Home Nationale ParkenBezienswaardighedenUpdate
Reisverslag - 2008
   
Dag 1-7   [Dag 8-13]  Dag 14-19  Dag 20-28 Grote Foto's
   
Dag 8 : zondag 27 april : Springdale - Kanab
Gereden :112 mijl (9 mijl dirtroad)
Hidden Canyon Trail (Zion NP) : 4,2 mijl

 Hidden Canyon Trail copyright © hanz meulenbroeksZion National Park begint zo langzamerhand een wel heel bekende plek voor ons te worden. We hebben dit park in 1995 voor de eerste keer gezien, toen er nog geen shuttlebussen waren en we dus nog met de auto de canyon in mochten rijden. Daarna zijn we er in 2001, 2003 én 2006 weer geweest, we hadden daarom besloten om het park dit jaar maar links te laten liggen. Maar ja, we waren er nu zo dichtbij én we liepen een halve dag voor op ons reisschema... Op internet zochten we naar een trail die we nog niet gelopen hadden, én die qua lengte en moeilijkheidsgraad in ons straatje viel. Het werd de Hidden Canyon Trail, al had ik er vooraf toch wel wat twijfels over.... een smal pad langs een diepe afgrond, kettingen om je aan vast te houden.... waarom was ik twee jaar geleden ook alweer afgehaakt bij de Angels Landing Trail???

 Hidden Canyon Trail  copyright © hanz meulenbroeksEen wandeling van 1,1 mijl is niet lang, behalve dan wanneer het voortdurend steil omhoog gaat. En laat dat nou net het geval zijn bij de Hidden Canyon Trail: het is een smal, geasfalteerd pad vol met switchbacks. Aan een stuk door klimmen dus. Op gegeven moment was het asfalt op, en moesten we verder lopen over een pad dat deels zanderig was, en deels rotsachtig. Tussen het zwoegen, hijgen en zuchten door hadden we gelukkig ook nog volop de tijd om om ons heen te kijken, het zag er weer schitterend uit allemaal. De hoge rotswanden, het vele groen, de rivier beneden ons in het dal. Hoe hoger we kwamen, hoe mooier het plaatje werd. Via een steile, in de rotsen uitgehouwen trap klommen we nog verder omhoog, en toen bereikten we dus het gedeelte waar ik me vooraf toch wel wat onzeker over voelde: de kettingen! Het pad was hier nog veel smaller dan in het begin, en rechts van het pad lag een diepe afgrond. Steil was het hier niet, het pad ging wel lichtjes omhoog maar nergens kwamen er moeilijk uitziende klimpartijen bij te pas. Oh, da's een makkie! Gewoon de ketting vasthouden en lopen maar, dat durf zelfs ik wel! Uiteindelijk waren er vier gedeeltes waar een ketting aan te pas kwam, het laatste stuk was overigens wel wat lastiger dan de eerste drie. Maar, ik kan trots zijn op mezelf, ook dat laatste stukje heb ik volbracht!

 Hidden Canyon Trail  copyright © hanz meulenbroeksEn toen waren we dus bij het einde van de trail. En tegelijkertijd bij het begin van Hidden Canyon, de wandeling door de canyon zelf wordt namelijk niet bij de trailafstand van 1,1 mijl meegerekend. Raar eigenlijk, want als je de moeite hebt gedaan om dat hele stuk omhoog te klimmen, dan is het toch zonde om de canyon zelf over te slaan! Hier hoefden wij echt niet lang over na te denken, natuurlijk gingen wij Hidden Canyon verkennen. Dat was makkelijker gezegd dan gedaan, want al heel snel werd de weg versperd door een aantal grote rotsblokken die midden in de kloof lagen. Hans laat zich echter niet zomaar tegenhouden, hij klom over de rotsen omhoog en ontdekte al snel hoe hij het obstakel kon overwinnen. Daarna moest hij mij er nog overheen loodsen, en even later stonden we dus samen aan de andere kant van de versperring. Midden in een prachtige kloof met los zand, met bomen, met kleine rotsblokken. Na 800 meter zagen we zowaar een kleine maar wel hele mooie arch langs de rotswand staan. We kwamen nog een paar plekken tegen waar de canyon vol lag met rotsblokken, en waar we dus moesten zoeken hoe we daar het beste overheen konden klimmen. Hans deed het zoekwerk, ik volgde heel braaf. Tot we, op het moment dat we zowat 1 mijl de canyon in waren gelopen, een iets té hoge stapel stenen tegenkwamen en dus echt niet meer verder konden.

 Hidden Canyon Trail  copyright © hanz meulenbroeksOp de terugweg kwamen we een wat ouder stel tegen, ik schat hun leeftijd toch wel ruim boven de zestig, misschien haalden ze de zeventig zelfs wel. Het was net bij de laatste ketting dat we elkaar passeerden, die lastige dus. De vrouw liep voorop, en ze vroeg me of het nog ver was naar Weeping Rock. Naar Weeping Rock, hoorde ik dat goed!!! Eh, lieve mevrouw, u zit hier helemaal verkeerd. Weeping Rock ligt maar een kwart mijl van de parkeerplaats vandaan, u bent helemaal in het begin het verkeerde pad opgelopen. Maar ik kreeg geen kans om het uit te leggen, haar man maande haar aan om door te lopen en verzekerde haar dat hij haar wel naar de goede plek zou brengen. Ik benadrukte nog een keer dat ze hier toch écht niet naar Weeping Rock liepen, maar meneer had daar geen boodschap aan. We keken het stel stomverbaasd na, niet alleen vanwege de botte reactie van de man maar meer nog omdat zij – blijkbaar zonder dat dit de bedoeling was – zo ver over dit steile pad en langs de kettingen waren doorgelopen. Toch knap hoor, ik teken ervoor als ik dat op die leeftijd allemaal nog kan!

 Coral Pink Sand Dunes copyright © hanz meulenbroeksWat een verschil met dat jonge Aziatische stel dat we een stukje verderop tegenkwamen. We waren inmiddels alweer een heel stuk afgedaald, en dat betekende uiteraard dat de mensen die ons tegemoet kwamen nog een heel stuk omhoog zouden moeten. Dat jonge stel, begin twintig denk ik, had het heel zwaar. Ze hijgden en puften vele malen harder dan wij tijdens de heenweg, en het meisje sprak ons haast wanhopig aan. Hoe ver het nog was, wilde ze weten. Ze baalden zichtbaar toen we hen vertelden dat ze nog niet eens halverwege waren, en wij voelden ons opeens weer heel erg fit en sportief! Want wij – zeker dubbel zo oud als dit stel - hadden deze klus toch maar mooi wél geklaard.

Na deze zeer geslaagde trail pakten we onze planning weer op, het was tijd voor een rit over de onverharde Smithsonian Butte Byway. Aan een zijweg daarvan ligt een kleine ghost town, Grafton. Nou, dat was dus echt helemaal niets… een paar stenen gebouwen die er veel te netjes en modern uitzagen en daardoor dus geen ghost town sfeer uitstraalden, en een houten huisje dat er niet onaardig uitzag, maar dat in z'n eentje de term ghost town natuurlijk ook niet waar kon maken. Het vlakbij gelegen kerkhof deed erg nep aan, we hadden de indruk dat veel van de graven daar niet authentiek waren. Het enige dat de korte omweg nog een beetje de moeite waard maakte, dat was de route er naartoe. Mooie rotsen, daar onderweg!

