Home Nationale ParkenBezienswaardighedenUpdate
1
Reisverslag - 2008
   
Dag 1-7 -Dag 8-13 - [Dag 14-19] - Dag 20-28 Grote Foto's
   
Dag 14 : zaterdag 3 mei : Chinle - Canyon de Chelly - Shiprock - Bisti Badlands - Farmington

Gereden : 223 mijl (14 mijl dirtroad)

Antelope House copyright © hanz meulenbroeksCanyon de Chelly National Monument bestaat niet uit één, maar uit twéé canyons. Die tweede, veel minder bekende canyon heet Canyon del Muerto, de canyon van de dood. Net als gisteren bekeken we ook deze canyon vanaf uitkijkpunten aan de rand, de North Rim. Nou, wat ons betreft doet Canyon del Muerto qua natuurschoon niet onder voor Canyon de Chelly, ook hier zagen we roodbruine rotswanden, een lieflijk riviertje dat zich over de bodem van de canyon kronkelt, veel bomen en struiken. Onder aan zo'n immense rotswand ligt de mooie ruïne Antelope House, de overblijfselen van Anasazi woningen die tot het jaar 1250 bewoond zijn geweest. Minstens zo indrukwekkend vonden we Massacre Cave Overlook, waar we een paar honderd meter hebben gelopen via een verhard pad, trapjes en slickrock, en de plek hebben bekeken waar in het jaar 1805 veel Navajo's zijn gedood door Spaanse soldaten. Op een of andere manier 'voelde' ik die gebeurtenis van destijds hier nog rondwaren, je kijkt toch anders naar zo'n gebied als je je zo bewust bent van dit afschuwelijke stukje geschiedenis.

Bij het plaatsje Tsaile was de weg afgezet: er bleek een marathon gaande te zijn. Er was geen enkele marathonloper te zien hoor, die waren vast nog ergens anders op de route. Bij Lukachukai bijvoorbeeld, het volgende plaatsje waar we doorheen zouden rijden. Gelukkig mochten we wel verder, al moesten we dus wel rekening houden met mogelijk oponthoud. We zagen nog wel een bord onderweg, waarop de marathon stond aangekondigd. Maar verder helemaal niets, geen wegafzetting, geen lopers, geen organisatie... we konden dus overal gewoon doorrijden.Gelukkig maar, want we hadden best nog een druk programma. Zoals de rit door de Lukachukai Mountains, bijvoorbeeld. Via een stel switchbacks ging de weg steil omhoog, tussen de rode rotsen door. Daarna lieten we de rotsomgeving achter ons, we reden nu door een bosgebied met o.a. een stel spierwitte bomen. Bij Buffalo Pass was een mooie picknickplaats, vanwaar we enorm ver New Mexico in konden kijken. Shiprock copyright © hanz meulenbroeksEn zo zagen dus al vanaf grote afstand ons volgende doel: de vulkanische rots Shiprock. Geweldig, wat een uitzicht hadden we hier. Heel erg veel mijlen vlak land lagen daar voor ons, met daar die grote rots dus midden in. Ik zit nu thuis (het is ondertussen alweer 11 juli) samen met Hans de foto's die we daar hebben gemaakt te bekijken, en Hans weet het 't beste te verwoorden: "Die foto's die hébben iets, alleen, je hebt er geen fli... aan!" Wat hij dus bedoelt: de foto's zijn voor ons heel mooi, we zien dat geweldige uitzicht zo weer voor ons. Maar iemand die niet op die plek heeft gestaan, die zal dat van die foto's niet echt meekrijgen. Te heiïg, te onduidelijk. Jammer, we hadden jullie graag laten mee genieten van dit uitzicht.

Terwijl we verder reden, zagen we Shiprock langzaam aan dichterbij komen. Vanuit Shiprock liep een lage, smalle muur van vulkanisch gesteente tot aan de weg, een donker, ruig gesteente met veel kleine openingen daarin.Via een zandweg die parallel liep aan die vulkanische muur reden we naar Shiprock toe, hoewel de weg er zo op het eerste gezicht best makkelijk begaanbaar uit zag viel het in de praktijk toch wel wat tegen. Er kwamen behoorlijk wat slechte gedeeltes in voor, met flinke geulen en diepe gaten in het pad. Maar onze X-Terra had er geen problemen mee, dus na een hobbelige rit van 3,4 mijl stonden we aan de voet van Tse Bi Dahi, vrij vertaald Rock with Wings. Bisti Badlands Wilderness copyright © hanz meulenbroeksDe heilige rots die, volgens de Navajo legende, ooit een enorme vogel was die naar deze plek is gevlogen en hier vervolgens in steen is veranderd. De rots geeft de menselijke ziel de kracht om boven alledaagse problemen uit te stijgen. Nu geloven wij weliswaar niet in de krachten van deze rots, maar dat ie machtig mooi is, dat weten we wel zeker. Wel ontzettend jammer dat de losliggende rotsen aan de onderzijde van Shiprock zijn ontsierd met graffiti, wie haalt 't nou toch in z'n hoofd om zoiets moois te vernielen.

Zoals ik al zei, het was een drukke dag vandaag. Canyon de Chelly, de Lukachukai Mountains en Shiprock hadden we al gehad, en we hadden ook nog een bezoekje aan Bisti Badlands gepland. Eerst maar eens een motel zoeken, in Farmington is keuze genoeg dus dat was heel erg makkelijk. En daarna weer de auto in voor de lange rit van Farmington naar Bisti.Geen erg spannende rit, er is niet echt veel bijzonders te zien onderweg. Maar we hadden goed gezelschap, van Gary Moore bijvoorbeeld met zijn "The Sky is crying", en Anouk niet te vergeten, met toppers zoals "Good God" en "Girl". Bisti Badlands Wilderness copyright © hanz meulenbroeksDus dat uurtje in de auto was zo voorbij. De zijweg richting Bisti Badlands was heel makkelijk te vinden, en de 3 mijlen dirtroad tot aan de parkeerplaats lagen er prima bij. Rechts van ons lag de echte Bisti Wilderness, maar die bewaarden we voor morgen. Ons doel was nu het kleine badlandsgebied dat links van de weg ligt, op maar een minuutje of tien lopen van de parkeerplaats vandaan.

