de
beurt was, stond zich enorm over iets op te winden.
De man aan de kassa bleef uiterst rustig, maar
informeerde wel nieuwsgierig “What your trippin on,
man?” Waarop een heel verhaal volgde over – denken
wij – de vrouw of de vriendin van de klant, die
blijkbaar zelf maar het ijs moest betalen dat hij
zojuist had gekocht. We konden niet alles volgen,
maar het was wel duidelijk dat de klant gigantisch
over de rooie was. Maar gelukkig, uiteindelijk ging
hij – mét ijs en andere aankopen – toch weg, en
konden wij onze boterhammetjes en kaas afrekenen. De
man van de kassa had natuurlijk al lang gehoord dat
wij geen Amerikanen waren, en ook bij ons toonde hij
zich heel nieuwsgierig. Waar we al geweest waren,
wat we nog in de planning hadden.... Nou, Las Vegas
was een hele goede keuze, zo liet hij ons weten. De
verdere trip naar Las Vegas verliep heel vlot. We
kwamen op de Interstate 15 wel wegwerkzaamheden
tegen, maar omdat die aan de andere kant van de weg
plaatsvonden, hadden wij er geen last van. De
tegenliggers wel, er stond daar een enorme file! Het
weer was anders dan we verwacht hadden, het was
nogal bewolkt en ook heel wat minder warm dan toen
we hier twee jaar eerder waren. Niet dat we dat erg
vonden, deze temperatuur was heel wat draaglijker.
Tijdens de vorige keren dat we in Las Vegas waren
geweest, hadden we steeds hotels geboekt die enkele
blokken van de Strip verwijderd lagen. Deze keer
zouden we twee nachten in de stad verblijven, met
een tussenpoos van ongeveer een week. We hadden
besloten om nu wel aan de Strip zelf te overnachten,
één keer in een zuidelijk gelegen hotel, en één keer
in een meer noordelijk gelegen hotel. Voor vandaag
hadden we onze keus laten vallen op het Luxor hotel,
ingericht in de stijl van het oude Egypte. Het
hoofdgebouw van het hotel is een grote, zwarte
piramide. En daarnaast staan nog twee torens waarin
ook nog een groot aantal kamers gevestigd zijn. |
|
![Copyright © ontdek-amerika.nl](mgmsmall.jpg) |
![Copyright © ontdek-amerika.nl](nynysmall.jpg) |
![Copyright © ontdek-amerika.nl](cpsmall.jpg) |
MGM |
New York - New York |
Ceasar's Palace |
|
We parkeerden onze auto (gratis) in de parkeergarage van
het Luxor. Daarna gingen we, al sjouwend met onze
bagage, op zoek naar de incheckbalie. Het enige probleem
daarbij was dat dat toch wel een klein stukje verder
lopen is dan dat we bij de Best Westerns en aanverwante
hotelketens gewend waren. We tilden ons zowat een
rugblessure! Bij het inchecken mochten we zelf kiezen of
we een kamer wilden in een van de torens, of in de
piramide. Dat werd dus de piramide. Opnieuw sjouwen,
naar de lift die schuin omhoog gaat (vreemde ervaring!).
En vervolgens nog een heel stuk lopen over de
balustrade, links van ons lagen de hotelkamers, en
rechts keken we in de enorme open ruimte van de piramide
waarin allerlei attracties gehuisvest zijn. En daar was
toen eindelijk onze kamer..... En wat voor een kamer!
Veel luxer dan dat we tot nu toe gewend waren. En vooral
ook: veel groter! Met vanuit ons schuine raam een prima
uitzicht over de stad en over McCarran Airport. Even
familie-overleg. Melanie wilde graag het zwembad in, Rob
wilde liever de attracties in het Luxor en de
nabijgelegen hotels bezoeken. We kozen voor het laatste,
als we op tijd in het hotel terug zouden zijn konden we
altijd nog een frisse duik gaan nemen. Ik had ergens
gelezen dat de virtual ride “In Search of the Obelisk”
de moeite meer dan waard zou zijn. Nou, die recensie mag
wat mij betreft de prullenmand in. Het was een saaie
ride, eigenlijk alleen leuk voor iemand die zoiets niet
al vaker heeft gedaan.
Ons volgende doel was de achtbaan boven op het hotel
New York, New York. Aan de buitenzijde van het hotel is
een lage muur ingericht met herdenkingstekens aan de
aanslagen van 11 september. Het was voor het eerst dat
ik er zo rechtstreeks mee geconfronteerd werd, niet via
de televisie of via de krant. Het deed me wel wat, moet
ik zeggen. Het was best aangrijpend die foto's van en
stukjes over de slachtoffers te zien. Nadat we hier even
bij hadden stilgestaan, gingen we op zoek naar de
achtbaan Manhattan Express. Na de tegengevallen virtual
ride in het Luxor hadden we toch niet echt veel zin meer
om overal voor vier personen een duur kaartje te gaan
kopen, dus we stuurden de kids alleen naar de kassa.
Have fun, pa en ma wachten wel op jullie! Kwamen ze even
later dolenthousiast terug, het was dus echt een goede
achtbaan, met oa een val van meer dan 40 meter en een
spectaculaire spiraal van maar liefst 540 graden.
Volgens hen hadden we écht iets gemist! |
|
|
|
![Copyright © ontdek-amerika.nl](mmsmall.jpg) |
![Copyright © ontdek-amerika.nl](venetiansmall.jpg) |
![Copyright © ontdek-amerika.nl](ny8small.jpg) |
M&M's |
Venetian |
Rollercoaster New York |
|
We slenterden op ons gemak verder de Strip op. Bezochten
een winkel waar ze alleen maar M&M's verkopen, een Coca
Cola winkel, een paar hotels.... In een fotozaak hadden
ze meteen véél belangstelling voor de camera van Hans.
Ze hadden een groothoeklens die hier op past, en de
verkoper dacht die wel aan ons te kunnen verkopen. De
camera van Melanie liet hem koud, daarvoor had hij
duidelijk geen accessoires in huis. Mijn voeten begonnen
behoorlijk zeer te doen tegen de tijd dat we het
schitterende hotel Venetian bereikten. Van alle hotels
die we bekeken hebben is dit echt mijn favoriet, met de
prachtige waterrijke ingang en de schilderingen op het
plafond. Op de tweede etage loopt een complete gracht,
waar je een gondeltocht kan maken met een zingende
gondelier. Hoe romantisch! Maar we hadden meer
belangstelling voor het buffet dat even verder op
diezelfde verdieping te vinden is, het was inmiddels
hoog tijd om een hapje te gaan eten.
De winkels in het Venetian zijn nogal exclusief, en
niet bestemd voor ons budget. De forumshops in Caesar's
Palace passen iets beter bij onze portemonnee, dus
gingen we daar eens rondkijken. Het geslenter was niet
echt goed voor mijn voeten, dus ik ben uitgebreid gaan
zitten bij het enorme aquarium dat hier midden tussen de
winkels staat. Wat een prachtige vissen zwemmen daarin
rond, ik kon er echt eindeloos naar blijven kijken. Maar
op gegeven moment moesten we toch echt weer verder.....
langzaam zijn we weer richting het Luxor gewandeld. Wat
was ik blij toen we rond middernacht eindelijk op ons
bed lagen. En die frisse duik in het zwembad, dat zat er
even niet meer in! |
|
Van Las Vegas naar Bryce Canyon
Afstand: 280 mijl
Meestal wordt gezegd dat het zuidelijke deel van Zion National Park mooier is dan het noordelijke deel, Kolob Canyon
genaamd. Nu ik beide delen gezien heb kan ik dit
alleen maar bevestigen. Maar dat wil niet zeggen dat
Kolob Canyon niet de moeite waard is.Een
mooie, bochtige weg van 8,5 kilometer lengte loopt
langs de rotsformatie Finger Canyons, en vooral aan
het einde van de weg heb je daar een goed uitzicht
op. Op een van de ‘Fingers' woedde een flinke brand,
we zagen hoog boven ons (en op veilige afstand!) de
vlammen door de bomen jagen. De brand werd niet
bestreden, kennelijk mocht de natuur haar gang gaan,
maar we zagen wel een heel stel stoere
brandweermannen in het park die paraat stonden.
Langs de weg stonden ook enkele grote
waterreservoirs. Mijn meest favoriete manier om een
Nationaal Park te bekijken, is het maken van korte
wandelingen. Maar in dit noordelijke deel van Zion
zijn alleen lange wandelpaden uitgezet, voor de meer
ervaren hikers. Waarvan bovendien een gedeelte
gesloten was, vanwege de bosbranden. We vonden wel
een korte trail helemaal aan het einde van de weg.
Op zich was het een eenvoudige wandeling, maar
doordat de temperatuur behoorlijk begon op te lopen
werd het toch nog wel even behoorlijk zweten. Bovendien was Melanie vooraf van mening dat ze zo'n
korte trail best wel op haar open slippers kon
lopen.... achteraf dacht ze daar duidelijk anders
over! Uiteindelijk bleef het uitzicht tijdens de
hele trail vrijwel hetzelfde, het is dan ook niet
een wandeling die ik anderen snel aan zal raden.
Maar we hadden nóg een Nationaal Park te gaan,
vandaag. Het werd dus tijd om verder te rijden We reden naar Cedar City, waar we via de State
Highway 14 naar het oosten gingen. Het was ons al
vaker opgevallen dat kerkgebouwen er vaak zo mooi en
goed verzorgd uitzien, en hier in Cedar City werd
dat weer eens bevestigd. We zagen een prachtige kerk
van de Mormonen, de moeite waard om er even voor uit
te stappen zodat we ook dit plaatje voor ons
reisverslag konden schieten. State Highway 14 is een
zogenaamde Scenic Byway, en het was dan ook een hele
mooie rit tussen bossen en met uitzichten op
nabijgelegen dalen. Een heerlijke weg om te rijden.
Het enige minpuntje was het weer, er kwam steeds
meer donkere bewolking opzetten. En op gegeven
moment werd het wel duidelijk dat we het niet droog
zouden houden. We hoopten maar dat we ons plan om
een wandeling te gaan maken in Bryce Canyon nog
zouden kunnen uitvoeren.