 Coral Pink Sand Dunes  copyright © hanz meulenbroeksDe rit over de Smithsonian Butte Byway was een leuk tussendoortje. De weg kronkelde tussen de bomen en de struiken door, en hier en daar hadden we een mooi uitzicht, o.a. op de rotsen van Zion National Park, in de verte. Vooraf dachten we dat het een gravelweg zou zijn, makkelijk om te rijden. Maar het wegoppervlak was toch wel wat slechter, het was erg ongelijk en hobbelig. Met een gewone personenauto zal het vast wel te doen zijn, maar een SUV is toch wel prettiger op zo'n weg. Het laatste stuk van de weg was wat saaier, gewoon recht toe recht aan en geen mooie uitzichten meer. Daarna was het nog een kleine 50 mijl rijden naar onze overnachtingsplaats Kanab.

Vanwege onze afspraak met gids Terry Alderman, voor de rit naar White Pocket op 29 april, hadden we al een motelkamer geboekt in de Best Western Red Hills, voor de 28ste en de 29ste. Niet voor vandaag dus, we boeken het liefst zo min mogelijk vooraf zodat we altijd in onze route kunnen schuiven als we dat graag willen. Maar natuurlijk was het wel het handigste om nu een kamer te nemen in hetzelfde motel. De jongeman daar aan de balie bleek onze namen niet in zijn administratie te hebben, ook niet voor morgen en overmorgen! Met behulp van onze uitgeprinte reserveringsbevestiging kwamen onze gegevens gelukkig wel naar boven, en we konden zowaar ook nog een kamer krijgen voor de komende nacht.  Coral Pink Sand Dunes  copyright © hanz meulenbroeksNadat we dit geregeld hadden zijn we nog even naar de PizzaHut gegaan, speciaal voor Melanie met wie ik in 2003 in diezelfde PizzaHut de meest overheerlijke pizza aller tijden heb gegeten. Geserveerd door de hartelijke, vriendelijke serveerster Jody, of ik haar nog even de groeten wilde doen! Maar helaas, Jody was er niet. Het meisje dat nu onze bestelling opnam was overigens al even aardig als Jody, en de pizza smaakte weer even goed.

Na het eten zijn we naar het Coral Pink Sand Dunes State Park gereden, een uitgestrekt gebied met lichtrood gekleurde zandduinen. Vooral tijdens zonsondergang zijn die duinen erg fotogeniek, omdat de kleuren dan heel warm en diep worden. Je kan het duinenveld bekijken vanaf een speciaal daarvoor aangelegd platform, maar het is natuurlijk veel leuker om zelf wat door het zand rond te lopen. En leuke shots te zoeken van de mooie ribbels in het zand, en de planten die daar groeien. Aan de bovenzijde hebben de duinen een hele scherpe rand, en ook dat moest natuurlijk op de foto worden gezet. Maar ja, dan moet je wel eerst naar boven klimmen, en dat was dus ongelooflijk zwaar! Na een tijdje had ik het daarboven wel weer gezien, en ben ik weer naar beneden gezakt (het woord 'gelopen' is hier niet de juiste term!) Terwijl ik daar beneden weer druk bezig was met het fotograferen van de ribbels en de planten, drong het opeens tot me door dat de filters van Hans z'n fototoestel in mijn heuptas zaten. Chips, die had hij misschien wel nodig daarboven. Ik ben dus wéér door dat losse zand naar boven geklommen, de steile trail van deze ochtend in Zion was er kinderspel bij. Mijn benen wilden niet meer.... na elke paar stappen moest ik een tijdje stil blijven staan om ze even rust te gunnen. Toen ik eindelijk weer boven was kreeg ik dus te horen dat Hans de filters uit mijn heuptas niet nodig had.... nou ja zeg.... Toen het donker werd zijn we weer naar de auto teruggelopen, voordat we in konden stappen moesten we eerst een hele lading zand uit onze schoenen schudden. Daarna nog een rit door het donker naar Kanab (waarom blijven die konijnen nu altijd midden op de weg zitten als ze koplampen aan zien komen??). En om deze dag af te sluiten natuurlijk nog even onze mening over Coral Pink Sand Dunes State Park:  het is niet echt bijzonder om hier rond te lopen, maar het is wel een leuke plek om foto's te maken.

 
Dag 9 : maandag 28 april : Kanab - Willis Creek - Bull Valley Gorge - Kanab

Gereden : 116 mijl (54 mijl dirtroad)
Willis Creek Trail : 2,2 mijl
Bull Valley Gorge Trail : 4 mijl

Willis Creek Slot Canyon copyright © hanz meulenbroeks"Willis Creek en Buckskin Gulch zijn prima begaanbaar. Bull Valley Gorge heb ik een paar weken geleden zelf nog bezocht, toen waren er nog wel diverse modderpoelen…”, aldus de informatie die wij kregen van de medewerkster van het Bureau of Land Management in Kanab. Nou, dat klonk heel goed. We waren vooral erg blij om te horen dat we Buckskin Gulch zouden kunnen gaan bekijken, die trip hadden we twee jaar geleden immers over moeten slaan omdat er toen te veel water in de canyon stond. Maar eerst waren Willis Creek en Bull Valley Gorge aan de beurt....  Toen we bij het kantoortje van de BLM vertrokken, nam ik meteen even de tijd op. Ik wilde precies weten hoe lang de rit naar de twee slotcanyons zou duren. We wilden voor vier uur terug zijn in Kanab, voor onze afspraak met Marjan en Jan van het Alles Amerika forum en met Terry Alderman, de gids.

De rit naar de beide slotcanyons was mooier dan we vooraf verwachtten. Langs de Johnson Canyon Road zagen we een paar sfeervolle oude huisjes staan, Willis Creek Slot Canyon copyright © hanz meulenbroeksze waren bewoond en het was dus geen ghost town, maar qua sfeer en uitstraling deed het ons veel meer aan een ghost town denken dan het plaatsje Grafton dat we gisteren hadden bezocht. Even verderop reden we tussen een aantal grote, lichtgekleurde rotsen door. Langs de Skutumpah Road werd het veel minder rotsachtig, we reden hier tussen bomen door en ook een paar keer door meer open gebieden. Zo nu en dan was het uitzicht heel weids, we konden zelfs in de verte Bryce Canyon National Park zien liggen.

Wat was het ontzettend leuk om door Willis Creek slotcanyon heen te lopen! Nu zijn we sowieso slotcanyon-gek, dus wij zijn al gauw tevreden als we door zo'n smalle kloof mogen lopen. Maar een slotcanyon mét een vrolijk voortkabbelend beekje daar midden in, da's toch net weer even iets anders. Tussen de canyonwand en het beekje was meestal net genoeg ruimte om er onze voeten neer te zetten, alleen was dat afwisselend aan de linker- en dan weer aan de rechterkant. We moesten dus vaak, héél vaak, over het beekje heen stappen of springen.Na 800 meter kwamen we bij een mini-watervalletje, daar moesten we even via een paar rotsen aan de linkerkant omhoog klimmen. Maar verder was deze trail helemaal vlak en erg eenvoudig. Het mooiste deel van de canyon lag voorbij het watervalletje, de wanden hebben daar erg mooie structuren. Op het moment dat we de splitsing met Averett Canyon bereikten zijn we omgedraaid, en al stappend en springend teruggegaan naar de parkeerplaats. Willis Creek Slot Canyon copyright © hanz meulenbroeksEerst even picknicken onder de Cottonwood Trees, en daarna op naar Bull Valley Gorge.