Een draak, een zeehond, een marineschip, een neushoorn... we zijn van alles tegengekomen daar. Veel paddenstoelen vooral, en ook een paar ufo's. Allemaal geboetseerd in zachte, lichtgekleurde kleilagen en iets minder zachte en meer kleurrijke zandsteenlagen. Er zijn geen paden, je kan hier gewoon tussen de rotsformaties doorlopen en volop je fantasie laten werken. Het was al wat later op de middag toen we hier naartoe waren gegaan. Dus toen we een tijdje aan het ronddwalen waren, begon de zon flink te dalen. Mooi voor de foto's, minder mooi voor ons. Want niet alleen de zon ging omlaag, ook de temperatuur. Daar liep ik, al rillend in mijn t-shirt. Maar wij zijn bikkels hoor, we vonden het te mooi om ons door de kou weg te laten jagen en we ontdekten nog steeds hoodoos die heel graag op de foto wilden. Uiteindelijk hebben er zowat drie uur volgemaakt, toen werd het toch echt te donker en te koud om nog langer te blijven. Toen we in het donker naar Farmington terugreden zagen we in de berm iets glinsteren.... bleek daar een kleine, compleet opgetuigde kerstboom te liggen. Nou, dan geloof je echt even je eigen ogen niet, kerstmis is toch alweer een tijdje geleden hoor.

 
Dag 15 : zondag 4 mei : Farmington - Bisti Badlands Wilderness - Farmington

Gereden : 86 mijl (6 mijl dirtroad)
Hike door Bisti Badlands Wilderness : 10 mijl

Bisti Badlands Wilderness copyright © hanz meulenbroeksZoals de trouwe lezers van onze reisverslagen ongetwijfeld allemaal weten, hebben Hans en ik een flinke voorliefde voor het rijden over dirtroads. Dat is nu eenmaal net even spannender dan het rijden over gewone verharde wegen, en bovendien komen we dankzij die dirtroads op plekken die we anders nooit zouden kunnen bereiken. Natuurlijk weten we dat het risico dat we schade aan de huurauto zullen krijgen wat groter is dan wanneer we alleen maar braaf zouden doen wat meneer Alamo ons toestaat, maar ja, dat extra risico is het ons wel waard. En vandaag was het dus zover: schade aan de auto! Alleen hebben we die schade niet opgelopen terwijl we ergens in the middle of nowhere avontuurlijk aan het doen waren, maar heel doodgewoon en heel saai op de verharde weg, State Route 371. De boosdoener was een kiezelsteen die keihard tegen onze voorruit aan sloeg, dat was echt een harde tik zeg. In eerste instantie leek de schade mee te vallen, maar toen we verder reden zagen we een kleine scheur in de ruit ontstaan. Oeps.... we moeten nog een paar weken hoor.... We trokken ons er maar even niets van aan en zijn gewoon doorgereden naar Bisti Badlands. Ja hoor, over een dirtroad!

Bisti Badlands Wilderness copyright © hanz meulenbroeksWe besloten de aanwijzingen van het boek Photographing the Southwest (alias: Onze Bijbel) op te volgen. Dus liepen we vanaf de parkeerplaats over een brede vlakte in oostelijke richting, naar een hek dat we in de verte zagen liggen. Na een minuut of tien lopen kwamen we een man en vrouw uit Oregon tegen met wie we nog een tijdje hebben staan praten, ze hadden Bisti al vaker bezocht en ze vonden het heel leuk dat wij helemaal vanuit Nederland hier naar toe waren gekomen. Echte tips hadden ze helaas niet, we merkten wel dat ze niet echt diep de badlands in waren gelopen. Jammer eigenlijk, Bisti nodigt je toch echt uit – dat vinden wij tenminste – om eens flink rond te gaan dwalen.

Het hek maakte een scherpe bocht naar het noorden, en wij - op advies van ons boek - ook. Even later liepen we de badlands in, en we wisten eigenlijk al meteen dat deze dag een van de hoogtepunten van onze reis zou gaan worden. Wat overweldigend mooi was het hier, we voelden ons helemaal in ons element. De routebeschrijving hebben we al gauw gelaten voor wat ie was, het is niet mogelijk om aan de hand van een geschreven tekst een vooraf uitgestippelde route te volgen. Overal waren heuveltjes, kleine kloven, hoodoos... zonder GPS zouden we onze oriëntatie al heel snel zijn kwijtgeraakt. Vanaf de top van een van de heuveltjes hadden we een weids uitzicht over het hele gebied, daar hebben we even vol bewondering staan rondkijken.

Bisti Badlands Wilderness copyright © hanz meulenbroeksSoms liepen we ons vast in een doolhof van kleine kloven, en moesten we dus weer terug naar waar we vandaan kwamen. Op andere plekken moesten we over heuveltjes heen klimmen, zonder dat we van te voren wisten of we aan de andere kant wel weer naar beneden zouden kunnen. Het was dus echt zoeken en uitproberen hoe we moesten lopen, en ondertussen kwamen we steeds weer verrassingen tegen. Een heel gebied hartstikke vol met kleine hoodoos, bijvoorbeeld. En kleurrijke stukken versteend hout. Dunne rotsplaten die al balancerend op rotstorens lagen. En dat allemaal midden tussen de zwarte, grijze, groene en bruine badlands.

Omdat we vooraf al wisten dat dit een lange wandeling zou worden, hadden we afgesproken om regelmatig even te stoppen en wat uit te rusten. Zodat we het lekker lang vol zouden kunnen houden. Maar ja, dan moet je wel wat schaduw vinden, want om nou in die hete zon te gaan zitten was ook niet erg aanlokkelijk. Maar de zon stond nog pal boven ons, er waren alleen maar hele smalle streepjes schaduw te vinden waar wij echt niet in pasten. Pas toen we al behoorlijk ver hadden gelopen kwamen we voor het eerst een plekje tegen waar we konden gaan zitten. Even een boterhammetje en een banaantje eten, energie opdoen voor de rest van de hike.