Het regende nog niet toen we ons hotel bereikten,
Best Westerns Ruby's Inn. Maar toen we onze
kamersleutel hadden en de koffers alvast naar binnen
wilden gaan brengen, barstte het los. Het water kwam
met bakken naar beneden. En dat terwijl we nog maar
enkele honderden meters van ons doel verwijderd
waren, het schitterende Bryce Canyon National Park. We
troostten ons maar met de gedachte dat we hier twee
jaar eerder ook al eens waren geweest, het zou
natuurlijk vervelender zijn als we het park nog
nooit had gezien.
Na een tijdje hield het op met stortregenen, maar
het bleef wel zachtjes doordreinzen. Hans was
optimistisch, het zou vast nog wel droog worden. Ik
geloofde er niet echt in, het weerbericht op tv
voorspelde nog meer regen, maar ach, het kon geen
kwaad om toch nog even het park binnen te rijden. En
zowaar, hij kreeg gelijk! De regen hield op! We
reden naar Fairyland Point, dat is een uitkijkpunt
dat door veel toeristen gemist wordt omdat de weg
ernaar toe nog vóór de ingang van het park ligt. Ook
wij hadden het de vorige keer niet gezien, en nu
gingen we ons verzuim dus even goedmaken. Het was
een mooie plek, alleen jammer van het sombere weer
waardoor de kleuren minder goed te zien waren.
Een klein stukje voorbij de ingang van het park ligt
het beginpunt van de Navajo Loop Trail. Tijdens ons
vorige bezoek aan Bryce hadden we deze wandeling al
eens gemaakt, en die was ons zo goed bevallen dat we
het heel graag nog eens over wilden doen. We keken
nog eens naar de donkere lucht.... was het wel
veilig om in de canyon af te dalen als het misschien
wel weer ging regenen? Het leek mee te vallen, en we
besloten het voorbeeld te volgen van de andere
toeristen die we beneden zagen lopen. Opnieuw hebben
we enorm genoten van deze schitterende wandelroute.
Al zigzaggend liepen we naar beneden, naar de nauwe
doorgang Wall Street. De twee bomen stonden nog even
innig met elkaar verbonden als twee jaar eerder, het
riviertje waar de vorige keer nog wat water doorheen
kabbelde, stond nu helemaal droog. De weg terug naar
het beginpunt was nog even pittig als toen, het is
een hele klim omhoog. Langs het pad zagen we een
aantal kolibrie-achtige vogeltjes tussen de planten;
helaas vertikten die beestjes het om even netjes
stil te blijven zitten voor een leuke foto.We kwamen
veilig en wel weer boven. Waar ik vervolgens over
een kleine oneffenheid aan de zijkant van het pad
struikelde, en languit over de grond ging! Met als
gevolg een fikse schaafwond aan mijn knie en mijn
onderbeen. Terug in de hotelkamer moest er even
ge-ee-haa-bee-joot worden, gelukkig hebben Hans en
Melanie allebei een diploma, dus ik was in goede
handen. Maar ik had geen zin meer om met dat been,
dat helemaal bruin zag van de betadine, nog naar het
restaurant te gaan. Hans en de kids gingen even
boodschappen doen in de winkel van hotel, en we aten
lekker een boterhammetje en een salade op onze
kamer.
Daarna zijn we er toch nog even op uit gegaan, er
zit een leuke winkel bij het hotel, en daar hebben
uitgebreid rondgekeken. Twee jaar geleden was er nog
geen Internethoek, nu wel, en daar werd dus ook even
dankbaar gebruik van gemaakt. Toevallig hoorden we
een andere toerist een praatje maken met een van de
medewerkers van de winkel, en we merkten dat die
goede man best veel van de omgeving wist. We
besloten hem eens te polsen over de haalbaarheid van
onze plannen voor de volgende dag, we wilden de Burr
Trail door Capitol Reef National Park gaan
rijden, maar we betwijfelden of dat met de regen die
al gevallen was, en de regen die nog voorspeld werd,
wel zo'n goed idee was. De man raadde ons aan het de
volgende ochtend eens na te vragen bij de Ranger die
een eigen ruimte in het hotel heeft. |
Van Bryce Canyon naar Blanding
Afstand: 308 mijl
En die Ranger was heel beslist in haar antwoord.
Nee, de Burr Trail is na regenval niet geschikt voor
gewone personenauto's. Tja, dat betekende dan dat we
een flink stuk om zouden moeten rijden, via de
noordzijde van Capitol Reef. We hadden dus een lange
rit voor de boeg, vandaag.
Maar het zonnetje scheen lekker, en we gingen nog
snel even terug naar Fairyland Point om onze
photoshoot van de avond ervoor nog even over te
doen. En daarna: een dagje autorijden.
Via
Highway 12 reden we in oostelijke richting. Bij het
plaatsje Cannonville kwamen we een omleiding
tegen, we moesten van de Highway af en via een woonwijk
een paar blokken omrijden, totdat we weer op de hoofdweg
terugkwamen. Daar zagen we dat er een optocht aan de
gang was, zo'n beetje het hele dorp leek daarbij op de
been te zijn. Op zo'n moment vraag je je toch af hoe het
leven in zo'n dorpje zal zijn, wat is er te doen voor de
jeugd die hier toch wel heel ver verwijderd woont van
grotere steden met uitgaansmogelijkheden. In ieder
geval, vandaag hadden ze lol! De jeugd was goed
vertegenwoordigd op de karren die door de straten
rondtrokken. Highway 12 is een van de mooiste wegen in
Utah, en dan vooral het gedeelte tussen Escalante en
Boulder. Het gedeelte dat The Hogsback wordt genoemd is
geweldig, je rijdt hier over een bergkam met aan beide
zijden diepe afgronden.
In het dorpje Boulder maakten we een korte stop bij
een winkeltje dat aan het begin van de Burr Trail staat.
Tóch nog even navragen, misschien hadden ze hier nog net
wat meer informatie over de toestand van de Burr Trail
dan de Ranger in Bryce Canyon. De vrouw achter de kassa
verwees ons naar een informatiecentrum van een
Indianenreservaat, een klein stukje verder aan Highway
12. Dus wij daar naar toe. Het
informatiecentrum werd bemand door twee jonge blanke (!)
mensen, die ons vertelden dat het pontje waarmee je de
Bullfrog Bay overgezet wordt, aan het einde van de Burr
Trail, tijdelijk uit de vaart was genomen.En daarmee
vervloog dus onze laatste hoop dat we deze route nog
zouden kunnen gaan rijden. Er zat nog maar één ding op,
we zouden Capitol Reef meer noordelijk moeten
doorkruisen dan gepland, via Highway 24.Natuurlijk
maakten we van deze onverwachte gelegenheid gebruik om
even een paar plekjes van dit park te gaan verkennen.
Kort voorbij de rotsformatie Chimney Rock gingen we
rechtsaf via een onverharde weg. Het pad was behoorlijk
‘washboarded', dus in een rustig tempo hobbelden we naar
de parkeerplaats die aan het einde ervan ligt. Vanaf de
parkeerplaats kan je kiezen voor twee korte trails, en
omdat het voor de Sunset Trail toch echt een paar
uurtjes te vroeg was – de zon stond nog hoog aan de
hemel -, kozen we voor de Gooseneck Trail. Via een
rotsachtig pad kwamen we bij een met hekken afgezet punt
vanwaar je een goed uitzicht hebt over Sulphur Creek
Canyon en de bochten die daarin door een rivier zijn
uitgeslepen. Het was een leuke, maar geen echt
spectaculaire wandeling. We
maakten nog een tweede stop bij het oude schoolgebouwtje
Fruita Schoolhouse, waar de 14-jarige Nettie Behunin
rond het jaar 1900 les gaf aan de kinderen van de acht
pioniersfamilies die hier destijds woonden. Je kan het
gebouwtje niet in, maar je kan wel door de ramen kijken
naar de oude meubels en gebruiksvoorwerpen. We zagen ook
de eerste stenen woning die in dit gebied werd gebouwd,
de Behunin Cabin. De Scenic Drive hadden we in 2001 al
eens gereden, daar trokken we deze keer geen tijd voor
uit. Capitol Reef bleef deze keer dus beperkt tot een
bliksembezoekje.Ter hoogte van het gehucht Hanksville
verlieten we Highway 24 en gingen we via Highway 95
verder in zuidelijke richting. In het begin was deze
route niet echt bijzonder, maar naarmate we verder
kwamen werd de omgeving alsmaar mooier. We zagen
nauwelijks ander verkeer, en de rotspartijen rondom ons
waren schitterend om te zien. Sommige van die rotsen
hebben namen, en we vonden dat we daar best wel wat
eigen verzinsels aan toe konden voegen. Vooral Melanie
bleek erg creatief in het bedenken van passende namen.
Maar “De Stoel” bleek niet helemaal uniek te zijn, niet
lang nadat zij een van de rotsen zo had genoemd, zagen
we een bordje langs de kant van de weg staan waaruit
bleek dat ene Jacob haar al voor was geweest, en de naam
“Jacob's Chair” had bedacht. Een
van de mooiste gedeeltes van de weg loopt door het
noordoostelijke deel van de Glen Canyon National
Recreation Area, we zijn daar bij twee verschillende
uitkijkpunten gestopt. Vooral het eerste, naamloze
uitkijkpunt was erg mooi, met een mooi uitzicht over het
groene water. Het uitkijkpunt een klein stukje verder,
vonden we veel minder indrukwekkend. Ondanks de lange
afstand verliep de reis heel voorspoedig, en we besloten
er nog enkele extra kilometertjes aan te plakken, en
even bij Natural Bridges National Monument langs te gaan.In dit park liggen
drie van de grootste natuurlijke zandstenen bruggen ter
wereld; je kan die bruggen van dichtbij zien als je de
tijd hebt voor een pittige wandeling, je kan er ook voor
kiezen om ze te bekijken vanaf de diverse uitkijkpunten
die langs de negen mijl lange rondweg zijn aangelegd.
Omdat het inmiddels te laat was geworden om nog ver te
gaan lopen, beperkten wij ons tot de viewpoints. Eerst
zagen we de Sipapu Bridge, 67 meter hoog en 82 meter
breed. En vervolgens de iets kleinere Kachina Bridge, 64
meter hoog en 62 meter breed. De oudste en tevens ook
kleinste (hoogte : 32 meter; breedte : 55 meter) van de
drie bruggen heet Owachomo Bridge. Deze brug, waarvan de
overspanning nog geen 3 meter dik is, erodeert niet
langer door waterstromen, maar alleen door de vorst en
insijpelend water. Natural Bridges National Monument was
een mooi tussendoortje, leuk om even mee te pikken als
je toch in de buurt bent. Tijdens het laatste
stukje van onze route naar onze overnachtingsplaats
Blanding werd het weer rondom ons steeds slechter. Op
diverse plaatsen zagen we het onweren, maar in Blanding
zelf bleef het droog. Dé ideale omstandigheid om te
proberen een foto van een bliksemflits te maken, dus.