Nu wist ik al dat deze kloof heel wat lastiger zou zijn dan Willis Creek. Meteen al in het eerste deel konden we rekenen op twee lastige afdalingen, en volgens wat ik gelezen had zouden minder handige mensen hier absoluut de hulp van iemand anders nodig hebben. We besloten om eerst maar eens naar het begin van de canyon te lopen, dan zouden we daar wel beslissen of we het wel of niet aandurfden. Vanaf de parkeerplaats liepen we zo'n 800 meter langs de bovenzijde van Bull Valley Gorge af, toen bereikten we de plek waar je de canyon in kan gaan. Het was inderdaad een hele lastige afdaling, wel zo'n twee meter diep en niets om je goed aan vast te houden. Ik heb het wel even geprobeerd, maar nee, ik durfde het niet. Ook niet met behulp van het touw dat we speciaal hiervoor hadden meegenomen, ik vond het echt veel te eng. Dat was echt balen, de canyon zag er van de rand af al schitterend uit en we wilden er zo graag in. Uiteindelijk besloten we dat Hans in z'n eentje naar beneden zou gaan, ik zou hem dan vanaf de rand blijven volgen.

Bull Valley Gorge copyright © hanz meulenbroeksIk keek nog even toe hoe Hans zonder problemen de twee meter naar beneden toe overbrugde, daarna liep ik terug naar het pad en zocht ik een plekje langs de rand waar ik de bodem van de canyon kon zien. Terwijl ik daar stond te wachten tot Hans 'in beeld' zou verschijnen, hoorde ik allerlei geluiden van beneden komen, vooral schuivende en schurende geluiden. Het duurde best lang… maar toen was ie daar toch eindelijk. “Het is maar goed dat je niet mee bent gegaan” riep Hans, “die tweede afdaling was nog veel moeilijker dan de eerste.”  Nou, we hadden dus de juiste beslissing genomen.... dachten we.....

In 1954 is een auto vanaf de Skutumpah Road de canyon ingereden, bij dat ongeval zijn drie mensen om het leven gekomen. De auto hangt nu nog steeds hoog in de canyon, ineengeklemd tussen de wanden. Hans en ik konden 'm allebei goed zien, ik vanaf de canyonrand en hij van beneden uit.Een Chevrolet was het, een deel van het naamplaatje was nog steeds leesbaar. Voorbij de auto lag de brug, Hans liep er onderdoor en ik – uiteraard – er overheen. Bull Valley Gorge copyright © hanz meulenbroeksTot nu toe had ik steeds vrij dicht langs de canyonrand kunnen lopen, maar aan de andere zijde van de brug zou dat niet meer gaan lukken, zag ik. Er stond daar veel meer vegetatie dicht bij de rand, en het pad liep vrij ver van de rand vandaan. Op die manier had het geen zin om mee te lopen, we zouden elkaar toch niet kunnen zien of horen. En toen hadden we dus een probleem, want dat 'elkaar niet meer kunnen zien of horen' begon hier op deze plek meteen al. Okay, we hoorden elkaar nog wel, maar we konden alleen niets meer verstaan! Ik heb geschreeuwd dat ik niet meer mee kon lopen, Hans riep iets terug, en ik kon alleen maar hopen dat hij mij wel had verstaan.

Gelukkig hadden we vooraf wel goed doorgepraat waar hij de canyon uit zou kunnen klimmen, nadat hij onder de brug door was gegaan zou hij nog anderhalve kilometer door moeten lopen, en daar zou dan een plek zijn waar je de canyon uit kan. Ik zat even te rekenen, anderhalve kilometer door de canyon, daarna anderhalve kilometer aan de bovenzijde weer terug, ondertussen natuurlijk vaak stoppen om foto's te maken… dat zou toch al gauw een uur gaan kosten. Het was nu 12 uur, ik verwachtte hem dus terug rond een uur of 1. Prima, dan hadden we nog ruim voldoende tijd om naar Kanab te rijden voor de ontmoeting met Marjan en Jan. Ik pakte een stoel uit de auto en ging er eens lekker voor zitten.

Nou ja, lekker zitten, niet echt hoor. Ik vond het vervelend dat ik niet zeker wist of Hans me had verstaan, zou hij nu aan het zoeken zijn waar ik was, zou hij de plek waar hij de canyon uit kon klimmen wel kunnen vinden?? Bull Valley Gorge copyright © hanz meulenbroeksHet werd 1 uur, en nog steeds geen Hans te zien. Op gegeven moment ben ik op het bruggetje gaan staan, en ik heb keihard staan roepen… Hallo, hoor je me? Na een keer of tien roepen meende ik, heel vaag, dat ik iemand terug hoorde roepen. Was dat echt? Of verbeeldde ik het me? Nog maar eens roepen, en ja hoor, nu wist ik het zeker. Ik hoorde Hans z'n stem, en tot mijn verbazing kwam die recht van beneden. Hij zat nog steeds in de canyon, op dezelfde plek waar ik hem voor het laatst had gehoord.

Hij had dus inderdaad niet de plek gevonden waar hij de canyon uit kon klimmen. En terug via de weg waar hij er in was gegaan was ook niet mogelijk, het was niet te doen om bij de tweede afdaling weer omhoog te klimmen. Er zat dus maar een ding op, ik moest gaan uitzoeken waar hij de canyon uit zou kunnen komen. Gewapend met de GPS ben ik het pad langs de canyon opgelopen, zo vaak mogelijk ben ik door de struiken heen naar de rand gegaan om al roepend het contact weer te herstellen. Lastig hoor, als je elkaar bijna nergens kunt zien en maar heel sporadisch kunt horen. Toen de GPS anderhalve kilometer aanwees, zag ik inderdaad een schuine helling in plaats van een steile rotswand. Ik kon van bovenaf niet beoordelen of het mogelijk was om daar tegenop te klimmen. Diep beneden me zag ik Hans tegen de helling omhoog gaan.... het ging langzaam en ik begreep wel dat het een zwaar karwei was! Maar uiteindelijk bereikte hij dan toch de rand, wat was ik blij dat ik hem weer heelhuids bij me had.

Bull Valley Gorge copyright © hanz meulenbroeksMaar wat zag hij eruit… alles zat onder de modder. Vooral zijn schoenen en zijn benen, maar ook zijn broek, zijn heuptas, de standaard, zelfs op het fototoestel zaten flinke moddervegen. Hij was ontzettend vies en ontzettend moe, maar verder was gelukkig alles okay. En dat was het belangrijkste, toch! Natuurlijk kreeg ik nu ook zijn kant van het verhaal te horen. Modder, ijs, moeilijke obstakels.... de tocht was veel en veel zwaarder dan we vooraf hadden ingeschat. En dat hij alleen was, dat had het er allemaal niet makkelijker op gemaakt. Want als je met z'n tweeën bent, dan kan je elkaar nog eens een kontje geven of met de hand omhoog trekken. Eén moment was echt moeilijk, hij was toen tot aan zijn knieën in een modderpoel gezakt terwijl hij nergens houvast had om zich er weer uit te trekken. En als je zo bezig bent, dan verlies je natuurlijk je besef van de afstand die je hebt afgelegd. Hij dacht dat hij de plek waar hij de canyon uit zou kunnen klimmen al lang voorbij moest zijn, daarom was hij weer omgedraaid. Maar nu bleek dus dat hij op dat moment nog niet ver genoeg had gelopen. Ook het laatste stuk, tegen de helling omhoog, was veel moeilijker dan dat we uit onze informatie hadden begrepen.