Bisti Badlands Wilderness copyright © hanz meulenbroeksBehalve de tekst uit Onze Bijbel hadden we ook nog wat GPS-coördinaten op zak, zodat we toch wel een goed idee hadden waar we ons bevonden. Een goed herkenningspunt was Eagles Nest, dat is een rotsblok dat lijkt op een groot vogelnest, hoog op een donker gekleurde heuvel. Hier zijn we ongeveer halverwege, zo wisten we. Via de zuidelijke kant van de brede wash die door het gebied heenloopt, begonnen we aan de terugweg. Maar echt snel ging dat niet, want deze kant bleek zowaar nog mooier te zijn dan de noordzijde. Wat we vooral heel apart vonden, dat was een enorme boomstam - versteend, uiteraard - die helemaal in een heuvel zat vastgeklemd. Het versteende hout in Petrified Forest National Park valt hier helemaal bij in het niet, dit was oneindig veel mooier. En de hoodoos die we hier aantroffen waren geweldig, dit gebied is een absolute must voor hoodoo-liefhebbers. Bisti Badlands Wilderness copyright © hanz meulenbroeksWe hebben nog twee keer een pauze gehouden, maar onvermijdelijk kwam toch het moment dat onze voeten begonnen te protesteren. Het is genoeg geweest, zeiden ze. We waren eigenwijs, en liepen toch nog eens naar wat verder weg gelegen hoodoos toe, een interessante kloof in, naar de achterzijde van wat heuveltjes… Het laatste half uur lopen, via de wash terug naar de auto, was zwaar, heel zwaar. Niet alleen vanwege onze zere voeten, maar vooral ook omdat de wind weer was aangewakkerd. En we hadden ‘m pal tegen, natuurlijk!

Eenmaal op de parkeerplaats aangekomen verwachtte ik dat Hans wel snel de auto open zou maken. Maar nee hoor, hij was wel volop aan het rommelen in zijn heuptas maar de autodeur bleef potdicht. En toen, na een tijdje, de onheilspellende vraag: "Uh... zit de autosleutel in jouw tas?" Eerst even vlug door alle vakjes heenkijken, nee hoor, geen sleutel. Vervolgens hebben we allebei de tasjes helemaal leeg geruimd, en dan merk je pas hoeveel vakjes en ritsjes er in zo'n ding zitten. Maar helaas, nog steeds geen sleutel. Ik begon 'm al te knijpen, stel je voor zeg dat de sleutel er onderweg uitgevallen was, toen we brood, zonnebrandolie of iets anders uit de tas hadden gepakt. Wat bleek: niet alleen in onze heuptasjes zitten veel vakken, ook Hans z'n favoriete hikebroek heeft nogal wat zakken en zakjes. En ja hoor, in een daarvan zat de autosleutel! Opluchting alom! Want hoe mooi de Bisti Badlands ook zijn, ik was toch wel heel erg blij dat we hier weer weg konden rijden, terug naar onze lekkere comfortabele motelkamer in Farmington.

 
Dag 16 : maandag 5 mei : Farmington - Ah-Shi-Sle-Pah - Bandelier National Monument - Los Alamos

Gereden : 261 mijl (54 mijl dirtroad)
Hike bij Ah-Shi-Sle-Pah : 2,5 mijl
Hike in Bandelier NM - Frijoles section : 3,9 mijl

Ah-Shi-Sle-Pah copyright © hanz meulenbroeksVerbeeldden we het ons, of was die barst in de voorruit nu écht groter geworden? We wisten het niet zeker; Hans pakte een markeerstift en zette een heel klein streepje bij het uiteinde van de barst, als ie echt groter werd dan zouden we het daaraan kunnen zien. En ja hoor, even later konden we het echt niet meer ontkennen…. de barst kroop langzaam maar zeker dat streepje voorbij. Tja, wat nu? Alamo bellen? Naar een garage gaan? Daar hadden we eigenlijk helemaal geen zin in, zonde van onze tijd. We besloten dan ook om gewoon door te rijden, tegen de tijd dat het echt te gek zou worden konden we altijd nog zien wat we zouden doen.

En zo reden we dus voor de derde keer in drie dagen tijd vanuit Farmington via State Route 371 naar het zuiden. Niet voor Bisti Badlands deze keer, maar voor het soortgelijke Ah-Shi-Sle-Pah. Onze routebeschrijving klopte perfect en de onverharde wegen waren prima begaanbaar, het was dan ook geen enkel probleem om dit afgelegen gebied te vinden. Ah-Shi-Sle-Pah copyright © hanz meulenbroeksVanaf de parkeerplaats was het maar een heel klein stukje lopen naar de rand van de droogstaande Ah-Shi-Sle-Pah rivier, en meteen al zagen we beneden ons precies datgene waarvoor we gekomen waren: mooie badlands en honderden hoodoos. Iets té enthousiast begonnen we aan de afdaling, we hadden niet goed genoeg gekeken of we via deze route wel helemaal tot aan de bodem konden komen. Dus toen we op een plateautje net onder de rand stonden, merkten dat we vanaf daar niet verder konden afdalen. Terug naar de rand dus, en zoeken waar we wel omlaag zouden kunnen gaan. Toen dat niet meteen lukte, voelde ik mijn inspiratie heel snel minder worden.