Zie hier het resultaat! |
|
Van Blanding via Canyonlands, the Needles, naar Moab
Afstand: 170 mijl
In Utah vormen de Mormonen een belangrijke
groepering. En dat was waarschijnlijk de reden dat
we op zondagochtend aan de gesloten deur stonden van
de plaatselijke supermarkt! Tja, daar hadden we toch
echt geen rekening mee gehouden. Gelukkig was het
tankstation wel open, en in de bijbehorende winkel
konden we ook alle ingrediënten van ons dagelijkse
ontbijt vinden. Terwijl we diverse families in nette
kleding naar de kerk zagen lopen, reden wij met de
koelbox weer netjes gevuld via State Highway 191
naar het noorden, richting Moab.
De afstand tussen Blanding en Moab is slechts 75
mijl, we hadden dus volop de tijd om even een zijweg
te nemen, de UT-211 naar Canyonlands NP, the Needles
District. Onderweg passeerden we Newspaper Rock, een
rotsmuur waarin oude Indianenvolken tekeningen
hebben gekrast. Waarschijnlijk dateren de tekeningen
uit verschillende tijden, het is niet echt bekend
welke stammen verantwoordelijk zijn voor de
afbeeldingen. De oudste tekeningen zijn naar
schatting ongeveer 2000 jaar oud. Jammer genoeg is
de rotswand ook in meer moderne tijden nog volop
bekrast, er staan ook namen ed. tussen. Daardoor is
dit kleine State Park niet echt indrukwekkend.
|
|
![Copyright © ontdek-amerika.nl](needlessmall.jpg)
Needles |
![Copyright © ontdek-amerika.nl](cavespringtrailsmall.jpg)
Cave Spring Trail |
![Copyright © ontdek-amerika.nl](elephanthillroadsmall.jpg)
Elephant Hill Road |
|
Het wordt misschien eentonig om het hier alweer te
schrijven, maar ja, het is nu eenmaal niet anders: de
weg naar Canyonlands was schitterend! Het is en
het blijft heerlijk om in een dergelijk machtig
rotslandschap rond te rijden, we kunnen er gewoon geen
genoeg van krijgen. Ons eerste doel in het park zelf was
de Cave Spring Trail, een korte wandeling rondom een
spelonk die vroeger door cowboys als kampement werd
gebruikt. We bereikten dat kampement al kort na het
begin van de wandeling, onder een overhangende rots
stonden een aantal oude gebruiksvoorwerpen
tentoongesteld. We konden nog een stuk verder lopen
onder die rots door, heerlijk koel was het daar. Toen we
de schaduw moesten verlaten, en via twee ladders naar
boven moesten klimmen, kwam de hitte extra hard aan.
Bovenop de rots konden we nog een heel stuk rondlopen,
we konden vanaf dit hoge punt aan alle kanten om ons
heen kijken.Wat
een rust, wat een stilte..... Wat een prachtig
uitzicht.... En vooral ook: wat een hitte..... Het was
die hitte die ons dwong na een tijdje weer naar beneden
te lopen, om de schaduw op te zoeken. Met een huurauto
mag je niet over onverharde wegen rijden. Dus onze rit
naar Elephant Hill was niet helemaal legaal.... Het
smalle, hobbelige pad doorkruist enkele uitgedroogde
beekjes; de bochten die rondom de rotsen lopen zijn zo
onoverzichtelijk dat je alleen maar kan hópen dat
eventuele tegenliggers ook stapvoets rijden! In de verte
zagen we de rotspilaren, gevormd door Cedar Mesa
zandsteen, waaraan dit gedeelte van het park de naam The
Needles te danken heeft. Het vijf kilometer lange pad
eindigt bij een parkeerplaats, vanwaar je geen uitzicht
hebt over de omgeving. Er beginnen hier wel diverse
trails, maar in de wetenschap dat de kortste daarvan
zo'n 10 kilometer lang is, begonnen we daar maar niet
aan. Behalve Rob en Hans, die toch in elk geval het
begin van een van die wandelingen uitprobeerden in de
hoop een beter uitzicht te vinden. Dat lukte niet echt,
dus besloten we om de auto weer te pakken, en via
dezelfde weg weer terug te rijden. Heerlijk, airco! |
Nadat
we nog wat verder in het park waren rondgereden, en even
een bezoek aan het Visitor Center hadden gebracht, reden
we via de UT-211 en de UT-191 naar onze
overnachtingsplaats Moab. Kort voor Moab zagen we rechts
van de weg de grote natuurlijke boog Wilson Arch, leuk
voor een korte stop. Een aantal andere toeristen was ons
al voor, en we zagen dat het mogelijk was om een heel
eind omhoog te klimmen, tot in de opening van de boog.
Nu was omhoog niet zo moeilijk, maar toen ik weer terug
naar beneden moest voelde ik me heel wat minder flink.
Ja sorry hoor, ik ben nu eenmaal niet heldhaftig
aangelegd. Maar met behulp van Hans durfde ik dan toch
over de gladde rotsen naar beneden te klimmen en te
glijden. We hadden voor drie nachten gereserveerd in
Best Western's Greenwell Inn. Net als in Bryce Canyon en
in Blanding, begon het ook nu rondom ons te onweren.
Terwijl we bij McDonalds aan onze kipburgers en salades
zaten, viel ineens de stroom uit. Het duurde maar een
paar seconden, daarna gingen de lampen en de tv weer
aan. Paniek bij het personeel, want blijkbaar waren de
tijdsindicatoren op hun apparatuur uitgevallen. En hoe
lang lagen die frietjes nou ook alweer te bakken? Toen
we weer buiten kwamen zagen we dat de stroomvoorziening
nog niet overal was hersteld, enkele blokken zaten nog
in het donker. Ook ons hotel! Gelukkig was er wel licht
in de leuke winkels aan Main Street, waar vooral veel
Indiaanse kunstwerken te koop zijn. De prijzen maakten
het verschil tussen kunst en kitsch wel duidelijk! |
|
Van Moab naar Dead Horse Point State Park en
Canyonlands, Island in the Sky, daarna terug naar Moab
Afstand: 109 mijl
We hoefden geen koffers in te pakken vandaag. Lekker
makkelijk! We hadden al veel lovende verhalen
gelezen over Dead Horse Point State Park,
dat nabij het Island in the Sky District van Canyonlands National Park ligt. En dan moet je toch even met eigen ogen
controleren of dat wel terecht is, nietwaar! In het
State Park zochten we allereerst een schaduwrijke
picknickplaats uit, voor ons ontbijt. En al gauw
werden we omringd door de meest schattige squirrels,
een prachtige blauwe vogel (Blue Jay) en een grote
brutale kraai. O ja, ik weet het, je mag die dieren
niet voeren. Maar het is zo moeilijk om het niet te
doen, als zo'n beestje tot vlak bij je voeten loopt
en probeert de appelschillen bij je weg te halen.
|
|
![Copyright © ontdek-amerika.nl](squirrelsmall.jpg)
Chipmunk |
![Copyright © ontdek-amerika.nl](deadhorsepointoverlooksmall.jpg)
Dead Horse Point Overlook |
![Copyright © ontdek-amerika.nl](bluejaysmall.jpg)
Blue Scrub Jay |
|
De weg eindigt op een smal plateau hoog boven de
Colorado River. Volgens een legende zouden cowboys hier
ooit wilde mustangs naar toe hebben gejaagd en hebben
ingesloten. Zij konden dan de beste paarden uitkiezen,
en de rest weer vrijlaten. Maar één keer zouden de
overgebleven paarden door onbekende oorzaak niet
vrijgelaten zijn, en hier op deze rotspunt van dorst
zijn gestorven. Vandaar de naam! Aan het eind van de weg
ligt een parkeerplaats, vanwaar je via enkele paden de
omgeving goed kan bekijken. Het meest bekende punt is de
Dead Horse Point Overlook, vanwaar je een adembenemend
mooi uitzicht hebt op de Colorado River, die hier 600
meter onder je met een grote bocht om een lager gelegen
plateau heendraait. We hebben best veel tijd
doorgebracht in Dead Horse Point State Park. Ons bezoek
aan het Island in the Sky District van het naastgelegen
Canyonlands NP moest daardoor zelfs wat worden ingekort.
Maar wat zeker niet mocht ontbreken, was een wandeling
naar Mesa Arch. Want met twee fotografen in de familie
mag je toch niet voorbij gaan aan deze ‘zeer fotogenieke
omlijsting van de daarachter gelegen kloven van
Canyonlands, en van de La Sal Mountains op de
achtergrond'. Er waren overigens wel meer mensen op dit
idee gekomen, er werd druk gefotografeerd door amateurs
én door een professional, die daar met apparatuur rond
liep te sjouwen waar Melanie en Hans met begerige oogjes
naar keken. Onze tweede stop maakten we bij de Green
River Overlook, en daarna namen we ook nog een kijkje
bij Grand View Point. De natuur van Canyonlands is ruig
en ontoegankelijk. Helaas zijn er niet veel wandelingen
die geschikt zijn voor onervaren hikers zoals wij. Net
als de vorige keer dat we hier waren, maakte Canyonlands
méér indruk op de mannen dan op Melanie en mij. Vooral
Hans vindt het uitzicht over de gigantische rotskloven,
vanaf Grand View Point, absoluut geweldig. |
![Copyright © ontdek-amerika.nl](mesaarchsmall.jpg)
Mesa Arch |
![Copyright © ontdek-amerika.nl](grandviewpointoverlooksmall.jpg)
Grand View Point Overlook |
![Copyright © ontdek-amerika.nl](greenriveroverlooksmall.jpg)
Green River Overlook |
Bij Green River Overlook vroegen we of Rob even een foto
van Hans en mij samen wilde nemen, tenslotte moeten we
toch kunnen laten zien dat pa ook in Amerika geweest is,
niet waar. “Wat wil je er op hebben”, vroeg Rob, terwijl
we een goede plek uitzochten om te gaan staan. “Ach,
zoek maar iets moois uit”, was Hans' z'n antwoord.