De stoel stond nog netjes bij onze auto, en Hans heeft daar even een korte pauze genomen. Voor de afspraak met Marjan, Jan en Terry waren we inmiddels toch al veel te laat, dus daarvoor hoefden we ons niet meer te haasten. Daarna zijn we naar Kanab teruggereden; onderweg wilde ik natuurlijk toch wel graag een verslag van Bull Valley Gorge zelf, was het een mooie canyon, was de tocht de moeite wel waard geweest?Nou, dat gelukkig wel. Maar hoe het er nu ook alweer precies uitzag, dat kon hij even niet onder woorden brengen. Maar, om met Harm Edens te spreken: Gelukkig hebben we de foto's nog… Dan kunnen we thuis eens rustig bekijken hoe Bull Valley Gorge er precies uitziet.

Bull Valley Gorge copyright © henriette meulenbroeksWaar zouden Marjan en Jan zijn? Nog bij ons motel, bij Terry, weer bij hun camper? We besloten om eerst maar eens naar onze motelkamer te gaan, eerst even douchen voordat we ons weer onder de mensen durfden te vertonen. Maar zover kwamen we niet… Hans trapte ineens op de rem en keerde de auto.... “Volgens mij zie ik ze daar lopen…”, zei hij. En ja hoor, hij had helemaal gelijk. En zo komt het dus dat onze allereerste Alles Amerika mini-meeting plaatsvond op de stoep in Kanab! Met Hans z'n modderkleren en –benen als bewijs voor de reden dat we een uur te laat waren. Marjan en Jan hadden inmiddels al contact gehad met Terry; ze hadden afgesproken dat we morgenvroeg om half 9 bij zijn winkel bij elkaar zouden komen.

We spraken af om samen te gaan eten. Nadat wij ons hadden opgefrist, uiteraard. We hebben er nog heel wat werk aan gehad om alles weer een beetje op te knappen, gelukkig hadden we twee oude handdoeken van thuis meegebracht en die hebben we er maar aan opgeofferd om de standaard en het fototoestel weer schoon te krijgen. Vooral de standaard zag er vreselijk uit, er zat overal modder tussen de verschillende onderdelen. De schoenen, sokken en heuptas konden gewoon onder de kraan, vooral uit de sokken blééf maar zand komen, hoe lang ik ook spoelde. Z'n broek heb ik maar mee onder de douche genomen, zodat daar in elk geval ook het ergste uit was. Na de grote poetsbeurt zijn we naar Marjan en Jan gereden, eerst hebben we gezellig een tijdje bij hun camper gezeten en daarna zijn we naar de Mexicaan geweest. De tijd vloog om, dat gaat echt snel als je zoveel te vertellen hebt. Heerlijk is dat, een hele avond lekker over je favoriete vakantieland te kunnen kletsen.

 
Dag 10 : maandag 29 april : Kanab - White Pocket - Kanab

Gereden :ongeveer 150 mijl (waarvan ongeveer 70 mijl dirtroad)

Vanaf het moment dat we voor het eerst foto's van White Pocket op internet zagen, stond een bezoek aan dit kleine gebied hoog, heel erg hoog op ons verlanglijstje. Maar ja, die weg er naartoe, daar zagen we toch wel tegenop.Een lange route over onverharde wegen, met veel los zand waarin je – zo lazen we in verschillende reisverslagen – makkelijk met je auto vast kan komen zitten. Sonja en David van het Alles Amerika forum hadden White Pocket bezocht met een gids uit Kanab, Terry Alderman. Dat leek de oplossing voor ons probleem te zijn, we namen contact op met Terry en vroegen of hij ook ons naar White Pocket zou willen brengen. Hij hield ons nog lang in spanning, vaak reageerde hij niet of pas na lange tijd op onze emails en het was dan ook erg moeilijk om goede afspraken te maken. Maar uiteindelijk lukte het, Terry bevestigde dat hij op 29 april tijd voor ons had. Ook Marjan wilde erg graag naar White Pocket toe; ik had niets anders verwacht want wij hebben echt precies dezelfde smaak als het op Amerikavakanties aankomt. Voor haar kwam de 29ste april ook heel goed uit, dus spraken we af dat we de trip gezellig met ons vieren zouden gaan maken. Gelukkig was Terry deze keer wel heel snel met zijn antwoord, vier personen was geen probleem, Jan en Marjan waren ook van harte welkom!

White Pocket copyright © hanz meulenbroeksEn zo reden we dus, 's ochtends iets voor half negen, met ons vieren naar de fotozaak van Terry. Hij was zijn auto, een oude Chevrolet met 157.800 mijlen op de teller, al voor ons aan het inrichten. Wij maakten kennis met hem (Jan en Marjan hadden hem de dag daarvoor al ontmoet), en even later konden we aan onze lang verwachte trip beginnen. Marjan mocht voorin naast Terry zitten, Jan, Hans en ik namen de achterbank in beslag. De eerste 40 mijlen gingen heel soepel, maar ja, dat was dan ook nog de verharde weg van Kanab naar het begin van de House Rock Valley Road. Op die onverharde weg merkten we dat de Chevrolet van Terry toch echt een heel wat minder goede vering had dan onze splinternieuwe Nissan X-Terra. We werden behoorlijk door elkaar geschud.

We stopten bij een primitieve camping dicht bij de staatsgrens met Arizona. Mét een pittoilet, een toiletpot boven een gat in de grond, en zonder water. Je kan dus niet doorspoelen! Ik griezel van dit soort wc's, vreselijk vind ik ze. Ik hoefde helemaal nog niet, maar ja, je weet wel dat het nog urenlang zal duren voordat er weer gelegenheid is voor een sanitaire stop. White Pocket copyright © hanz meulenbroeksDus heb ik toch maar even mijn afkeer overwonnen… om tot de ontdekking te komen dat deze pittoilet er behoorlijk netjes uitzag. Gelukkig maar. Ondertussen was Terry wat lucht uit de banden van zijn auto aan het laten, met zachte banden kan je namelijk veel beter door los zand rijden.

We dachten dat het rijden over de House Rock Valley Road al hobbelig was, maar toen we die weg verlieten en via de echte achterafweggetjes verder gingen bleek dat het nog veel erger kon. Op sommige plekken butsten we zowat met onze hoofden tegen de bovenkant van de auto aan, en we waren het er roerend over eens dat het maar goed was dat we deze route niet met onze huurauto hadden uitgeprobeerd. Terry was geen drukke prater, maar toch vertelde hij onderweg een paar leuke verhalen. Hij zit graag voor zijn winkel, zo vertelde hij, en omdat hij er nogal opvallend uitziet, met zijn lange haren en zijn cowboyhoed, vinden toeristen het leuk om hem te fotograferen. White Pocket copyright © hanz meulenbroeksMaar dat gebeurt dan vaak een beetje 'onopvallend', meestal mag de vrouwelijke helft van een echtpaar ergens op de achtergrond gaan staan en doet de man net of hij haar wil fotograferen, terwijl hij in werkelijkheid dus bezig is om een plaatje van Terry te schieten. Maar, zo lachte Terry, dan draait hij zich nét even de andere kant op, tot frustratie van de fotograferende toerist. Heerlijk zoals hij dat vertelde, ik zag het helemaal voor me gebeuren.