copyright © hanz meulenbroeksHoodoo-moe (prachtig woord dat ik op het AllesAmerika forum heb leren kennen!) was ik absoluut niet, ik had volop zin om de hoodoos van dichtbij te gaan bekijken. Maar ik was wel lichamelijk moe... het was me ineens écht te veel om weer allerlei moeilijke capriolen uit te gaan halen. Die zes uur lopen van gisteren, in de Bisti Badlands, begonnen nu behoorlijk op te spelen. Maar om het nu direct op te geven, terwijl we zo'n lange rit hadden gemaakt en de hoodoos al beneden ons zagen liggen, dat kon natuurlijk ook niet. Dus toch maar even doorzetten.... Het viel niet mee, het lukte niet eens om langs de rand te blijven lopen omdat er veel diepe zijkloven zaten waar we steeds omheen moesten. En nergens ook maar iets dat op een mogelijke afdalingsplek leek. Op gegeven moment had ik er echt even genoeg van, ik ben er lekker lui bij gaan zitten en Hans mocht in z'n eentje gaan onderzoeken of ie nog een goede route kon vinden. Na een tijdje kwam hij onverrichter zake terug, en besloten we om ermee te kappen. We liepen via een kortere route naar de auto terug. Bandelier National Monument copyright © hanz meulenbroeksMaar ook daar zaten kloven in de grond, dus die kortere route werd toch nog langer dan we vooraf dachten. We zagen nog een chagrijnig kijkende padhagedis, je voelde 'm denken "Stomme toeristen, laat me toch met rust!" Maar eerst moest hij natuurlijk nog even voor ons poseren, zo zijn we dan ook wel weer. Ons Ah-Shi-Sle-Pah avontuur was niet helemaal geslaagd, maar toch hebben we er geen spijt van dat we hier naar toe zijn geweest. We hebben nu immers gezien dat het gebied de moeite zeker waard is; als we er in slagen wat betere informatie te vinden over hoe we beneden in de wash kunnen komen, gaan we vast nog wel eens terug! Maar dan wel als ik iets beter uitgerust ben....

Op een pull out naast State Route 550 heb ik nog even een striptease uitgevoerd.... het bleek namelijk dat ik al de hele ochtend met mijn shirt binnenstebuiten had rondgelopen! Eerst even goed kijken of er geen auto's aankwamen, want ik wil natuurlijk niet vanwege indecent exposure opgepakt worden. Toen de weg vrij was snel even mijn shirt uit, buitenstebinnen keren, en weer aandoen. Ondertussen was het ook tijd geworden voor een picknick, maar om dat nu hier op die pull out te doen, dat was niet echt aanlokkelijk. Dus besloten we om toch maar even verder te rijden, in het plaatsje Cuba zouden we de grote weg weer verlaten en in de binnenlanden zouden vast wel betere picknickplekjes te vinden zijn. Gelukkig maar dat we dat besluit hadden genomen, want zo'n 10 mijl ten oosten van Cuba ligt inderdaad een schitterende picknickplaats. Bandelier National Monument copyright © hanz meulenbroeksDaar kunnen heel wat families tegelijk terecht, maar wij hadden de hele plek voor onszelf. Toen onze koelbox weer wat leger was, en onze magen weer gevuld, gingen we weer op pad. State Route 126 begint in Cuba als een gewone verharde weg, maar na ongeveer 12 mijl is het ineens afgelopen met het asfalt en wordt het een heuse dirtroad. Stoffig, kuilen, gaten... het echte werk dus. Een groot deel van de weg loopt door de bossen van de Jemez Mountains, toch weer wat anders dan de enorme lege vlaktes waar we deze ochtend doorheen reden.

De wandeling door Bandelier National Monument was precies wat ik vandaag even nodig had. Geen ruige rotsen, diepe kloven, of spannende hoodoos, maar wél een makkelijk begaanbaar pad in een mooie omgeving. Met gatenkaasrotswanden, een lieflijk riviertje, veel bomen en planten. En de ruïnes van de oude indianenwoningen, natuurlijk. De Tyuonyi Pueblo is een circelvormige groep huizen, waarvan alleen nog maar het onderste deel van de muren te zien is. Die muren zijn deels overwoekerd door gras en onkruid, jammer eigenlijk want daardoor is het niet echt goed te zien. Van dichtbij tenminste niet, toen we even later via het pad omhoog geklommen waren bleek dat het bovenaanzicht veel mooier was. Via een paar hele smalle traptreden bereikten we twee andere ruïnes: Talus House en Long House. Een deel van de oude vertrekken bevindt zich in de rotswand, via een paar houten ladders konden we naar de opening klimmen en even naar binnen kijken. Long House is een heel langgerekte ruïne, die - net als Tyuonyi Pueblo - voornamelijk bestaat uit het onderste deel van de voormalige muren. Voorbij Long House ging het pad flink naar beneden, we staken het riviertje over en liepen vervolgens via een heerlijk koel bospad verder. Onderweg kregen we nog even gezelschap van twee jonge herten, altijd leuk zoiets.Bandelier National Monument copyright © hanz meulenbroeks Ons laatste doel tijdens deze wandeling was Alcove House, waar een ondergrondse ceremoniële kamer (een kiva)  kan worden bezichtigd. Nu moet je de term "ondergronds" hier niet helemaal letterlijk nemen, want de kiva lag maar liefst 42 meter boven ons.Die verticale afstand kan worden overbrugd door het beklimmen van vier flinke ladders. Op het moment dat wij de eerste ladder bereikten, kwam er net een vrij kleine vrouw met heel veel moeite naar beneden. Met haar korte benen kon ze haast de afstand tussen de sporten niet overbruggen, ze vond het duidelijk doodeng daar op die ladder. Haar man stond al beneden, en praatte haar heel geduldig omlaag. Wat was ze blij toen ze weer vaste grond onder haar voeten had! Nu was het onze beurt om de ladders op te klimmen, en even later stonden we ruim 40 meter hoger, op een plateau onder een overhangende rots. De kiva, Ceremonial Cave, lag mooi in het zonlicht. We zijn de kleine ruimte ook nog even in gegaan, op zich valt er niet veel te zien maar toch vond ik het wel een leuke ervaring.