Waarop Rob heel droog: “O, willen jullie dan even aan de
kant gaan!” Leuk hè, zo'n zoon!
Op de terugweg hebben we nog een tijdje toe staan
kijken hoe een jeep over de bekende Shafer Road naar
boven kronkelde. Het lijkt ons heerlijk om zo, met een
Fourwheel Drive, de natuur van dichterbij mee te kunnen
maken. Maar voor de meeste paden die geschikt zijn voor
auto's met vierwielaandrijving, heb je toch wel enige
ervaring nodig. Ik weet niet of ik het wel altijd even
leuk zou vinden om langs afgronden en door
onoverzichtelijke bochten te rijden. Maar het blijft wel
veel aantrekkingskracht op ons uitoefenen, en het is dan
ook zeker onze bedoeling om tijdens een volgende reis
een Fourwheel Drive te huren, en op zoek te gaan naar
voor ons geschikte dirtroads! |
|
Van Moab naar Arches
NP, daarna terug naar Moab
Afstand: 93 mijl
Omdat het weer een erg hete dag zou gaan worden,
besloten we al vroeg op pad te gaan. Dan waren we de
ergste hitte tenminste voor. En dus stonden we 's
ochtends al in het mooie Arches NP, waar we allereerst even
bij een van de Rangers in het Visitor Center
informeerden waar we aan het eind van de dag de
mooiste zonsondergangfoto's zouden kunnen maken. Hij
adviseerde ons daarvoor het gedeelte dat The Windows
wordt genoemd. Dat betekende dat we nu, in de vroege
ochtend, beter konden doorrijden tot helemaal
achterin het park, waar diverse trails zijn
aangelegd. Tijdens het begin van onze wandeling naar
achtereenvolgens Tunnel Arch, Pine Tree Arch en de
zeer bekende Landscape Arch was het nog redelijk
koel. Maar dat duurde niet lang, de temperatuur liep
snel op, en al gauw liepen we behoorlijk te puffen
en te zweten. Gelukkig hadden we genoeg water bij
ons, dat hadden we echt wel nodig. We pasten ons
tempo aan aan de temperatuur, en we maakten de
wandeling in een rustig tempo. Landscape Arch is
ruim 93 meter breed en ruim 32 meter hoog, het is
daarmee een van de grootste bogen ter wereld. Het
pad loopt voorbij Landscape Arch verder naar nog
diverse andere natuurlijke bogen, maar zover zijn we
niet gekomen. Ik kan me heel goed voorstellen dat
het hier drukker is in de lente en de herfst, dan
tijdens de gigantische hitte van de zomer! Zoals we
vooraf al hadden gepland, gingen we terug naar het
hotel. Melanie en ik hebben lekker lui op bed liggen
lezen, terwijl Hans en Rob liever levend gingen
verbranden in het zwembad. Waar ze in gesprek
raakten met een man die nog geen twintig kilometer
van ons vandaan woont, en die toevallig ook nog een
van de neven van Hans bleek te kennen. It's a Small
World after all, om met Disney te spreken! Het was
overigens best wel grappig om de mannen terug naar
de hotelkamer te zien lopen, ze waren op blote
voeten en de tegels waren erg heet……
's Avonds gingen we voor de tweede keer naar Arches NP, deze keer reden we naar
The Windows Section. We hadden voordat de zon onder
zou gaan nog ruimschoots de tijd om een mooie plek
uit te zoeken. Melanie zag wel wat in The Garden of
Eden, een gebied waar allerlei grillig gevormde
rotsen bij elkaar staan. Maar we wilden toch ook
graag kijken of het mogelijk was een mooi plaatje
van de ondergaande zon te schieten met een van de
beroemde bogen als omlijsting. Uiteindelijk hebben
we tijdens de eerste schemering foto's gemaakt van
The Garden of Eden, en zijn we daarna nog
doorgereden naar het einde van The Windows Section,
waar we de drie grote bogen langs de Windows Trail
hebben bekeken en gefotografeerd. Ondanks het advies
van de Ranger, eerder die dag, hadden we toch niet
het gevoel dat we hier op een echt goede
zonsondergangplek zaten. “De Foto van de Maand” is
hier niet geschoten. Maar de wandeling was wel
heerlijk om te doen, en de temperatuur was nu heel
wat aangenamer dan 's ochtends. In het donker liepen
we naar beneden, naar onze auto. Hans vond het nodig
om juist op dat moment mede te delen, dat hij toch
eigenlijk wel had moeten tanken voordat we die
namiddag uit Moab wegreden..... het leek er echt
even op dat we te voet naar ons hotel terug zouden
moeten. Met de benzinemeter al ernstig in ‘reserve'
wisten we nog net een benzinepomp in Moab te
bereiken. |
![Copyright © ontdek-amerika.nl](windowstrailsmall.jpg)
Windows Trail |
![Copyright © ontdek-amerika.nl](landscapearchsmall.jpg)
Landscape Arch |
![Copyright © ontdek-amerika.nl](nswindowsmall.jpg)
North & South Window |
Van Moab, via Valley of the Gods en Monument Valley,
naar Kayenta
Afstand: 214 mijl
Zoals gezegd: met een huurauto mag je dus níet op
onverharde wegen rijden! Maar ja, wij Meulenbroeksen
zijn eigenwijs. Je laat een kans op een mooie rit
door The Valley of the Gods niet zomaar schieten, toch! De 17 mijl lange
onverharde weg die door deze mooie vallei loopt,
begint aan de UT-163, tussen de plaatsen Bluff en
Mexican Hat. Het begin van de weg zag er goed uit,
prima te berijden. Er stond ook een bord waarop een
blad met informatie was aangebracht, dus we stopten
om dat even te bestuderen. Veel wijzer werden we er
niet van, er stond niets vermeld over de toestand
van de weg. Net op dat moment kwam vanuit de vallei
een heftige FourwheelDrive aanrijden. De bestuurder
zag ons staan, stopte, en riep op z'n onvervalst
Amerikaans dat het een schitterende route was die we
zeker niet moesten overslaan. Hans vroeg hem of de
weg ook goed te doen was met onze wagen, en de
vriendelijke man garandeerde ons dat het “No
Problem” was. En zo reden wij dus vol goede moed de
dirtroad op. De eerste mijlen waren heel goed om te doen. Een
beetje hobbelig, flink stoffig, maar zonder
problemen te berijden. Rondom ons zagen we een wijds
landschap met mooie rotsen, helemaal in de stijl van
Monument Valley. Doordat de meeste rotsen op grotere
afstand staan, en ook onderling wat verder van
elkaar, is The Valley of the Gods net wat minder
indrukwekkend dan die meer beroemde buurvallei. Maar
de charme van deze rit zit ‘m ook in het feit, dat
dit gebied veel minder toeristisch is. Monument
Valley deel je voortdurend met andere toeristen,
maar The Valley of the Gods heb je nagenoeg voor
jezelf alleen. Natuurlijk stapten we verschillende
keren even uit, om de omgeving en vooral ook de
ongekende rust op ons in te laten werken. Maar niet
te lang..... het was onbarmhartig heet in de
buitenlucht.
Naarmate we verder de vallei in reden, werd de weg
steeds slechter. Er staken hier en daar gemene
stukken rots omhoog, en Hans moest behoorlijk goed
opletten of hij wel overal veilig verder kon rijden.
Het werd echt spannend toen de weg een flinke knik
omhoog en vervolgens weer omlaag maakte, de wielen
slipten heftig over de grond, de zweetdruppels op
Hans z'n gezicht kwamen niet meer alleen van
de hitte! Maar gelukkig, we haalden het. We
hadden nog graag even met die vriendelijke Amerikaan
gesproken, hem even uitgelegd dat de weg er zo dicht
bij de grond toch wel even wat anders uitziet dan
vanuit zijn mooie hoge plekje in zijn 4Wdrive. Maar,
we hadden de moeilijkste hindernis overwonnen, het
einde van de route kwam in zicht.
Het echte venijn bleek ‘m dus in dat laatste stuk te
zitten. Want enkele mijlen voordat we de vallei weer
uit zouden rijden, kwam er dus nog een heel erg
slecht weggedeelte. We hoorden een onheilspellend
schurend geluid toen de rotsbodem onzacht in
aanraking kwam met de onderkant van de auto! Het
leek er echt op dat we daar zouden stranden, ver van
de bewoonde wereld in de brandende zon. Maar
gelukkig, de auto reed nog. En dus er zat maar één
ding op: doorrijden en hopen dat we Mexican Hat
zouden kunnen halen. Toen we de verharde weg weer
bereikten, hebben we de auto aan de kant gezet om te
kijken of er iets lekte. Ja, er lag vloeistof onder
de auto. Maar of het benzine was, of water?? We
hadden geen idee. Gelukkig slaagden we in zonder
problemen Mexican Hat te bereiken, en we hoopten
daar een garage te vinden waar de onderkant van de
auto even beter bekeken zou kunnen worden. Ja,
duh..... garage..... we waren toch echt wel een
beetje al te optimistisch over de voorzieningen in
gehucht met een bevolking van ongeveer 50 mensen! We
moesten al blij zijn dat er een benzinestation te
vinden was. Omdat we hier niet op hulp van buitenaf
hoefden te rekenen, besloten we zelf maar wat nader
onderzoek te verrichten. We zetten een van onze
ontbijtborden onder de plek van de lekkage, het was
toch wel handig om in elk geval te weten wát er nu
eigenlijk lekte. Op dit moment herinnerde Melanie
zich, dat een van haar vrienden een auto heeft die
altijd een beetje condens van de airco lekte. Zou
het misschien...., toevallig..., eventueel kunnen
zijn dat er gewoon helemaal niets beschadigd is; dat
onze auto hier ook gewoon wat aircowater lekt? En ja
hoor, ze had gewoon helemaal gelijk. We hebben ons
vehikel nog ruim een dag goed in de gaten gehouden,
maar er was dus helemaal niets aan de hand!
Via State Highway 163 reden we naar het zuidwesten,
richting Arizona. En daar doemt dan op gegeven
moment aan de horizon dat welbekende silhouet op van
Monument Valley..... Dit is echt dè manier om hier
naar toe te rijden, de belofte van dit mooie
landschap is hier veel nadrukkelijker aanwezig dan
wanneer je vanuit de andere kant aan komt rijden. We
parkeerden de auto en gingen even een kijkje nemen
in het Visitor Center. Al direct toen we uitstapten
hoorden we trommelgeluiden, en het eentonige maar
desondanks toch heel meeslepende gezang van een
viertal Indianen. Mooi om dit eens te horen.