Terry vertelde ook dat hij graag door deze eenzame omgeving ronddwaalt. Gewoon, zomaar een voor hem onbekend pad inrijden en maar zien waar hij uitkomt. Op die manier had hij, jaren geleden alweer, White Pocket ontdekt. Hans en ik keken elkaar aan, en het was duidelijk dat we hetzelfde dachten… wat zouden wij het geweldig vinden om zoiets te kunnen doen. Dit is echt iets waarover we samen kunnen dromen, volop de tijd en de mogelijkheid hebben om rond te gaan rijden in dit soort gebieden, op zoek naar onbekende slotcanyons, arches, hoodoos en andere rotsformaties.

White Pocket copyright © hanz meulenbroeksDat zelf op zoek gaan zit er helaas niet in, maar we klagen niet hoor. Want aan ons toch al flinke rijtje van bijzondere plekken die we hebben mogen bezoeken, kunnen we sinds deze 29ste april weer een absoluut hoogtepunt toevoegen. White Pocket was mooi, adembenemend mooi. Het gebied bestaat uit versteende zandduinen in de meest fantastische vormen; we zagen lange vloeiende lijnen van dieprood zandsteen, met witte lijnen daar tussendoor. Grillige gevormde geelgekleurde vlakken. En grauwwitte kappen die doorsneden werden door rechte lijnen in een ruitvormig patroon. Hier en daar groeiden een paar struiken en zelfs enkele kleine bomen, dat zorgde voor een erg mooi contrast met de rotsen. Vanaf de rand van White Pocket konden we een behoorlijk eind weg kijken, daar ergens in de verte lag The Wave, waar we twee jaar geleden al net zo in diepe bewondering hadden rondgelopen. Marjan en Jan waren het overigens helemaal met ons eens, The Wave was geweldig mooi, maar White Pocket was zelfs nog meer indrukwekkend.

Terry zou voor het water zorgen, zo had hij beloofd. Dus we hadden zelf maar een klein beetje water meegenomen. Tja, als we van te voren hadden geweten dat het water uit de jerrycan van Terry zo verschrikkelijk vies zou smaken..... het had een metalige bijsmaak en ik heb dan ook veel minder gedronken dan anders, terwijl ik toch best wel dorst had.Brood hoefden we ook al niet mee te nemen, want Marjan zou voor de boterhammen zorgen.Die smaakten heerlijk, er kan toch niets op tegen échte Nederlandse kaas op je brood.

White Pocket copyright © hanz meulenbroeksWe hebben enkele uren rondgelopen in White Pocket, elk plekje hebben we bekeken en gefotografeerd. Onvermijdelijk kwam het moment dat we afscheid moesten nemen van dit prachtige gebied, we moesten immers nog 3 uur rijden voordat we weer terug zouden zijn in Kanab. Als afsluiter maakten we nog een paar groepsfoto's… laat nou net op dat moment het allerlaatste plekje op de fotostick van Hans z'n fototoestel vol te zitten. Tja, dat krijg je ervan als je zo'n bijzondere plek bezoekt. Marjan maakte toen een foto van Terry, Hans en mij met mijn toestel… helaas bleek later dat de instellingen verkeerd stonden, bijna alle foto's die ik deze dag heb gemaakt zijn mislukt. Dus ook die waarop Terry gebroederlijk naast Hans en mij staat.

De twee lange hobbelige ritten, het urenlange rondlopen door White Pocket.... het was een behoorlijk vermoeiende dag geweest. Ik was dan ook erg blij toen we weer in Kanab arriveerden. Terry vroeg ons of we hem onze foto's nog wilden toesturen, en natuurlijk beloofden we dat graag. We namen afscheid van Marjan en Jan (die we vast weer gaan ontmoeten tijdens een volgende Alles Amerika meeting), en ook van Terry. Misschien tot ziens, want het kan best zijn dat we volgend jaar weer met hem op pad willen!

 
Dag 11 : woensdag 30 april : Kanab - Buckskin Gulch - Page

Gereden : 116 mijl(27 mijl dirtroad)
Buckskin Gulch : 8,8 mijl(14 kilometer)

Volgens sommige internetsites is Buckskin Gulch de langste slotcanyon ter wereld. Of dat echt waar is, daarvan heb ik geen idee. Maar dat het de langste slotcanyon in het zuidwesten van de USA is, dát is in elk geval wel zeker. De kloof is ongeveer 20 mijl lang, en daarbij hoort een ononderbroken gedeelte van ongeveer 13 mijl waar de canyon vrijwel nergens breder is dan 3 meter. Een klein deel van die 13 mijl stond op onze planning, we waren benieuwd hoe ver we zouden kunnen komen.

Wire Pass Slot Canyon copyright © hanz meulenbroeks

Maar voor het zover was maakten we eerst even een korte omweg: we reden naar de plek waar twee jaar geleden de Paria Movie Set nog te zien was. Die houten gebouwtjes, die hebben gefigureerd in diverse westerns, televisieseries en commercials, zijn in 2006 afgebrand. Maar dat maakt de rit naar de plek waar ze voorheen stonden niet minder interessant, je ziet hier de allermooiste badlands van deze omgeving. Het was nu de derde keer dat we deze rit maakten, en het blijft schitterend. We zagen er ook nog een heel duidelijk voorbeeld van de verwoestingen die een flash flood aan kan richten, net voorbij de Movie Set zat een flinke kloof in de bodem die we twee jaar geleden echt nog niet hadden gezien. Wire Pass Slot Canyon copyright © hanz meulenbroeksDe dirtroad is er nu omheen geleid, dat was blijkbaar eenvoudiger dan het herstellen van de weggespoelde plek. De zon stond helaas net verkeerd, de badlands werden niet mooi belicht en we hebben dan ook vrijwel geen foto's gemaakt. Ach, niet erg, het is ook wel eens lekker om zonder fototoestel in de aanslag van een mooie plek te genieten.

We reden terug naar de hoofdweg, en even later draaiden we de House Rock Valley Road op. Ja hoor, diezelfde House Rock Valley Road waar we gisteren nog in Terry z'n Chevrolet overheen hadden gehobbeld. Na ruim 8 mijl bereikten we de parkeerplaats, alweer een bekende plek want hier hadden we twee jaar geleden ook al gestaan, voor onze hike naar The Wave. Om Buckskin Gulch te bezoeken heb je een permit nodig, maar gelukkig is die wel wat makkelijker te verkrijgen dan die voor The Wave. Gewoon een van de enveloppen pakken die daar op de parkeerplaats in een kastje liggen, je gegevens invullen, de ingevulde strook op je dashboard leggen en de envelop, met daarin 5 dollar per persoon, in de brievenbus stoppen. Natuurlijk moesten we daarna ook nog even ons hele hike-ritueel afwerken; we hadden inmiddels ervaring dus het ging al heel wat vlotter dan tijdens het begin van de vakantie.

Wire Pass Slot Canyon copyright © hanz meulenbroeksWe liepen eerst een mijl lang door de brede, bochtige Coyote Wash. Het waaide erg hard, inmiddels een bekend verschijnsel tijdens deze vakantie. De wind striemde het zand hard tegen onze rug en achterbenen aan. O jee, dat beloofde nog wat voor de terugweg, dan zouden we dit dus recht in ons gezicht hebben! De rotsen langs de wash werden langzaam aan steeds hoger, en zo liepen we zomaar vanzelf Wire Pass in, een korte slotcanyon die uitkomt in Buckskin Gulch. Nou, dit was dus alleen nog maar een voorproefje voor ons echte doel van vandaag. Maar wát een voorproefje, Wire Pass was prachtig!