Terwijl wij naar de kiva waren gelopen, en weer terug, was de zon flink gedaald. Talus House en Long House stonden veel beter in het licht dan een uurtje eerder, dus zijn we er op de terugweg nog eens langs gelopen. Al met al viel de wandeling zo toch heel wat langer uit dan we vooraf hadden verwacht, in plaats van de geplande 2,5 mijl stonden er - toen we de auto weer bereikten - bijna 4 mijl op de GPS. Helaas, alle calorieën die we er hier zo ijverig vanaf hadden gelopen zaten er 's avonds weer dubbel en dwars aan, we hebben ons vreselijk misdragen bij de McDonalds in Los Alamos. Qua hoeveelheid voedsel dan, verder waren we uiteraard voorbeeldige toeristen!

Wel een apart stadje hoor, dat Los Alamos. We zijn langs het terrein van LANL gereden, de Los Alamos National Laboratory. Dat is een van de twee plaatsen in Amerika waar wordt gewerkt aan de ontwikkeling van nucleaire wapens, hier zijn de atoombommen ontworpen die tijdens de tweede wereldoorlog op Hiroshima en Nagasaki zijn gegooid. Als je aan de kant waar LANL is gevestigd het stadje in of uit wilt rijden, passeer je een controlepost. Niet dat er veel gecontroleerd werd, we mochten gewoon doorrijden, maar toch... We zagen een vrachtauto rijden met de tekst 'nucleair transport’' op de zijkant, rondom het terrein van de LANL stonden enorme hekken... al met al vond ik het gewoon niet zo'n prettig stadje om te overnachten.

 
Dag 17 : dinsdag 6 mei : Los Alamos - Bandelier National Monument - Turquoise Trail - Sante Fe

Gereden : 117 mijl(vrijwel geen dirtroad)
Hike in Bandelier NM - Tsankawi section:1,8 mijl

Bandelier National Monument copyright © hanz meulenbroeksEr was geen levende ziel te bekennen in de Tsankawi Section van Bandelier National Monument, deze ochtend. Wij hadden het kleine parkje helemaal voor ons alleen, er was zelfs geen parkranger aanwezig. De trail die door het park heenloopt was – heel anders dan normaal – als een smalle ondiepe geul in de rotsbodem uitgeslepen. Op sommige plekken was ’t zo smal dat we niet eens twee voeten naast elkaar konden zetten. Onderweg zagen we nog een aantal overblijfselen van oude Indianenwoningen, er was veel minder van over dan van de nederzettingen die we gisteren in het andere deel van Bandelier hadden bekeken. Veel meer dan een stapel stenen was het niet meer, eerlijk gezegd waren we er niet zo van onder de indruk. Via een ladder daalden we af naar een richel die langs de zijwand van het rotsplateau liep, dat was het mooiste deel van de hike. Al snel bereikten we weer de plek waar we aan onze trail waren begonnen, hier kwamen we zowaar nog een bezoeker tegen, een vrouw alleen. Hadden we het park nét niet de hele tijd voor onszelf gehad.

Na al het natuurgeweld van de afgelopen twee weken was het nu tijd voor totaal iets anders, namelijk een bezoek aan het stadje Santa Fe. Op speciaal verzoek van mij ging de CD van de musical Rent in de CD-speler, dit leek me wel een heel passend moment om het schitterende liedje "Santa Fe" op een gepast volume (hard, dus!) door de luidsprekers te laten komen. Wat blijkt, de CD werkte niet... Nou ja, heb ik bij gebrek aan beter zelf het liedje maar zitten zingen toen we Sante Fe binnenreden.

Wat een gekringel was dat door die smalle straatjes in het centrum. We wilden allereerst de auto kwijt, het leek ons het handigste om hier maar meteen een motel te zoeken waar we de auto achter zouden kunnen laten. We zagen een hotel met een stel hele kleine parkeerplaatsen, het was nog een heel gedoe om onze Nissan tussen twee andere auto's in te wringen. Cathedral Basilica copyright © hanz meulenbroeksEn het was nog illegaal ook, want de parkeerplaats was alleen voor gasten en dat waren wij (nog) niet. Nietsvermoedend liepen we in onze danig mishandelde hike-kleding (Hans in de broek die in Bull Valley Gorge flink schaafplekken had opgelopen en ik in mijn Coal Mine Canyon prikkeldraadgatenbroek) het hotel binnen... waar we te maken kregen met een heftige cultuurschok... Een grootse hal met pilaren en marmeren tegels, met dure fauteuils, een open haard... en zelfs een heuse portier in een chic pak die ons meteen bij binnenkomst welkom heette. We zetten nog een paar stappen naar binnen, toen drong het tot ons door dat we hier absoluut niet op onze plaats waren. Eén blik naar elkaar was genoeg, meer overleg hadden we niet nodig. Omdraaien, nog even vriendelijk naar de portier knikken, en daarna nog nét niet rennend naar buiten. Waar we opgelucht adem haalden... we waren ontsnapt!

We hebben gauw onze Nissan van de krappe parkeerplaats bevrijd; we besloten om maar geen verdere poging te doen om een motel in het centrum zelf te zoeken. Wat verder van het centrum vandaan zouden we vast wel een geschikt motel kunnen vinden, dat we dan met de auto terug zouden moeten naar het centrum en een parkeerplaats zouden moeten zoeken, dat namen we dan maar op de koop toe. Maar we hadden geluk, we waren het centrum nog maar net uit toen we een Travelodge zagen liggen. Er was nog een kamer vrij, de prijs viel ons heel erg mee, én we konden al direct op de kamer terecht, ook al was het nog heel vroeg op de middag. En dat allemaal op loopafstand van het centrum, beter konden we het niet treffen. San Miguel chruch copyright © hanz meulenbroeksEven later lagen onze spullen op de motelkamer, stond onze auto netjes geparkeerd, en liepen wij – met fatsoenlijke kleren aan! – naar het centrum van Santa Fe. Eerst namen we even tijd voor de lunch, en daarna gingen we op zoek naar de fotogenieke gebouwen waarover we hadden gelezen. ’t Was wel even wennen hoor, al die auto’s en mensen, jammer eigenlijk dat ze het centrum niet autovrij hebben gemaakt. We bekeken The Plaza en het langgerekte Palace of the Governors, dat een hele zijde van The Plaza beslaat. We zagen een paar in adobe stijl gebouwde hotels, en natuurlijk ook een paar oude kerken. Vooral de San Miguel Church vonden we bijzonder mooi, echt een heel sfeervol kerkje was dat. Het zou, zo staat er op het bord voor op het plein, de oudste kerk van de Verenigde Staten zijn. We dwaalden nog wat verder rond, het aantal nieuwe plekjes dat we zagen raakte snel op. Steeds vaker was het van 'hé dit straatje hebben we al gehad' en 'dat winkeltje hebben we net ook al gezien'. Liefhebbers van steden zullen er niets van begrijpen, maar wij hadden het hier na een uurtje of twee dus echt al bekeken. Tja, we konden hier nog wel langer rond blijven hangen, maar daar hadden we dus geen van beiden zin in. Het was ook nog veel te vroeg om op de motelkamer te gaan zitten. Cerrillos copyright © hanz meulenbroeksGelukkig had ik nog een alternatief voorhanden: we hebben de auto opgehaald en zijn de Turquoise Trail gaan rijden, een scenic route ten zuiden van Santa Fe.