In 2001 was in het Visitor Center een museum
gevestigd, maar daar was nu nog maar een heel klein
hoekje van overgebleven. Het had plaats moeten maken
voor een eenvoudig restaurant, en volgens ons was
ook de winkel wat uitgebreid. We hebben er nog wat
mooie Indianenkaarten gekocht, die inmiddels bij ons
thuis in Nederland aan de muur hangen. In 2001
beschouwden we de rit door Monument Valley als een van de
hoogtepunten van onze reis. Die eerste indruk als je
die overbekende Buttes daar echt voor je ziet, dat
was echt overweldigend. Die ‘first impact' ontbrak
deze keer, we wisten wat ons te wachten stond en
daardoor was het ‘wauw'-gehalte toch wel wat minder.
Maar desalniettemin, het is én het blijft een
fantastische rit. |
![Copyright © ontdek-amerika.nl](monumentvalleysmall1.jpg)
North Window |
![Copyright © ontdek-amerika.nl](monumentvalleysmall2.jpg)
nabij Rain God Mesa |
![Copyright © ontdek-amerika.nl](monumentvalleysmall3.jpg)
The
Mittens |
Natuurlijk stapten we regelmatig even uit om de omgeving
goed op ons in te laten werken, en nabij The Raingod
Mesa kregen we gezelschap van drie al wat oudere, stoer
uitziende motorrijders. Met zichtbare bewondering stond
een van de mannen rond te kijken. “It's amazing!” zei
hij tegen me. Kijk, dat vond ik nou echt mooi, zo'n
stoere kerel die hier zo zichtbaar onder de indruk was.
Op een andere mooie stopplaats stonden Indianen met hun
koopwaar, Melanie heeft daar nog even met een jongeman
staan praten die geïnteresseerd was in waar we vandaan
kwamen. Waarschijnlijk had hij nog wel wat meer
interesse in ons koopgedrag, maar helaas voor hem, er
zat niets van onze gading bij.
We eindigden de dag in het stoffige, slaperige dorp
Kayenta, waar Rob en Melanie nog even een frisse duik
namen in het zwembad van de Best Western Wetherill Inn.
Het viel ons op dat er een flinke woonwijk was
bijgebouwd gedurende de laatste twee jaar. De omgeving
hier is kleurloos en grauw, de huizen hadden echter
frisse kleuren waardoor het er toch nog best leuk
uitzag. Maar het zou toch niet mijn favoriete plek zijn
om te wonen. |
|
Dag 12: donderdag 31 juli |
|
Van Kayenta, via Antelope Canyon, naar Kanab
Afstand: 210 mijl
Iedereen die via het internet of in reisgidsen op
zoek gaat naar toeristische bestemmingen in Arizona,
stuit daarbij vroeg of laat op mooie plaatjes van Antelope Canyon. Er staat dan
steevast bij geschreven dat deze nauwe kloof vooral
tijdens het middaguur erg fotogeniek is, reden
genoeg dus om al enkele maanden voor onze reis een
afspraak te maken met ene Roger Ekis, die tochten
naar Antelope Canyon organiseert. Of we ons op 31
juli om 11.00 uur in Page wilden melden, zo verzocht
hij ons per email.
We hadden ruimschoots de tijd om van Kayenta naar
Page te rijden, we kregen dankzij het passeren van
een tijdgrens zelfs zomaar een uur cadeau. Het
landschap tussen Kayenta en Page is niet echt
bijzonder, ook weer eens wat anders, toch! Kort
voordat we Page binnenreden zagen we een grote
electriciteitscentrale liggen, met direct daar
voorbij het kunstmatige stuwmeer Lake Powell. Ook al
is het dan niet natuurlijk, het is wél een prachtig
meer om te zien, met het helderblauwe water en de
omringende licht gekleurde rotsen.
|
![Copyright © ontdek-amerika.nl](lakepowelbig.jpg) |
We hadden nog genoeg tijd om even lekker te gaan
picknicken, en het leek ons wel wat om dat bij de haven
Wahweap aan de oever van Lake Powell te doen. Maar dat
zat er dus niet in. Een slagboom sloot de weg richting
de haven af, dit in tegenstelling tot acht jaar eerder,
toen Hans en ik hier ongestoord naar het meer konden
rijden. Een klein stuk voorbij de toegangsweg naar het
meer vonden we een goed alternatief: een bordje naast de
weg maakte ons duidelijk dat we aan het eind van de daar
beginnende zijweg een ‘Scenic View' mochten verwachten.
De zijweg was bedekt met grind, geen probleem, we waren
inmiddels wat gewend aangaande dirtroads. Toch moest de
auto nog even hard werken, de weg liep vrij steil omhoog
en was ook nog eens behoorlijk washboarded. Maar het
uitzicht aan het einde was wel volop de moeite waard:
vanaf dit hoge punt konden we een groot deel van het
meer overzien. En nog een aangename verrassing: er was
een overdekte picknickplaats. Na een lekker ontbijt in
de schaduw, en het schieten van de nodige plaatjes van
Lake Powell, reden we terug naar Page. Dankzij een goede
routebeschrijving was het kantoor van Roger Ekis
makkelijk te vinden. Een vriendelijke jongedame had onze
gegevens al klaarliggen, we mochten ons melden bij de
chauffeur van een van de twee open trucks die voor het
kantoor stonden. We waren blij dat we al zo lang van te
voren gereserveerd hadden, want al snel zaten de beide
trucks helemaal vol. We reden via dezelfde weg waardoor
we Page waren binnengekomen, richting de
electriciteitscentrale. Antelope Canyon ligt daar vlak
bij. Het laatste stuk van de route gaat over een kleine
zandvlakte, de chauffeur hield er flink de vaart in met
als gevolg dat de passagiers achterin flink door elkaar
werden geschud.
Antelope Canyon werd in 1931 ontdekt door een
12-jarig Navajo meisje dat hier een kudde schapen onder
haar hoede had. Het gebied wordt nog steeds beheerd door
de Navajo Indianen. De bekende kloof bestaat uit twee
delen, Upper Antelope Canyon en Lower Antelope Canyon.
De meeste toeristen – wij ook – bezoeken alleen het
eerstgenoemde deel. Dit is een zogenaamde Slot Canyon,
een nauwe door wind en water in zandsteen uitgesleten
kloof. Upper Antelope Canyon is 400 meter lang, en de
wanden zijn ongeveer 40 meter hoog. |
![Copyright © ontdek-amerika.nl](antilopecanyonsmall1.jpg)
Taxi naar de Canyon |
![Copyright © ontdek-amerika.nl](antilopecanyonsmall2.jpg)
Ingang van de Canyon |
![Copyright © ontdek-amerika.nl](antilopecanyonsmall3.jpg)
Antelope Canyon |
Onze gids liet ons weten dat we haar konden volgen, maar
dat we ook op eigen gelegenheid door de canyon mochten
lopen. Als we maar wel over precies een uur terug zouden
zijn bij de truck. Verwachtingsvol liepen we door de
smalle ingang de kloof in..... en we werden niet
teleurgesteld! Hoe is het mogelijk dat je, als je al zo
ontzettend veel mooie natuur hebt gezien, nog steeds
helemaal echt geraakt kan worden door weer een nieuwe
indruk. De golvende vormen van de wanden, de kleuren in
het zonlicht, ik keek m'n ogen uit.... De gids wist
exact te vertellen op welke plekjes de mooiste foto's
konden worden gemaakt, en ook op welke manier je die dan
moest nemen. Rob en ik namen de taak op ons, om goed
naar haar uitleg te luisteren. Onze twee fotografen
bleven wat achter de groep hangen, en kregen de tips
door van Rob en mij. Zo hadden ze alle tijd en ruimte om
te experimenteren. We zijn doorgelopen tot net buiten de
canyon, en de gids wees ons op een aantal markeringen in
de rotswanden waaraan je kan zien dat het water hier bij
een stortbui erg hoog kan komen. Als je dan bedenkt dat
zo'n massa water ook door die smalle kloof geperst moet
worden....
Van
te voren vreesde ik dat de tour in snel tempo
afgeraffeld zou worden, en dat je door de grootte van de
groep toeristen niet makkelijk de gelegenheid zou hebben
om ongestoord te kunnen fotograferen. Maar dat viel
allebei ontzettend mee. We kregen echt ruimschoots de
tijd om van Antelope Canyon te genieten, en – ook al
waren er best veel mensen in de kloof – vrijwel iedereen
hield heel goed rekening met elkaar op de mooie
fotoplekjes. Na een uur hobbelden we – een schitterende
ervaring rijker – terug naar Page, waar onze auto netjes
op ons stond te wachten om ons naar onze
overnachtingsplaats Kanab te brengen. Onderweg moesten
we het uur dat we 's ochends hadden gewonnen, weer
teruggeven. We zaten weer in dezelfde tijdzone als in
Kayenta. Als je het over Kanab hebt, dan krijgen Hans en
ik spontaan heimwee. In 1995 hebben wij ons hart
verloren aan dit rustige plaatsje, dat op een van de
mooiste plekjes van de wereld ligt. Zomaar midden tussen
de Grand Canyon, Zion, Bryce, Lake Powell, Antelope
Canyon..... wat wil je nog meer. In gedachten zien we
ons hier al onze oude dag slijten, over een jaartje of
twintig. Om alvast in de stemming te komen zijn we gaan
rondtoeren door de woonwijken, gewoon even rondkijken,
dagdromen... En dat was eigenlijk net zo fijn om te doen
als het bezoeken van alle bekende toeristische
attracties!
Ook al was ik nu al voor de vierde keer in de USA,
ik had nog nooit een echte Amerikaanse pizza gegeten.
Dat verzuim gingen we deze avond goedmaken, we gingen
naar de PizzaHut. We moesten even puzzelen met de
menukaart, maar met behulp van onze vriendelijke
serveerster Jody ontdekten we al snel dat we zelf onze
ingrediënten konden kiezen. En haar tip dat we beter één
pizza voor twee personen konden bestellen, was ook heel
welkom. We hebben er echt héérlijk gegeten, de pizza
smaakte voortreffelijk en ook de saladebar was erg goed.