In deze omgeving komt nogal eens een flash flood voor, het bewijs daarvoor hadden we net nog gezien bij de Paria Movie Set. En daardoor kunnen de omstandigheden in zowel Wire Pass als Buckskin Gulch van de ene op de andere dag veranderen, je kan hier zomaar rotsblokken of stukken hout vinden waar je overheen moet klimmen of die – in het ergste geval – de weg compleet kunnen versperren. Buckskin Gulch Slot Canyon copyright © hanz meulenbroeksEn ja hoor, meteen al in het eerste smalle gedeelte van Wire Pass kwamen we al twee obstakels tegen: een stel rotsblokken die tussen de wanden geklemd zaten. Het hoogste rotsblok kwam net zowat tot onze kruin, het was dus 1.70 meter hoog. Gelukkig was er voldoende houvast én we konden elkaar ook helpen (iets dat Hans erg gemist had tijdens zijn Bull Valley Gorge avontuur), dus we kwamen er vrij eenvoudig overheen. Even verder werd Wire Pass weer breder, daarna kwam er weer een heel mooi smal gedeelte. Niet breder dan 1 meter, en met hele hoge, donkere wanden. Zo hadden we er al een flinke wandeltocht op zitten voordat we Buckskin Gulch bereikten, onze GPS stond al dicht bij de 3 kilometer.

Wire Pass en Buckskin Gulch komen als een t-splitsing bij elkaar op een open plek die door hoge rotswanden wordt omringd. We konden dus kiezen, gaan we de linkertak van Buckskin Gulch in of wordt het de rechtertak? We besloten om eerst linksaf te gaan. De wanden waar we tussendoor liepen waren indrukwekkend hoog, maar toch… het echte slotcanyongevoel wilde hier even niet lukken. Daarvoor was het allemaal net te breed en te licht, de zon had volop kans om hier binnen te komen. Buckskin Gulch Slot Canyon copyright © hanz meulenbroeksEr lag veel los zand, waardoor het lopen hier veel zwaarder was. En het was ook wel duidelijk waar dat losse zand vandaan kwam, de harde wind blies het vanaf de bovenzijde zo de canyon in. Maar waar al die verse  koeiendrollen midden in de canyon nou vandaan kwamen, dat snapten we niet. Het was toch wel zeker dat er géén koeien via Wire Pass naar deze plek konden komen, het kon dus niet anders of er liepen ooit van die beesten via een van de andere toegangen Buckskin Gulch in.

Na een tijdje besloten we om te draaien, en de rechtertak van Buckskin Gulch te gaan verkennen. En dat hadden we eerder moeten doen, deze kant was veel mooier. De donkere, grillig gevormde wanden, kwamen op veel plekken dicht bij elkaar. Buckskin Gulch Slot Canyon copyright © hanz meulenbroeksDe bodem lag bezaaid met keien waarover het niet altijd makkelijk lopen was, maar toch, dit hebben we veel liever dan dat losse zand. Buckskin Gulch kan erg modderig zijn, vaak staat er nog veel water in. Maar wij hadden geluk, de bodem was vrijwel overal kurkdroog, we hebben maar één kleine waterpoel gezien. En veel opgedroogde modderpoelen. Op sommige plekken zaten stukken hout en takken hoog tussen de wanden ingeklemd, je wilt dus echt niet midden in Buckskin Gulch staan als er ergens een heftige regenbui losbarst!

Recht voor ons hoorden we vreemde geluiden. Een beetje zoals voetstappen, maar toch net wat anders. Het kwam langzaam aan dichterbij en op gegeven moment zagen we waardoor die geluiden werden veroorzaakt.... een kudde koeien! Die beesten zagen er heel goedmoedig uit, niet iets om bang voor te zijn dus. Maar toch leek het me geen lekker idee om in die smalle kloof langs zo'n koe af te lopen, je moet er toch niet aan denken om klem te komen zitten tussen de rotswand en een koe. Het probleem was heel eenvoudig op te lossen, we klommen gewoon even op een wat hogere richel en wachtten af tot de koeien ons voorbij zouden zijn. Koe 1 twijfelde. Wat zijn dat voor rare wezens daar langs de rotswand, durf ik daar wel voorbij te lopen?? Maar, ze was dapper, ze nam een aanloopje en rende ons voorbij. Koe 2 volgde haar meteen. Koe 3 was echter minder heldhaftig aangelegd, zij vond ons er blijkbaar té angstaanjagend uitzien en ze weigerde om nog maar één stap te zetten. Buckskin Gulch Slot Canyon copyright © hanz meulenbroeksMet als resultaat een koeien-file, want zij blokkeerde dus de weg voor de beesten die achter haar aankwamen. Ze had geen keus meer, ze werd vooruit geduwd en moest dus wel verder. Zij rende ons voorbij, direct gevolgd door de rest. Mooi zo, wij konden weer verder.

In de canyon werkte onze GPS niet goed, we hadden dus geen idee hoe ver we inmiddels hadden gelopen. We moesten er natuurlijk wel rekening mee houden dat we dat hele eind nog terug moesten, dat betekende dus dat we om moesten draaien op een moment dat we eigenlijk nog volop energie hadden om verder te gaan. Moeilijk hoor, we wilden zo graag nog meer van deze canyon zien. Op een vrij open plek vonden we een richel waarop we heel comfortabel konden zitten, daar hebben we even wat gedronken en gegeten. En toen, met tegenzin, zijn we aan de terugtocht begonnen. Ik zag nog wel op tegen het laatste deel van de wandeling, door Coyote Wash met de keiharde wind recht in ons gezicht. Maar we hadden alweer geluk, het waaide inmiddels niet meer zo hard en daardoor viel dat laatste stuk toch best mee. Al waren we wel behoorlijk moe toen we de parkeerplaats weer bereikten, het was toch een lange wandeling geweest. De afstand die we daadwerkelijk hebben gelopen hebben we wel een beetje moeten schatten, de afstand die de GPS aanwees was immers niet helemaal goed.

Moe, maar wel bijzonder voldaan, zijn Hans en ik samen tot de conclusie gekomen dat Buckskin Gulch de allermooiste slotcanyon is die we tot nu toe gezien hebben. Hier willen we absoluut nog eens naar toe

 
Dag 12 : donderdag 1 mei : Page- Water Holes Canyon - Kayenta

Gereden : 242 mijl(geen dirtroad)
Water Holes Slotcanyon: 2,2 mijl
Horseshoe bend: 1,5 mijl

Water Holes Slot Canyon copyright © hanz meulenbroeksWe begonnen onze dag met een korte rit naar Lechee, een kleine Navajo gemeenschap een paar mijl ten zuiden van Page. Daar zouden we in The Chapter House permits kunnen regelen, voor ons geplande bezoek aan Water Holes Slotcanyon. We wisten niet precies waar we moesten zijn, maar er stond een vrij officieel uitziend gebouw dus daar liepen we maar naar binnen. Een vriendelijke Navajovrouw vertelde ons dat we verkeerd zaten, we werden verwezen naar een trailer die wat verborgen achter een van de andere gebouwen lag. En ja hoor, daar lukte het wel. In de trailer bleek een kantoortje te zijn gehuisvest, en ook de vrouw die daar werkte was bijzonder vriendelijk. En dan zeggen ze wel ooit dat de Navajo zo stug zijn, naar toeristen toe. Daar hebben we hier in elk geval niets van gemerkt.