Qua natuurschoon is de Turquoise Trail geen topper. Maar we waren allang blij dat we niet meer in de drukte van Santa Fe zaten, gewoon lekker een eindje rijden beviel ons prima. Aan de Turquoise Trail ligt Cerrillos, een ontzettend leuk plaatsje waar de wegen allemaal onverhard zijn, met oude huizen, een cafeetje, een kerk. Net een ghosttown, maar nog wel bewoond. Vooral dat cafeetje was bijzonder fotogeniek, alleen die vier of vijf ruige mannen ervoor op de veranda zagen er veel minder fotovriendelijk uit. We hadden niet echt zin om te vragen of ze voor ons wilden poseren, dus zijn we het cafeetje maar voorbijgereden zonder er een foto van te maken. We hebben de Turquoise Trail gevolgd tot aan de voormalige ghosttown Madrid (tegenwoordig is het een artiestendorpje), en daarna zijn we teruggegaan naar Santa Fe. Eerst even naar de Best Buy, op speciaal verzoek van onze Rob die uiteraard wel even wilde profiteren van de lage dollarstand. En daarna naar de PizzaHut. Waar ik prompt heimwee kreeg naar de vriendelijke serveersters van de PizzaHut in Kanab. Jee, wat was die ober een griezel zeg... hij gaf de menukaart niet netjes aan, nee, hij sméét 'm op tafel, de bestelling werd met een verveeld gezicht- al leunend op onze tafel - opgenomen, de cola werd zonder een woord te zeggen bij ons neergekwakt. Zowaar, toen hij de pizza's kwam brengen bedacht hij zich net op tijd dat hij toch wel geacht werd om iets daarbij te zeggen. Hij had zich al omgedraaid, draaide terug en zei “Enjoy” met een glimlach waar ik helemaal de griezels van kreeg. “Hmmm, hij lachte tegen je….” zei Hans op een toon waar mijn enge gevoelens écht niet beter van werden. Ach, de pizza was lekker en gelukkig heb ik niet over die engerd gedroomd, die nacht in de Travelodge.

 
Dag 18 : woensdag 7 mei : Santa Fe - Kasha Katuwe Tent Rocks National Monument - Roswell

Gereden : 304 mijl (17 mijl dirtroad)
Hike in Kasha Katuwe Tent Rocks :5 mijl

Hé, mooie witte wolken... die hadden we nog niet vaak gehad tijdens deze vakantie. We waren er blij mee, want een lucht met witte wolken erin is op de foto's meestal veel mooier dan een strak blauwe lucht. Vanuit Santa Fe reden we in een uurtje naar Kasha Katuwe Tent Rocks National Monument, een park met rotsen die, de naam zegt het al, op tenten lijken. Van boven zijn ze heel spits, en aan de onderzijde juist breed. We besloten om de Canyon Trail te gaan lopen, de langste, zwaarste maar ook de mooiste trail in het park. Wat leuk dat we tijdens die trail zomaar werden getrakteerd op een heuse slotcanyon, we liepen tussen hoge rotswanden door die op sommige plaatsen behoorlijk dicht bij elkaar kwamen. Een paar rotsblokken erin om het nog wat mooier te maken, dus wij waren weer helemaal in ons element. Toen we de slotcanyon waren doorgelopen stonden we aan de voet van een heel stel Tent Rocks, de omgeving was schitterend en we genoten dan ook volop.

 
Kasha Katuwe Tent Rocks copyright © henriette meulenbroeks Kasha Katuwe Tent Rocks copyright © hanz meulenbroeks Kasha Katuwe Tent Rocks copyright © hanz meulenbroeks
 

Het pad begon te stijgen, en we liepen nu heel dicht langs de Tent Rocks af. De bodem van de canyon lag een stuk beneden ons, de toppen van de Tent Rocks waren nog boven ons. Erg mooi hoor, om ze zo vanuit dit andere perspectief te kunnen bekijken. We bleven maar klimmen, het eindpunt lag bijna 200 meter hoger dan het begin van de trail. Zo nu en dan moest er een klein obstakel worden overwonnen, maar dat stelde allemaal niet veel voor. De hoge temperatuur was de grootste moeilijkheidsfactor, en dat tijdens de eerste week van mei! Het lijkt me dan ook niet echt lekker om deze trail midden in de zomer te lopen.