Na het eten gingen we nog even bij de Drive-Inn van
McDonalds een ijsje halen. Op de parkeerplaats stond een
hele grote dikke auto met een nog grotere, dikkere boot
erachter. Terwijl wij in de rij stonden, reed het
gevaarte net weg. Hoorden wij plotseling een smekend
geluid van de achterbank..... “Pappie.....” Ja, dat was
Melanie, die blijkbaar ineens tot de conclusie was
gekomen dat zij een innige familieband had met die man
daar achter het stuur...
Klik hier voor onze
fotoreportage van Upper Antelope Canyon. |
|
Dag 13: vrijdag 1 augustus |
|
Van Kanab, via Zion National Park, naar Las Vegas
Afstand: 233 mijl
Een week lang hadden we ons nu vergaapt aan mooie
rotsen, natuurlijke bogen en schitterende canyons.
Het werd dan ook weer tijd voor even wat
afwisseling, in de vorm van een dagje Las Vegas. Het
leuke was dat we hier de broer van Hans zouden
ontmoeten, hij had met een aantal vrienden ook een
rondreis door Amerika geboekt en kwam nu – heel
toevallig! – ook op deze dag in Las Vegas aan. En,
net iets minder toevallig, had hij net zoals wij
gekozen voor een overnachting in het hotel Circus
Circus.
Maar voordat het zover was hadden we nog een flinke
rit voor de boeg, vanuit Kanab. We reden via de
schitterende Mount Carmel Highway, die deels door
Zion National Park loopt. Net voorbij de ingang van
het park ligt een heel kleine parkeerplaats waar
misschien vier of vijf auto's kunnen staan. Als je
het geluk hebt daar een plekje te kunnen
bemachtigen, dan kan je de 1600 meter lange Zion Canyon Overlook Trail lopen. Via
in rotsen uitgehakte treden klommen we een klein
stuk omhoog, we kwamen terecht onder een
overhangende rots die heerlijk wat schaduw bood.
Naast ons zagen we een mooi, smal ravijn, de Pine
Creek Narrows. Het tweede deel van de wandeling ging
door een rotsachtig open gebied, dat was dus weer
even zweten in de brandende zon. We werden wel
beloond met een prachtig uitzicht over Zion Canyon en de haarspeldbochten
van de Mount Carmel Highway. |
![Copyright © ontdek-amerika.nl](zioncanyontrailsmall1.jpg) |
![Copyright © ontdek-amerika.nl](zioncanyontrailsmall.jpg) |
![Copyright © ontdek-amerika.nl](zioncanyonoverlooksmall.jpg) |
<-- Zion Canyon Overlook Trail --> |
|
Bij Springdale reden we het park weer uit, en niet lang
daarna bereikten we de Interstate 15. Naarmate we
dichter bij Las Vegas kwamen, werd het rondom ons steeds
donkerder. Regenwolken! Het laatste stuk voor de stad
reden we daadwerkelijk door de regen, wie had daar nu op
gerekend!
Ook bij Circus Circus konden we gratis parkeren. Met
het gesjouw bij het vorige hotel nog vers in de
herinnering, besloten we om nu niet al onze bagage mee
te nemen. Alleen wat we daadwerkelijk nodig hadden ging
mee naar de hotelkamer (in Melanies geval betekent dat
dus: haar hele koffer!). Het hotel beviel ons wel veel
minder goed dan het Luxor, het zag er allemaal wat oud
en smoezelig uit.
John, de broer van Hans, zou voorlopig nog niet
arriveren, we verwachtten hem pas 's avonds om een uur
of 7. We hadden nog tijd genoeg om zelf even op pad te
gaan. Allereerst bekeken we het pretpark dat in het
hotel is gevestigd. Een oorverdovende herrie wees ons de
weg.... Erg spannend was het niet. Rob en Melanie hebben
de achtbaan even getest, volgens hen kan je net zo goed
naar de Efteling gaan, want het schijnt precies
hetzelfde te zijn als de Python. Ons tweede doel was een
bezoekje aan de Stratosphere Tower, helemaal aan het
noordelijke einde van de Strip. Het was droog en –
dankzij de bewolking – was de temperatuur voor Las Vegas
begrippen ook heel draaglijk. De wandeling was dan ook
heel goed te doen. Onderweg zagen we diverse hotels die
nog in aanbouw waren, en ook enkele grote stukken
braakliggend terrein. Dit noordelijke deel van de Strip
is dan ook heel wat minder leuk om te bekijken, dan het
deel waar we een week eerder liepen.
De
350 meter hoge Stratosphere Tower is geopend in 1996. En
in zo'n nieuw gebouw, in zo'n glitter-and-glamour stad
als Las Vegas, verwacht je dat het interieur een heel
indrukwekkende uitstraling zal hebben. Het is dus een
afknapper als je terecht komt in een rommelige,
sfeerloze ruimte helemaal bovenin de toren. De
vloerbedekking was smerig en zat vol met bobbels.
Sommige ruimtes waren met linten en doeken afgesloten
voor het publiek Er waren – slechts zeven jaar na de
opening – alweer volop werklui bezig. Maar één blik naar
buiten en meteen vergaten we de teleurstellende aanblik
van het interieur.... wauw...... wat is het uitzicht
over Las Vegas vanuit deze toren gigantisch mooi!! Vanaf
dit hoge punt zie je pas hoe enorm groot de stad is, de
bebouwing strekt zich naar alle kanten toe eindeloos
uit. Het was leuk om alle bekende punten te zoeken,
Circus Circus, het Luxor, diverse andere goed herkenbare
hotels, McCarran Airport. We zagen ook de monorail die
aan de achterzijde van de hotels langs de Strip werd
gebouwd; en tussen alle bebouwing in lag ook een groene
oase waar de iets meer gefortuneerde gast ongetwijfeld
een partijtje golf kan spelen. We konden nog een klein
stukje verder naar boven, we stonden daar in de
buitenlucht met opnieuw een schitterend uitzicht over de
stad. Op diverse plaatsen zagen we de vliegtuigen landen
en dalen, er vlogen ook verschillende helicopters rond.
En hier, op dit hoogste punt in Las Vegas, kunnen
natuurlijk ook de attracties niet ontbreken! Een saai
uitziende achtbaan draait hier een aantal rondjes rondom
de toren, het enig spectaculaire is de ongebruikelijke
plaats. De Space Shot zag er leuker uit: dit is een 60
meter hoge paal bovenop de toren waarlangs in één keer
16 mensen (vier aan elke zijde) omhoog gekatapulteerd
kunnen worden. Rob, Melanie en ik besloten ons er aan te
wagen, Hans mocht op de foto-apparatuur passen.En ik
moet zeggen: het was een hele leuke ervaring om op deze
plek de hoogte in te worden geschoten, even de
gewichtloosheid te ervaren, en vervolgens weer naar
beneden te stuiteren. We kunnen nu toch maar mooi
zeggen, dat we de hoogste ‘ride' ter wereld hebben
gedaan!
Terug in Circus Circus hadden we nog een beetje tijd
over om wat los geld in de gokautomaten te stoppen. Maar
helaas, de beveilingsmensen wilden niet geloven dat Rob
en Melanie volwassen waren (ja, daar konden we niet echt
iets tegenin brengen, toch!). We werden dus weer
weggestuurd. Ondertussen was het bijna 7 uur geworden,
we gingen op zoek naar John. En ja hoor, ook hij en zijn
vrienden waren veilig en wel in Las Vegas aangekomen! Ze
vertelden dat het ten westen van Las Vegas heel slecht
weer was geweest, vooral in en rondom Death Valley was
het flink tekeer gegaan. Zij hadden hun route zelfs aan
moeten passen, ze waren niet – zoals gepland – door
Death Valley naar Las Vegas gereden. Omdat zij precies
de kant op gingen waar wij vandaan kwamen (Zion, Page),
en wij nu juist naar hun voorgaande bestemmingen op weg
waren (Sequoia, San Francisco) hadden we volop
gesprekstof. De avond vloog om, en al snel moesten we
weer afscheid nemen van elkaar. Tot ziens in Nederland! |
|
Dag 14: zaterdag 2 augustus |
|
Van Las Vegas naar Death Valley , Furnace Creek Ranch
Afstand: 210 mijl
Het viel nog niet mee om de stad uit te rijden. Op
een of andere manier slaagden we er in de afslag
naar State Highway 95 te missen, en tijdens onze
zoektocht naar een nieuwe oprit reden we plotseling
helemaal de verkeerde kant op. Tijdens een tweede
poging lukte het wel, we waren – met een stralende
zon boven ons dak – op weg naar Death Valley.
Via State Highway 190 reden we het park binnen, en
kort voorbij de ingang wilden we de afslag naar het
hoog gelegen uitkijkpunt Dante's View nemen. Niet
dus! Een hek versperde de weg, en de reden daarvan
was heel duidelijk: een deel van het asfalt was
compleet weggespoeld. Een souveniertje van het
noodweer van enkele dagen eerder! Ja, dat viel dus
echt even tegen, Dante's View is immers een van de
hoogtepunten van het park. |
|
We reden verder richting ons hotel Furnace Creek Ranch,
onderweg zagen we dat ook de dirtroad Twenty Mule Team
Canyon was afgesloten. Zabriskie Point was gelukkig wél
toegankelijk. In de zinderende hitte klommen we via een
kort, steil pad omhoog. Het was behoorlijk druk boven
bij het uitkijkpunt, heel wat toeristen wilden hun eigen
plaatje schieten van de bekende, kleurrijke rotsen.
We kwamen veel vroeger dan gepland aan bij het
hotel, maar gelukkig konden we al meteen onze sleutel
krijgen. We reden over het terrein van het hotel, toen
Rob opeens helemaal uit z'n dak ging. Want daar stonden,
voor een van de andere hotelkamers, zomaar drie
prototypes van exclusieve auto's. Je komt niet elke dag
zomaar een Aston Martin DB9 tegen, en al zeker niet
eentje die nog niet op de markt is! Rob had wel eens
gehoord dat nieuwe auto's in Death Valley worden
uitgetest, en we twijfelden er niet aan dat we nu zomaar
drie van zo'n testauto's zagen staan.