Water Holes Slot Canyon copyright © hanz meulenbroeksEnkele minuten later stonden we weer buiten, 10 dollar armer maar wel een permit en een plattegrondje rijker. Het was vanuit Lechee een klein kwartiertje rijden naar de slotcanyon, we parkeerden de auto op de kleine pull out naast de weg en legden onze permit goed zichtbaar op het dashboard. Over een plateau van slickrock liepen we naar de canyon toe, dat was maar een kleine afstand van zo'n 250 meter. Met behulp van de plattegrond en de cairns die hier en daar op het slickrock stonden was het heel makkelijk om de plek te vinden waar we omlaag konden klimmen.

Water Holes Slotcanyon bestaat uit twee delen, het moeilijke downstream gedeelte en een makkelijk stuk upstream. We kwamen voor het makkelijke deel, en dat betekende dus dat we naar links moesten lopen. Als er iets is dat we dus echt vervelend vinden tijdens onze hikes, dan is het wel los, rul zand. Het losse, rulle zand dat dus volop op de bodem van deze canyon ligt. We hoefden na de afdaling nog maar een halve mijl te lopen tot aan het slotcanyon gedeelte, maar mijn arme benen dachten dat het zeker dubbel zo lang was. Dat een vlakke hike zo zwaar kan zijn, zeg! We hadden gelezen dat Water Holes veel op Antelope Canyon lijkt, maar dat het allemaal nét wat minder spectaculair zou zijn. Met name de prachtige lichtbundels waar Antelope Canyon zo bekend door is geworden, die heb je hier dus niet. Tja, dat klopte wel, alleen delen wij niet de conclusie dat Water Holes daardoor minder mooi is. De prachtige kleuren in de wanden, de mooie golvingen, en dan – om nog maar eens een vergelijking met het supertoeristische Antelope Canyon te maken – die heerlijke rust, wij vonden het prachtig hier.

Water Holes Slot Canyon copyright © hanz meulenbroeksGelukkig waren we, toen we het slotcanyon gedeelte hadden bereikt, voor even verlost van het losse zand. Gewoon weer lekker rotsbodem onder onze voeten, wat een verademing. Wel moesten we ons door een paar hele smalle sleuven wringen, maar dat maakt zo'n hike er alleen maar leuker op. Veel te snel naar onze zin bereikten we al het einde van de hike, een grote verticale rots midden in de canyon vormde een onneembare blokkade. Via dezelfde weg liepen we weer terug naar de plek waar we waren afgedaald; we klommen niet meteen terug naar boven maar gingen eerst toch maar eens checken of de andere zijde echt zo moeilijk was als werd beweerd. We liepen tot aan de plek waar de weg over de canyon heengaat, we stonden daar aan de onderzijde van de brug. Net als in Bull Valley Gorge hangt hier een naar beneden gestorte auto tussen de rotswanden in, van dit wrak konden we alleen de onderzijde zien.

Water Holes Slot Canyon copyright © hanz meulenbroeksIneens zagen we een man aan de onderzijde van de brug op een rotsblok staan, op een onmogelijke plek. Terug omhoog kon hij niet, dat was veel te hoog. En omlaag, dat zag er ook niet makkelijk uit. Ik zag hem kijken, zoeken naar een plek waar hij naar toe kon gaan, ik dacht dat ie nergens heen kon, en toen toch.... ineens sprong hij naar beneden… Doodeng vond ik het, ik durfde haast niet meer te kijken. Gelukkig, hij kwam goed terecht, op een rotsblok dat toch zeker 2½ meter lager lag dan de plek waar hij eerst stond. Daarna klom hij behendig verder omlaag, waarna wij hem uit het oog verloren. Gek was ie… als hij net een klein beetje verkeerd terecht was gekomen had hij daar gelegen met een stel gebroken botten…

We zagen niet direct een mogelijkheid om nog verder door de canyon te kunnen lopen en, om eerlijk te zijn, ik had ook niet de inspiratie om er echt goed naar te zoeken. Geen zin in een nieuw avontuur a la Bull Valley Gorge. We hadden wel wat tijd over om nog iets te ondernemen, dus besloten we om even naar het vlakbij gelegen Horseshoe Bend te gaan. We verklaarden ons zelf toch wel een beetje voor gek, dat we na die zware trail in Water Holes nu alweer vrijwillig door los zand gingen lopen. Maar ja, Horseshoe Bend is nu eenmaal een van de allermooiste uitkijkpunten in deze omgeving, en Hans wilde toch wel heel erg graag checken of de rivierbocht nu helemaal op de foto zou passen, met behulp van z'n nieuwe groothoeklens.

Het was heel druk bij Horseshoe Bend, we konden nog maar net een plekje vinden op de parkeerplaats. Grappig om te zien hoe verschillend iedereen gekleed was, sommige mensen liepen in korte broek en t-shirt, maar we zagen ook mensen met lange broeken en dikke jacks, met de capuchon stevig om hun hoofd getrokken. Wij zaten er qua kleding zo'n beetje tussenin, met halflange broeken en een dun vest over onze t-shirts. 't Was inderdaad lastig weer, de temperatuur was op zich best lekker maar er kwamen regelmatig hevige windvlagen voorbij waarbij de kou dwars door onze kleren heen sneed. We zijn zowaar een stapje verder van de rand van Horseshoe Bend vandaan gebleven dan de vorige keer, de wind ging zo tekeer dat we zo nu en dan moeite moesten doen om rechtop te blijven staan!

Horseshoe Bend copyright © hanz meulenbroeksOm ons bezoek aan Horseshoe Bend nog even samen te vatten: we zijn niet omgewaaid, de hele bocht paste op de foto, én het pad terug omhoog was net wat minder lastig dan ik het me herinnerde. We waren blij dat we nog even hierheen waren gegaan, een prima plek om ons niet al te drukke dagprogamma even op te vullen. De rest van de dag hadden we geen speciale plannen meer, alleen nog even een tijdje de auto in om afstand te overbruggen. In Page namen we State Route 98; een weg van een kleine 70 mijl lang, met ongeveer halverwege het plaatsje Kaibito. Iets voorbij Kaibito zagen we een laag, breed bergmassief voor ons liggen, met – zo leek het van een afstand tenminste – diepe kloven daarin. Tussen de weg en de rotsen lag een droog, vlak gebied met zand en struiken. O wat zouden we nu graag, net zoals Terry Alderman, zomaar dit gebied in rijden, om zelf de mooie rotsformaties en kloven daar te gaan verkennen. Wie weet wat voor prachtige dingen we tegen zouden komen! Toen we een dirtroad die richting op zagen gaan kon Hans de verleiding niet weerstaan… hij stuurde de auto de dirtroad op en zo waren we dus écht even bezig met een heuse ontdekkingstocht.

Al na enkele minuten zat er een flinke bocht in de dirtroad, en we reden niet langer in de richting van de mooie rotsen, maar naar een eenzame woning die we voor ons zagen verschijnen. En om nu zomaar ineens bij een stel wildvreemde mensen op de stoep te staan met de boodschap dat wij vanuit Nederland hier even de omgeving kwamen onderzoeken, dat was nu ook weer niet onze bedoeling. We zijn maar weer omgedraaid, onze ontdekkingstocht heeft dus maar een minuut of 10 geduurd. Jammer. Zonder verdere avonturen belandden we uiteindelijk in het koude, winderige Kayenta. Waar we hebben geslapen in de Best Western Wetherill Inn.