Kasha Katuwe Tent Rocks  copyright © hanz meulenbroeksToen we boven waren konden we kiezen, het pad splitste zich. Het pad naar links bleek maar heel kort te zijn, we bereikten daar een uitkijkpunt vanwaar we de Tent Rocks van bovenaf konden bekijken, dat leverde dus alweer een heel ander plaatje op. Natuurlijk probeerden we ook het pad naar rechts uit, dat was toch best nog een eindje lopen. Maar o zo ontzettend de moeite waard, want we werden weer voor onze inspanningen beloond met een prachtig zicht over een grote groep Tent Rocks, en een rotswand waar je de toekomstige Tent Rocks in gedachten al kon zien verschijnen. De vele horizontale lijnen in het gesteente lieten precies de lagen zien die ook in de Tent Rocks zichtbaar zijn. Aan de andere zijde van het uitkijkpunt konden we ontzettend ver wegkijken over de Cochiti Valley. En in de verte lagen de Jemez Mountains, waar we eergisteren nog zo'n mooie rit hadden gemaakt, over State Route 126.

Tijdens onze afdaling begon het weer ineens flink om te slaan. De mooie witte wolken werden verdreven door een boel grauwe grijze soortgenoten, en de temperatuur ging met sprongen omlaag. Op één miniscuul spettertje water op onze voorruit na, gisterenavond in Santa Fe, hadden we nog totaal geen regen gehad tijdens deze vakantie. Zou het er nu dan toch nog van komen? Maar nee hoor, net zo snel als dat de grijze bewolking was opgekomen, verdween die ook weer. Tegen de tijd dat we de slotcanyon weer door waren gelopen, was het weer helemaal zonnig.

Kasha Katuwe Tent Rocks copyright © hanz meulenbroeksOmdat we het park zo mooi vonden, besloten we de Cave Loop Trail ook nog te lopen. Maar helaas, na die supermooie Canyon Trail was dit toch een beetje een tegenvaller. De omgeving was veel minder spectaculair hier, alleen aan het eind van de trail liepen we nog tussen wat aardige rotsformaties door. Ik was blij toen we de parkeerplaats weer bereikten, het was al met al toch best een zware wandeling geweest. Vlak bij de parkeerplaats lag een erg mooie picknickplaats, met overkapte tafels. En na zo'n inspanning is er toch niks lekkerder dan je beker koude jus d'orange en je eigen gesmeerde boterhammetjes...

Kasha Katuwe Tent Rocks copyright © hanz meulenbroeksDe rest van de dag hadden we helemaal gereserveerd voor 'kilometers vreten'. We hadden geen overnachtingsplaats gepland, we gingen gewoon op pad en we zouden vanzelf wel merken wanneer we genoeg zouden krijgen van het rijden. Vlak voordat we Albuquerque bereikten kwamen we in een file terecht, een nogal ongewoon verschijnsel tijdens onze vakantie. Al snel zagen we waardoor de file werd veroorzaakt, er stond een brandende auto midden op de weg. Toch altijd akelig om zoiets te zien, ik hoopte maar dat er niets ernstigs was gebeurd met de inzittenden. Geluk (voor ons) bij het ongeluk was, dat de auto boven op een viaduct stond. Het verkeer werd via de afrit omlaag geleid, en direct daarna via de oprit weer naar boven. Zo hadden we niet meer dan een minuut of 10 oponthoud, dus dat viel weer mee. Verder verliep de lange rit helemaal zonder bijzonderheden, vooral tijdens de tweede helft van de rit reden we door het lange lege niets... Ongelooflijk dat je zo lang kan rijden zonder ook maar iets tegen te komen, geen dorpjes, geen bomen, geen vee langs de weg... alleen maar een oneindige saaie vlakte met wat kleurloze grassen en struiken. Gelukkig wisten we dit allemaal al lang van te voren, we hadden onze muziek CD's dan ook vooral gemaakt met deze weg in gedachten. Om eerlijk te zijn, ik vond het heerlijk. Lekker verstand op nul, muziekje aan, nog wat nagenieten van die prachtige hike van deze ochtend... ik verveelde me geen moment.

Uiteindelijk besloten we om in Roswell een motel te gaan zoeken. Nu heb ik altijd gedacht dat dat een onooglijk klein dorpje was, met tien of elf huizen, ongetwijfeld een kerkje en een bar, en verder nog hooguit twee motels. Ik was dan ook behoorlijk verbaasd toen het een grote plaats bleek te zijn. Met maar liefst 45.000 inwoners, als ik Wikipedia mag geloven. Roswell is wereldwijd bekend geworden omdat hier in 1947 een ufo zou zijn neergestort; het Amerikaanse leger zou destijds de lichamen van een aantal aliens hebben gevonden. Natuurlijk hebben we nog even rondgekeken of we toevallig nog een paar aliens in Roswell rond zagen lopen, maar nee, we kwamen er geen tegen. Ik denk overigens wel dat er minstens ééntje ooit is verhuisd naar Santa Fe, hij werkt daar in de PizzaHut!

 
Dag 19 : donderdag 8  mei : Roswell - Carlsbad Caverns NP - Carlsbad
Gereden : 151 mijl (9,5 mijl dirtroad)
Natural Entrance Tour : 1,25 mijl
Big Room Tour : 1,25 mijl

Carlsbad Caverns copyright © hanz meulenbroeksVooraf hadden we behoorlijk getwijfeld of we wel naar Carlsbad Caverns zouden gaan. We hebben nu eenmaal niet zoveel met grotten, en we moesten er nog een heel eind voor omrijden ook. Aan de andere kant, we zaten nu wél in New Mexico en dit was dus waarschijnlijk toch de beste gelegenheid om de grotten in de route op te nemen. De enthousiaste reacties van onze mede AllesAmerika-forummers trokken ons over de streep, we wilden wel eens gaan controleren of het echt zo mooi was als dat zij beweerden.

En zo stonden we dus, een kleine twee uur nadat we vanuit Roswell waren vertrokken, bij de ingang van het park. Daar ligt het plaatsje Whites City, waar we eigenlijk hadden willen overnachten. Maar toen we dit gat met eigen ogen zagen daalde onze interesse om hier een slaapplaats te zoeken abrupt tot onder het nulpunt... de twee motels zagen er weliswaar nog behoorlijk nieuw, maar tegelijkertijd ook helemaal verwaarloosd en verlaten uit. Kapotte ruiten, gescheurde gordijnen, een auto op de parkeerplaats die er ook niet lekker fris uitzag... En ook de rest van het 'plaatsje' stelde niets voor, een tankstation, een souvenirwinkeltje, een kantoortje waar je - volgens het opschrift boven de deur - tickets voor de grottentours kan boeken, veel meer was het niet. Nou, da's duidelijk, we slapen vannacht niet hier maar in de plaats Carlsbad! Grappig detail: op 12 juli van dit jaar verscheen er een berichtje in de krant "Amerikaanse stad te koop". Whites City dus; ik geloof niet dat wij er veel belangstelling voor hebben...