Onze kamer op zich was niet bijzonder, al was het
wel heel fijn dat er een koelkast aanwezig was. Maar de
ligging was wel echt schitterend, rondom de hotelkamers
staan palmbomen en liggen mooie grasvelden. En wat is er
nu mooier dan ('s avonds!) even lekker buiten te kunnen
zitten op je eigen terrasje. Nadat we ons even lekker
hadden opgefrist gingen we weer op pad, en natuurlijk
reden we nog even voorbij de drie testauto's. Die waren
inmiddels aan de nieuwsgierige blikken van de toeristen
onttrokken, ze gingen schuil onder grote doeken. Bij het
Visitor Center kregen we helaas te horen dat ook
Artist's Palette was afgesloten. Zonde, ook dit was een
van de dingen die we hoog op ons verlanglijstje hadden
staan. Gelukkig bleven er nog genoeg andere
mogelijkheden over. Zoals Badwater, het laagste punt van
het westelijk halfrond. Bij Zabriskie Point was het
warm, maar hier, 86 meter beneden de zeespiegel, was de
hitte echt bijna niet meer te verdragen. Dat weerhield
onze bikkels Hans en Rob er niet van om toch even de
zoutvlakte op te lopen. Terwijl zij levend werden
gebraden bleven Melanie en ik even lekker in de redelijk
koele auto zitten, we vonden dat we vanaf de houten
boardwalk aan het begin van de vlakte al wel genoeg
hadden gezien. Een korte onverharde zijweg gaat naar The
Devil's Golfcourse. Dit punt wordt in de folders minder vaak aangeprezen dan bijvoorbeeld Zabriskie Point en
Badwater, maar dat is wat ons betreft niet terecht. Want
ik vind het een van de mooiste plekjes waar we tijdens
onze reis geweest zijn! Devil's Golfcourse is een
uitgestrekte vlakte zonder plantengroei, met een harde,
scherpe en ongelijke oppervlakte vol met holtes en
zoutpilaren. Je waant je hier echt op een andere
planeet, zo apart is het om dit landschap rondom je te
zien. Echt een topper!
Terug
bij het hotel gingen we ons opnieuw even wat opfrissen,
en een hapje eten. Aan het eind van de dag gingen we
weer op pad, we zagen oa. de zijweg “Cow Creek” liggen.
Waarop Melanie heel droog opmerkte (dit alleen even voor
de Brabanders onder ons), dat ze dat weggetje beter
“Wèrrum Creek” hadden kunnen noemen. Nabij Stovepipe
Wells liggen de Death Valley Sanddunes. We zijn dit
gebied een heel eind ingelopen; het was zwaar, zo in dat
losse zand, maar wel fantastisch mooi. In het begin
zagen we nog diverse andere toeristen rondom ons, maar
langzaam aan werd het steeds stiller. We hebben volop de
tijd genomen om foto's te maken, om de zon onder te zien
gaan, om de rust om ons heen te ervaren. Terug bij de
auto moesten we wel even een complete zandbak uit onze
kleren, schoenen en sokken schudden. En de
fototoestellen moesten even goed worden schoongemaakt.
Melanie heeft nog maanden lang zand horen kraken in de
fotostandaard! In het donker reden we terug naar het
hotel, onderweg regende het zowaar nog even. Nou ja,
regen, een paar druppels, meer was het niet. Ook al
hadden we Dante's View en Artist's Palette niet gezien,
het was een absolute topdag geweest. En we hebben nu een
geweldig goed excuus om nog eens naar Death Valley terug
te gaan, toch! |
|
Dag 15: zondag 3 augustus |
|
Van Death Valley, Furnace Creek Ranch, naar Visalia
Afstand: 349 mijl
Ons voornaamste doel van deze dag was: afstand
overbruggen. In Death Valley zit je aan de oostzijde
van de Sierra Nevada Mountains, en onze volgende
bestemming ligt aan de westzijde ervan. En omdat je
helaas vrijwel nergens deze bergketen van west naar
oost kunt doorsnijden, moesten we er aan de zuidkant
onder door. Kilometers maken, dus.
We konden Death Valley natuurlijk niet verlaten
zonder eerst nog een korte trail in te plannen. Dat
werd een wandeling door Mosaic Canyon, net ten
westen van Stovepipe Wells. Via onze zoveelste
dirtroad reden we naar het begin van deze trail, die
gaat door een nauw ravijn met wanden die lijken te
bestaan uit gepolijste, marmeren knikkers. Sommige
mensen zijn erg enthousiast over deze trail, maar
wij raakten er niet echt van in vervoering. Leuk,
maar niet geweldig, is ons oordeel. Via
State Highway 190 reden we verder naar het westen.
De weg klimt hier flink omhoog, en om oververhitting
van je motor te voorkomen wordt het aangeraden je
airco uit te zetten. Op diverse plaatsen staan
tonnen met radiatorwater langs de weg, voor als het
tóch mis mocht gaan. Net achter een van die tonnen
zagen we een auto stilstaan, opnieuw een testauto!
Een Jaguar, volgens Rob. Wat ik graag van hem wil
geloven, hij heeft er meer verstand van dan ik.
Diverse details van de auto waren met tape
afgeplakt, die waren niet bestemd voor het publiek.
En even later zagen we ook nog een Bentley
Continental rijden, géén testauto deze keer, maar
dat maakte het enthousiasme van Rob er niet minder
om. We wilden via State Highway 190 naar Olancha
rijden, net onder Owen's Lake door. Maar ook hier
had het noodweer een deel van het asfalt
weggespoeld, gelukkig konden we nog wel ten noorden
van het meer naar Interstate 395. We kwamen uit in
Lone Pine, waar we tankten en wat levensmiddelen
kochten. In de winkel zagen we in de krant dat zelfs
de snelweg flink te lijden had gehad van het
noodweer, als we hier één dag eerder waren geweest
hadden we misschien niet eens naar Visalia kunnen
rijden. Maar de ergste schade was inmiddels al
hersteld, we konden dus gewoon onze route vervolgen.
State Route 178 is een weg die door een gevarieerd
landschap gaat, en die de snelwegen 395 en 99 met
elkaar verbindt. Eerst reden we door een
indrukwekkend bos van Joshua Trees, daarna kwamen we
terecht in een gebied dat voor ons het ‘échte
Amerika' vertegenwoordigt. Enkele ver van de
bewoonde wereld gelegen gehuchten, typisch
Amerikaanse windmolens en rijen brievenbussen, een
grote, deels vervallen schuur....
Ongeveer halverwege State Route 178 ligt Lake
Isabella, waar we diverse watersporters in actie
zagen. Net voorbij het meer drong plotseling een
scherpe brandlucht de auto binnen, en we reden een
hele ‘mistbank' rook binnen. Voeg daarbij het geluid
van twee blushelicopters, en het plaatje is
compleet. Bosbrand! Vanaf een veilige stopplaats
zagen we hoe de helicopters hun ladingen water op
het vuur losten, maar dat leek niet veel effect te
hebben. De vlammen joegen met flinke snelheid door
de bomen heen. Gelukkig voor ons was de brand een
heel eind van ons vandaan, wij konden veilig verder
rijden. |
![Copyright © ontdek-amerika.nl](joshuatreessmall.jpg) |
|
![Copyright © ontdek-amerika.nl](brievenbussensmall.jpg)
|
Een deel van de route loopt door Sequoia National
Forest, direct links van de weg rijzen steile rotswanden
omhoog, en rechts ervan loopt de smalle maar wel erg
mooie Kern River. Een schitterende weg om te rijden, we
waren blij dat we voor deze route hadden gekozen en niet
voor de snelweg.
Toen we State Highway 99 bereikten werd de omgeving
minder interessant. Veel boomgaarden, veel koeien op
kale vlaktes, veel asfalt. Voor het eerst tijdens deze
vakantie viel een rit ons toch wel erg lang, we waren
blij toen we in de stad Visalia ons hotel bereikten.
Waar we alleen nog even lui op ons bed naar een melige
film hebben gekeken, de stad zelf had ons niet zoveel te
bieden. |
Dag 16: maandag 4 augustus |
|
Van
Visalia, via Sequoia/Kings Canyon NP, naar Fresno
Afstand: 169 mijl |
Na
een ontspannen ritje van 35 mijl vanuit Visalia
bereikten we het laatste Nationale Park van deze
vakantie: Sequoia / Kings Canyon. De voornaamste
weg daar is de bochtige Generals Highway, waarover je
over een afstand van 13 kilometer meer dan 1100 meter
stijgt. Langs de weg zochten we een mooie picknickplaats
uit voor ons ontbijt. In Sequoia komen beren voor, en
stiekem hoopte ik dat een van die beesten zin had om
even een boterham mee te komen eten. Leek me wel
spectaculair, om er eentje in het wild te kunnen zien.
We kregen wél beestenbezoek, maar helaas waren de
bezoekers heel wat kleiner én heel wat
angstaanjagender..... wespen dus! Ik wist niet hoe snel
ik naar de auto moest sprinten om ze te ontvluchten, en
Melanie volgde mijn voorbeeld direct. We lieten het
opruimen van de ontbijtboel maar even aan de mannen
over.
Het moment waarop je Giant Forest binnenrijdt, en je
zomaar links en rechts van de weg een groot aantal van
die gigantische bomen ziet staan, dat is echt
fantastisch. De bomen hier maakten veel meer indruk op
me dan de Sequoiabomen die we twee jaar eerder in
Tuolomne Grove in Yosemite National Park hadden gezien. En
dit was alleen nog maar een voorproefje van het échte
werk:de
General Sherman Tree. Dit is niet de hoogste en ook niet
de dikste boom ter wereld, maar de boom heeft wél het
grootste volume van alle levende organismen ter wereld.