Dag 13 : vrijdag 2 mei : Kayenta- Canyon de Chelly - Chinle

Gereden : 137 mijl (geen dirtroad)
White House Ruins Trail : 2,5 mijl

Agathla Peak copyright © hanz meulenbroeksWat was het koud.... echt ongelooflijk koud.... De temperatuur was 's nachts tot bijna aan het vriespunt gedaald, en er stond een hele gemene snijdende wind. Lange spijkerbroek, t-shirt, vest er overheen en dan ook nog mijn dikke fleecejack, het mocht allemaal niet baten. Terwijl Hans foto's stond te maken van de vulkanische rots Agathla Peak, aan State Route 163 net ten oosten van Kayenta, stond ik met m'n handen diep in mijn mouwen getrokken te bibberen en te rillen. Hans hield het ook niet lang vol hoor, onze fotoshoot heeft maar heel kort geduurd. We wilden maar twee dingen: de auto in, en de verwarming op héél hoog. Tegen de tijd dat we Church Rock bereikten, alweer zo'n mooie rots maar nu langs State Route 160, begonnen we het nét weer een beetje warmer te krijgen. Eigenlijk hadden we Church Rock ook op de foto willen zetten, maar nee, nu toch maar even niet.

Rond de middag arriveerden we in Chinle, waar we allereerst een overnachtingsplaats gingen regelen. Dat werd de Best Western Canyon de Chelly Inn. Eigenlijk hadden we bij Canyon de Chelly een picknickplaats willen zoeken, maar buiten eten terwijl het zo hard waait is niet echt comfortabel. Dus werd het een bezoekje aan de Subway, ook lekker. Tsesyi Overlook copyright © hanz meulenbroeksDaarna was het tijd om het Nationale Monument te gaan bekijken: Canyon de Chelly is een brede canyon met hoge rode wanden, waarin veel ruïnes van oude indianendorpen gevonden zijn. De canyon wordt ook nu nog bewoond, door Navajo Indianen; zij beschouwen de canyon als heilige grond en daarom mogen toeristen bijna nergens zonder gids naar toe. Maar gelukkig kan je de canyon wel vanaf diverse uitkijkplaatsen langs de rim goed bekijken.

En dat hebben we dus ook gedaan, bij elk van de zeven uitkijkpunten aan de South Rim hebben we volop de tijd genomen. Lekker uitgebreid kijken naar die prachtige rode rotswanden, het ondiepe riviertje Chinle Wash, het vele groen rondom het riviertje dat zo mooi afsteekt tegen de rode rotsen. Op de bodem stonden een paar kleine huizen midden tussen landbouwgronden, die mensen wonen echt in een machtig mooie omgeving hoor. Al zullen ze vast geen internet hebben, da's dan weer wat minder! Er lopen diverse zandwegen over de bodem van de canyon, en regelmatig zagen we jeeps rijden die ook dwars door het water van Chinle Wash heen gingen.Dat waren vast die tours waarover we hadden gelezen. Spider Rock copyright © hanz meulenbroeksBij Sliding House Overlook zijn we een stuk gaan lopen, een paar honderd meter over het slickrock langs de rim. Natuurlijk bekeken we hier de ruïne waar het uitkijkpunt haar naam aan te danken heeft, maar we waren meer onder de indruk van het prachtige stukje natuur beneden ons. Omdat je hier – veel meer dan bij de eerdere uitkijkpunten – zelf wat rond kan dwalen én omdat de rode rotsen hier op hun allermooist zijn, beviel deze plek ons het beste van allemaal.

Maar toen hadden we Spider Rock Overlook nog niet gehad, het meest bekende plekje van Canyon de Chelly. We hadden al zoveel foto's gezien van deze smalle, in tweeën gespleten zandsteenspire, maar dat is toch echt niet vergelijkbaar met het gevoel dat je krijgt als je het met eigen ogen ziet. White House Ruins copyright © hanz meulenbroeksVanaf een hoogte van zo'n 300 meter keken we neer op de top van Spider Rock, die 244 meter boven de omgeving uitsteekt. Wat was dit mooi zeg, echt een uitkijkpunt om even helemaal stil van te worden. We keken hier, volgens de Navajo legende, naar de verblijfplaats van Spider Woman, de spinnenvrouw die de mensen heeft leren weven.

Om deze dag af te sluiten hadden we nog een wandeling gepland, naar de White House Ruins. Dat is de enige wandeling in Canyon de Chelly die zonder gids is toegestaan. Het was een prima hike, eerst liepen we via een stel switchbacks omlaag de canyon in, met overal mooie rotsen rondom ons. White House Ruins copyright © hanz meulenbroeksOp een van die steile gedeeltes kwam ons een oude Indiaanse vrouw tegemoet, we keken vol bewondering toe hoe zij hier met die zware klim bezig was. Later lazen we op het Alles Amerika forum dat een van de forumleden gesproken had met een Navajo indiaan die vertelde dat zijn 92-jarige moeder de White House Ruins Trail nog elke dag loopt. Het kan haast niet anders, of het gaat hier om dezelfde vrouw. 92 jaar was ze dus, onze bewondering voor haar prestatie werd nog wat groter!

Nadat we een in de rotsen uitgehakte tunnel waren doorgelopen (de tweede tijdens deze trail) werd de omgeving heel anders. We liepen nu vlakbij een van de Navajo woningen, door middel van borden werden we gewaarschuwd dat dit privé terrein was en dat de woning niet gefotografeerd mocht worden. Het pad draaide de andere kant op, omdat we nu vlakbij de Chinle Wash waren was het hier veel groener dan tijdens het eerste deel van de wandeling. Via een mooi bruggetje staken we het water over, en niet veel later bereikten we het einddoel: de White House Ruins. Dit zijn de overblijfselen van woningen die zijn gebouwd door de Anasazi People, deels op de bodem van de canyon en deels in een daarboven gelegen nis in de rotswand. Een hoog hek zorgt ervoor dat bezoekers niet bij de ruïne kunnen komen, heel begrijpelijk, maar wel lastig als je foto's wilt maken. Toch is het wel gelukt om een paar mooie plaatjes te maken.

Ergens was nog een blik Nederlanders opengetrokken, want op de terugweg hoorden we diverse 'tegenliggers' in onze eigen taal praten. Iemand maakte een opmerking over een stel dat hem net was gepasseerd: "Hé, dat waren Nederlanders!", niet wetende dat hij ondertussen alweer een stel landgenoten passeerde. Best komisch eigenlijk, dat wij hem verstonden zonder dat hij dat besefte. We wilden ons looptempo er inhouden, stoppen voor een praatje zagen we niet zo zitten. Dus zijn we maar lekker anoniem doorgegaan. Dat looptempo, dat lukte overigens best, ook al was het omhoog natuurlijk wel flink wat zwaarder dan omlaag. Veertig minuten nadat we bij de White House Ruins waren vertrokken, waren we alweer boven. Niet slecht, als je bedenkt dat we ook over de heenweg veertig minuten hadden gedaan!

White House Ruins Trail copyright © hanz meulenbroeks
 
Dag 1-7   [Dag 8-13]  Dag 14-19  Dag 20-28

 
Links Contact Disclaimer