Je kan op twee manieren de grotten binnengaan, via een lift, of te voet. Wij kozen voor de tweede mogelijkheid, en dus stonden we op gegeven moment bovenaan een zigzaggend pad waarover je - via een groot gat in de rotswand - naar binnen kan lopen. De Natural Entrance, heet dat gat. Carlsbad Caverns copyright © hanz meulenbroeksEr vlogen honderden kleine vogels razendsnel de grot in en uit, even dacht ik dat het de vleermuizen waren die hier in de grot leven maar nee, het waren toch echt allemaal vogels. Terwijl we naar beneden liepen kwam een parkranger net omhoog lopen, bepaald geen sportief type met z'n dikke buik (ja hoor Melanie, we weten dat je hier mee leest en ik hóór je nu denken..."nou pap en mam, als er iemand geen commentaar mag maken op iemand anders z'n buikomvang...") Hij hijgde, hij zweette, maar ondanks dat bleef hij toch in een behoorlijk tempo verder lopen. Wij zeiden elkaar vriendelijk goedendag, en vervolgens liepen we - tussen de vogeltjes door - de grot binnen. Het was best wel donker, daar. Maar toen onze ogen aan het vage licht gewend waren konden we toch nog best duidelijk zien hoe gigantisch groot deze ondergrondse ruimte was... Het pad liep behoorlijk steil omlaag, het was vrij vochtig en daardoor soms een beetje glad. Maar geen nood, vrijwel overal zat een railing langs het pad, steun genoeg dus. We zagen grote stalagmieten, hele diepe kloven, houten trapjes die tientallen jaren geleden door avontuurlijke speleologen zijn gebouwd, op sommige plaatsen waren er ook waterpoelen te vinden. Het was echt een supermooie wandeling! Over een afstand van 2 kilometer gingen we ongeveer 230 meter naar beneden, we zagen bijna geen andere mensen onderweg. Behalve dan… diezelfde ranger die we bij de Natural Entrance ook al waren tegengekomen!! Blijkbaar was hij via de lift weer naar beneden gegaan, en mocht hij nog een keer diezelfde route omhoog lopen om te checken of alle toeristen zich wel netjes gedroegen. Nou, op deze manier zal dat buikje er vast wel snel vanaf gaan!

Na de toch wel heel indrukwekkende afdaling bereikten we de Big Room. Even wat cijfertjes: de Big Room is 550 meter lang, 76 meter breed, de totale grondoppervlakte bedraagt ongeveer 33.210 m², en de grot heeft een hoogte die overeenkomt met 25 verdiepingen! En dat is groot, héél groot!! En niet alleen de gigantische grootte maakte heel veel indruk op ons, ook de prachtige stalagmieten, stalactieten en imposante zuilen die we aan alle kanten om ons heen zagen. Carlsbad Caverns copyright © hanz meulenbroeksOp sommige plekken hing heel het plafond echt hartstikke vol met lange, spitse stalactieten, zoveel heb ik er nog nooit eerder bij elkaar gezien. Een heel aparte was de Lions Tail, een naar beneden hangende punt met aan de onderzijde een dikke knobbel die inderdaad heel erg veel op de staart van een leeuw leek. En dan de Hall of the Giants, met o.a. de massieve Giant Dome die helemaal van de bodem tot aan het plafond reikte. En meer, nog heel veel meer. Het fotograferen van al dat moois was overigens wel een hele moeilijke opgave, want de grotten worden maar heel summier belicht. Ik heb nog wel even mijn best gedaan, met mijn Powershot, maar ik merkte al snel dat dat helemaal zinloos was. Zonder flits was alles veel te donker, met flits werden de rotsformaties veel te fel belicht. Met Hans z'n toestel én het onmisbare statief lukte het gelukkig wel wat beter, met een hele lange sluitertijd konden er toch wel wat aardige foto's worden gemaakt. Nadat we echt élke meter van de Big Room hadden bekeken, gingen we met de lift weer naar boven. Ook een leuke ervaring, zo 230 meter omhoog tussen de rotswanden door.

We hadden nog genoeg tijd voor de Walnut Desert Canyon Drive, een bovengrondse scenic route die door het park heen loopt. Het begin van de rit viel wat tegen, er was niet echt veel bijzonders te zien onderweg. Tijdens de tweede helft werd het wel wat beter, we zagen wat ocotillo's (dat zijn hoge, ranke planten met prachtige rode bloemen er in), de prickly pear cactus en nog allerlei andere planten waar ik me - als cactusleek - qua benaming maar niet aan ga wagen. Na 9,5 mijl bereikten we de hoofdweg weer, en we kwamen al snel tot de conclusie dat de rit via de Walnut Desert Canyon Drive niet echt veel aan onze beleving van het park had toegevoegd, de rit over de gewone toegangsroute was minstens net zo mooi, nee, mooier nog!

Verder hebben we over deze dag niets speciaals meer te melden, motelletje zoeken, even winkelen, magnetronmaaltijd klaarmaken en opeten op de motelkamer (niet lekker!), dat was het verder wel. Dus besluit ik het verslag van deze dag maar met de opmerking dat ik me voortaan van harte aansluit bij de forummers die het advies geven om - ondanks de vele extra mijlen die je ervoor moet rijden - Carlsbad Caverns toch écht wel in je route op te nemen. Ik had deze ervaring voor geen goud willen missen.

Dag 1-7 -Dag 8-13 - [Dag 14-19] - Dag 20-28
Links Contact Disclaimer