Het mooiste gebied dat wij hebben bezocht ligt in het
Kings Canyon-gedeelte van het park. We liepen hier de
General Grant Tree Trail. Een 800 meter lang pad loopt
hier door een bos waarin veel Sequoiabomen staan. Lang
geleden is een van de bomen hier ooit omgevallen, en de
holle stam heeft onderdak geboden aan een
cavalerie-afdeling van het leger. De stam ligt er nog
steeds, en je kan er doorheen lopen. Het geeft je een
goed idee van de gigantische grootte van deze bomen. Na
alle hitte, de kale rotsen, de stoffige dirtroads van
Utah en Death Valley, was deze wandeling echt
iets heel anders. Verrassend mooi! We sliepen deze nacht
in de stad Fresno. Rob had thuis al op Internet
uitgezocht welke van onze hotels dicht in de buurt lag
van een Best Buy winkel, en in deze stad bleken hotel en
winkel zowaar aan dezelfde straat te liggen: de North
Blackstone Avenue. We gingen eerst inchecken en onze
koffers naar de kamer brengen, daarna wilden we best
even op zoek naar Best Buy. Die lag dus inderdaad aan
dezelfde weg, maar dat wil nog niet zeggen dat dat
dichtbij was. De North Blackstone Avenue is ongetwijfeld
de langste winkelstraat die ik ooit heb gezien,
kilometers en kilometers lang kom je hier alleen maar
winkelcentra, autoshowrooms, McDonalds en PizzaHutten
tegen. En de Best Buy was, zoals viel te verwachten, ook
niet bepaald klein uitgevallen. Keuze genoeg dus, en Rob
en Melanie hebben hier allebei hun DVD- en CD-collectie
uit kunnen breiden. |
|
Dag 17: dinsdag 5 augustus |
|
Van Fresno naar San Francisco
Afstand: 200 mijl
Via State Highway 99 en Interstate 205 reden we
terug naar de stad waar we ruim twee weken eerder
aan onze rondreis waren begonnen. We staken San
Francisco Bay over via Bay Bridge, en zo kwamen we
het centrum van de stad terecht. Ja, we wisten
natuurlijk van te voren dat de stad is gebouwd op 40
heuvels, en dat er daardoor veel steile straten
zijn. Maar toch, als je er zelf rijdt besef je pas
hóe steil het daar is..... tel daarbij de trams, het
drukke verkeer, de vele stoplichten die je net op de
meest steile plekken tegenkomt.... het was echt even
wennen om hier te rijden. Ik houd meer van natuur,
dan van steden. Hollywood in Los Angeles kon me niet
echt bekoren, Las Vegas hadden we alleen maar
ingepland om even wat afwisseling te hebben, en San
Francisco was vooral bedoeld als begin- en eindpunt
van de reis. Behalve een bezoek aan de Golden Gate
Bridge hadden we niet iets specifieks gepland. Ik
was dan ook oprecht verbaasd toen ik hier iets
ervoer wat ik nog nooit eerder heb gehad: ik vind
San Francisco geweldig! Het was echt schitterend om
hier rond te rijden, de huizen scheef langs de
stoepranden te zien staan, via de zijwegen diep naar
beneden de baai in te kunnen kijken.
En
ook de Golden Gate Bridge was mooier dan ik van te
voren had verwacht. We konden eenvoudig een
parkeerplaats vinden (iets dat me erg meeviel), en
we zijn via een mooi pad naar boven geklommen. Zo
kwamen we terecht op het pad dat over de brug heen
loopt, midden tussen veel andere wandelaars en
fietsers. We hebben volop genoten van het uitzicht
op San Francisco Bay en op de skyline van de stad.
We liepen terug naar de auto, en reden vervolgens
over de brug naar de noordzijde. Daar ligt een grote
parkeerplaats, zodat toeristen ook vanaf deze kant
de brug en de omgeving goed kunnen bekijken. Je kan
hier onder de brug door lopen; terwijl de auto's met
veel herrie boven je door denderen kan je heel goed
de constructie van de brug bekijken. Jammer dat er
zoveel gaas voor zat, waardoor het moeilijk was om
ook vanaf deze ongebruikelijke positie een paar
mooie plaatjes te maken. Vlak bij Sausalito, een
stadje net ten noorden van San Francisco, ontdekten
we nog een mooie plek vanwaar je weer een ander
zicht hebt op de brug. Er ligt hier een oude
legerplaats, Fort Baker, waar ruim twintig
historische militaire gebouwen staan. Het gebied
wordt nu beheerd door de National Park Service, en
het ziet er echt schitterend uit. Imposante witte
huizen, waar ongetwijfeld de hoog geplaatste
militairen en hun gezinnen gehuisvest zullen zijn
geweest, staan hier in een mooie omgeving met veel
groen. Volgens de site van de National Park Service
zal het gebied nog verder worden gerenoveerd, en
zullen er bijvoorbeeld trails worden aangelegd en
zal er een Visitor Center worden gebouwd. Als we
hier nog ooit terugkomen gaan we zeker even kijken
hoe het er dan uitziet. Nadat we in Sausalito een
hapje hadden gegeten, reden we terug naar San
Francisco. We hoopten nog een paar
zonsondergangsplaatjes van de Golden Gate Bridge te
kunnen maken, maar een snel opkomende mist
doorkruiste die plannen. Van de brug was al snel
niets meer te zien. Het was overdag erg warm
geweest, maar in de mist koelde het snel af. Ik
merkte nu pas dat ik mijn nek flink had verbrand...
Ons hotel, de Handlery Union Square, is dus echt
heel anders dan de hotels die we tot dan toe gezien
hadden. Valet parking, een hotelmedewerker die onze
koffers naar de kamer bracht, hagelwitte kamerjassen
die voor ons klaar hingen.... zoveel luxe zijn wij
eenvoudige Brabanders niet gewend hoor. Vanuit onze
kamer keken we uit op een sfeervol verlicht
binnenzwembad, dat helaas op dit tijdstip gesloten
was. We hebben te voet nog een verkenningstocht in
de omgeving van het hotel gemaakt, even een paar
blokjes om via Union Square en Market Street. |
|
Dag 18: woensdag 6 augustus |
|
San Francisco
Afstand: 38 mijl De laatste dag alweer, helaas. Melanie weigerde op
te staan, ze vond haar bed zo heerlijk dat ze de
hele dag wilde blijven liggen.
We hadden eigenlijk gepland om deze ochtend fietsen
te gaan huren. We wilden via de Golden Gate Bridge
naar Sausalito fietsen, en van daaruit met de ferry
weer teruggaan naar San Francisco. Maar
omdat we de afgelopen dag de brug al zo uitgebreid
hadden bekeken, én omdat we hadden gezien dat de
fietsers nauwelijks plaats hadden omdat ze het pad
moesten delen met de vele wandelaars, zagen we
hiervan af. We wandelden naar een station van de
cable-car, op de hoek van Powell Street en Market
Street. Het was nog best vroeg, maar toch stond er
al een hele rij mensen te wachten. Drie zwarte zangers verrasten ons met sfeervolle a
capella songs, een politie-agente hield vrolijk
lachend een stel schoolkinderen bezig, en de
medewerkers van de cablecar werkten hard om de ene
na de andere kar op de draaischijf om te keren,
zodat de volgende lading passagiers verwerkt kon
worden. Na een hele tijd wachten waren ook wij aan
de beurt, we bemachtigden een plaatsje in een
kabeltram van de Powell/Hyde route. Het rijden in de
tram is op zich niet speciaal, maar toch, het hoort
er gewoon bij. Je bent geen echt toerist als je deze
atttractie in San Francisco niet hebt meegemaakt.
Onderweg heb je alle tijd om de mooie omgeving met
de vele steile straten te bekijken. De rit eindigde
in de buurt van Fisherman's Warf. We hebben hier een
tijd wat rondgeslenterd. De zeilboten bekeken die
aan de Hyde Street Pier lagen, Alcatraz Island, even
naar Lombard Street gewandeld. We wilden vervolgens
weer op de tram stappen om terug te rijden, maar we
hadden al snel door dat het geen zin had om dat
vanaf deze plek te doen. Elke
tram zat stampvol, we moesten dus terug naar het
beginpunt, en aansluiten in de lange rij. Helaas was
de muzikale omlijsting tijdens het wachten hier veel
minder mooi, een eenzame gitarist slaagde er in “The
Stairway to Heaven” te laten klinken als “The
Stairway to Hell”. Je zou hem bijna geld geven om
hem stil te krijgen! In de omgeving van ons hotel
hebben we nog wat winkels bekeken. Het grote aantal
zwervers hier vormde een scherp contrast met alle
rijkdom die de winkels te bieden hadden. Ze vielen
niemand lastig, gingen gewoon hun eigen gang. Ook
dit is Amerika!
Langzaam aan werd het tijd om onze auto en de
bagage, die we in het hotel hadden achtergelaten, op
te gaan halen. Doordat in veel straten
eenrichtingverkeer geldt, en omdat je lang niet
overal links- of rechtsaf mag, kostte het nog wel
wat moeite om de weg richting het vliegveld te
vinden. Maar toen we eenmaal op de goede weg zaten,
was het heel eenvoudig om ons laatste hotel te
vinden: dezelfde Ramada Airport Inn waar we ook de
eerste nacht hadden doorgebracht. We sjouwden eerst
de bagage naar onze kamer, en brachten vervolgens de
auto terug naar het verhuurstation. Gelukkig werd
onze Dodge niet al te nauwkeurig geïnspecteerd, we
waren er niet zeker van of die dat wel zou hebben
doorstaan, na alle dirtroads en onze aanvaring met
de rotsen in de Valley of the Gods. |
Dag 19 en dag 20: donderdag 6 augustus /
vrijdag 7 augustus |
|
San Francisco – Amsterdam – Gerwen
Op een onmogelijk vroeg tijdstip liep de wekker af.
We hadden om half 5 de shuttlebus naar het vliegveld
besteld – de normale ritten begonnen pas een half uur
later -, en we verwachtten dat we wel de enige
passagiers zouden zijn. We waren dan ook verbaasd toen
de ene na de andere toerist op kwam dagen, het was
gewoon hartstikke druk in het busje. Ook de incheckrij
op het vliegveld was lang, wat déden al die mensen
hier toch zo vroeg in de ochtend!!
Omdat we de inchecktijd ruimschoots hadden
aangehouden, kwamen we niet in tijdnood. Bij de
veiligheidscontrole moesten we onze schoenen uitdoen,
dat hadden we nog niet eerder meegemaakt. Of dat – in
het geval van Hans – nou wel zo'n slimme zet was van die
veiligheidsbeambtes valt overigens ook wel weer te
betwijfelen, we waren even bang dat hij zou worden
aangehouden voor het bezit van chemische wapens....
Vele uren later landden we, met ongeveer een uur
vertraging, op Schiphol. Waar we – heel toevallig –
mochten instappen in dezelfde taxi die ons op 20 juli
had opgehaald. Met diezelfde vriendelijke chauffeur, die
net zo verrast was als wij dat we elkaar hier weer
ontmoetten. Toen hij ons afzette in ons eigen Gerwen zat
de reis er dan toch echt op. En konden we gaan beginnen
met het bekijken van de letterlijk duizenden foto's die
we onderweg hadden gemaakt! Veel herinneringen aan een
fantastische reis. |
|
![](../../images/design/right.jpg) |
|
|
|